n Leiden bestaat mogelijkheid tot bouw gezinsvoorlichtingscentrum t Virginia King Size of finest quality Krotopruiming moet gepaard gaan met sociale sanering- Rapport met vele suggesties iste jaargang Donderdag 27 september 1956 Tweede blad no. 28946 Mens-onwaardige krotwoningen Het is zonder meer duidelijk dat er iets moet gebeu- •n in de Leidse stadswijk, waarin de heer H. Ph. Mili- iwski een onderzoek heeft ingesteld, en waarover hij en rapport heeft uitgebracht onder de titel „Van oningnood tot sociale sanering". Reeds in ons blad jan zaterdag meldden wij dat dit rapport verschenen as op verzoek van het college van B. en W. van Leiden, lat zich wetenschappelijk wilde laten voorlichten, alvo- ens over te gaan tot sanering van deze wijk. Dat er iderdaad maatregelen getroffen moeten worden om ie bewoners menswaardige huizen te verschaffen toont et rapport overduidelijk aan. De woningen in deze buurt zijn inderdaad zeer lecht en nauwelijks geschikt voor bewoning. De kamers ijn zéér klein en lucht en licht hebben de grootste moeite er door te dringen, iets wat juist zo nodig zou zijn in verband met de slechte riolering de rioollucht dringt in de huizen door en ergerlijke toestanden op sanitair gebied. De slaapgelegenheid moet men op zolder zoeken, die echter weer te klein is om er aparte kamertjes te maken. Er zijn zelfs huizen waar men slechts over één kraan beschikt, en die is dan nog in de gang, op ongeveer een halve meter boven de grond! In ver schillende gevallen ontbreekt een keuken, met het ge volg, dat de huisvrouw in de kamer, of zelfs in de gang moet koken. En mocht dit alles nog niet overtuigend genoeg zijn, dan kan nog vermeld worden dat de huizen verveloos en bouwvallig zijn, met als gevolg lekkages en tocht. Waarom, zo zal men vragen, stonden deze woningen voor de oorlog, toen er och een overvloed van woningen was, niet leeg. „Deze overvloed van woningen ras toen schijn, een gevolg van de economische nood, waarin brede lagen van de bevolking waren geraakt. In werkelijkheid bestond er ook toen een ernstig tekort tan goede arbeiderswoningen. De huidige acute vorm van woningnood is een na oorlogs verschijnsel. Het mag waar zijn dat de bevolking van krottenbuurten vaak iwakheden vertoont, soms ook defecten op sociaal, psychisch, economisch en moreel clubhuis, bad- en wasinrichting, school voor I.o. en v.g.l.o., crèches, speeltuin, zandbak, sportveld je en zo mogelijk volks- en schooltuintjes. Men zou van de onderzochte buurt een centrum kunnen maken, dat beantwoordt aan de te stel len eisen, als men op het nu vrij geko men gedeelte ééngezinswoningen bouwt en op het overige gedeelte, na afbraak van de zich daar thans nog bevindende woningen, de buurtoutillage aanbrengt. De maatschappelijke gezinnen zouden moeten verhuizen naar andere woonwij ken en men zou die gezinnen overhouden waarvan men verwacht dat zij binnen vier jaar rijp zijn voor een normaal blok Zodra deze gezinnen vertrekken, kun nen de woningen bezet worden door on maatschappelijke gezinnen uit andere buurten. derlandse emigrant vindt in Australië naast uitgestrekte landstreken, die ge schikt zijn voor schapenfokkerijen en veeteelt, ook een veelzijdige industriële ontwikkeling, welke kansen biedt voor een goede toekomst. De werkweek is gesteld op 40 uur. Na de pauze werden enkele films ver toond. Kerkelijk Leven Ds. L. J. PUT OVERLEDEN. In de ouderdom van 45 jaar is te Leeuwarden na een langdurige onge steldheid overleden ds. L. J. Put, zen dingspredikant in dienst der Soenda- nese Kerk. Ds. Put werd in 1936 zen deling-leraar en in 1951 zendingspredi kant. Hij heeft het laatst in Bandoeng gewerkt. HERVORMDE GEMEENTE TE BENNEKOM IN ONGELIJK GESTELD Het door de kerkvoogdij en kèrkeraad der Hervormde Gemeente te Bennekom ingediende beroep tegen de beslissing van B. en.W. van Ede tot toelating van de oprichting van een R.