In de Sovjet-Unie is een begaafd volk achter de tralies gezet De werknemersorganisaties en linn invloed op de bedrijfspolitiek Op kunstgebied: patserigheid en tierelantijnendie bij ons al veertig jaar zijn weggeveegd Nauwer contact werkgevers en werknemers dringend gewenst Midden-Oosten heeft behoefte aan visionair economisch plan 5ste jaargang Vrijdag 14 september 1956 Vierde blad no. 28935 En we zingenen we springen 1 m 1*1 m *1*1 spottelijke patserigheid, die we! aan (Van onze reisredacteur) De dertig mensen, die onder het grote portret aan lange, met rood laken over- ekte tafels op het officiële podium zaten, applaudisseerden plichtsgetrouw, toen kleine man op het spreekgestoelte gereed was met het strakke voorlezen van ijjn lange op schrift gestelde rede. De spreker: A. Gerassimof, paus van de Sov- etrnssische schilders, het schilderij: een enorme vergroting van Rembrandts xelfportret. Er leek een licht-pijnlijke verbaasde glimlach te groeien in de ogen van de Nederlandse schilder, die een van 's werelds grootste humanisten was, toen hij zich hoorde inlijven bij het socialistisch realisme der Sovjet-cultuur Ik voelde er haast spot in, toen de Nederlandse schrijver Theun de Vries, voor deze Rembrandt-herdenking speciaal uit ons land overgekomen, meedeelde, dat Rembrandt „in de republikeinse vrijheidsoorlog tegen de Spaanse monarchie peh terstond bij de volksmilitie had aangemeld". En ik vroeg mij af wat Rem brandt zelf gedacht zou hebben van deze herdenking, van de dodelijke verveling die de rij van sprekers opriep, van de plechtige gezichten der ambtelijke artiesten op bet podium, van de plichtmatige eerbied voor de klassieken en hun inlijving bij het „socialistisch realisme". Want U weet, dat misschien nog niet, maar Beethoven en Voltaire, Shakespea re en Rembrandt, worden in de Sovjet-Unie allemaal postuum beschouwd als voorlopers der „socialistisch-realistische Sovjet-cultuur". Waarom ook niet? Als bet hun zelf indertijd nog niet was opgevallen, dan kunnen zij het nu toch niet meer tegenspreken! Scheppende kunst is totaal doodgedrukt Laten we overigens eens aannemen, j dat zij werkelijk die voorlopers geweest Izouden zijn. Hoe zouden zij vandaag lover de nalopers vain die nieuwe Sovjet- jrussische cultuur geoordeeld hebben? Welnu, zij zouden ongetwijfeld verheugd zijn over het feit, dat er zowat in iedere stad van de Sovjet-Unie een of meer Uitstekend geoutilleerde theaters ge bouwd zijn, dat de muziek-, toneel- en en balletscholen als paddestoelen uit de grond rijzen. En gezien hun eigen fi nanciële zorgen, zouden zij vermoede lijk aangenaam zijn getroffen door het feit, dat een danseres als Oelanova, een schrijver als Ilja Ehrenburg, een violist als Oistrakh, multi-miljonairs zijn en dat de Sovjet-russische kunste naar tot de hoogst gesalarieerde klasse in de U.S.S.R. behoort. Tot zover zou de delegatie van klassieke geesten on getwijfeld content zijn. Cultuur-barbarij Maar dan? Wat zou Rembrandt zeg gen van de duizend maal gecopieerde prentbriefkaart-doeken van collega Gerassimof: Stalin en Worosjilof aan de wandel in het Kremlin, met ernstige gezichten het lot van de Sovjet-Unie bedisselend, Stalin in blijmoedige oompjes-rol, omstuwd door verheugde kindertjes, die bloemruikertjes naar hem opheffen, activistische tractorbe stuurders in het graan, kolchoz-boerin nen, die met opgeheven kin naar de horizon staren, waarachter zij een uit stekend geregelde toekomst vermoe den? Wat zou Beethoven, die er genoe gen in schepte zijn hoed niet af ie nemen voor koningen en keizers (al was hfj dan geen lid van de volksmili tie) zeggen, als de minister van cul tuur hem liet weten, dat zijn laatste werk vol formalistische tendenzen zat en of hij maar even zijn verontschul digingen, alsmede een symfonie over de herbebossingsplannen wilde maken, zoals dat Collega SjostakowitsJ overkwam? En wat zou Shakespeare denken van een toneelstuk, waarin de hoofdpersoon een jonge landbouwkundige, zijn verloving verbreekt, omdat hij het niet ee?