Wilhelm Voigt zette voor vijftig jaar
Duitse stadje Köpeiiick op stelten
GLORIE MIDDACHTERALLEE
IS SPOEDIG TEN EINDE
ZATERDAG 13 OKTOBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
HET IS LEVENSGEVAARLIJK ONDER DE BEUKEN
Kocht kapiteins- uniform en
ieder danste naar zijn pijpen
Weldra aanval op laatste 450
reuzen Over een eeuw weer
mooie laan De Steeg - Ellecom
„De kapitein van Kopenick''' was een arme
zwerver, die eindelijk rust wilde hebben
Op de 16de oktober 1906 arriveerde een militaire patrouille aan
gevoerd door een gardekapitein, op het station van de kleine Duitse
stad Kopenick.
Een half uur later was heel Kopenick in verwarring. Militairen
hielden het raadhuis bezet, geen mens mocht er in of uit. Maar het
meest in verwarring was wel de burgemeester van Kopenick, die
zoeven vernomen had, dat hij als arrestant onder gewapend escorte
naar Berlijn zou worden gebracht
De burgemeester van Kopenick had er geen flauw vermoeden
van, dat de gestrenge garde-officier, die hem de jobstijding met een
onbewogen gelaat mededeelde, een zekere Wilhelm Voigt was, die
van de zes en vijftig jaren van zijn leven precies de helft in diverse
gevangenissen en tuchthuizen had doorgebracht en dat diezelfde
Wilhelm Voigt zich nog maar kort tevoren in deze zelfde stad
Kopenick vol vrees onzichtbaar had gemaakt voor een "aderende
politie-agent
Wilhelm Voigt had zijn jonge Jaren
doorgebracht in de garnizoensstad
Tilsit en ging daar met de dragonders
op en neer. Het zag er naar uit, dat
hij de militaire loopbaan zou kiezen,
maar een gebeurtenis in zijn jeugd
jaren sloeg al die verwachtingen de
bodem in en gaf een geheel andere
richting aan zijn leven.
Vader Voigt, weduwnaar geworden,
trouwde opnieuw. De moederloze jon
gen kon zich in de nieuwe toestand
niet schikken. Hij ging de wyde wereld
in en werd tijdens zijn reis door de
politie opgepakt wegens landloperij.
Zo belandde Wilhelm in het cachot en
daarmee was hij een getekende. Zijn
strafblad stond een militaire loopbaan
in de weg, verhinderde hem ook zich
ergens te vestigen. Hij verzeild^ in
minder goed gezelschap, kwam meer
dere malen met de rechter in aanra
king en werd een buiten de wet ge
stelde bajesgast.
hem honend toe, dat hij maar moest
maken dat hy wegkwam, wilde hij
niet opgepakt worden, elders ver
klaarde de ambtenaren met een
schouderophalen dat zij hem niet
konden helpen.
Gesloten deuren
Veel meer een zwakkeling dan een
misdadiger, probeerde Voigt toch tel
kens weer een nlluw leven te begin
nen. Hij was schoenmaker en verstond
dat vak uitstekend. Illegaal over de
grens gekomen, wist hij in het buiten
land behoorlijk zijn brood te verdienen
en men was zeer tevreden over zijn
prestaties. Maar toen hij weer naar
Duitsland terugkeerde, begon het oude
leven weer. En wéér kwam hij in de
gevangenis terecht.
Dit bestaan moe, probeerde Wilhelm
Voigt opnieuw, zich de nodige papie
ren te verschaffen om zich te kun
nen vestigen en een beroep uit te
oefenen. Hjj had zelfs trouwplannen.
Maar overal vond hfj deuren ge
sloten. Hij werd van 't kastje naar
de muur gestuurd. Soms voegde men
Wilhelm Voigt als kapitein
Hij begon er ernstig over te denken,
zichzelf aan de nodige papieren te hel
pen.'