-K. Kerk te Bennekom, is door het beroepscollege van Ged. Staten van Gelderland onge grond verklaard. Voor dit college kwam de zaak voor op 18 september en voor de hervormde kerkvoogdij en kerkeraad van Benne kom trad toen op mr. Somer. die ver nietiging vroeg van het in deze door het dagelijks bestuur van Ede genomen besluit. Als motief voerde hij aan, dat men tijdens de dienst in de Hervormde Kerk last zou hebben van het klokgelui der nieuwe R.-K. Kerk, die op korte af stand van de N. H. Kerk in Bennekom is geprojecteerd. THEOLOGISCHE HOGESCHOOLDAG TE KAMPEN. De Theologische Hogeschooldag van de Geref. Kerken iart. 31). die giste ren in Kampen werd gehouden, is be zocht door ruim achtduizend mensen. In zeven kerken en gebouwen werden bijeenkomsten gehouden. Prof. dr. H. J. Jager heeft gesproken over de vraag: „Waar het om ging en waar het om gaat bij de vrijmaking". Over het onderwerp „Wij weten" heeft prof. L. Doekes het woord gevoerd. NED. HERV. KERK Beroepen te Berkenwoude. L. J. van der Kem te Arkel-Kedichem. Te Anna-Pau- lowna (toez.), J. Korpershoek, vicaris te Overschie. Te Waarder, P. Bouw, Ridder kerk. Bedankt voor Ter Aa (U.), A. G. Haring te Loon op Zand. GEREF. KERKEN Bedankt voor Selllngen, C. J. van der Meulen te Dryber. Benoemd tot hulpprediker te Bozum (Pr.). Breskens en te Enschede, P. J. LamboolJ, emeritus predikant en hulppred. te Enumatil. Aangenomen naar Guelp (Ontario. Ca nada) (Chr. Ref. Church), J. C. Derksen te Middelstum (Gr.). Financiële steun Wanneer men een gezin, dat in een krotwoning leefde, een goede woning toewijst, kunnen er financiële moeilijk heden voor dat gezin ontstaan. De oude meubelen voldoen niet meer. er moet méér meubilair komen, de stoffering moet veelal vervangen worden door nieuw en de nieuwe buurt kan hogere Een buurt, die een gezinsvoorlichtings- centrum wil zijn, moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zij moet bewoon bare één-gezinswoningen bevatten en een niet al te geïsoleerde positie inne men in de stad. omdat men juist het sociale isolement wil opheffen. In de buurt moet de mogelijkheid aanwezig I zijn voor het aanbrengen van de nood zakelijke buur tui trusting, zoals buurt- en I CHR. GEREF. KERKEN Bedankt voor Opperdoes. B. Bljleveld te Noordeloos. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Katwyk aan Zee en Mlddelharnls, P. van der Byi, laatstelijk chr. geref. pred. te Leerdam. LUTH. KERK Beroepen te Nymegen, P. Estlé te Zaandam. Het is een oude en erkende wijsheid dat er aantrekking bestaat in sociaal op zicht tussen soortgenoten. Het huisves tingsbeleid, dat tegelijkertijd een sociale sanering beoogt, moet hier dus ter dege rekening mee houden. Er zal dus een se lectie toegepast moeten worden, waarbij men tenslotte een „rest" overhoudt. Een bijzondere aanpak zal nodig zijn om deze rest op den duur in 't geheel te laten opgaan of hun schadelijke invloe den tot een minimum te beperken. Dat men bij de selectie niet al té nauwkeurig moet kijken, is duidelijk, aangezien men een zeker aanpassingsvermogen kan ver onderstellen. Wanneer de opvoeding aan het doel wil beantwoorden dan zal de doorstro ming van de buurt gewaarborgd moe ten blijven. Men zal dus een termijn vaststellen binnen welke de opvoeding tot stand moet komen (elders heeft men dat op 4 jaar gesteld). Als de opvoeding geslaagd is. zal men het gezin overplaatsen naar een ..normale" buurt. Is de opvoeding niet geslaagd en ook verder zonder per spectief. ook dan zal het gezin de buurt moeten verlaten en. voor zover mogelijk, voorlopig overgebracht moeten worden naar meer geisoleerd staande woningen. Voorwaarden ...v Twee richtingen Wil men nu de onderzochte woonwijk gaan saneren, dan zal men daarbij zeer voorzichtig te werk dienen te gaan, op dat de onmaatschappelijke gezinnen niet zonder meer overgeplaatst worden naar betere woningen, om hen daarna los te laten - ten nadele van zichzelf en de buurt. Sociale werksters, overheids- en particuliere instanties, die de bestrijding van de onmaatschappelijkheid tot hun taak hebben, zullen, daarbij gesteund door het gemeentelijk huisvestingsbu reau. hierbij een belangrijke werkkring vinden. Een door de overheid beheerste huis vestingspolitiek. zal in twee richtingen werken, n.I. het samenvoegen