>s is met de manier, waarop zijn meisje groenten plant? En zou Voltaire ertoe gebracht kunnen worden een boek te Prijzen, waarin een ingenieur een Stachanof-arbeidster ten huwelijk vraagt, omdat zij haar norm voor de vervaardiging van kop-pakkingen met 300 procent heeft overtroffen, en zegt: „Onze liefde voor elkaar is de liefde voor ons land en voor de partij van Lenin-stalin"? Dodelijke eenvormigheid Misschien meent U, dat lk scherts? Welnu, ik geef U de verzekering, dat dit allemaal voorbeelden uit de prak tijk zijn, de praktijk van ei.n cultuur politiek, die een van de kunstzinnigste, begaafdste volken van deze w.reld ach ter tralies heeft gezet en het doet leven in een atmosfeer van dodelijke eenvormigheid, verstikkende conventio naliteit en bijzondere lelijkheid, een geestelijke sterilisatie, waaruit naast die van de volkskunst slechts één ontsnap pingsmogelijkheid is, de weg terug naar de klassieken. Dat verklaart de mil joenen-oplagen van Toergenjef, Gogol, Een cultuur-park in de Sovjet- Unie: een portret van Molotof naast een sportstandbeeld. Nee, U ziet het niet goed, de jongedame heeft wel degelijk een pakje aan. Het naakt wordt door de beeldende kunstenaars van de U.S.S.R. nogal geschuwd. Gontsjarof, Tolstoi en (sinds kort, want hij was ook in ongenade!) Dosto- jefski. Dat verklaart de afgestampte zalen, wanneer er een stuk van Tsje- chof of Shakespeare gaat, of wanneer het ballet van het Boïsjoi-theater „Lac des Oygnes" geeft. Dat verklaart ook waarom de wer kelijke kunstenaars van de Sovjet- Unie, fabuleuze musici als Oistrakh, Kogan en Malinin, grandioze danse ressen als Oelanova en Plissetskaja, zangers en acteurs, allemaal her scheppend kunstenaar zijn. Geen oorspronkelijkheid Dat mogen wij, voordat wij ons laten overdonderen door „de onvergelijkelijke roem, waarmede de Sovjet-kunstenaars zich hebben overladen", wel eens even bedenken. De grote Russische literatuur stamt uit het tsarentijdperk, zo goed als het Russische ballet dat doet. En met uitzondering van het werk van componisten als Prokofjef, Sjosta- kowitsj, Katsjatoerian de muziek laat zich nu eenmaal minder gemak kelijk gevangen zetten, al hebben deze heren ook de nodige moeilijkheden ge had bestaat er in de Sovjet-Unie eenvoudig geen scheppende kunst, die deze naam verdient. Ook geen toege paste kunst, geen poging tot enige vorm schoonheid, die aan deze tijd is aan gepast. De architectuur heeft de be spottelijke patserigheid, die wel aan ieder totalitair regiem verkleefd schijnt, massa in plaats van doelma tigheid, tierelantijnen in plaats van oorspronkelijkheid. Van binnenhuis' architectuur is geen sprake, alle inte' rieurs hebben dezelfde rode, blauwe of groene pluche gordijnen, dezelfde ta felkleden-met-balletjes, dezelfde stoe- len-eeuwig-onder-de-hoezen, die men uit de oude Russische romans kent! Het land, dat de voorhoede van de wereldrevolutie zou moeten zijn, leeft in een atmosfeer van stijve, preutse bourgeoisie, die het Westen veertig jaar geleden de prullebak heeft ingeveegd. De leiding zit er mee Overigens zit ook de leiding van de partij en staat een beetje met deze stand van zaken in. Men heeft allerlei voorschriften uitgevaardigd, men heeft schrijvers