REGERINGSVERKLARING VAN DR. DREES IN DE TWEEDE KAMER AFGELEGD Open brief mevrouw Bonman aan Willem Mooyman van de Nieuwsgier Zeer moeilijke betrekkingen met de Republiek Indonesië WEERBERICHT Groter sociale rechtvaardigheid in uitvoerig programma ontvouivd Huurverhoging van 25 procent (50% daarvan voor onderhoud); gehuwde ambtenares mag bli j ven Vijf Algerijnse rebellenleiders door de Fransen „onderschept" Vele gezagsdragers beschuldigd 95ste jaargang DINSDAG 23 OKTOBER 1956 No. 28967 LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J. W. Henny Hoofdredacteur: J. Brouwer DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN t7.- per Kwartaal; f2.35 per maand; f0.55 per weeK Witte Singel 1, Lelden - Giro no 57055 Telefoon Directie en Administratie: 25041; Redactie: 21507 In de vergadering van de Tweede Kamer heeft de minister-president dr. W. Drees vanmiddag de navolgende regeringsverklaring afgelegd. Het Kabinet, dat in 1952 optrad, beschouwde de bestrijding der toenemende werkloosheid als een centraal punt in zijn binnenlands beleid. Thans is er niet alleen geen werkloosheid meer van enige omvang, maar treden grote spanningen op als gevolg van een tekort aan arbeids krachten. dat zich over vrijwel de gehele linie doet gevoelen. Voorts doen zich nieuwe problemen voor. omdat de geld- en kapitaal markt veel krapper is geworden en de monetaire reserves na geruime tijd bevredigend te zijn gegroeid, thans na een periode van stilstand sinds verscheidene maanden afnemen. Ook de aan 1952 voorafgaande vier jaren gaven een sterke verschui ving te zien van de vraagstukken, waartegenover regering en volks vertegenwoordigers zich gesteld zagen. Ik behoef slechts te herinneren aan de gevolgen van de aanval op Zuid-Korea voor onze buitenlandse en binnenlandse politiek. Verschuiving der problemen Van deze ervaringen maak ik gewag om te doen uitkomen, dat de omstandigheden, waarmede de regering rekening moet houden, zich in betrekkelijk korte tijd sterk kunnen wijzigen, zodat haar beleid flexibel moet zijn en men niet met zekerheid kan zeggen, wat in de voor ons liggende jaren verwezenlijkt kan worden van de wensen, die men vervuld zou willen zien. Wat de regering als haar doeleinden in uitzicht stelt, zal in dit licht moeten worden bezien. In elk geval zal niet alles tegelijk tot stand kunnen worden gebracht. Er zal met prioriteiten moeten worden gerekend. Ook op internationaal gebied doen zich verschuivingen in de pro blemen voor. Buitenlandse politiek De buitenlandse politiek der regering blijft intussen gericht op de algemene doelstellingen, welke aan het beleid in vorige jaren ten grondslag hebben gele gen. De regering zal blijven streven naar handhaving van de internationale positie, waarop Nederland recht heeft, en vervulling van de" taak, welke dit land heeft in de opbouw van een recht vaardige en vreedzame wereld. Bij die opbouw is het vraagstuk van het lage levenspeil van de bevolking van vele landen een centraal probleem. Aan de minderontwikkeide landen moet op grote schaal technische bijstand worden verschaft. De regering is een voorstand ster van zo spoedig mogelijke oprichting van een internationaal fonds tot finan ciering van investeringen, zoals neerge legd in het plan tot oprichting van een speciaal economisch ontwikkelingsfonds der V.N. (S.U.N.F.E.D.). Bij de hulpver lening dient geen ander doel voorop te staan dan de verhoging van het levens peil van de minder ontwikkelde landen. Deze hulp zal bij voorkeur geleid moeten worden vanuit