brylcreem
Plan tot bouw van enige Leidse
studentenhuizen aan de Haagweg
KW 82 ging in Woubrngge te water
Semi-permanente paviljoens
nabij Academisch Ziekenhuis
msmammmm
voor mooi, gezond haar
Duizenden stenen gestolen ten
nadele van Rijkswaterstaat
Katwijkse haven nationale zaak
95ste jaargang
Zaterdag 8 september 1956
Tweede blad no. 28930
Miljoenemverk over tivee jaar gereed?
men geprojecteerd heeft langs de rand
van het Universitair sportterrein bij
het Academisch Ziekenhuis.
Voor deze tijdelijke voorziening (men
denkt aan een gebruikstijd van tien
jaar) was geen andere, beter geschikte
grond te verkrijgen. Deze noodoplos
sing zou aan ongeveer 50 studenten
onderdak geven.
Verwacht wordt, dat het Rijk wel be
reid zal zijn financiële medewerking te
verlenen, hoewel hieromtrent nog niets
vaststaat.
Uiteraard liggen deze paviljoens ten
westen en aan de spoorzijde van het
sportveld door de onmiddellijke nabij
heid van het Academisch Ziekenhuis
zeer aantrekkelijk voor medische stu
denten. Doch op een of andere wijze zal
men dienen te voorkomen, dat slechts
medici zich hier zouden vestigen, aan
gezien dan een van de gevaren van stu
dentenhuizen onmiddellijk acuut zou
worden. Te eenzijdige milieu-vorming
immers betekent schade aan de alge
meen-vormende aspecten van de Uni
versitaire gemeenschap.
Voorbeeld van studentenhuizen
van de Universiteit van Aarhus in
Denemarken, gebouwd op een
campus. De inrichting van deze
huizen in aparte eenheden is goed.
maar de kosten waren hoog en het
huurpeil ligt eveneens aan de hoge
kant.
En dank zij bedrijfsleven worden bestaande
panden als studentenhuizen ingericht
(Van een onzer redacteuren)
De studenten-huisvestingsnood, waarover wij in de algemene zin enige tijd
geleden schreven naar aanleiding van het rapport van de Nederlandse Studen
tenraad waarin de bouw van studentenhuizen werd bepleit, is ook voor Leiden
groot. Vorig jaar wijdden wij aan de specifiek Leidse problemen een uitvoerige
beschouwing, thans beginnen plannen vaste vorm te krijgen om een oplos
sing te vinden door bouw van studentenhuizen, die waarschijnlijk een plaats
zullen krijgen bij het kruispunt van Haagweg en de nog aan te leggen Churchill-
laan door de enige nog niet in gebruik genomen tunnel onder de verhoogde
spoorbaan.
Ter gedeeltelijke directe leniging van de huisvestingsnood besloot men tot
de bouw van semipermanente paviljoens langs de rand van het Universitair
sportveld nabij het Academisch Ziekenhuis.
Voorts worden er dank zij medewerking van industrie en bedrijfsleven
bestaande panden in de stad ingericht als studentenhuizen.
heidsleven" dat voor de karakter- en
persoonsvorming van zo bijzonder groot
belang is.
Gebouwen van vier ver
diepingen
Na het vervallen van de hoogbouw-
plannen heeft men thans het oog la
ten vallen op een terrein in de zuid
oosthoek. de Voorschotense zijde dus
van 't kruispunt Haagweg-Churchill-
laan, waar voorlopig een terrein voor
bouw van studentenhuizen is gereser
veerd terwijl op het aangrenzende
terrein optie is verleend.
Het ligt in de bedoeling, op het thans
beschikbare terrein gebouwen van vier
verdiepingen te plaatsen die tezamen
150 studenten onderdak geven. Voor
een later stadium denkt men aan de
huisvesting van nog 250 studenten in
gebouwen op het optie-terrein, zodat
het gehele complex mettertijd 400
studenten onderdak zou verlenen. De
kosten van het project bedragen en
kele miljoenen guldens.
