VUISTEN DER RECHTSCHAPEN HARMONIE Een Zoeklicht GEHEIME GENOOTSCHAPPEN (V) pt Ontstaan van de Boxer-opstand WOORD VAN BEZINNING 8 Sensationele gebeurtenissen v OP DE BOEKENMARKT') A. den Doolaard, schrijver van het romantisch heroïsme Groet een vrind en help een kind Tijdens de opstand der Boxers verschenen er prentendie aan overlieten. Hier ziet men hoe de Draak en de Slang de gehate >,Rode lantarentjes" geloofden in eigen onkwetsbaarheid ZOMER 1890. Peking, de mooie Chinese hoofdstad, was een broeinest van geruchten. De „Vreemde Duivels" (Europeanen) en de „Vreemde Duivels der Tweede Klasse" (Chinese Christenen) stonden bloot aan de haat en de bedreigingen van het Chinese volk. Geheime genootschappen hadden die haat ontketend en wakkerden hem voort durend aan. Berichten over moord en mishandeling kwamen aan de lopende band binnen. De Westerse diplomaten sloegen er weinig acht op. De Chinese regering stelde hen gerust. Plotseling verdween de glimlach der diplomaten. Overal in Peking verschenen aanplakbil jetten. Zij waren afkomstig van de I-Ho-tsjoean, de „Bond van de Vuisten der Rechtschapen Harmonie". De leiders van dit geheime genootschap brachten ter kennis van het volk van Peking: „Een geest verscheen aan de leiders der I-Ho-tsjoean. Hij zei, Ik ben de God Joe-ti, de God der Ongeziene Wereld. Ik deel U mede, dat er ellende op komst is en dat het onmogelijk is de besluiten van het Noodlot niet uit te voeren.. De Vreemde Duivels hebben verschrikke lijke dingen in de zin. Alom prediken zij hun leer, alom bouwen zij telegraafpalen en spoorbanenHun zonden zijn talrijker dan de haren op hun hoofdDaarom ben ik aan het hoofd van mijn Geesten en Heiligen op aarde afgedaald en heb ik gelast, dat overal waar de I-Ho-tsoean samenkomt, de Goden in hun midden moeten zijn. Ik maak bekend aan alle Rechtschapenen in de Drie Werelden, dat zij eensgezind de I-Ho-tsjoean moeten steunen om de toorn des Hemels te bezweren. Zodra de godsdienstoefeningen der I-Ho-tsjoean voltooid zijn, moet Gij 3x3 of 9x9, 9x9 of 3x3 dagen wachten. En dan zullen dood en verderf komen over de Vreemde Duivels. De Hemel wil, dat Gij de telegraafdraden doorknipt, de spoorwegen vernielt en alle Vreemde Duivels onthoofdtDoet dus Uw plicht, rechtschapenen, verdrijf de barbarenen op de dag, dat dit zal zijn geschied, zullen regen en wind U gunstig gezind zijn. Ik gelast dit alom bekend te maken duidelijkheid niets te wensen Vreemde Duivels" bestrijden. Duivels machteloos zouden zfjn tegen over de Rode Lantarentjes! Zelf ge loofden deze meisjes en vrouwen dat ook. Want toen de verschrikkelijke strijd eenmaal was uitgebroken, is het herhaaldelijk voorgekomen, dat zo'n „Lantarentje" in haar rode gewaad rustig voor een tempel bleef staan onder een moordende kogelregen van de Europese soldaten, die Peking kwa men ontzetten. Zij waren zo overtuigd van eigen onkwetsbaarheid, die „in gewijde" Rode Lantarentjes, dat zij voor de troepen der slecht bewapende Boxers uit marcheerden om de man nen te beschermen. Zo kon het ge beuren, dat veel van die Lantarentjes haar bijgeloof met de dood in het eer ste gelid moesten betalen. De „Vuisten der Rechtschapen Har monie". de „Lange Messen" en de „Rode Lantarentjes", verenigd met de ingewijden van een aantal andere ge heime genootschappen en gesteund NU is het niet meer nodig mij nader aan u voor te stellen. Niet waar? Als u zich het stuk. je van de vorige week te bfnnen brengt, herinnert u zich wellicht de beide grapjes, die ik vertelde over een inspecteur en dat snuggere boerenkind, en over de rokende Je- zuiet en Dominicaan. En er door heen de geschiedenis van dat kleine kerkje aan een van Leidens grach ten. Ik heb toen ondertekend met: de dominee van een klein kerkje. Maar de redacteur heeft het ge schrapt en mijn naam direct en openlijk er onder laten