Lunapark was gigantisch feest van
zeer gevarieerde vermakelijkheden
Lakenhal als rustpunt tussen
viering en bezinning
De beurzen lichter en de benen
zwaardermaar napret tintelde
nog in de ogen
Grote belangstelling blijft
echter nog steeds te klein
DONDERDAG 4 OKTOBER 1956
Zeer velen gingen in de Lakenhal deze trap op.
opziende naar het schilderij, dat het ogenblik weergeeft
waarop Van der Werf zijn arm wil offeren voor de
hongerende bevolkingeerder dan zijn eer door overgave
van de stad.
Toen de voormalige Lakenhal op
1 mei 1874 officieel en plechtig voor be
zoekers werd opengesteld en de stede
lijke kunstverzamelingen, die tot dan op
het stadhuis slechts door weinigen ge
kend werden, toevielen aan het publiek,
was het museum in zoverre een zuiver
stedelijke aangelegenheid, dat niet als
Muziek zat er figuurlijk en
letterlijk in bij de optocht.
Door de gehele stad oogstten
de muziekkorpsen succes.
mede dank zij de toeren,
die de tamboer-majoors mei
hun staf uithaalden.
eerste doel van de openstelling het toe
risme gold, maar de stedeling.
In dit licht bezien kan het dan ook
geen verwondering wekken dat het eer
ste bestuur van het nieuwe museum be
sloot de Lakenhal op 3 oktober gratis
open te stellen (zoals verder alleen op
zondagen geschiedde) voor de feestvie
rende Leidenaars. Want het 3 oktober
feest was al een traditie die een grote
plaats in het Leidse leven innam.
En in de vieringen van het ontzet in
de vorige eeuw betekende het bezoek
aan de Lakenhal van de aanvang af zeer
veel. Iedere goede Leidenaar kende van
eigen aanschouwing het Lanckaerttapijt,
het schilderij van van der Werf en
vooral de „hutspot-pot".
Teruggang en opleving
De jaren na 1914 met hun grote ver
anderingen, de eerste wereldoorlog en
niet te vergeten de jaarlijks groter wor
dende verscheidenheid van het 3 okto-
ber-feest als vermaak, deden het bezoek
aan de Lakenhal teruglopen.
Deze teruggang was zo ernstig, dat de
commissie blijkens het jaarverslag
over 1925 besloot het museum op
3 oktober te sluiten, omdat het bezoek
dat van een gewone zondag niet over
schreed en het daarom onredelijk vond
het personeel van een deel der feestvie
ring uit te sluiten.
Deze impasse duurde lang, maar de
belangstelling van de Leidenaar voor
„zijn" historische schatten overwon en
in 1938 besloot de commissie bij wijze
van proef het museum, gedurende de
ochtenduren, weer voor het publiek te
ontsluiten. Het resultaat was overweldi
gend. in twee uren tijds passeerden meer
dan 2000 inwoners en gasten de portier.
Het succes van de proefneming leek ver
zekerd.
Helaas, het volgende jaar (1939) viel
3 oktober tijdens de mobilisatie. De vie-
rina van Leidens ontzet werd versoberd,
en de Lakenhal telde nog maar 180 be
zoekers. Na de bevrijding was er niet
veel nodig om het feest in zijn vroegere
luister te herstellen, ook het bezoek aan
de Lakenhal werd weer in de Feestwij
zer opgenomen, maar nog in 1947 be
zochten niet meer dan 481 personen het
museum. In 1951 werd een record be
reikt: 3130 bezoekers in 2 uren, het vol
gende jaar liep dit terug tot 1836, sinds
dien handhaaft het getal zich rond 2000,
zoals in het succesrijke 1)925.
Vele tienduizenden hebben zich ook dit jaar op het Schuttersveld verzadigd
aan de ontelbare vreugden van het Lunapark, dat gigantische feest van draaien
en tollen, van gooien en smijten, van slaan en botsen, van rondsuizen en wagge
len, van gokken en griezelen, van smullen en smikkelen, kortom: een werveling
van emoties, die overspoeld werd door zeeën van licht en orkanen van geluid.