Eind vorige maand zijn voorlopige
schetsplannen opgesteld. Zij voorzien in
het totstand komen van kleinere woon
eenheden. die de gevaren van grote
huurkazernes vermijden.
Thans is het stadium bereikt van over
leg tussen Universitaire instanties. Rijk
en gemeente. In Delft is bij een nauwe
samenwerking tussen die instanties
vruchtbaar gewerkt bij het tot stand
komen van studentenhuizen, en dit kan
wellicht tot voorbeeld trekken van wat
men thans in Leiden hoopt te bereiken.
De geprojecteerde bouw betekent een
investering van ongeveer f. 9000 per
ondergebrachte student. Loopt alles
mee. dan zouden de plannen over twee
jaar gerealiseerd kunnen zfjn.
350 tekort
Het kamertekort in Leiden voor stu
dentenhuisvesting wordt geraamd op on
geveer 350, dat is iets minder dan tien
procent van het totaal aantal studen
ten van de Leidse Universiteit. Het gaat
dus waarlijk niet om enkele noodgeval
len.
Een beroep op de burgerij om meer
studentenkamers beschikbaar te stellen
kan wellicht - zoals ook vorig jaar - een
klein aantal kamers opleveren, maar
meer dan een druppel op een gloeiende
plaat is dat toch niet.
Overigens wordt een dergelijk aanbod
uiteraard met graagte aanvaard. Men
kan beschikbare kamerruimte aanbie
den aan het Studenten-huisvestings
bureau. gevestigd in het Prytaneum,
Rapenburg 6.
Deze eventuele nieuwe ruimte ver
goedt echter niet of nauwelijks het re
gelmatig verlies van studentenkamers
door het geven van andere bestemmin
gen aan bestaande grote studentenhui
zen, waarvan er na de oorlog reeds 25
in Leiden verloren gingen.
Steeds meer spoorstudenten
De kamernood leidt onder meer tot
een vergroting van het aantal spoorstu
denten, een verschijnsel dat niet getole
reerd mag worden in een universitaire
samenleving, die de persoonlijkheidsvor
ming door zelfstandigheid en nauw con
tact tussen de studenten onderling even
belangrijk acht als wetenschappelijke
vaktraining.
In één jaar tijd is het percentage van
Leidse spoorstudenten gestegen van
32.4 tot 39.3. Ook dit typeert de om
vang van het probleem, waarvoor
thans dringend een oplossing gevon
den moet worden.
Torenbouw te duur
Reeds geruime tijd geleden heeft men.
ondanks de onmiskenbare bezwaren die
tegen speciale grote studentenhuizen be
staan. in Leiden een plan voor een der
gelijke vorm van huisvesting ontworpen.
Gedacht was toen aan een gebouw van
nie' minder dan twaalf verdiepingen op
de hoek tussen Haagweg en Churchill-
laan aan de Leidse noordoostzijde van
dit kruispunt. In het voorjaar van 1955
heeft men dit plan echter moeten laten
varen omdat de overheid hoogbouw te
kostbaar achtte. De daar gelegen gron
den zijn thans voor het gestelde doel
niet meer beschikbaar.
In de grondarme gemeente Leiden is
overigens een van de grootste problemen
het vinden van bouwgrond die voldoet
aan de eisen van studentenhuisvesting.
Deze gronden mogen namelijk niet te
excentrisch liggen, aangezien anders het
gevaar zou ontstaan van isolement der
aldaar wonenden van de academische
gemeenschap, vooral van het „gezellig-
Verdere maatregelen
noodzaak
De directe nood is daarmede echter
niet opgeheven, zelfs de te verwachten
behoefte in de toekomst nog niet be
vredigd. Want naar de situatie van
thans zouden de studenten met deze 400
plaatsen weliswaar geholpen zijn. doch
pas over twee jaar. wanneer het aantal
studenten waarschijnlijk weer aanzien
lijk zal zijn gestegen terwijl dan ver
moedelijk van de thans bestaande ruim
te weer het nodige verloren zal zijn ge
gaan.