de „ingenieurs van de ziel" ge- noemr en Zjdanof heeft gewenst, dat „waarheid en concreet- historisch ka rakter van de artistieke uitbeelding verbonden moeten zijn met de taak van de ideologische omvorming en opvoe ding van de werkers in de geest van het socialisme" hetgeen de officiële om schrijving van het „socialistisch rea lisme" is Maar wat te doen, wanneer dat alle maal alleen maar socialistisch irrealisme voortbrengt, boeken, toneelstukken en schilderijen, die alleen maar mogen zeggen „we zingen en we springen en we zijn zo blij, want er zijn geen stoute kindertjes bij"! Wat moest Ilja Ehrenburg, die be paald niet vrij is van literair talent, al heeft hij het geprostitueerd, antwoor den op de brief van een ingenieur ir Leningrad, die hem schreef: „Ons Sov jet-tijdperk is ontegenzeggelijk veel beter dan de tsaristische periode. Maar waarom waren de boeken van Gogol, Tsjechof, Tolstoi zoveel echter, zoveel beter dan die van de huidige schrij vers?" ..Middelmatig en kleurloos" Malenkof zelf heeft gezegd op het negentiende partijcongres: „Een groot aantal van onze literaire werken is, wat gedachteninhoud en artistieke vormge ving betreft, beneden peil, middelma tig en klem-loos, soms is er doodeen voudig geen zorg aan besteed. De keuze van een vooruitstrevend thema is op zichzelf onvoldoende." Het antwoord op al die vragen is natuurlijk overduide lijk: men kan de kunst geen halsband aandoen. Dat weten de Sovjetrussische leiders vermoedelijk ook heel goed. Zij hebben zelfs na Stalins dood de leiband wat laten vieren. Maar achteraf hebben zij haar schielijk weer aangehaald, het bleek er alleen om te gaan de restan ten van de Stalin-verheerlijking kwijt te raken. Want zo de leiders al ervaren, dat men in een totalitaire staat geen kunst kan scheppen, zo weten zij ook, dat een totalitaire staat aan een vrije kunst ten onder gaat. En als er tussen staat en kunst gekozen moet worden, dan aarzelt de Sovjetrussische dictatuur niet erg lang! Daarom zal ik pas aan werkelijke ontdooiing van het regiem gaan geloven, wanneer de schrijvers van de Sovjet-Unie meer armslag gaan krij gen. En tenslotte: niemand in het Westen is vermoedelijk onverdeeld gelukkig over de nieuwe scheppingen van onze eigen kunstenaars, over het cultuur pessimisme, over wat we, met een ver andering van dat Sinterklaasversje van zoeven, zouden kunnen noemen: „En we huilen en we klagen en we we zijn zo droef, want jij bent. net als ik, een boef". Maar ik verzeker u, dat na de stoffige aanblik van de Sovjet russische kunst ieder abstracte schilder, iedere atonale dichter, iedere dissonant van een moderne componist, ieder ex perimenteel ballet van ons U een frisse smaak in de mond zou bezorgen, omdat men er althans een zoeken naar eigen tijdse kunst, een vrije scheppingsdrang uit proeft. (De vorige artikelen werden geplaatst in onze nummers van 3, 11. 15, 17, 21, 23, 25 augustus, 5, 7 en 11 september). BEVRIJDINGSVUUR IN MAASTRICHT Gisteravond om halfnegen hebben de Maastrichtse atleten die maandagavond in de normandische stad Caen het vrij heidsvuur in ontvangst hebben geno men, dit vuur in een onafgebroken esta fette dwars door Frankrijk en België Maastricht binnengedragen. Na een snelle, tocht met de vlam door de stad die op deze dag als eerste stad van ons land haar bevrijding herdenkt, werd met het vuur van Normandlë de vlam aan het bevrydingsmonument op het Ko ningsplein ontstoken. Zo bouwde men vroeger. Een van de kerken van het Kremlin, overigens een produkt van een Italiaanse architect. Bloembollenvak was kind van de rekening (Van onze correspondent in de