Geen wonder, dat menigeen min of meer gebroken de uitgang bereikte,
maarmet de napret nog in de ogen, want al waren de beurzen lichter
en de benen zwaarder, het was, al bij al, toch een ervaring, die men niet wil
missen. Zelfs Pluvius had er zoveel aardigheid in, dat het plezier dinsdagavond
en woensdag vrijwel de gehele dag kon doorgaan. Het buitje van half elf kon
de pret in geen enkel opzicht drukken.
Begoocheling een van
aardigste kanten van
het kermisvermaak
Het machtige rad met de schommelen
de bakjes, dat vooral in de avonduren al
van verre zichtbaar was, vormde weer
het middelpunt van de serie rijk gescha
keerde vermakelijkheden. In zijn onmid
dellijke nabijheid: de Orkaan met de
gondels, en voorts de draai- en zweef
molens in allerhande variëteiten. Ook op
laatstgenoemd gebied tracht het oude de
concurrentie van het nieuwe het hoofd
te bieden. Toch wel jammer, dat een van
de klassieke draaimolens een deel van de
berijdbare inventaris had vervangen
door auto's, bussen, een brandweerauto
en zelfseen Sherman-tank. Kom, die
moet maar weer gauw verdwijnen. Geen
tanks, al is 'het maar namaak, op de ker
mis en zeker niet in een echte ouder
wetse draaimolen, die een herinnering
aan vroeger mooihoudt en juist door zijn
antieke uiterlijk kan wedijveren met
allerlei nieuwigheden, hoeveel aantrek
kingskracht die op de kleintjes mogen
hebben. Het was vermakelijk te zien, dat
de kleine berijders van kinderfietsen
kennelijk de indruk hadden, dat zij, door
hard te trappen, zelf de molen in bewe
ging brachten. Overigens was dit niet
het enige zelfbedrog, waaraan jong èn
oud zich overgaven. Die begoocheling in
allerlei vorm is immers een van de aar
digste (en voor de exploitant een van
de voordeligste!) kanten van het kermis
vermaak. Maar daarvan geven wij géén
opsomming: een Lunapark is nu een
maal een van die afgeschoten hoekjes
van het leven, waar de „illusie" weelde
rig mag tieren!
Kracht en snelheid
Wie er dit jaar niet tevreden mee was
zjjn kracht te tonen op de Kop van
Jut, kon desgewenst in de „American
Sporting"-tent als amateur in het krijt
treden tegen de eigen medewerkers van
die instelling. Het ging er zelfs naar
het oordeel van uitgesproken zachtaar
dige lieden genoeglijk en toch ook weer
spannend toe. Het boksen was een vrien
delijk oefenpartijtje en de „catdh as
catch can" 'n dikwijls aardige demon
stratie van Japanse gevechtstechniek
miste gelukkig de ruwheid, die in het
buitenland vaak voorkomt, zij het dadr
in echte wedstrijden. Dinsdagavond za
gen wij een boeiend gevecht tussen de
„eigen man" en een amateur uit Den
Haag, die niet alleen de eerste maal kans
zag te winnen (en daarvoor vijf gulden
opstreek) maar ook in de revanche
match met de overwinning naar huis
ging.
De steile-wandrijders waren met twee
ploegen op het terrein aanwezig en beide
hadden het blijkbaar even druk. Het
blijft een spannend evenement die mo-
torduivels de wet van de zwaartekracht
te zien overwinnen en hen met twee en
zelfs drie brullende monsters in de kuip
te zien rondrazen. Nu ja, „razen"dat
is weer een van de illusies van het ker
misvermaak, want naar ingewijden ver
tellen is de snelheid niet groter dan der
tig kilometer per uur. Wat doet dat er
eigenlijk toe: de impressie is die van
waanzinnig rondcirkelende bromvliegen
van reuzen-formaat, waarop jonge men
sen met hun leven zittende spotten. In
elk geval bedanken de verzekering-maat
schappijen er voor deze rijders te assu
reren. maar het gevaar blijft berijders
èn publiek nu eenmaal lokken.