Zowel voor het moment als voor de
toekomst moet dus nog naar andere op
lossingen worden uitgezien.
Paviljoens van 50 studenten
De nood van het moment wil men
voor oen deel ondervangen door de in
richting van twaalf semi-permanente
paviljoens (die te mooi zijn om als
barak te worden bestempeld), welke
Reeds één pand ïn binnenstad
Voor directe hulp en hulp op langere
termijn is ook een derde weg ingesla
gen.
Industrie en bedrijfsleven, in hoge
mate gebaat bij vruchtbare academische
vorming, hebben in Delft veel bijgedra
gen tot de oplossing van het huisves
tingsprobleem. De Commissie Bouw
Studentenhuizen te Leiden onder voor
zitterschap van prof. dr. E. Havinga.
heeft thans eveneens contact in deze
richting opgenomen en daarbij reeds
successen geboekt.
Dank zij de medewerking van een niet
Leidse industrie is men in staat ge
steld een groot pand in Leiden te ver
werven, dat huisvesting aan veertien
studenten zal kunnen geven nadat er
de nodige voorzieningen in zijn aange
bracht. Begin volgend jaar hoopt men
dit studentenhuis in gebruik te kun
nen nemen. In september en oktober
van dit jaar hoopt men door steun
van industrie en bedrijfsleven de be
schikking over nog meer kleine en
grote huizen te krijgen.
Voorts wordt er naar gestreefd van
deze zijde ook financiële steun te ver
werven voor het bekostigen van de
„onrendabele kop" van de inrichting
en bouw van studentenhuizen.
Steun bij oogst?
Oogst het werk op al deze terreinen
belangrijk succes, dan zal waarschijn
lijk de overheid wel financieel over de
brug willen komen.
De verwerving van bestaande gebou
wen en hun inrichting tot studenten
huizen komt globaal genomen neer op
de investering van tegen de f. 6500 per
ondergebrachte student, een geringere
investering derhalve dan bij bouw van
nieuwe studentenhuizen.
Een en ander betekent, dat er on
danks een schijnbare inactiviteit ten
opzichte van een voor Leiden als Uni
versiteitsstad dringend probleem hard
wordt gewerkt om oplossingen te vinden,
die verantwoord zijn en tegemoet komen
aan de speciale en dikwijls moeilijke ei
sen der Universitaire gemeenschap.
(Ingez. Med.-Adv.)
OMDAT Brylcreem waardevolle
haarvoedeade atoffen en zuivere
natuurlijke oliën bevat.
OMDAT Brylcreem het haar en de
hoofdhuid fris en gezond hondu
OMDAT Brylcreem niet
plakkerig, niet vettig is en
daardoor smetteloze
haarverzorging waarborgt.
Massage met BRYLCREEM
bestrijdt roosvorming maakt
droog haar weer vitaal.
Beecham (Nederland) N. V. Jacq. Mot N. V, Amsterdam
Leidse aannemer vroeg niet waar stenen
vandaan kwamen
(Ingez. Med.-Adv.)
f,Margriet" dit frisse blad van déze tijd, telt reeds jarenlang het grootste aantal lezeressen.
Géén wonder: ieder jaar voegen de jongeren zich erbij want... „Margriet" is véél gezelliger!
Zes maanden gevangenisstraf waar
van twee voorwaardelijk met aftrek
vorderde de procureur-generaal bij het
Haags Gerechtshof tegen een wegen
bouwer uit Linschoten: bevestiging van
zes maanden m a. waarvan twee voor
waardelijk tegen een wegenbouwer uit
Wilieskop en twee maanden voorwaar
delijk met f.50.boete togen een Leid
se arbeider.