multilaterale organisa ties, waarin de ontvangende landen op voet van gelijkheid met de gevende lan den zijn vertegenwoordigd. In Europees en Atlantisch verband zal de regering de ontwikkeling der reeds in gang gezette samenwerking zo krach tig mogelijk blijven bevorderen. In de Noordatlantische Verdragsorga nisatie (N.A.V.O.) zal nog meer dan te voren de aandacht moeten worden ge richt op het versterken der politieke sa menwerking en het verkrijgen van een zoveel mogelijk eensgezind beleid voor de leden der N.A.V.O. bü de kwestie van het Suezkanaal is deze wenselijkheid op nieuw gebleken. Naast de noodzakelijke verdieping van de politieke samenwer king stelt de regering zich voor naar vermogen te blijven bijdragen aan de vorming van de bondgenootschappelijke strijdkrachten in het belang van het waarborgen van vrijheid en vrede. Defensie Terwijl de in de laatste jaren op de begroting uitgetrokken bedragen voor de defensie in verband met de stijging van lonen en prijzen verhoogd zullen moeten worden, zullen de werkelijke uit gaven, waarvoor tot nog toe mede uit gelden van vorige dienstjaren werd ge put, geleidelijk verlaging ondergaan Zo als in de nota inzake de begrotings hoofdstukken van Oorlog en van Marine Zwaar bewolkt De Bilt verwacht tot morgenavond: Overwegend zwaar bewolkt met later enige regen in hoofdzaak in het noor den en westen van het land. Dezelfde temperaturen als vandaag of iets lagere. Matige tot krachtige zuidwestelijke wind. (Opgemaakt te 11.15 uur). 24 OKTOBER. Zon op: 7.22 uur; onder: 17,29 uur. Maan op: 21.06 uur; onder: 12.31 uur. Hoogwater te Katwijk te 5.53 en 18.11 u. Dit nummer bestaat uit 10 pagina's. reeds werd medegedeeld, zal omtrent de redelijk te achten Nederlandse de- fensiebijdrage overleg met de N.A.V.O. worden gepleegd. Het met betrekking tot het vraagstuk der Europese integratie tot nog toe door Nederland gevoerde beleid zal conse quent worden voortgezet. De regering zal, zoveel in haar ver mogen ligt, de totstandkoming bevorde ren van de verdragen tot oprichting van een Europese gemeenschappelijke markt en van een Europese organisatie voor de ontwikkeling der kernenergie (Euro- tom), waarover thans te Brussel wordt onderhandeld. Mede gelet op de erva ringen met de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal opgedaan, is zy van mening, dat een spoedige voltooi ing en inwerkingtreding deze verdragen voor Nederland groot belang is. en voor Europa van Het bovenstaande neemt niet weg, dat de regering zich bewust is van de wen selijkheid de Europese samenwerking ook in ruimer verband dan de zes landen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal met kracht te bevorde ren. Zij denkt daarbij aan het verster ken van de banden met het Verenigd Koninkryk binnen de Westeuropese Unie en, in ruimer kader, aan een nau were aaneensluiting van de vijftien lan den van de Raad van Europa. De wijze, waarop de betrekkingen tus sen Nederland en de Duitse Bondsrepu bliek zich hebben ontwikkeld, mede als gevolg van het gemeenschappelijk stre ven naar Europese eenwording, geeft de regering goede hoop, dat het zal geluk ken de nog hangende kwesties tussen beide landen tot een bevredigende op lossing te brengen. Indonesië De betrekkingen tussen ons land en de Republiek Indonesië zijn in de loop van dit jaar zeer moeilijk geworden. Wij staan voor het feit, dat Indonesië zich veroorlooft geldende internationale over eenkomsten, die tot stand zijn gekomen onder medewerking van een Commissie van de V.N., eenzijdig te