Bollenstreek) Groot was de schok in de kringen van het bloembollenvak teweeg gebracht toen bekend werd, dat het Productschap Siergewassen besloten had, de onder handelingen te openen met de Duitse instanties omtrent de hervatting van de snijbloemen-import in West-Duitsland. En men werd er zich van bewust, dat de stem van de werknemers-organisaties bü dit besluit de doorslag gegeven had. Toen het Productschap voor Sierge wassen het besluit nam, de mogelijkheid van hervatting van de import van snij bloemen naar Duitsland te onderzoe ken, hebben de bestuursleden van het Productschap, die de werkgevers-orga nisaties in het bloembollenvak vertegen woordigen, zich daartegen sterk verzet. Te verwachten was, dat de vertegen woordigers van de bomen- en bloemen- sector, hoewel niet blind voor het risico dat men liep „Rijnsburg" zouden steu nen al was het maar uit collegialiteit. Het bloembollenvak was dus in de min derheid. Maar het Productschap kent een verte genwoordiging op basis van pariteit van de werkgevers-zowel als van de werkne mers-organisaties. Die zouden dus de doorslag moeten geven. Het opmerkelijke feit deed zich voor, dat slechts twee organisaties, die van het administratief personeel, de stem men kwamen tégen het voorstel. Nadat de vertegenwoordiger van de Alg. Ned. Agrarische Bedrijfsbond zijn zienswijze (vóór) had kenbaar gemaakt, stemden de vertegenwoordigers van de overige werknemersorganisaties zonder verdere discussie eveneens voor, en het pleit was beslist. De zege was aan Rijnsburg. Gevaarlijke speculatie Van de zijde van de ANAB werd o.a. betoogd, dat geen discriminatie mocht worden toegepast en een tulpen- •broeier evenveel recht had te expor teren als een bollenkweker. Het past zeker in het raam ener maatschappij beschouwing die ordening in haar vaandel geschreven heeft, na te gaan of dit ook opgaat, wanneer het alge meen belang hierdoor wordt geschaad, en of men werkelijk bedoelt de „vrije onderneming" ook tot volkomen en ongeremde werkelijkheid te maken, waar in het buitenland de vrijheid nog een vrome wens is. Maar in zijn oppervlakkigheid gevaar lijk was het argument, dat de werkgele genheid zou toenemen, indien men én bollen én snijbloemen kon exporteren. Het leek een eenvoudig optelsommetje: 2+1=3. Maar in werkelijkheid staan de zaken anders. Wanneer de snijbloemen export de bollen-export ernstig zou scha den, zoals in de bollensector algemeen verwacht en ook betoogd werd, zou eer van vermindering dan van vermeerde ring van werkgelegenheid sprake zijn. Op het eerste gehoor aannemelijk, maar praktisch ook niet minder aan vechtbaar, was het betoog dat men moest streven naar liberalisatie. Het is nl. zo dat hoewel de bloembollenexport naar Duitsland praktisch vrij is, er officieel geen sprake is van liberalisatie en Duitsland ieder ogenblik opnieuw tot contingentering kan overgaan. Dit is nu de vrees, die de bollenexporteurs op Duitsland bezielt, en niet zonder reden, want alle Duitse vak-organisaties heb ben zich ten krachtigste tegen de invoer van bolbloemen verzet, en de kans is waarlijk niet alleen theoretisch, dat deze opnieuw een contingentering zou ver oorzaken. Het is dus zo, dat het jarenlange, onvermoeide streven van de bollen exporteurs, hier te komen tot liberal!, satie, de nek wordt omgedraaid.... via een pleidooi voor liberalisatie! Wie zijn de werknemers? Het zijn in feite de vertegenwoordigers van de werknemers-organisaties, de Alg. Ned. Agrarische Bedrijfsbond voorop, gevolgd door de R.K. Landarbeidersbond St. Deus Dedit, De R.K. Transportarbei dersbond en de Ohr. Landarbeidersbond, die mede namens de werknemers