van die mensen, die zich sociaal gelijksoortig voelen en derhalve gaarne bij elkaar wonen en ten tweede het afzonderen, al thans voorlopig, van gezinnen, die on maatschappelijk beschouwd moeten worden. eisen stellen aan de kleding. Bij een door de overheid geleide-sanering, zal hier ook rekening mee gehouden moeten worden. In bepaalde gevallen zal het zelfs nodig zijn door een financiële re geling van overheidswege de gezinnen op dreef te helpen, zodat men voorkomt dat er al te grote schulden worden gemaakt. Teneinde de aanpassing te vergemakke lijken is 't oprichten van een sociaal-op voedkundig centrum voor het ontplooien van bepaalde sociale activiteiten (club gebouw, speelterreinen) en het aanstel len van een buurtmaatschappelijk werk ster zo niet noodzakelijk, dan toch zeer gewenst. Opvoeding opzicht. Toch verblijft deze bevolking niet in de eerste plaats om haar zwakheden n defecten in krotten. Zij is genoodzaakt in krotten te leven bij gebrek aan vol- loende betere woningen. Het zal menigmaal zelfs geoorloofd zijn een samenhang lossen slechte huisvesting en sociale zwakheden in omgekeerde volgorde te ver raderstellen. Saneren kost geld Niet alleen in de onderzochte buurt reft men krotwoningen aan; ook elders n de stad vindt men woningen, die ei- enlijk reeds opgeruimd hadden moeten ijn. Het getal van 700 krotwoningen, at eind 1954 werd geregistreerd, is Jechts een deel. Een grootscheepse krot- ipruiming wordt nagestreefd. Deze zal liet alleen stedebouwkundig, maar ook ociaal moeten worden voorbereid. De tedebouwkundige voorbereiding is zon- er meer duidelijk: men zal met bouw- lannen moeten komen, allereerst voor e bewoners, die de krotten gaan veria- en daarna voor die gebieden waar rotwoningen opgeruimd zullen worden. )e sociale voorbereiding is minder dui- lelijk op het eerste gezicht. De krotwoning stelt hogere eisen aan ie bewoners dan het geval is bij een lygiënisch verantwoorde huisvesting, en üist zij zijn in bepaalde opzichten min- ier weerbaar. Een bewoner van een krot rordt door de overige bevolking geme- ien. alleen al om zijn huisvesting en om ie buurt waar hij woont, en hij is zich ran de afstand tussen hem en de overi- ;e bevolking van de stad bewust. Het ;evolg is een gevoel van minderwaardig- leid en een moeilijker omgang met an deren. Nimmer rust, altijd rommel Ook voor het gezin als zodanig heeft de krotwoning nadelige gevolgen. Nim mer kan men alleen zijn. nimmer heeft men rust, en alt yd is er rommel, hetgeen in de veel te kleine huizen, met vaak pote gezinnen, niet te vermijden is. Is het dan wonder dat de kinderen op straat gaan: zij zijn immers slechts tot last in de beperkte ruimte van de woon kamer? En is het te verwonderen dat de huisvrouw humeurig wordt met altijd maar rommel om zich heen, zonder kans te zien ooit werkelijk orde te scheppen? Kortom, het gezinsleven kan zich niet behoorlijk ontwikkelen in de krotwoning en de kinderen worden door andere kin deren op straat opgevoed, omdat zy zo reel mogelijk het huis myden. Men noemt een dergelijk minder sterk staand gezin, al spoedig „onmaatschap pelijk". al is het moeilijk een juiste ver klaring van dit begrip te geven. Men kan het omschrijven als een verschijnsel dat in een bepaald opzicht vijandig is aan de sociale bestaansvorm van de mens. Zelfs als men deze begripsom schrijving hanteert, zal men nog vaak te snel zijn met het oordeel „onmaat schappelijk". Hoe staat het nu met de gezinnen, die men onmaatschappelijk noemt, en waar van men meent dat ze tot beter sociaal gedrag opgevoed kunnen worden? De maatregelen ter bestrijding van onmaat schappelijkheid zijn gericht op twee punten: opvoeding tot een meer sociale levenshouding van de onmaatschappe lijke of sociaal zwakke personen en groepen, en verbetering van milieuom standigheden. Het zijn maatregelen, die door hun uitwerking elkaar aanvullen, elkaar beinvloeden en ondersteunen. Daarbij staat voorop, dat het gezin tot het uiterste in stand gehouden moet worden om het als gezin op te voeden, boven het tijdelijk opheffen van het ge zin en het