verbreken en verplichtingen te annuleren, terwijl bo vendien bij ons volk verontwaardiging is gewekt door de rechteloosheid, waar van verschillende onzer landgenoten daar te lande het slachtoffer zijn. Ook wor den de normale diplomatieke betrekkin gen tussen de beide landen door Indo nesië belemmerd. Bij de stelling van Indonesië, dat deze maatregelen zijn gegrond op de omstan digheid. dat het vijf jaar lang tever geefs gepoogd heeft door overleg met Nederland een wyziging in de verdrags verhouding te bereiken, wordt verzwe gen, dat in 1954 onder het bewind van het eerste Kabinet-Ali Sastroamidjojo tussen beide landen een protocol is ge sloten het ligt nog bij deze Kamer ter goedkeuring waarbij in belang rijke mate aan Indonesische wensen werd tegemoet gekomen. Aan deze situatie, waarvoor in ver schillende delen van de wereld belang stelling bestaat, zal door het Kabinet nauwgezette aandacht u-orden besteed. Eventuele aanwijzingen, welke er op zouden kunnen duiden, dat de Indone sische regering wezenlijk bereid is mede te werken aan herstel van een goede verstandhouding, zal de regering uiter aard niet verwaarlozen. Slot op pag. 2 (Van onze Parijse correspondent) De Franse luchtmacht in Noord-Afrika is erin geslaagd een speciaal vliegtuig, dat met vijf leiders van de Algerijnse opstand onderweg was van de Marokkaanse hoofdstad Rabat naar Tunis, boven de Middellandse Zee, door zes straaljagers te onderscheppen. Het toestel landde op het vliegveld van Algiers en de vijf kopstukken der rebellen zagen zich tot hun verbazing niet, zoals zij verwacht hadden, door premier Bourguiba en een juichende menigte Tunesiërs begroet, maar door Fransen gearresteerd. De vijf leiders: Achmed ben Bella, Mohammed Chider, Hoessein ait Achmed, Mohammed Boediaf en Moestafa La- sjref bevinden zich thans onder zware bewaking in de Algerijnse hoofdstad. De bedoeling van de vijf was geweest zich als eregasten naar Tunis te be geven, waar Bourguiba grote feesten had georganiseerd ter gelegenheid van het bezoek van de Marokkaanse Sultan: gezamenlijk zouden de Noordafrikaanse leiders, met inbegrip van de vijf Algerijnen, de mogelijkheden onderzoeken van bemiddeling in het Algerijnse conflict. Het ligt voor de hand, dat dit voorval aan deze bemiddelingspoging een abrupt einde heeft gemaakt. een merkwaardig incident voor: op het vliegveld van Rabat bracht een functio naris hen naar een gereedstaand vlieg tuig, waarvan hij dacht, dat het een speciaal toestel was om de Algerijnen naar Tunis te brengen. Maar in werke lijkheid was het een Frans lijntoestel Sultan en Bourguiba zeer verontwaardigd op Parijs De vijf gearresteerde rebellen, onder wie de opperbevelhebber Ben Bella, wa ren gistermiddag met bijzonder grote hartelijkheid door de Marokkaanse Sul tan in zyn paleis te Rabat ontvangen. Die ontvangst had by de Fransen kwaad bloed gezet en was voor hen aanleiding geweest even later de besprekingen over Franse financiële bijstand aan Marokko te onderbreken. Vandaar zou den de Algerijnse rebellenleiders zich per vliegtuig naar Tunis begeven, zoals gezegd voor gezamenlijk overleg met de premier aldaar en de eveneens naar Tunis vertrokken Sultan van Marokko. Bij dat vertrek van de vijf deed zich al Tijdens een bezoek van President Tubman van Liberia aan de Kamers der Staten-Generaal kreeg de Presi dent, gezeten in de voorzittersstoel van de Tweede Kamer, enige uitleg over de gang van zaken door voor zitter dr. Kortenhorst. naar Oran in Algerije! De stewardes van het vliegtuig ontdekte