Wilhelm Voigt was een intelligent
man en had zijn ogen goed de kost ge
geven. Eén ding was hem boven alles
opgevallen: magische uitwerking van
het uniform in het door soldaven en
ambtenaren geregeerde Pruisen van
die dagen. Zelfs die ambtenaren, hoe
ver ze zich verheven achtten boven de
burgerbevolking, bogen als knipmes
sen en liepen zichzelf bijna omver van
gedienstigheid wanneer er een officier
in de buurt verscheen. Deze hoog be
voorrechte kaste deelde overal de la
kens uit. Zo kwam Wilhelm Voigt op
de gedachte, zich in officiersuniform
van de door hem zo zeer begeerde pa
pieren meester te maken. Moeilijk was
dat niet, want bij een winkelier in
Potsdam kon hfj zonder enige uitleg
„Met pijn in het hart hebben we het
besluit genomen" heeft ir. J. A. P. A.
de Lange, hoofdingenieur van de
Rijkswaterstaat in het arrondissement
Arnhem me verteld.
„Ik ben een natuurliefhebber", aldus
deze vriendelijke zegsman, „ik houd
van die bomen evenveel als wie ook,
maar wij kunnen de verantwoording
niet langer dragen. Nog zijn er geen
ongelukken gebeurd, maar bij de eerste
de beste storm kan het mis zijn. Vorig
jaar viel er een zes ton zware beuk pal
voor een fietsende postbode. Veronder
stel eens, dat de stam op een autobus
terecht gekomen zou zijn een ramp
en een nationaal schandaal waren het
gevolg geweest. Aan beide zijden van
het resterende stuk hebben we hekken
en lantaarns gereed1 staan om bij storm
weer de weg dadelijk af te kunnen
sluiten als er een boom gevallen is. In
dat geval immers zou anders onder de
beuken een dichte kolonne wachtende
auto's worden gevormd, zodat elke vol
gende omgewaaide stam met honderd
procent trefkans zou neerstorten.
Vele van de bomen zijn van binnen
rot en zelfs vaak hol en hét lastige is,
dat men niet precies kan weten welke.
Het gebeurt soms, dat er bomen om
vallen, welke nog niet eens aangewezen
waren voor de kap. Iemand die de
situatie kent zal zich slechts met ang
stig gemoed bij harde wind op de Mid-
dachterallee wagen, maar de verkeers
situatie is nu eenmaal zo, dat de weg
Arnhem-Zutphen, waar de laan een
fragment van is, tegenwoordig zo druk
bereden wordt door personenauto's en
bussen, dat er aan een preventieve af
sluiting bü slecht weer niet te denken
valt. Er is geen enkele instantie, die de
verantwoording op zich durft te nemen
om de huidige toestand nog langer te
handhaven. Wy moeten hakken voor
er doden vallen".
Over honderd jaar
Maar er komt nog iets anders by en
ook daarop heeft ir. De Lange mij ge
wezen. Het is voor ons, egoisten als wij
zyn, misschien niet eenvoudig om aan
onze nazaten te denken die nog niet
geboren zijn. Wanneer wij hen echter
toch over één, anderhalve eeuw ook
weer een Middachterallee gunnen
schoon als een immense bomenkathe-
Hakken voordat er
doden gaan vallen'"
draal, dan dienen we thans de jonge
beukjet te poten. Tendele is dat al ge
beurd, namelijk op het gedeelte dat in
de oorlog werd verwoest en de bedoe-
tallen meters boven de weg de verruk
kelijke koepelconstructie van takken
en groen te vormen.
een uniform kopen, compleet met helm,
mantel en degen, van een kapitein van
het 1ste Garderigiment-te-voet.
In die uniform sloeg hij zijn slag.
zonder te beseffen dat hy daarmee
een geweldige slag toebracht aan het
systeem, dat gebaseerd was op de
hegemonie van „das Militar"!
Almachtig uniform
Op de morgen van die 16de oktober
liep Wilhelm Voigt, correct in uniform
maar op een paar afgetrapte schoenen,
door een der straten van Potsdam, toen
hem een patrouille ontmoette, die juist
van wachtdienst was afgelost. Voigt
besloot meteen de vuurproef te door
staan en commandeerde halt. De kor
poraal meldde zich model en kreeg van
Voigt de order, niet naar de kazerne
te marcheren, maar voor een bijzon
dere opdracht met zijn patrouille naar
het station te gaan. Daar leidde Voigt
zijn kuddeke in de trein naar Kope
nick, waar men na een voorspoedige
reis arriveerde.