zetten. Fiat! U bent nu op de hoogte en ik kan u nu meteen in gedachten meevoeren uit dat kerkje naar een van die kleine restaurants, die u hier in Leiden vinden kunt. Een predikant zelfs al is hij luthers is geneigd telkens te pre ken. Om op deze plaats dat willens en wetens te ontgaan, heb ik mijn toevlucht gezocht bij een kop koffie (er hing een geur van pannekoeken rondom me) in een ietwat antieke sfeer met stijl. Hier zo dacht ik in zo iets moeten die tien Engelse journalis ten samen geweest zijn. Deze man nen van de vaardige pen hebben een lijst van gebeurtenisen opge steld, die naar hun journalis- tische mening en ervaring thans ongetwijfeld de meeste sensatie zou den verwekken. Zij kwamen tot de volgende 8, in de volgorde die ik hier vermeld: Wij zien uit naar en verwachten: 1. het vinden van Hitier (levend natuurlijk) en een exclusief inter view met hem; 2. het scheppen van een levende kiemcel 3. de eerste reis naar de maan; 4. het weder opduiken van het continent Atlantis uit de Oceaan; 5. het bewijs van het voortleven van de menselijke ziel na de dood; 6. de ontdekking en de fotografie van de grote prehistorische mon sters; 7. het eerste atoombombardement op New York; 8. het komen ran een tweede Messias. VERWACHT Soms weet men niet wat voor deze wereld meer zou passen: het komen van een Messias of een atoombom. Op deze zaterdagavond, de Sab bath. voordat de eerste dag der week aanvangt, wil ik u vragen: overweeg eens dit lijstje van ver wachte gebeurtenissen. En laat dus uw gedachten uitlopen op het 8st.e .punt: de Messias. Gelijk wij weten verwachten Jo den en Christenen de Grote Ko ning van de eindtijd: de gezalfde. Zeg het in het Hebreeuws: Messias. Zeg het in het Grieks: Christus. In ieder geval: verwacht wordt Hij door miljoenen: de openbaring van De Heerschappij. Bescheiden willen wij de heren Journalisten een kleine tip geven: Mijne Heren, nu gij reeds doende zijt uw slag-pennen te scherpen voor een stukje sensationele kopie, wil uw gegevens eens putten uit het bij u niet onbekende Boek der Boeken. Een schat van gegevens, een groot aantal verhulde aandui dingen kimt ge aantreffen van het eerste boek der Schepping aan. Gij ziet immers naar de Gezalfde en Gezondene uit? Het lijkt niet onwaarschijnlijk, heren, dat u zelfs heenwijzingen vindt (en niet weinige!) naar machtige kosmische verschijnselen, die gepaard gaan met deze komst. Veel sterker en anders dan gij opsomt in uw bovenstaand lijstje. Voordat gij echter de Schriftuur van het Verkoren Volk ter hand neemt en openslaat het Getuigenis van het Nieuwe Israël, mag ik u vragen Gaat het om de Messias zelf,, of om een treffende journalistieke stunt onzerzijds? De zaak ligt niet zo glad! Het heeft te maken met de Sabbath en de Eerste Dag der week. Er gaat een verhaal over een lied in een nacht, waarin een ster straalde boven een etensbak voor dieren, en over een kruis dat opge richt was toen de middag verduis terde tot een kosmische donkerte. Het lijkt mij, mijne heren, dat wij aan die 8 ons zo beroerende gebeur tenissen, nog een moeten toevoe gen: nl. de ontroering als een mens persoonlijk tot geloof komt in deze ongetwijfeld komende Messias. Wat dunkt u van de Christus? That's the question! Tot de volgende week, lezer! H. J. A. Haan, evang. luth. predikant te Leiden. door een zeer grote aanhang in de massa des volks, maakten zo alles in gereedheid voor de slachting. De Rode Lantarentjes liquideerden tevoren me nig Chinees, die zich verre van de bloedige stroming wilde houden. Fana tisme, haat, bijgeloof en wrok gingen hand in hand door het Hemelse R|jk. Een catastrofe kon niet uitblijven. De catastrofe kwam. Zij geldt nog steeds als een der beste voorbeelden van de gevolgen, welke het bestaan van ge heime genootschappen met zich kan brengen op politiek terrein. VOLGENDE KEER: CATASTROFE