Dit drietal verdachten had samen met
vele andere wegenbouwers die ver
oordeeld zijn, maar niet in beroep wa
ren gekomen duizenden stenen ont
vreemd ten nadele van de Rijkswater
staat, terwijl zfj in dienst bij een aan
nemer wegenwerken uitvoerden bij Ha-
zerswoude, Zoeterwoude en andere
plaatsen in die streek. Dit had zich uit
gestrekt over een groot aantal jaren.
De laatste verdachte had maar eenmaal
meegedaan, maar de anderen waren in
1951 en 1953 hiermee al bezig. Zo ver
kochten zij 5000 oude stenen en 5000
nieuwe stenen aan een Leidse aanne
mer. In december '54 hebben zij 15 maal
stenen ten eigen bate verkocht.
„De staat is op een schandelijke ma
nier beroofd", constateerde de president.
Als getuige werd gehoord de wacht
meester der Rijkspolitie, J. A. C. v. d.
Horst te Hazerswoude, die de diverse
processeniverbaal had opgemaakt. De
proc.-generaal vond het in hoge mate
ernstig wat verdachten hadden gedaan.
Zij werkten in een vertrouwenssfeer en
het gebeurde in oomplotverband, gedu
rende lange tijd.
Direct hierna stond de Leidse aan
nemer terecht wegens heling. Hij vroeg
een voorwaardelijke straf, maar tevens
ontkende hij dat hij geweten zou heb
ben dat de stenen van diefstal afkom
stig waren. ,Jk dacht, dat die mensen
een mazzeltje hadden met overgebleven
stenen van een werk. Dat gebeurt wel
meer". De president geloofde echter
niet in „mazzeltjes van stenen" die
f. 600 waard waren. De stenen werden
bij avond gelost in een schuur aan de
Hoge Rijndijk. De verdachte betoogde
dat hij voor de oude stenen f.75 per
duizend had betaald en voor de nieuwe
f.90 per duizend. Volgens de wegen
bouwers had hij echter maar resp. f. 40
en f.50 per duizend betaald. De aanne
mer had nooit gevraagd waar de ste
nen vandaan kwamen.
In eerste instantie had de aannemer
vier maanden gevangenisstraf, waarvan
twee voorwaardelijk, gekregen. De proc.-
generaal vond de heler in dit geval
eigenlijk erger dan de steler en hij zag
geen termen aanwezig om een ontken
nende verdachte een voorwaardelijke
straf te geven. Hij vorderde daarom
drie maanden gevangenisstraf. Mr. Ger
ritsen, de raadsman, meende dat de of
ficier van Justitie op juridische gron
den niet ontvankelijk was in zijn appèl.
Tevens bepleitte hij dat verdachte we
gens schuldheling zou worden veroor
deeld tot een voorwaardelijke straf om
dat zijn cliënt in fiscale moeilijkheden
verkeert en niet uit de zaak gemist kan
worden. Uitspraak 21 september.
Vele sprekers hebben gistermiddag in de bovenzaal van het Oude Raadhuis
in Woubrngge tudens de gehouden receptie ter gelegenheid van de gunstige
tewaterlating van de voor de Katwfjkse rederij gebouwde motor-treiler „Stadt
Enckhuysen" K.W. 82 als hun mening uitgesproken, dat een Katwijkse haven
niet alleen van belang is voor Katwijk zelf, maar tevens als een nationaal
belang gezien moet worden. Het was vooral burgemeester H. Duiker, die met
klem betoogde, dat het voor de nijvere vissersbevolking van zjjn gemeente van
het allergrootste belang is, dat aan Katwijk een eigen haven gegeven wordt.
De visserij is een nationale industrie en een Katwijkse haven een nationale zaak.
W(j moeten daarom zorgen, dat langs de Nederlandse kust ook goede havens
zün voor onze vissersvloot, aldus de burgemeester.
De tewaterlating van de K.W. 82. het
zesde schip van de rederij Kennemer-
land. had een zeer vlot verloop. Ter be
groeting van burgemeester en mevrouw
Admiraal van Enkhuizen bood het doch
tertje van de heer Boot bloemen aan
mevrouw AdmiraalVan den Bor aan.