Te kust en te keur
Het zou niet moeilijk zijn een lange
opsomming te geven van alles wat het
Leidse Lunapark eenmaal per jaar te
zien geeft: we denken aan de rond
draaiende duikbootjes, die ditmaal de
plaats hadden ingenomen van de „Sky
rocket", aan de botsautootjes, de roman
tische rupsbaan, de vreesaanjagende ten
ten in de trant van Fata Morgana, de
schiettenten voor geweer of pijl-en-boog
en de kleine circussen van Belgische oor
sprong. Natuurlijk was er weer volop ge
legenheid geluk en behendigheid op
velerlei wijze te proberen, met wisselend
resultaat. Maar dat laatste deed eigen
lijk weinig ter zake: men rekende de uit
slag niet en telde het doel alleen! Langs
de molen De Valk buiten het terrein was
een lange rij eet- en dnnkkramen op
gesteld en wie zich in dit opzicht op het
kermisterrein zelf tegoed wilde doen, kon
te kust en te keur terecht. Had men de
inwendige mens weer versterkt, dan kon
men zich vervolgens wagen aan de ge
noegen3 van de cakewalk of zich tranen
lachen in het Lachpaleis, waar niemand
bestand bleek te zijn tegen de middel
puntvliedende kracht van de snel-
draaiende schijf.
Imposant slot
Vanzelfsprekend heeft de firma Kat
zich niet uit het veld laten slaan dooi
de regenbui, die het .groot schitterend
feest-vuurwerk" in de war dreigde te
sturen. Dat zou in strijd met de Leidse
traditie geweest zijn! En vandaar dat de
hemel boven het Schuttersveld en om
geving stipt elf uur glansde van de
kanonslagen, asteibommen, briljant
raketten, bloemboeketten, luehtslangen,
vuurpijlen en zwermfonteinen. De stuk
ken waren bepaald indrukwekkend, rpet
name de nouveauté van de „boer met
koe" en de slotdecoratie, bestaande uit
een beeltenis van Rembrandt met palet,
geflankeerd door palmtakken van bril-
jantvuur, gevolgd door een slotbombar-
dement van zeventig briljantbommen,
die boven „Rembrandt" boeketten ge
kleurde bloemen uitwierpen.
Een imposant slot van een geslaagde
feestdag
Verheugend u>as de grote belang
stelling van de jeugd voor de laken
hal. Drie kinderen bij de hutspot-pot
die op deze dag het centrale punt
vpn de rijke verzameling van het
I.eidse stedelijke museum uitmaakt.
Voor f10.water ging de
lucht in
Een belangrijke post, die telkenjare op
de Leidse gemeentebegroting prijkt:
f. 10 voor het spuiten van de fontein op
de Vismarkt met 3 oktober, is ook gis
teren gerealiseerd. Er zullen wel niet
veel Leidenaars zijn, die er express een
tocht naar de Vismarkt voor onderne
men, maar wie er toch passeerde, zal
ongetwijfeld toch wel even gekeken heb
ben naar het spel van de spuitende wa
terstralen!
De echtgenote van burge
meester Van Kinschot deel
de uiteraard in de feestdronk,
die voor sociëteit Minerva
aan de autoriteiten in de
kopgroep van de optocht
werd aangeboden. Met dit
hartelijk en charmant gebaar
gaf zij het antwoord op dit
traditioneel onthaal.
maakte afbeeldingen van van der Werf,
blijft de hutspot favoriet.