de vergissing en verzocht hun het toestel te verlaten. Zy wist overigens niet, dat dit de vyf Algerijnse opstandelingenleiders waren, maar dacht, dat het zonder meer „ver dwaalde" passagiers waren. Tenslotte stapten de vyf dus in het goede toestel, een Marokkaans vliegtuig, dat bemand was door Fransen. Het schynt, dat de piloot in de lucht gehoor heeft gegeven aan een verzoek of aan een bevel van de commandant van het Algerynse vlieg veld orp zijn toestel daar aan de gTond te zetten. Een en ander heeft de nodige opschud ding in Noord-Afrika veroorzaakt. De Marokkaanse Sultan heeft zich van nacht telefonisch met president Coty in verbinding gesteld en de Tunesische pre mier Bourguiba was gisteren, toen hij De Chuka Drummer-Dansers gaven op verzoek van Prinses Margaret van Engeland, die een rondreis door Oost-Afrika maakt, een uitvoering in een park in Nairobi, de hoofdstad van Kenia. Na afloop bekeek de Prinses de trommel van een van de spelers. hoorde wat er gebeurd was, zo veront waardigd, dat hij de Nationale garde mobiliseerde en zyn ambassadeur in Parijs liet terugroepen. Bovendien liet hy een scherp protest bij de Fransen horen. Het ziet er verder naar uit, dat de Marokkaanse Sultan spoedig naar zijn land zal terugkeren, omdat het door de afwezigheid van de vyf Algerijnen thans geen zin heeft verder te spreken. Processen in Djakarta zijn schijn Zwijgen niet in belang der arrestanten Mevrouw Bouman heeft een open brief gericht aan Willem Mooy man, hoofdredacteur van de Nieuwsgier te Djakarta, die haar gelijk gemeld enkele dagen geleden van „leugenachtigheid en onbetrouw baarheid" had beticht. De brief, welke wij hieronder volledig publi ceren, luidt als volgt: Beste Willem, Met enige teleurstelling las ik je wel wat slordig gestelde stukje in de „Nieuwsgier", waarin je zegt, dat ik door het uitspreken van mijn overtuiging, dat rechter, procureur-generaal en president van de Hoge Raad in Indonesië, al lang geweten hebben van de onschuld van Jungschlager en Schmidt, de indruk heb gegeven van een -fantaste, om niet te zeggen leugenachtig" te zijn. Ik kan uitteraard niet boos zijn over deze slip, omdat je ook eens een tijdje geleden mijn leven hebt gered. Dit laatste is ook de reden, waarom ik op het geval inga en zal trachten je duidelijk te maken waarom ik, na rijp beraad en overleg, besloot deze voor mij onomstotelijk vaststaande feiten wereldkundig te maken. Er kunnen uit deze aangelegenheid enige waardevolle con clusies worden getrokken. Absurd Maar eerst de beschuldiging, die ik ge uit heb. en die ik nog wat zal uitbrei den Niet alleen de Procureur-Generaal en de president van de Hoge Raad. ook andere vooraanstaande gezagsdragers, zoals het hoofd van de staatspolitie Soe- kamto, vice-premier Roem en vice-pre sident Hatta en enige hoge officieren zijn ervan op de hoogte, dat de zaken tegen de gearresteerde Nederlanders een opzetje zijn. Ten aanzien van de Procureur-Gene raal en de president van de Hoge Raad. die respectievelijk belast zijn met het toezicht op het Openbaar Ministerie en de rechtsbedeling in Indonesië en uit dien hoofde kennis dragen van alle pro cesstukken 'en zelfs veel meer) spreekt dat vanzelf De waanzinnige verhalen, waar het procesdossier uit is samenge steld zijn zo absurd, en bovendien zo verward en vol tegenspraken, dat nie mand met enig verstand er aan kan ge loven Na lezing van het soortgelyke dossier in de zaak-Jungschlager besloot de met de behandeling van deze zaak belaste rechter, mr Liem, dan ook Jungschlager