Hierna sprak de heer J. H. Boot een
enkel woord van welkom tot de vele
aanwezigen, o.w. de burgemeester van
Woubrugge J. C. van Wageningen, als
mede de leden van de industriële club
uit Alphen, de directeur van de rederij
Kennemerland. de heer Th. Meijering,
de directieleden van de maatschappij en
leden van het personeel.
Vervolgens werd door mevr. J. L. Ad
miraalv d. Bor. de echtgenote van de
burgemeester van Enkhulzen, de doop
plechtigheid vei richt.
Kort daarop gleed het schip snel in
de Heimanswetering. Ook dit keer over
stroomde het water het boerenerf aan
de overkant van de wetering, ondanks
de voorzorgsmaatregelen, die men ge
troffen had.
Met een harde klap valt de
..Stadt Enckhuysen"gebouwd voor
de Katwijkse rederij ..Kennemer
land" in de Heimanswetering, waar
van het water hoog opspatte als
verzette het zich tegen deze nieuwe
indringer.
Het schip, dat het vijfde op deze werf
voor genoemde rederij gebouwd vaar
tuig is, heeft een afmeting van 40,50
meter lengte, meter breedte en 3.80
meter holte. Het zal worden uitgerust
met een 550 P K. Bronsmotor met een
reductie van 2:1 en verstelbare schroef.
Het schip krijgt een winchmotor van
100 P.K. en een Bronshulpmotor van
50 P.K. Er is accommodatie voor 17 man
en heeft ruimte voor 1600 kisten vis en
400 kantjes.
Onmiddellijk na de tewaterlating is
de kiel gelegd voor een nieuw schip,
te bouwen voor de Katwijkse rederij
M. Kuit. dat een lengte krügt var. 30
meter, een breedte van 6,80 meter en
eea holte vaa 3,50 meter-
Na deze tewaterlating kwam men in
de bovenzaal van café Het Oude Raad
huis bijeen, waar de heer Boot alle
aanwezigen nogmaals welkom heette,
in het bijzonder het gemeentebestuur
van Katwfjk, de burgemeester en de
wethouders, de heren D. C. van Leeu
wen en D. J. Kleen en de secretaris,
de heer D. C. O. Boekhoven. De heer
Boot wees er op. dat de rederij Kenne
merland een der weinige rederijen in
ons land is, die zoveel nieuwe schepen
na de laatste wereldoorlog in de vaart
heeft gebracht en gehouden. Vervolgens
bood spreker aan mevrouw Admiraal
een blijvende herinnering aan deze dag
aan.
De directeur van de rederij, de heer
Th. Meijering, gaf vervolgens een over
zicht van de historie van de maat
schappij die geboren is in de stad Enk
huizen. Hieruit bleek, dat de rederij
vóór de oorlog 12 schepen in de vaart
had en de oorlog er met twee eindigde.
Na de wereldbrand kwamen er 5 van
de tien gevorderde terug, waarna de mo
dernisering van de vloot een aanvang
heeft genomen. Spreker hoopte, dat
deze nieuwe aanwinst met de gehele
Katwijkse vloot nog eens de eigen Kat
wijkse haven zal kunnen binnen varen.
Burgemeester Admiraal van Enkhui
zen toonde zich namens het gemeente
bestuur van zijn stad zeer erkentelijk
voor de naamgeving aan dit schip. Hij
wees op de geschiedenis van zijn stad
in de visserijwei eld. waaruit o.m. bleek,
dat Enkhuizen in de middeleeuwen een
grote rol gespeeld heeft in de haring
vangst.
Namens de Visserij inspectie sprak de
heer Lienesch uit Den Haag. Deze prees
de activiteiten van de heer Meijering.
Namens de industriële club sprak de
voorzitter jhr. Z. H. M. van Asch van
Wijck.
Burgemeester J. C. van Wageningen
sprak namens hot gemeentebestuur van
Woubrugg»