IN TUIN EN KAMER
THOMAS MORE,
EEN DIKHUID ONDER
DE INSEKTEN
ZATERDAG 13 OKTOBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2
Bewogen Leven
EEN VERMAARD JURIST EN
LETTERKUNDIGE VAN NAAM
Deze Humanist bleef zichzelf, vol diepe ernst en
humor, ook toen hij het schavot moest beklimmen
Gekroonde Blauwbaard liet een van zijn begaafdste en
eerlijkste onderdanen ter dood brengen
Kijkjes in de Natuur
MALLE GEVALLEN
Zo omstreeks 1500 leefde er een jonge man in West-Europa, die van plan was een
vrouw te zoeken, zoals de meeste jonge mannen doen. Op een goede dag kwam hij
ten huize van een zekere John Colte, die twee dochters had. Beiden waren beschaafd
en beminnelijk, en de jongeman, die een uitstekende opvoeding had genoten - twee
jaar had hij in Oxford gestudeerd en daarna had hij zich te Londen in de rechten
bekwaamd - zocht dan ook later voortdurend haar gezelschap.
Voor de jongste koesterde hij een diepe genegenheid, voor de oudste achting en
bewondering. Zeer graag zou hij met de jongste getrouwd zijn, doch een huwelijk met
de jongste betekende de oudste passeren en omdat hij wist dat dit voor haar een grote
teleurstelling zou zijn besloot hij haar ten huwelijk te vragen.
Nu moet men niet menen dat hij de oudste niet liefhad, voor haar koesterde hij
andere gevoelens. Meer ernstige en omdat hij van nature gebogen was naar de emst
ondanks zijn briljante vrolijkheid, was het voor hem geen straf haar te vragen.
En misschien is het weten wat de teleurstelling in deze oudste zou aanrichten wel
een bewijs, dat zijn gevoelens voor haar veel dieper geweest zijn dan hij zelf heeft
kunnen meten.
Uit deze wijze van handelen blijkt dat de jonge man nobel
van inborst was. Wat hij deed deed hij immers na over
weging. Hij was geen galant ridder die in overdreven
pathos „zich zelf opofferde", hij was een rechtsgeleerde,
die gewoon was elke stap die hij deed van te voren
te overwegen.
Of zijn vrouw geweten heeft dat hy de jongere zuster
meer teder genegen is geweest, weten we niet. Wel is
zeker dat het huwelijk zeer gelukkig is geweest, en dat
het huis van de jonggehuwden een verzamelplaats was
van allen die de waarde van beschaving beseften.
Thomas More, zo heette de pasgehuwde, was een slanke
jonge man met bruine haren en grijze ogen. Erasmus
zegt van hem, dat hij zijn rechterschouder tijdens het
lopen iets hoger droeg dan de linker, maar verder was
alles normaal en zijn gezicht was een toonbeeld van een
rijk innerlijk en hoge intelligentie. Hoe vaak komt het
niet voor dat hoogbegaafden een verscheurd innerlijk
hebben, dat zij door hun grote mogelijkheden van het
een naar het ander gezogen worden en zodoende meer
verwoestend werken dan bouwend.
More erkende dit huwelijk niet, ook keurde hij streng
de soheuring af. Hij legde zijn ambten neer en trok zich
terug uit het politieke leven.
More zag de gebreken der oude kerk wel, doch veel
erger vond hij de scheuring. Dit voortdurende zoeken naar
eenheid en bewaren van de eenheid heeft hij met de
grootste geesten gemeen.
Zijn standpunt zou hem het leven kosten, want Hendrik
VIII, de gekroonde Blauwbaard, liet niet met zich spotten.
More was een man met belangrijke connecties op het
vasteland. More was een begrip geworden. More zou de
Koning steunen in zjjn politiek, en rijke geschenken zou
den hem dan ten deel vallen, of More zou sterven. De
Humanist bleef zichzelf.
More moest voor zijn rechters verschijnen, aangeklaagd
als verrader. Wat hielp het dat hij zich verdedigde? Het
vonnis stond reeds bij voorbaat vast. De man die de
6cheiding van de Koning niet als wettig wilde erkennen,
de man die dus gevaarlijk was voor de nieuwe Koningin:
Anna Boleyn, moest sterven.