Voigt verdeelde zyn kleine strijd
macht van tien man en beval de gre
nadiers. met de bajonet op 't geweer
de toegangen naar het raadhuis te
bewaken en niemand in of uit te
laten. Zelf ging hij met enkele man
schappen de burgemeester opzoeken
endeelde deze magistraat mede dat
hij zich gereed moest maken om
naar Berlyn te worden overgebracht.
De burgemeester, verschrikt en ver
toornd, vroeg Voigt om zijn volmacht.
Maar Voigt wees met een welspre
kend gebaar op de beide grenadiers
die dreigend achter hem stonden, en
de burgemeester vond mét hem, dat
dit argument duidelijk genoeg was.
Terwijl de burgemeester trachtte
zich te schikken in zijn lot en als
enige troost ervoer, dat het zijn vroutv
was toegestaan hem tot Berlijn te ver
gezellen, vorderde Voigt van de ver
schrikte gemeente-ontvanger de kas
gelden. De ontvanger wilde vóór alles
„gedekt" zijn en vroeg een kwitantie,
welke Voigt als „fungerend burgemees
ter" afgaf.
De politie-inspecteur van Kopenick
was door al het rumoer heengeslapen
en werd door Voigt in die toestand op
zijn bureau aangetroffen. Toen Voigt
hem op barse toon beval, op het raad
huisplein, waar inmiddels een dichte
menigte was saamgestroomd, de orde
te handhaven, was was hij maar al te
blij, dat hij zijn biezen kon pakken. Een
wachtmeester van de gendarmerie die
op het geval afkwam en Voigt de
schrik van zijn leven bezorgde, toonde
zich echter maar al te gaarne bereid
„Herr Hauptmann" van dienst te zyn
en voor een rijtuig te zorgen waarmee
de burgemeester korte tijd later af
reisde naar Berlijn. De gendarme dlen-
Wilhelm Voigt als gewoon burger
Eindelijk kreeg de politie een tip
van een misdadiger, die eens met
Voigt gevangen gezeten had. De
schoenmaker werd gearresteerd en
toen werd de zaak eerst recht sensa
tioneel: een bejaarde tuchthuisboef,
die nooit uniform gedragen had, was
de man die ambtenaren, soldaten en
politie-autoriteiten had gebrutali
seerd, dank zij zijn uniform en zijn
snauwende Pruisische commando-
toon! Indien ooit, dan werd hier
duidelijk geïllustreerd wat een sim
pele officiersuniform in het Duits
land van die dagen kon klaarmaken!
Het proces tegen de kapitein van
Kopenick werd een gebeurtenis, en
Wilhelm Voigt, die al zo vaak voor de
rechter had gestaan, ondervond wat
het betekende, de held van de dag te
zyn. In het huis van bewaring werd
hij met onderscheiding behandeld,
zelfs de rechters schenen hem welge
zind, en het publiek viel van de ene
lachbui in de andere toen de getuige
nissen van hen, die de bijrolletjes in
deze klucht hadden gespeeld, het hele
geval deden herleven. Voor Wilhelm
Voigt was echter méér weggelegd dan
sympathie alléén: reeds hadden wel
gestelde bewonderaars ervoor gezorgd,
dat hy, na het uitzitten van zijn straf,
verder zorgeloos zou kunnen leven!
Vier jaar
De dagvaarding bracht het Uilen
spiegel-schelmenstuk tot droge juv,di-
sche termen terug: onbevoegd dragen
van uniform, onbevoegd uitoefenen van
een ambt, vrijheidsberoving, valsheid
in geschrifte. Het geld uit de stadskas
had hy tot de laatste cent terugege
ven, wat er niet weinig toe bijdroeg
dat hy er met slechts vier jaar af
kwam.
Maar Wilhelm Voigt had met zijn
schelmenstreek méér gedaan dan de
ganse burgerij vol leedvermaak doen
genieten van de vernedering der
machtigen. De „Köpenickkiade" had
de „Kadaver-disziplin", het Pruisi
sche systeem, in al zyn voosheid ont
huld. Nog éénmaal, in 1914, paradeer
den de militairen als halfgoden door
de straten, maar vier jaar later
kwam de catastrofe
TOM LODEWIJK.
