Apulische boomgaard verborg een
van 'swerelds mooiste grotten....
DE GEWOONSTE DINGEN
Wonderlijke kegeldaken sieren hier en daar de
huisjes Bij Bari ligt heerlijk landschap
WOORD
De heiuieëieren zijn
er weer
Zaterdag 1 september 1956
4e Jaargang no. 35
WsM&sM t
WÉÊÊÊk
De vergeten helft van de laars (XI)
ER is heel vaak een jagen naar
het ongewone, het uitzonder
lijke in het leven. Waarom
reizen velen in him vakantie zo ver
weg? Toch niet alleen om later te
kunnen vertellen, dat men er ge
weest is. of om een kiekje te tonen
van zichzelf met de Eiffeltoren. de
St. Paul's Cathedral of de Matter-
horn op de achtergrond, maar toch
ook om het onbekende te zien. om
landschappen, steden en mensen
typen in zich op te nemen, die an
ders zijn dan onze dagelijkse om
geving. In de wereld van de mode
is ook een trek naar het ongewone,
opvallende, bijzondere. En genie
ten velen in de bioscoop niet voor
al van de wereld van weelde in
paleisachtige gebouwen met porta
len en trappenhuizen, die een over
weldigende indruk op ons maken.
VAN
BEZINNING
dat wij elke dag op kunnen staan
en aan 't werk kunnen gaan. Als
wij dat beseffen, dan kan zelfs een
druilerige dag feestelijk beginnen.
Zijn de mensen zo gewoon, die wij
dagelijks ontmoeten? Als wij geen
aandacht voor ze hebben, ja dan
vervelen ze ons gauw. maar als wij
eens nadenken over wat achter hun
woorden en daden in hen leeft, dan
wordt ieder mens iets bijzonders,
met een eigen leven. En zo is het
het uitbundige lenteleven. Hoe kan
het voor velen een vreugde zijn om
in hun tuintje te werken, daar te
genieten van wat toch tot het ge
wone leven behoort, maar in die
dagen was deze vreugde ons totaal
ontnomen.
En nu. is er de gejaagdheid. Wij
hebben het allen erg druk. zo me
nen wij terecht of ten onrechte.
Als wij ons naar het werk begeven
is er bijna geen tijd om rondom
ons heen te kijken. Gebogen over
het stuur van onze fiets racen wij
zo hard wij kunnen, er is geen tijd
te verliezen. En over ons hele le
ven komt dat haastige, dat ons al
les vluchtig laat doen. dat ons alle
aandachtigheid ontneemt en laat
leven onder de last van het alle
daagse. waarin wij niets schoons en
niets verheugends meer kunnen
terwijl men in zijn eigen huis êen
eng gangetje en een zeer steile on
gemakkelijke trap heeft?
Het andere, het niet-dagelijkse.
het vreemde, dat trekt ons. ja, door
dat te zoeken en daaraan te den
ken trachten wij ons vaak met het
gewone in ons dagelijkse leven te
verzoenen, of wij proberen zelfs
daardoor het alledaagse te ont
vluchten. En toch is het niet de
weg naar een gelukkig leven, als
men zo leeft en denkt en alle aan
dacht voor het gewone verliest.
Want wat is gewoon? Dat wat
wij zo zonder denken of aandacht
in het leven voorbijgaan, of waar
wij ons misschien, omdat wij iets
anders begeren, dagelijks telkens
een beetje aan ergeren. En toch
kan het gewone ook wonderlijk on
gewoon worden, als wij er bij stil
staan, er aandacht voor hebben.
Het is toch heus niet zo gewoon,
Even buiten Alberobello werd deze foto genomen: rechts een van de truth's (huisjes met kegeldaken).
welke bij honderden in het golvende landschap verspreid liggen.
(Van onze reportage-redacteur)
(XI)
In een cafétje in Castellane, een van de tientallen witte stadjes
van Apulië (de hiel van de laars) kwam ik in gesprek met een intel
lectueel en lichtelijk verstrooid man, die vroeg of ik zijn grot wilde
zien. Hoewel mijn leidsman uitstekend Duits sprak en zich had voor
gesteld als professor Franco Anelli was de zaak me nog niet helemaal
duidelijk. Bij de geestelijke voorbereiding van mijn reis had ik
namelijk de grotten overgeslagen. Anelli nam me mee naar de bus en
na een rit van tien minuten arriveerden we bij een terrein,
dat er nogal geëxploiteerd uitzag: twee restaurants, een hoge,
toren, geparkeerde auto's. Mijn gastheer leidde me zijn kantoor
binnen, haalde een vergeelde foto te voorschijn en begon te ver
tellen. De foto was in 1938 gemaakt en ik zag er een boomgaard op
met een paar mannen, die naar een gat in de grond stonden te kijken.