TOEN hij naar de Tower gevoerd werd brak een jonge
dame zich baan door de talrijke menigte. Het was
zijn oudste dochter: Margaret. Zij omhelsde haar
yader en de menigte die het zag, had tranen in de ogen.
Doch niemand deed iets anders dan huilen.
Het proces tegen More en zijn tragisch einde is later
!oor de echtgenoot van Margaret uitvoerig beschreven.
Vat heeft More gedacht en gevoeld in de duisternis van
de Tower? Wie zal het zeggen? Als een gebroken man
kwam hij er niet weer uit, op de 6de juli 1535, de dag
daarop hij onthoofd zou worden. Wel als een mens die
ep in zichzelf wist dat dit lot hem beschoren was. En
het niet zonder zin was'te lijden voor recht.
ONLANGS werd mjj door een
tweetal jeudige vrienden een
merkwaardig dier gebracht. Het
was een oude kennis van me, maar een
van het soort, dat je met tussenpozen
van een paar jaar telkens weer eens
ontmoet. Een ontmoeting, die, van mjjn
kant althans, altyd zeer op prys wordt
gesteld. Van dit dier, een grote rups,
zoals de afbeelding u laat zien, wil ik
hier wat vertellen, omdat de mogelijk
heid bestaat, dat u het ook wel eens
tegenkomt. Is een rups dan zo iets be
langrijks, dat daar een heel artikel aan
moet worden gewyd? Er zijn toch hon
derden rupsen in de wereld. Zeker,
dat zün er, maar lang niet iedere rups
houdt er zo'n merkwaardige gewoonte
op na als deze olifantrups, zoals hij
wordt genoemd.
Ik zal hem echter eerst even beschrij
ven, dan is u gewapend met enige
gegevens, waaraan u hem kunt her
kennen. Het is allereerst een kanjer,
zeker wel zo lang als uw middelvinger.
Zijn kleur is donkergrijs, bruinachtig,
maar aan de zwarte kant, zijn huid
maakt de indruk dat ze van rubber is
gemaakt, ik kan het beste zeggen, dat
de kleur veel heeft van die van een
oliefantsslurf En hier heb ik meteen
een aanknopingspunt. Want deze grote
donkere rups, geribbeld en gerimpeld
als een olifantssnuit, beweegt het voor
ste deel van zijn lichaam precies als de
bekende dikhuid in de dierentuin met
zijn verlengde neus excerceert, zo....
zooch, laat ik maar zeggen „oli
fantachtig", Daar komt bij, dat het
bewuste voorste stuk veel dunner is
dan de rest van het rupsenlijf waar
door de vergelijking nog duidelijker
wordt.
Maar nu verder met het signalement.
Op de vierde ring van het donkere
lichaam zit aan weerskanten een lich
te vlek, met een donkere kern Op het
volgende segment evenzo. Die eerste
vlekken lijken wel iets op ogen en deze
„ogen" nu geven aan dit rupsenbeest
die eigenaardige gezichtsuitdrukking,
waardoor je er steeds weer naar moet
kijken. Wie dit dier niet kent, vliegt er
dan ook prompt in en houdt die vlek
ken voor de echte ogen, terwijl hij he
lemaal niet let op de werkelijke rupsen
oogjes, die op het kleine heen en weer
wiegelende kopje zitten, zoals dat het
geval is bij elke behoorlijke rups.
Maar nu komt het!
RAAK ik onze olifantrups plotse
ling aan, b.v. door een tikje tegen
zjjn achtbaar hoofd te geven, dan
schrikt hij. Dat spreekt. Maar dan be
hoeven wij nog niet te schrikken! En
toch doen we het. dat doet iedereen,
die voor het eerst met deze vrind te
maken heeft.
De schrikreactie van deze rups be
staat n.l. hierin dat hij bliksemsnel de
eerste drie lichaamsringen intrekt, zijn
kopje dus ook, en dit hele geval op
bergt onder de vierde ring, die van
de weeromstuit dik wordt en er uitziet
als een knobbel, waarop, o schrik! de
kringvlekken als twee grote verschrik
te of boze ogen ons aanstaren.