EN ONDER GRONDSE STRIJD. DEZE directe oproep tot moord en doodslag liet aan duidelijkheid niet 'te wensen over. Vooral niet, omdat hij afkomstig was van de mach tige I-Ho-tsjoean, een geheim genoot schap, dat zijn blankenhaat nooit onder stoelen of banken had gestoken. Het was een oud genootschap, vermoedelijk reeds in de dertiende eeuw ontstaan. In 1896 had de I-Ho- tsjoean een belan gengemeenschap gesloten met een an der geheim verbond, dat der „Lange Messen". Nog meer geheime genoot schappen kwamen de federatie verster ken. Hun leden kregen in 1900 de ver zamelnaam Boxers. Na de nederlaag, die China leed tegen Japan in 1894, hadden enige Westerse landen getracht om China concessies af te dwingen. Een golf van vreemdelingenhaat was het gevolg geweest. In Sjan-toeng wa ren moorden op Chinese Christenen na 1896 aan de orde-van de dag. InKiang- soe kwam het in 1898 tot een bloedige opstand. De geheime genootschappen werkten verder. Zij predikten de haat. Z\j bereidden zich voor op de grote slachting. In 1898 verklaarden de Boxers: „De Westerlingen hebben alle grenzen van betamelijkheid overschre den en daarom besloten wij om alle Vreemde Duivels te doden en hun hui zen te verbranden. Zij, die ons niet hel pen, zijn lafaards en slechtaards!" Of ficieel China praatte met het Westen. „Geheim China" bereidde zich ten strijde! Een paleisrevolutie, die de oude keizerin weer op de troon bracht en de anti-Westerse party aan de macht, kwam de Boxers voortreffelijk van pas. Hoge officier-pölitie-autoriteiten en hovelingen gingen de „Lange Messen" en dë .Rechtschapen Vuisten" vrijwel openlijk steunen. De weg naar de open lijke liquidatie van alle Westerlingen en Westerse invloeden in het Hemelse Rijk scheen vrij te zijn! DE Boxer-genootschappen hadden in den beginne de sChijngedaante van gymnastiek- en gezelligheids clubs. Een geheime motie luidde even wel „Trouw .tot in de dood aan de He melse Dynastie en Liquidatie van alle Vreemde Duivels". Zij kwamen samen in naam van de 'tovergod Tsjen-woe. Goochelaars en wonderdokters moesten de leden ervan overtuigen, dat de genootschappen door bovennatuurlijke krachten werden gesteund. Goden, geesten en voorvaderen vertelde men de leden streden in de gelederen dei- Boxers mede. Steeds driester werden de Boxers. Openlijk maakten zij de vreemdelingen en de Chinese Christe nen uit voor alles wat lelijk was. De „ingewijden" verschenen in het open baar in hun geheime gewaden. Zij droegen kleurige doeken om hoofd, enkels en polsen. In geheime tekens stond op die doeken: Pao tsing mi yang, hetgeen betekent: Trouw aan de Dy nastie, dood aan de Barbaren. Wierook werd gebrand. Toverspreuken mompel de men Gillend riepen de Boxers de goden aar. Geleidelijk vatte in hu„ kring de overtuiging vaste voet, dat zy door steun van boven onkwetsbaar waren voor de bajonetten en kogels der barbaren. Dwang en overreding brachten de massa des volks op de hand der Boxers. Zo werd alles en iedereen rijp gemaakt voor de Bloe dige Dag. DE weinigen, die weigerden mee te doen, werd voorspeld, dat zij zou den worden gedood door het licht van de Rode Lantaren. De Boxers dachten by de woorden „Rode Lan taren" niet slechts aan brandstichting en plundering, neen, zij hadden aller eerst de „Vreselijke Lichtschijn" op het oog, die uitsitraal'de van het geheime genootschap voor vrouwen, dat „Rode Lantaren" heette en dat nauw samen werkte met de Boxers. Dit genootschap had een aantal zeer moedige en strijd bare „Rode Lantaren Vrouwen" op de been gebracht,. Deze vrouwen waren van top tot Éeen in het rood gestoken Het volk geloofde, dat deze „Rode Lantarentjes" zich door de lucht kon den verplaatsen en dat de kanonnen, slagschepen en geweren der Vreemde In samenwerking met de regeringen ran meer dan negentig landen gaat het Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF) dag