in het bloembollenbedrijf deze beslissing heb ben genomen, waartegen de werkgevers, gesteund door de organisaties van het hogere bedrijfspersoneel (St. Franciscus van Assisi en de Chr. Beambtenbond) zich met tal van argumenten hebben verzet. En hier gaat het om een kwestie, waarin de belangen van werkgevers en werknemers duidelijk parallel lopen. De talrijke werknemers, die emplooi vinden in het bloembollenbedrijf zijn er het minst niet mee gebaat, wanneer de export een klap krijgt. De werknemers in de andere sierteelt sectoren zijn al evenmin gebaat met een hervatting van de bloemenexport vanuit Rynsburg naar Duitsland. En al moge het voor Rijnsburg zelf een geringe op leving betekenen, de snij-bloemen-ex- port staat qua mogelijkheden verre ach ter bij de bloembollenexport, die van on eindig groter betekenis en minstens zo arbeidsintensief is. Wanneer men dus zuiver de belan gen afweegt en daarbij het algemeen belang in het oog houdt, kan '"r voor een werknemers-organisatie, die op treedt namens de werknemers in de sierteelt, geen praktische reden zijn om de bloembollenexport naar Duits land in de waagschaal te stellen. On willekeurig rijst dan de vraag: Na mens welke werknemers spraken de vertegenwoordigers der werknemers organisaties, toen zjj desondanks de bloembollenexport naar Duitsland waagden tegen een theoretische kans op een veel geringere invoer van snij bloemen in dat land? Te weinig P.B.O.-bewust De reden zal waarschijnlijk moeten gezocht déér, waar ze ook by de werk gevers-organisaties ligt. Men heeft de PBO lange tyd niet serieus genomen. Men heeft er te weinig aandacht aan besteed. Men heeft zich ook niet gerea liseerd, dat door de vertegenwoordiging op pariteits-basis van werkgevers en werknemers een geheel nieuwe groep, met de praktische problemen van het be drijf veel minder op de hoogte, mede zeggenschap kreeg over de bedrijfspo litiek. Men kon niet langer onder elkaar „de dienst uitmaken." Maar men heeft ook geen maatregelen genomen om er voor te zorgen, dat er een behoorlijk kwalitatief contra-gewicht ontstond. Zeker geldt dit van de beslissing door het Productschap genomen. De aanval (snijbloemen) was veel sterker dan de verdediging (bollen) niet wat argumen ten, maar wel wat kracht van argumen ten betreft. Men bleek niet opgewassen, tegen de welsprekendheid van een krachtige figuur als de Rijnsburgse voorman Teun Kralt. men had geen verweer tegen de toch zo aanvechtbare argumentatie van de ANAB-vertegen- woordiger, hoewel men die argumentatie had kunnen zien aankomen. Daarover is men nu in bloembollenkringen heel boos, maar men oogst, wat men ge zaaid heeftof liever, omdat men niet gezaaid heeft is de oogst navenant. Ongetwijfeld geldt datzelfde bij de werknemers. Want wanneer men een werknemer in het bloembollenbedrijf de feiten voor ogen stelt en vraagt hoe vol gens hem de vertegenwoordiger van zijn organisatie had moeten stemmen, dan kiest hij zéker niet vóór „Rijnsburg". Desondanks hebben de werknemers vertegenwoordigers als één man de klap aan de bloembollenexport helpen toe brengen. Niet alleen de werkgevers, maar ook de werknemers zullen moeten besef fen, dat het in de PBO in laatste in stantie om hun boterham gaat, Men kan de zaak niet blauw-blauw laten en overlaten aan vrijgestelden die schermen met algemene economische argumenten, maar de praktijk geweld aandoen. Ook de vertegenwoordigers van de werknemers-organisaties zul len moeten weten wat er in die orga nisaties leeft, en daarnaar moeten handelen. De conclusie: niet alleen zullen de werkgevers ten aanzien van de PBO moeten zorgen voor een