Het vreemde van het geval is, d«tu
er met uw nuchtere verstand bij staat
te kijken, heel goed wetend, dat er
geen sprake is van grote ogen, en dat
u zich toch niet kunt losmaken van de
den
W;
<Uej
dat
HÜ was zichzelf, gelukkig, ook op deze laatste dag. En
dit was hem een bevrijding. In het aangezicht van de dood
voelde hij dat hij niet anders had gekund en dat het
goed was.
Het schavot was wankel. Toen hij de eerste sporten van
de ladder beklommen had, keerde hij zich naar de luite
nant en zei: „Ik verzoek U mij te helpen, opdat ik levend
boven kom. Het dalen zal alleen wel gaan!'»
De humor had hem niet verlaten. De mildheid ook
niet. Want een uur voor zijn dood had hij de Koning
gerust gesteld. Hij zou hem van hei laatste spreekgestoelte
af niet meer aanvallen. De ernst had hem ook niet ver
laten, want hij verzocht alle omstanders voor hem te
bidden. Daarna omhelsde hij de beul, ten teken van ver
giffenis, deed zichzelf de blinddoek voor en legde zijn
hoofd op het blok.
REIN BROUWER
^®SsScaicK8e)§<<<s<Sc*<8oscK§<!§cs<8<5S<*<8e§c£<8<^<®es<3<s<5SciK9oScK8<a§cW8cgcKScgcf<8egcK^
THOMAS MORE
HIJ was de ideale rechtsgeleerde, want zo er voor één
innerlijke rust, blijmoedigheid, zin voor humor en
karaktervastheid nodig is dan is dat voor dit.
Recht is iets dat opzichzelf staat, dat wel met maat
schappelijke omstandigheden rekening mag houden, doch
nooit een prooi mag worden van macht. Daarom is een
der allerergste wanprodukten die de wereld opleveren kan
een karakterloze rechter.
Maar als de rechter geen mensenvriend is, geen zin
voor humor heeft, wordt hij, ondanks zijn karaktervast
heid een prooi „van de misdaad waarin hij wroet".
De jonge Thomas More had er in zijn jeugd ernstig
over gedacht tot een kloosterorde toe te treden. Veel tijo
besteedde hy aan gebed en boete, doch de ware roeping
ontbrak hem en toen hij dat merkte zocht hij een „we
reldse taak". Half werk was niets voor hem en toen hij
eenmaal had besloten jurist te worden zou het een
hele zijn.
De grote jurist is een mens met hoge intelligentie
doch ook met een rijke fantasie. Hij moet zich immers
kunnen verplaatsen in een bepaalde toestand, zelfs in
de gemoedstoestand van een ander mens. More is, behalve
jurist, ook letterkundige geweest en waarlijk niet de eer
ste de beste.
VAN nature vriendelijk zocht hij de blijheid en wan
neer er ooit in een mensenkind tegelijk de diepste
ernst, de grootste opgewektheid en de fijnste humor
hebben geleefd, dan was het in hem, die zo tragisch aan
zyn einde is gekomen.
Zijn vrouw schonk hem vier kinderen, drie meisjes en
een zoon. Spoedig daarna stierf ze. Hij trad opnieuw in
het huwelijk, met een vrouw die als partner bij lange
na niet zijn gelijke was, die zijn humor niet kon verstaan,
noch iets van zijn wijsheid bevatten. Doch zij zorgde uit
stekend voor de vier kinderen en daardoor was het hu
welijk goed.
Zijn roem als rechtsgeleerde drong weldra zelfs tot de
Lage landen door waar de grootste geleerde woonde van
die tijd: Erasmus. Erasmus bezocht More in Londen en
daarna schreven ze elkaar, uit behoefte.
In 1523 bouwde More een landhuis aan de Theems. Hier
ontving hij de Koning, Hendrik Vm, een man, niet van
gaven ontbloot, doch wispelturig en ydel, de slaaf van
zijn luster..
Veel aanzienlijken benijdden More deze hoge relatie
doch hijzelf ha cl allang doorzien wat die waard was.
„Als mijn hoofd de Koning een kasteel in Frankrijk zou
kunnen opleveren, zou het ongetwijfeld vallen". Dat was
zijn op spottende toon uitgesproken, doch eerlijk gemeend
commentaar.