Maar daarenboven vindt hij nog iets
anders: de sfeer van Leidens roemrijke
verleden. Een wandeling door de rijke
Grote Pers, een ogenblik vertoeven in
Leidse schilderijen, met als hoogtepunt
Lucas van Leyden's Laatste Oordeel,
doet ons de grootse geschiedenis van de
Sleutelstad beseffen, en maakt het ver
leden levend. Het doet ons tevens besef
fen hoe belangrijk het is dat wij de over
geërfde traditie voortzetten. Het is
daarom zo verstandig dat zovele oude
ren hun kinderen en kleinkinderen mee
brengen naar de Lakenhal en hun op
de schatten vijzen. Het erfdeel doorge
ven. is dat niet het hart van 3 oktober?
3 Oktober in de Schouwburg
„DE VIER MULLERS"
Hoewel niet behorend tot het 3-okto-
per-program, zoals ons het 3-oktober-
bestuur pleegt voor te zetten, is toch
ook een schouwburgvoorstelling een in
tegrerend deel van de dag der Leidse da
gen geworden.
Gewoonlijk is het program dan geheel
aan de gulle lach gewijd, af en toe zelfs
kolder, maar de opvoering van het blij
spel ,De vier Mullers" door het Toneel
gezelschap Johan Kaart, gisteravond
gegeven, stond toch op wat hoger peil.
Niet, dat het een blijspel van grote al
lure is, verre van dat, doch het is toch
ook weer niet zo'n 3-oktober-flodder van
niemendal.
Het blijspel is een familie-geschiede
nis, een Joodse familie-geschiedenis, vol
jiddische gijn,, doch af en toe met een
gevoelige toon onder de vrolijke opzet.
Natuurlijk loopt alles tenslotte goed af,
het huwelijk van Otto Muller met zijn
aangebeden Hertha, de zaak van Moritz
gaat niet failliet, integendeel. Het is toch
een blijspel, nietwaar?
Het grootste deel van het succes, dat
dit blijspel heeft de volle schouwburg
heeft intens genoten en op overtuigende
wijize daarvan doen blijken moet op
rekening worden geschreven van de
creaties van Johan Kaart en Joh. Bos
kamp, die het Joodse milieu prachtig
weten uit te buiten. De eerste als het
gesjochten, roddelend lid der familie
Muller, de tweede als de gewiekste za
kenman, die trots zijn jaren de leiding
der zaken vast in handen heeft. Mat-
thieu van Eysden en Ton van Otterloo
zijn de beide andere Mullers. Zij doen
het aardig, doch hebben niet dat jiddi
sche accent, dat feitelijk door alles heen
dient te domineren. Noemen willen we
r.og Wilma van Klaveren als Ameri-
kans zakenmeisje.
3-oktober-toneel van goede klasse
bracht ons het jaar 1956.
M.
Drie oktober is in Leiden een dag van uitbundige feestvreugde. Maar
die dag is ook nog iets anders: een dag van bezinning.
Dat blijkt uit de belangstelling voor koraalmuziek en dienst in de Pieterskerk.
Tussen die twee exponenten van het ontzetsfestijn ligt de schatkamer van
de Leidse historie, de Lakenhal.
Honderden dagen per jaar wordt deze schatkamer voorbijgegaan, op deze
dag trekt het Leids stedelijk museum steeds zeer grote belangstelling.
De Rembrandttentoonstelling in de Lakenhal mocht zich in bijna een kwar
taal verheugen over ruim twintigduizend paar belangstellenden ogen, de derde
oktober brengt gewoonlijk als dagbezoek een aantal van 2000 belangstellen
den. Gisteren werd dit gemiddelde bezoek zelfs ruim overschreden.
Wat er te zien is
Wat vindt de feestganger in de La
kenhal?
Wij noemden reeds de relieken van
de stijlkamers, een blik op de schat van
beleg en ontzet: naast de schilderijen,
het wandtapijt met de hele geschiedenis
der bevrijding, de Spaanse speelkaarten,
het portret van Duyvenbode, de per
soonlijke herinneringen en later ge-