onmiddellyk op vrye voe ten te stellen. De uitvoering van dit be sluit is door de Indonesische gezagsdra gers onmogelyk gemaakt Het was zover dat mevrouw Jungschlager thuis alles klaar had voor de feestelijke ontvangst van haar man. Maar hij kwam niet en is nooit gekomen. Daarna begon de in timidatie van mr, Liem. Hij werd ziek en trok zich terug. Maar de heren Soepraptoe en Wir- jono beschikken over heel wat meer dan de zoeven genoemde stukken Zij ken nen nu ook de overduidelijke en be trouwbare verklaringen a décharge, waar van juristen als zy zich toch wel niet zullen prolieren af te maken met de mo tivering („ik geloof die verklaringen niet omdat ik ze met geloof'), zoals de Djak- sa Tinggi Soenario deed. Zij kennen de herroepingen van de ge tuigen charge, en aangezien zij de voorgeschiedenis kennen, kunnen zij ook niet menen, zoals Djaksa Tinggi Soe nario voorgaf te doen. dat deze slechts door omkoping tot stand kunnen zijn gekomen. Zy hebben de schandelijke vertoning kunnen volgen, die soms door de zittingen werd opgeleverd. En zij zijn op de hoogte van de afschuwelijke müs li andelingen. Maar dat is nog niet alles. Zy en ook de andere nu genoemde autoriteiten zijn door de verdediging in het beginstadium haarfijn op de hoogte gebracht van de feiten. En wat heeft het geholpen? Zeker, er is voor gezorgd, dat de krank zinnig gemartelde Kolk bij zyn familie terugkwam. Mogelijk door de invloed van vice-president Hatta. aan wie mijn man een lange en uitvoerig gedocu menteerde brief heeft geschreven. Maar denk je, dat Hatta niet begrepen heeft, dat het in de andere gevallen navenant is toegegaan? Soeprapto heeft, eindelyk. mr. Mi chael. die door meer dan 40 getuigen als de bendeleider Bosch was ..herkend", los gelaten. Niet echter dan nadat op aller lei wijzen geprobeerd was met deze los- latingen stilzwijgen onzerzyds over di verse schandelijkheden te kopen. Denk je. dat Soeprapto niet weet. dat ook Schmidt als bendeleider „herkend" is door daartoe gepreste, bedreigde en om gekochte getuigen? Het zyn gedeeltelyk dezelfde personen geweest. Mr. Roem heeft als advocaat cliënten van raad gediend, die door de politie waren geprest om meinedige verklarin gen af te leggen. Denk je. dat hij niet weet. dat ook andere getuigenverklarin gen charge op soortgelyke wijze zijn verkregen?" En zo kan ik doorgaan. Motieven Geen van hen echter - en zij behoren tot het beste, dat Indonesië biedt heeft ooit de zaak durven aanpakken. En zij hadden daarvoor motieven. Soeprapto meende, dat het hem zyn baan zou kosten als hy er iets aan deed. Niet, dat hij daar op zichzelf zo bang voor was. Maar wie zou hem dan opvolgen? Als op zyn stoel een an der zat zou misschien zelfs een Mi chael niet meer vrijkomen. Om van andere zaken, waar het om het lot van Indonesiërs gaat, maar niet te spreken. Mr Roem dacht en denkt - en mis schien niet ten onrechte dat hy de positie van de Masjoemi in gevaar zou brengen door ietc te doen. dat door po litieke tegenstanders ogenblikkelijk luid keels als pro-Nederlands zou worden aangemerkt. En zo had en heeft leder het zijne Maar accepteer jij die motie ven? Doet het je niet levendig denken aan de houding van weldenkende Duit sers onder het Hitler-regiem? Heb je dat geaccepteerd, hoewel het ook begrijpelijk was? Neen. je hebt zelfs niet willen horen „wir haben es nicht gewusst", ook al was dat wellicht soms waar. Waarom leg je dan hier andere normen aan? Slot op pag. I van derde blad

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 1