MORE werd hoe langer hoe belangrijker. Bij veie
belangrijke vraagstukken was zijn mening door
slaggevend. Zijn landhuis aan de Theems was het
middelpunt van hen die gesteld waren op een schitte
rende conversatie.
Ook de Koning was daarop gesteld. Maar meer nog was
hij gesteld op Anna Boleyn, de protestantse hofdame aan
het toen nog katholieke Hof van Catharina van Arragon.
De Koning brak met Rome, liet zichzelf aanwijzen tot
hoofd van de Anglicaanse kerk, liet zich bovendien schei
den van Catharina van Arragon en trouwde met Anna
Boleyn.
Het vervroegen van hyacinten en
bloembollen binnenshuis ligt onze Ne
derlandse huisvrouwen wel; het is ook
een prettig werkje en dat laat men
zioh niet graag ontgaan. Hyacinten
kan men met succes binnenshuis in
bloei kweken en wel op water; aarde
heeft u voor dit doel niet eens nodig.
Er zijn speciale hyacintenglazen in de
handel en die voldoen uitstekend. Om
te beginnen: de bollen moeten nu zo
spoedig mogelijk besteld worden en
doe dat dan bij een solide firma, want
vooral bij de cultuur op water moet
men zich van eerste kwaliteit bollen
voorzien. Wilt u de bollen graag vroeg
in bloei hebben, dan dient u geprepa
reerde bollen te bestellen. Die bollen
hebben een speciale behandeling on
dergaan wat hen geschikt heeft ge
maakt om zo vroeg te kunnen bloeien.
Dan dient men ook vroegbloeiende
soorten te bestellen. Direct na ont
vangst van de bollen moet men dde op
de voor hen bestemde glazen plaatsen;
laat ze dus nog niet eerst eens een
paar weken in de grauwe papieren
zakken zitten; dat is verkeerd. Het
glas kan men met gewoon zuiver lei
dingwater vullen. Het water komt zó
hoog in het glas te staan, dat de on
derkant van de bol juist even het wa
ter raakt of er enkele millimeters
boven blijft. U moet dus bij het be
stellen van uw hyacinten een beetje
haast maken, doch als ze eenmaal op
het glas staan, zult u geduld moeten
hebben. De meeste glashyacinten mis
lukken. omdat men teveel haast heeft;
men wil ze te vroeg in een normaal
verwarmde kamer plaatsen of in het
volle licht zetten en dat is precies ver
keerd. Het glas met de bol dient men
in een koele en donkere, doch wel
vorstvirije kamerkast te plaatsen. Wan
neer u schimmel op de bollen opanerkt,
zal het daar te vochtig zijn en dient
men de deur een paar dagen open te
laten staan. Verder heeft u er alleen
maar op te letten of er ook water bij
gegoten moet worden. Het is verkeerd
de bol van het glas te halen indien
water bijgevuld moet worden, indien
dat nodig is. kan men het glas wel
een beetje schuin houden en dan wa
ter bij gieten. De bollen moeten in die
donkere kast blijven staan totdat de
glazen vol dikke, witte wortels zitten
en de jonge neus een lengte van on
geveer zeven centimeter bereikt heeft
Dit zal eerst begin december bij de
vroegste soorten zover zyn. Laat u dus
niet verleiden ze eerder warm te zet
ten; de bollenkwekers beschikken over
betere mogeüjikheden en die hebben ze
ook pas tegen Kerstmis in bloei.
Soorten, die later In bloei komen en
die men dus ook later in bloei wenst,
kunnen langer in die donkere kast
blijven staan, doch het is beter voor
latere bloei ook later bloeiende bollen
te bestellen en die behoeft men dan
ook geen speciale behandeling te laten
ondergaan. U zit hier in Leiden en
omgeving precies goed om eerste kwa
liteit bollen te bestellen; het is een
mooie liefhebberij. Laat u dat dus niet
ontgaan.
G. KROMDÏJK.
indruk, werkelijke ogen te zien. Ogen
in een gezicht.