(Van een bijzondere medewerker)
Wie nog iets van de glorie wil verstaan, welke de Middachterallee
eens bezat, dient zich te haasten. Nog staan 450 majesteitelijke beuken
overeind tussen De Steeg en Ellecom een derde van het oorspronkelijke
aantal maar lang zal het niet meer duren, want over een maand wordt
het sein gegeven tot de definitieve executie. Hoewel deze befaamdste laan
in Nederland tijdens de laatste oorlog reeds onherstelbaar werd gehavend,
bleef er toch nog een fragment intact, dat duidelijk maakt welk een onver
gelijkelijk heerlijke bomen-kathedraal de Middachterallee eens is geweest.
In het voorjaar van '45 waren het de Duitse trotyl blokjes, die gewelddadig
een einde maakten aan de tot dan toe nog vrijwel ongeschonden eenheid
van deze promenade. Tientallen enorme beuken ploften over de rijweg om
zo een barricade te vormen, welke schijnbaar bij machte was een gemecha
niseerd leger dagen lang op te houden, maar de vernieling bleek zelfs mili
tair bezien zinloos, want de Canadezen schoven de geweldige stammen in
één middag terzijde! De helfbvan de laan was bedorven, maar optimisten
en daartoe behoorde Rijkswaterstaat koesterden de illusie, dat de res
terende zeshonderd meter laan het nog omstreeks dertig jaar uit kon houden,
zodat er althans voorlopig een concrete herinnering aan de romantische
pracht van eens bewaard zou blijven. Het heeft niet zo mogen zijn. De Mid
dachterallee was een eenheid, welke geen amputaties kon incasseren. Vóór
in november begint de kap van de 450 overgebleven, tweehonderd jaar oude
reuzen, en pas over een eeuw kan er weer sprake zijn van een nieuwe glo
rieuze Middachterallee want ge kent het spreekwoord: boompje groot,
potertje dood.
ling is ook het andere gedeelte van de
weg tussen De Steeg en Ellecom weer
te flankeren met tweemaal twee rijen
jonge bomen, zo mogelijk even groot
als degene, die nu al tien jaren in de
grond zitten.
Twee eeuwen oud
Er is een tijd van komen en van
gaan en zo beschouwd is het verdwij
nen van de Middachterallee "niet an
ders dan 'n alledaags natuurverschijn
sel de bomen zijn immers al meer
dan twee eeuwen oud. In opdracht van
Prederik Charles van Reede, vijfde
graaf van Athlone, toentertijd bezitter
van het terzijde van de laan gelegen
kasteel Middachten. werden er in 1774
omstreeks vijftienhonderd twintigjari
ge beukjes gepoot aan beide kanten
van de zestien meter brede weg.
Daarvóór was het een eikenlaan ge
weest, maar toen deze bomen kapryp
waren en verdwenen achtte de kasteel,
heer, die blijkbaar de kunst verstond
in de toekomst te kijken, het gewenst
een nieuwe allee van-machtige allure
te scheppen. De jonge beuken kwamen
in vier rijen en de afstand tussen de
stammen, was telkens slechts vier me
ter. Het gevolg hiervan was, dat de
bomen tot een harmonisch geheel sa
mengroeiden. De beuken aan de bui
tenkant kregen een beschermend, bijna
tot de grond reikend takkenstelsel,
maar de ingesloten reuzen misten
daartoe de ruimte zodat hun stammen
glad en kaal oprezen om pas op tien-
Nog slechts enkele honderden meiers van de eens zo beroemde laan zijn vrijwel intact.
Zojuist gebruikte ik de woorden „be
schermend takkenstelsel" want de
beuk heeft een bladerenhaxnas nodig
om zomefs zijn stam tegen zonnebrand
te behoeden. Zon op de stam van een
beuk is funest en zo begrijpt ge. dat de
Middachterallee geen hiaten kon heb
ben. Wanneer de aanvankelijk in de
schaduw van de buitenste rijen staan
de bomen plotseling vrij kwamen en
de zon op hun naakte stam kregen, was
die een dodelijke bedreiging. Oorlogs-
eeweld zonnebrand en ouderdom heb
ben de Middachterallee gedoemd tot
sterven.
Kasteel Middachten ligt niet te
zien voor de passanten, terzijde
van de allee. Op deze foto de
voorgevel van het kasteel en een
van de sinaasappelboompjes, die
zomers in de tuin staan.