sterke verte genwoordiging, maar zij zullen ook nauwer contact moeten zoeken met de werknemers-organisaties om in geval len waar beider belangen worden ge raakt, niet langer tegen elkaar in te werken, maar samen op te trekken. De les uit het Lagerhuis-debat Nasser ivil een voorbeeld volgendat al lang hopeloos verouderd is (Van onze Londense correspondent) Een debat over de Suez-crisis, geladen met zoveel emotionaliteit aJs ditmaal, vooral op de eerste dag, werd ten toon gespreid, kan onmogelijk bevredigend ge acht worden, doch deze vrijheid van meningsuiting, al laat zij misverstanden bestaan en al geeft zij aanleiding tot nieuwe, is broodnodig in een democratisch bestel. De onvermijdelijke conclusie, die men trekken moet na alles wat er in de afgelopen weken gezegd en geschreven is over het Suez-probleem, is dat de normen waarmee de staatslieden plegen te werken nauwelijks meer passen op de nieuwe situaties, welke vooral in de vroegere koloniale wereld oprijzen. Van meer dan één zijde is er ook in Engeland en ook tijdens het debat betoogd, dat een geheel nieuwe aanpak nodig is voor de oplossing van de politieke en sociale pro blemen van het Midden-Oosten, dat by het uiteenvallen der oude verhoudingen thans met balkanisering bedreigd wordt. Nationalisering van de welvaartsbronnen van het Westen betekent beslist een stap achteruit, ja, een reactionaire daad en een schadepost tevens voor de lan den, die zich daaraan vergrijpen. Nodig is een visionair, economisch plan voor het gehele Midden-Oosten, waar in de irrigatieplannen en andere economische voorzieningen een logische plaats vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden zowel met de belangen van de plaatselijke bevolkingen als met de rest van de wereld. Engeland handelt in Suez tegen eigen politiek in Inclusief de jonge Aziatische landen zoals India, die ook door Nassers daad dreigt te worden getroffen. Een onmis kenbaar feit is het, dat, zo wordt door menigeen in Engeland gevoeld, het Wes ten ook nu weer achter de onvermijde lijke historische ontwikkeling aanloopt. Het is tragisch, dat het Westen meestal slechts bereid is om de bakens te ver zetten - zoals in Perzië. op Cyprus en ook in Egypte - als het te laat of bijna te laat is. Dat Engeland in Suez moet opkor en voor een vorm van interna tionaal beheer lijkt vreemd, gezien de angstvallige Britse houding jegens de in Europa gepropageerde denkbeelden van een internationale autoriteit op ver schillende economische gebieden. Mogelijk zal thans de harde les van de Suez-crisis de Britten Inschikkelijker maken, wanneer elders hun medewer king aan een internationaal economise^ systeem wordt gevraagd. De filosofie van de absolute staatssoevereiniteit, zeker op economisch gebied, is zoals het conser vatieve lid Sir Robert Boothby, de voor vechter voor Europese eenheid, in het debat betoogde, onhoudbaar geworden. Nasser wil een voorbeeld volgen, dat reeds hopeloos verouderd is. Een tweede les van de Suezcrisis is, dat deze mede een gevolg is van het nog altijd ontbre ken van werkelijke Brits-Amerikaanse samenwerking. Boothby sprak in dit verband een ander belangrijk woord. Hij zei namelijk, dat de achteruitgang van het westen er het gevolg van was, dat Engeland en de Ver. Staten nalieten ge zamenlijk op te treden vóór een crisis en dat zij daarna ieder hun eigen weg gaao. (Ingez. Med.-Adv.) Margriet" het frisse blad van déze tyd, telt reeds jarenlang het grootste aantal lezeressen. Géén wonder: ieder jaar voegen de jongeren zich erbij want... Mar gr iet" is véél gezelliger!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 7