in dag uit voort met het bestrijden van ziekten, onder voeding, gebrek aan hygiëne enz. De grote vraag is natuurlijk: hoe komt deze waardevolle instelling aan de zo dringend nodige fondsen? Het vorig jaar is een mooi resultaat geboekt met de verkoop van Kerst- en Nieuwjaars kaarten, die niet alleen een persoon lijke groet van afzender naar ontvan ger overbrachten, maar ook de naam van de UNICEF onder veler ogen brachten. Alleen reeds in ons land werden tienduizend doosjes (met tien kaarten) verkocht. Voor de prijs per doosje (f.4.konden twee kinderen tegen blindheid worden beschermd, of kon aan 95 kinderen een week lang elke dag een glas melk uitgereikt worden of konden honderd kinderen tegen tuberculosa beschermd worden. Een mooi succes derhalve voor het Nederlandse Comité UNICEF (Stad houderslaan 148, Den Haag, giro 7515) Ook dit jaar zijn de kaarten weer bij zonder aantrekkelijk. Het vorig jaar werden er in totaal vier en een half miljoen kaarten verkocht, waardoor het fonds in staat gesteld werd veel méér te doen voor de zeshonderd mil joen kinderen in de wereld, die niet krijgen wat zij nodig hebben. De kaar ten wei-den belangeloos ontworpen door Joseph Low en Saul Steinberg uit de Verenigde Staten en Jamini Roy uit India. De hierbij afgebeelde „Brug tot de vrede" is een ontwerp van Saul Steinberg. Aan de binnen zijde hebben de kaarten nieuwjaars wensen in de vijf talen van de Ver enigde Naties: Engels, Frans, Rus sisch, Chinees en Spaans. Desgewenst kan men blanco karaten bestellen. Mogen velen in de komende tijd zich het motto van deze actie herinneren: „Groet een vrind en help een kind!" A. den Doolaard. Het land achter Gods rug. Querido. Amsterdam 1956. Het lijkt mij niet onjuist A. den Doolaard de Nederlandse schrijver van het romantisch heroïsme te noemen en daaraan toe te voegen, dat hij als zo danig een uitzonderlijke plaats in onze prozaliteratuur inneemt. Na zijn ver zen, die ten onrechte in de vergetel heid schijnen te raken, en in zijn eer ste roman. De laatste Ronde, uitdruk king te hebben gegeven aan dat meng sel van erotiek én zwerfzin, dat een kenmerk is van de moderne jonge ro manticus. hebben zijn vele reizen hem er steeds meer toegebracht zich te gaan bezinnen op het menselijke element in de sociale verhoudingen van sommige groepen en later op hetzelfde thema in verband met de landen van Europa. Dat is niet- verwonderlijk. Een mens, die tussen 1930 en heden Europa in vele richtingen doorkruist heeft, moet wel een blinde individualist of een groot wijsgeer zijn om zich afzijdig te kunnen houden van de soms catastro fale, soms alleen maar ongelukkige erupties, die de volken van dit wereld deel in een voortdurende onrust hou den. Uit het werk van deze schrijver blijkt duidelijk, dat het hem niet te doen is om de verdediging van enig politiek-sociaal principe. Wat hij voor staat is niet anders dan de menselijke verhouding op basis van vrijheid, zo wel individueel als collectief. Dienten gevolge heeft hij zijn hart verpand aan de „underdog", de verdrukte en over weldigde. En dit op de bres staan voor de vrijheid van kleine groepen, die onder de voet worden of dreigen ge lopen te worden door wie of wat ook, lijkt mij een van de voornaamste drijf veren van Den Doolaards schrijver schap. Deze houding, die romantisch is in de goede zin van het woord, is toe te juichen. Echter, dit streven doet wat onwerkelijk aan, daar de wereld van heden uit zulke eenvoudige, dege lijke stenen niet meer op te bouwen is. Te veel heeft het gekonkel en gekron- ke^l de geesten aangetast dan dat men deze nog terug zou kunnen voeren van hun economische en politieke sluipwe gen naar de rechtlijnigheid van de helden van weleer. En dat deze laatsten Den Doolaards voorbeeld zoniet ideaal vormen, is duidelijk. Deze verdediging van de