opvoeden van de leden in aparte tehuizen. Hoewel de behandeling; van een afzon derlijk gezin niet steeds onvermijdelijk is, en zeker niet zonder goed resultaat behoeft te blijven, neigt men er in de praktijk toe een aantal gezinnen ter op voeding in één buurt te hebben, al ver schillen de meningen wel omtrent de grootte van het getal. Een dergelijke buurt noemt men een gezinsvoorlich tingscentrum, en de onderzochte buurt wordt aanbevolen als zodanig dienst te doen. Een belangrijk deel van het werk in dit centrum zal zijn gelegen in het ge ven van voorlichting, aangezien vele moeilijkheden, die onmaatschappelijk heid tot gevolg hebben, voortkomen uit onwetendheid. Een dergelijke vorm van opvoeding heeft uiteraard alleen kans van slagen, wanneer de bevolking zelf medewerkt. Een sociaal-werkster kan op dit terrein echter veel bereiken. Men moet trachten de mensen inzicht te ge ven in hun moeilijkheden en hun een menswaardige uitweg tonen. Vele taken In een buurt, die men als gezinsop voedingscentrum wil hanteren zal een vaste staf van personeel nodig zijn. die zo samengesteld is. dat het mogelijk wordt zowel per gezin als per groep te werken. De werkzaamheden, die gedaan zullen moeten worden zijn veel omvat tend. Het betreft: het doen aanvaarden van geregeld werk door de werkende le den van het gezin, bevorderen van de hygiëne, belangstelling wekken voor school en beroep, voorlichting in huis houdelijke aangelegenheden, adviseren bij gezinsopvoedin.es- en huwelijksmoei lijkheden. ontwikkelen van sociale en culturele activiteiten, activeren van nut tige en zinvolle vrije-tijdsbesteding en het leren gebruiken van woning, straat en park. Het werk moet zo geschieden, dat het de mensen duidelijk wordt, dat zc rijp gemaakt worden voor een betere behui zing - ook financieel, bijv. door een spaarsysteem -. voor een sociaal hoger gekwalificeerde buurt. Mooi werk Voordat men tot de inrichting van een dergelijk centrum kan overgaan zal men een inzicht moeten hebben in de kwa liteiten van de woningen en wooncom plexen om op grond hiervan een urgen tie-programma voor krotopruiming op te stellen (zgn. woningcartotheek) en zal men een gezinsdocumentatie ten behoe ve van de sociale sanering ter beschik king moeten hebben. Wanneer men dan de bouwplannen klaar heeft voor de inrichting van het gezinsvoorlichtingscentrum, zal men in Leiden kunnen beginnen aan een moei lijk. maar mooi werk. Het wetenschap pelijk zeer goede rapport geeft de richt lijnen duidelijk aan. Hopelijk kunnen de desbetreffende gemeentelijke instanties besluiten tot uitvoering van de aanbeve lingen in het rapport verwerkt. Dit zal veel geld kosten, maar „saneren kost geld. niet saneren nog meer". Hoogheemraadschap van Rijnland GROEIENDE BEHEERSING VAN AFVALWATER-VRAAG STUK. In de gisteren gehouden verenigde vergadering van het Hoogheemraad schap Rijnland, was de heer Ed. C. Witschey voor het laatst aanwezig als hoofdingeland. De dijkgraaf bracht hem dank voor hetgeen hij als zodanig in het belang van Rijnland had gedaan, waarop de heer Witschey met de beste wensen voor de welvaart van Rijnland antwoordde. De heer mr. De Graaf, burgemeester van Lisse, deed zijn intrede als hoofd ingeland-plaatsvervanger De vergade ring besloot tot het toelaten van de onlangs herkozen of nieuw verkozen leden: de heer Oudijk te Waddinxveen is hoofdingeland geworden; de heren Visser te Halfweg, Van Reeuwyk te Ab- benes, Baron van Wassenaer van Cat- wijck te Bloemendaal en dr. mr. Taat te Boskoop zijn verkozen tot plaatsver vangers: voor het overige zijn de aftre dende leden herkozen. De vergadering nam enkele besluiten inzake uitmaling van polders op de boezem van Rijnland. Deze uitmalin- gen vereisen thans de goedkeuring der Verenigde Vergadering en zulks is van betekenis, daar hierdoor een meer volledige controle op de lozing van vervuild water wordt verkregen. Langzaam maar gestadig vordert men op de weg ener volledige beheersing van het afvalwater-vraagstuk, waar toe het technische rapport ter zake. door ir. De Gruyter opgemaakt en in deze zomer