De grote tijd
Zyn grootste roem kende de allee
achter in de vorige eeuw. Toen waren
er nog geen hiaten en deze promenade
van om en bij de 1400 m. lengte, was
de geliefdste in ons land. Het behoorde
tot iemands opvoeding een maal in de
Middachterallee geflaneerd te hebben
en in vakantietijd vertoefden talrijke
gegoede Nederlanders in de pensions
in De Steeg, ten noordoosten waarvan
de laan begon, waar men kon kuieren,
elkaar rendez-vous geven en de vreug
de van het nietsdoen ondergaan. De
Middachterallee lag trouwens niet ge-
isoleerd in haar schoonheid, want de
aangrenzende lanen waren eveneens
door beuken geflankeerd en het ganse
landschap van deze oostelijke Veluwe-
zoom was van een parkachtige rijkdom
Na de oorlog waren er nog 600
beuken van de Middachterallee over.
Het gedeelte van de laan het dichtst
bij De Steeg was volkomen vernield.
Nog altijd waren de beuken eigen
dom van de bewoners van het kasteel
Middachten, dat via vererving in be
zit was gekomen van het geslacht
Bentinck. De rentmeester van Mid
dachten, die de situatie als hopeloos
beschouwde, vroeg een kapvergun-
ning aan, maar ryksinstanties koes
teren nog enige hoop. Zo nam in 1948
Rijkswaterstaat de bomen over. Het
bleek echter een vergeefs gevecht.
Steeds weer waaiden er beuken om;
andere met onbeschermde stam, wer
den ziek door de zon. Vandaag aan
de dag zyn er nog 450 over.
Zeven fon
Omstreeks 1 november tijgen tien
vijftien mensen aan het werk om de
bomen zo snel mogelijk te kappen. Dit
zal minstens drie maanden vergen. Dat
het een enorm karwei is behoeft geen
betoog. Eerst komen de twee rijen aan
de noordwestelijke kant aan de beurt,
links dus van Arnhem af gerekend. De
bomen rechts krijgen daarna weliswaar
de volle portie van de najaarsstormen,
maar wanneer zij omwaaien gebeurt
dat tenminste in een richting van de
rijweg af.
De hoogste van de reuzen halen met
him kruin ruim veertig meter en wan
neer ze worden omgehakt komt er zo'n
zeven ton neerploffen! De van takken
ontdane stammen worden daarna door
„Domeinen" verkocht. Over de op
brengst valt nu nog niets te zeggen,
omdat men niet weet hoe de bomen er
van binnen uit zien. Sommige, dat staat
vast, zullen zo rot als een mispel blij
ken. Uit de goede stammen worden
meubels, piano's, parketvloeren, huis
raad, dwarsliggers geboren. En dat is
dan het einde van de laan.
Het schynt daar tussen De Steeg en
Ellecom een ideale voedingsbodem voor
beuken te zijn omdat er löss in de
grond zit. Laat mij deswege besluiten
met de niet-egoïstische wens, dat onze
nazaten zich over honderd jaar weer
kunnen verpozen in een grootse ma
jestueuze Middachterallee. De gedachte
aan zulk een romantische beukenpro
menade in combinatie met een mis
schien volkomen geautomatiseerde
wereld is wat moeilijk maar wie
weet?
H. A.
de als escorte. Het gezelschap veroor
zaakte een geweldige opschudding, toen
de wachtmeester met zijn arrestant bij
de Neue Wache arriveerde, waar nie
mand van iets wist!
Heel de wereld lachte
Voigt had inmiddels zijn grenadiers
naar Berlijn teruggestuurd en had zich,
ergens op een stuk bouwterrein, tot
burger getransformeerd. Tot zijn grote
ergernis zag hij hoe de kranten, die
de volgende dag het nieuws met grote
opmaak brachten, allerlei theorieën ten
beste gaven die afbreuk deden aan
zyn prestatie. Dat een doodgewoon
mannetje als hy dit op zijn eentje had
kunnen klaarspelen, dank zij de tover
kracht van een tweedehands kapiteins
uniform, dat scheen niemand te ge
loven. Grote plakkaten verschenen aan
de zuilen, die een grote beloning uit
loofden voor wie „de kapitein van
Kopenick" aanbracht. Aan één ding
was geen twijfel: de man die deze stunt
had uitgehaald, werd overal gevierd
als held van de dag!