Nu staan wij mensen in zo'n geval
altijd onmiddellijk klaar met een ver
klaring: „Zo is het" en „daarom is
het" en „dat is nogal logisch!" We
zeggen dus al gauw: „Wat een uitge
slapen rakker, die olifantrups, om
iemand zo aan het schrikken te ma
ken, zodat Je van hem afblijft!"
Ik ben er niet zo zeker van of dit
wel zo in elkaar zit, ik geloof niet zo
gauw in een bedoeling, aan opzet of
aan uitgeslapenheid. Hoe meer je in de
natuur rondkijkt, des te voorzichtiger
je wordt in je uitspraken en je verkla
ringen.
Intussen is'onze olifant van de
schrik bekomen en laat hy zijn slurf
alweer zoekend heen en weer balance
ren. Waar hij naar zoekt? Naar voedsel
natuurlijk, want eten is bij een rups
altijd het begin en het einde.
Dit voedsel bestaat uit bladeren van
het wilgenroosje, een forse zomerplant
met rijke bloei van zacht karmijnrode
bloemen, die we langs de landwegge
tjes, vooral op de afvalplaatsen nog tot
laat in de herfst aantreffen. Basterd
wederik heet ze ook wel Dan houdt de
rups van walstroo, maar als we hem
deze planten niet kunnen verschaffen,
dan kunnen we ons ook behelpen met
een fuchsia. Daar is nog wel aan te
komen.
OE komt zo'n rups nu op deze be
wuste wilde planten? Dan moet
er een vlinder zijn geweest, die
Hyacint op glas
haar eitjes heeft gedeponeerd op de
bladeren, want als er een rups zal ko
men, moet er eerst een vlindereitje
zijn geweest.
Wat een ontzaglijke groei moet er
toch wel hebben plaats gehad, eer er
uit zo'n stipje van een ei zoiets gewel
digs ontstaat als deze olifant.
Wat vind ik het nu jammer, dat ik
niet in staat ben, de lezer in een teke
ning de prachtige kleuren te laten zien
van de olifantsvlinder. En misschien
is het ook maar het beste zo. want
j werkelijk, om het zeer bijzondere groen,
een zacht olyfgroen, en het ongewone
rorzerood weet te geven, dat deze vlin
der zo'n opvallend voorkomen ver
schaft, is een zware opgave. Wel kan ik
de vorm laten uitkomen, een soort
torpedovorm, die het kenmerk is van
de z.g. pijlstaartvlinders, zo genoemd
naar hun rupsen, die op de voorlaatste
lichaamsring een verhevenheid hebben
staan, een uitsteekseltje. waarvan we
de betekenis niet weten. Naar dat
prachtige rood wordt de vlinder waar
schijnlijk „avondrood" genoemd, een
naam van hoger orde dan „olifants
vlinder".
Het diertje vliegt voornamelijk in de
schemering en dat zal wel de reden
zijn, waarom zo weinig mensen hem
kennen. Maar de rups is nog wel te
vinden, als men in deze herfsttijd zoekt
op dat wilgenroosje. Maar dan moe
ten we voortmaken, want het duurt
niet lang meer, of hij heeft zich op de
aarde en onder dorre bladeren terug
getrokken, waar hij spoedig verandert
in een grauwbruine pop. En vindt hem
dan maar!
In die popgedaante laat hii dan de
lange winter over zich heengaan.
We laten hem rustig in zijn hoekje
en hopen maar op een hernieuwde
kennismaking in 1957!
Sjouke van der Zee.
De 29-jarige mevrouw Letha Juanita
Lebert hoorde dezer dagen haar eis
tot echtscheiding toegewezen, nadat
zij zich er over had beklaagd, dat
haar echtgenoot Richard haar over
de knie had genomen en met een
schoen een pak slaag had toege
diend. Waarom? Omdat Letha hem
had gevraagd hoe die lippenstift-
vlekken op zijn overhemd waren ge
komen.
En toen we dezer dagen een Ameri
kaans blad opsloegen, lazen we, dat
in Denver mevrouw Sarah Chinn
haar echtscheidingsproces heeft ge
wonnen. nadat ze getuigd had, dat
haar echtgenoot, die een groot res
taurant heeft, haar wekenlang niet
had toegestaan een bad te nemen.
De reden? Meneer Chinn had al het
hete water nodig voor zijn restau
rant.