verspreid, een belangryk hulpmiddel is. Voorts is een besluit genomen, ver band houdende met de herziening der aanslagen van Rijnlands lasten. Deze herziening hangt samen met een regle mentswijziging, waartoe de Provinciale Staten van Zuid- en Noordholland in de afgelopen winter hebben besloten en waarop de goedkeuring voor het begin van het volgende jaar wordt verwaoht. De 6salarisverhoging zal aan het personeel van Rijnland over de laatste vier maanden van dit jaar bij voorschot worden betaald; een definitief voorstel hieromtrent zal later worden behan deld. Australië biedt mogelijkheden G.A.B. gaf voorlichting Het Gewestelijk Arbeidsbureau te Leiden organiseerde gisteren in de kleine zaal van „Den Burcht" een emigratie - voorlichtingsavond met film over Australië. De directeur van het G.A.B., de heer H. Hazelhoff sprak een kort welkomst woord en wees er tevens op. dat emi gratie een zaak van groot belang ois. Vooral voor de toekomst acht ook de Nederlandse regering emigratie zeer ge wenst. Immers het inwonertal van ons kleine land is niet alleen te groot, doch blijft zelfs schrikbarend toenemen. Nadat de heer Hazelhoff het nut van dergelijke voorlichtingsavonden had uiteengezet gaf hij het woord aan de heer K H. Mulder, emigratie-voorlich tingsambtenaar te Den Haag. Deze vestigde er met nadruk de aan dacht op, dat het geven van voorlich ting aan adspirant-emigranten nood zakelijk is en dat zij terdege voorbereid behoren te worden. Temeer daar Ne derland voorlopig moet blijven emigre ren. Niettemin mag een dergelijke stap eerst na rijp beraad ondernomen wor den. Zij. die naar Australië vertrekken dienen hun kennis van land en volk zo veel mogelijk te verrijken en er voor te zorgen enigszins op de hoogte te zijn van de Engelse taal. De emigrant zal er voorts ernstig rekening mee dienen te houden, dat de levensgewoonten in Au stralië geheel anders zijn dan in ons land. Wanneer men zich niet weet aan te pas sen is de emigratie gedoemd te mis lukken. Van belang is dus ook. dat een gezin in volkomen eensgezindheid gaat emigreren. De heer Mulder sprak ver der nog over de samenleving van de Australiërs en over het land zelf, dat 230 keer zo groot is als Nederland en slechts negen miljoen inwoners telt te gen ons land elf miljoen. Ook vertelde hij het een en ander over de mogelijkheden die het land biedt en de eisen daaraan verbonden. De Ne- (Ingez. Med.-Adv.) TUTM de zilveren medaille van de VV lil yer v Vreemdelingen Verkeer verbonden aan de tweede prijs van de grote 3 oktober fotowedstrijd. Foto's insturen aan: FOTO-CINÊ JAN WOLFSLAG, Breestraat 123 en Haarlemmerstraat 102 Form. min. 6x6 cm., hoogst. 18x24 cm. Aantal hoogstens 5 stuks per inzender. (Ingez. Med.-Adv.) TXJT'P maakt de leukste 3 oktober- AI-1 foto Win er een fototoestel mee. Stuur Uw kiekje in. FOTO-CINÊ JAN WOLFSLAG Breestraat 123 en Haarlemmerstr. 102 Form. min. 6x6 cm., hoogst. 18x24 cm. Aantal hoogstens 5 stuks per inzender. Ambtsaanvaarding van prof. dr. J. W. de Jong Morgen om 16.00 uur zal dr. J. W. de Jong. benoemd tot gewoon hoogleraar in de faculteit der letteren en wijsbe geerte aan de Leidse Universiteit, om onderwijs tegeven in de Buddhologie en het Tibetaans. zijn ambt aanvaarden door het uitspreken van een rede in het groot-auditorium. ACADEMISCHE EXAMENS Aan de Leidse Universiteit is geslaagd voor het doctoraal examen sociologie de heer H. A. Brasz te Den Haag. (Foto L.t)./Van Vliet.) Op het eerste gezicht doet deze foto denken aan een plaatje in de serie ,.Oud-Leiden"maar bij nadere beschouwing blijkt het een zeer recente opname te zijn van de Koe- poortsbrug, welke de verbinding vormt tussen de Doeza- en de Herenstraat en die hedenmorgen buiten gebruik is gesteld wegens een dringend noodzakelijke ver nieuwing. Rechts daarvan ziet men de houten noodbrug, welke het langzame verkeer tijdelijk zal onder houden. De kosten van een en ander zullen f 170.000 bedragen. De foto is genomen vanaf de Doezastraat-hoek jan van Hout kade in de richting naar de Heren straat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 3