verdrukte gaat samen met zijn bewondering voor heroïsme. Zodoende behoeft het dus niemand te verwonderen, dat deze auteur zijn inspiratie vindt bij de steeds kleiner wordende groep van vol ken bij wie het eenvoudige hart nog klopt voor eigen land en eigen vrij heid en die er niet op uit zijn anderen met hun al of niet averechtse princi pes lastig te vallen. Zulke mensen heeft hij gevonden in de Balkan, dit arends nest van vechters en vrijheidslieven- den. Tevens vindt hij daar zijn van oudsher beminde hooggebergten en het landelijke leven dat hem lief is. Doch alvorens de heldenverhalen, die Den Doolaard uit deze ruige ge gevens weet de puren met huid en haar te verslinden, diene de lezer niet uit het oog te verliezen, dat deze ro manticus wel zeer geneigd is zijn uit verkorenen hoofdzakelijk te beschou wen door de heroïsche bril. En hoewel er in wezen niets op tegen is zijn keuze te laten vallen op koning adelaar, zoals Jules Dekort^in zijn verrukke lijke chanson zingt, moet men de fou ten des adelaars, 'eenmaal aan de macht zijnde, niet over het hoofd zien en men zal rekening moeten houden met de complicaties, die de andere vo gels met zich brengen; dié zal 'k, zei de valk, verslaan, zei de haan. Da's vuil zei de uil. enz. enz. Wie dus van plan is zich te laten meeslepen door de dynamische verteller Den Doolaard, diene er zich van bewust te zijn, dat hij zich gaat begeven in het isolement van een Den Doolaardse wereld, waar de adelaar zich nog met zijn symbool vereenzelvigt en de andere vogels hun mond houden. Deze wereld heeft hij gevonden in Montenegro en in een korte inleiding zegt hij in dit boek het lied te zullen zingen van het land achter Gods rug. En inderdaad, rekening houdend met de hier te voren opgenoemde restric ties, kan men dit boek een heldendicht noemen. Breeduit schildert hij in zijn eerste hoofdstukken het type van de oude Montenegryn uit de bergen, de oude Sava die in zijn leven maar één streven kent, een dapper krijgsman te zijn, die de Turken bevochten heeft en iedere invaller in zijn land zal bevech ten. De auteur verheelt de tegenkan ten van deze mentaliteit niet. want wij horen hoe de vrouwen sloven en sla ven moeten, hoe de geboorte van een zoon aanleiding is tot wilde feesten maar hoe een boreling van het vrou welijk geslacht door een verbolgen va der uit het raam wordt gegooid. Deze oude Sava sterft in de aanvang van het verhaal een heldendood in het kwadraat en geeft de moderne lezer zodoende gelegenheid wat op adem te komen bij het voor hem aanvaard baarder terrein van de jeugd van klein zoon Wolf. Deze jongeman, verlichte bloedverwant van de oude houwdegen, ontvangt in Italië zijn opleiding in bruggenbouw en liefde. Terug in zijn land wint hij de eerste prijs met zijn ontwerp voor een brug, die zijn geïso leerde land met de wereld verbinden zal. Hij bouwt deze brug met de ont wikkeling van hart en geest, die hem in de vreemde deelachtig is geworden, daarmee tevens de kloof overspannend tussen zijn primitieve volk en de mo derne beschaving. In de tweede wereld oorlog slaat het noodlot echter toe en Wolf wordt door de partisanen ge dwongen zijn eigen brug op te blazen. Deze heroïsche daad weerhoudt echter de Italiaanse opmars niet. Wolf wordt als saboteur door de bezetter gegrepen en na enige merkwaardige gesprekken met zyn vroegere Italiaanse leermees ter, die thans zijn overweldiger is, vindt hij een dood, die in heldhaftig heid niet voor die van grootvader Sava onderdoet. Hoewel deze roman zeer boeiend is. krijgt men toch een onbe vredigd gevoel omdat m*n wel zou wil len weten hoe het in Montenegro ge gaan is met gewon* mensen, die, meen ik, toch iets anders moeten doen dan alleen Wolfs heldhaftigheid bezingen bij de gusla. CLARA EGG INK Zaterdag 13 oktober 1956

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 13