Een van hen was Franco Anelli, de meest befaamde speleoloog ofte
wel grotonderzoeker van Italië. Het gat had een middellijn van enige
meters en in de diepte kon men vaag een indrukwekkende ruimte
zien. Op verzoek van de gemeente Castellane daalde Anelli via touw
ladders af in het zestig meter diepe hol. Hij bleef uren weg en kwam
tenslotte huilend van ontroering weer boven de grond. Hoewel hij
niet meer dan een carbid-lantaarn bij zich droeg, wist hij de luister
rijkste grot van Italië, ja misschien wel van de hele wereld ontdekt
te hebben.
Er heerst benauwend veel
misère in Zuid-Italië - hierover
werd in vorige reportages ver
teld - maar wellicht wilt U ook
weten hoe Calabrië. en Apulië
eruit zien, bekeken door de ogen
van iemand, die tydens zyn reis
zyn eigen perikelen wil vergeten
en er ook niets voor voelt
geconfronteerd te worden met
andermans leed. Kortom, wat is
het toeristische beeld, dat hiel
en voet van het vasteland
bieden
Nationaal monument
De grot van Castellane, ongeveer
veertig kilometer ten zuidoosten van
Bari, is een van de toeristische attrac
ties van Apulië geworden. Er zijn er
nog andere: de weergaloos weelderige
barokgebouwen in het verrassend net-
te stadje Lecce in de punt van de hiel;
net C as tel del Monte, dat vreemde
achthoekige kasteel van Frederik II
van Hohenstauffen, op een eenzame
hoogte gelegen en het wijde eentonige
landschap rondom overheersend en als
derde toeristische houvast noem ik Al
berobello, de stad der trulli's niet ver
van de grot van Castellane.
Trulli's zijn huizen en huisjes met
wonderlijke kegeldaken van losgesta-
pelde stenen. Een bouwtrant, die men
alleen in deze hoek van Apulië vindt
en waarvan de oorsprong in de mist
der tijden verloren gaat. In Albero
bello zijn er vele honderden en zij vor
men een grappige Disney-achtige
stadswijk, die tot „nationaal monu
ment" is verklaard. Een interessant
verschijnsel, maar ware schoonheid
krijgen deze curieuze trulli's eerst
wanneer zij vrij in het landschap
staan.
Faam van Castellane
is nog niet ver
genoeg verspreid
Dat gat in de bodem van de olijven-
boomgaard was tot dan toe alleen goed
geweest om er legenden aan vast te
knopen. Er stegen in heldere zomer
nachten „witte wieven" uit op, zijnde
de zielen van de slachtoffers van een
roverhoofdman, die de gewoonte had
alles wat hij kwijt wilde in de machti
ge afgrond te werpen. Voor het overige
misten de boeren uit de buurt de no
dige touwladders en de moed om zich
in de kerktorendiepe onderwereld te
wagen.
Toen Anelli het Castellaanse wonder
had ontdekt, verdween hij weer naar
Adelsberg oftewel de onderaardse won
deren van Postumia, de grootste
druipsteengrot van Europa, gelegen in
noordelijk Joego-Slavië. Hij was daar
al jaren directeur en hij bleef er tot
1945. Het regiem van Tito „lag" hem
toen niet en zo kon hij drie jaar later
ja zeggen, toen men hem vroeg direc
teur te worden van de door hem zelf
ontdekte grot nabij Castellane.
Deze was sinds 1939 in exploitatie,
maar jaarlijks kwamen er niet meer
dan 12.000 bezoekers. De laatste tijd is
het echter anders geworden. Het Zui
den wordt sinds 1950 met miljarden
lires geholpen en dit helpen heeft ook
betrekking op het toerisme. Er kwa
men bij de grot van Castellane een
lift en een motel, er werd reclame ge
maakt en nu zijn er 100.000 bezoekers
per jaar. Bijna alleen Italianen, om
dat de faam van Castellane nog niet
wijd genoeg verspreid is. Meer dan vijf
Nederlanders zijn er voor zover Anel
li wist, nog niet geweest.
Indrukwekkende zalen
onder de grond
Hij leidde me zelf rond en waarlijk
onder dat gat in de boomgaard ging
een wonderlijke wereld schuil. Miljoe
nen jaren geleden heeft een onder
aardse rivier in deze poreuze karst-
grond, de mooiste en grilligste vormen
en kleuren geschapen.
Er zijn hallen groter dan een ka
thedraal, lieflijke ruimten zoals het
„Piccolo Paradiso", het kleine para
dijs, waar een begenadigd beeldhou
wer aan het werk schijnt geweest te
zijn. Ik heb Han en Postumia gezien,
maar deze grot van Anelli maakte
meer indruk op me, omdat de schoon
heid in deze onderwereld nog meer
samengebald en daardoor nog verras
sender is. Wanneer Hades zulk een
rijk bezat, zou men waarlijk niet al te
veel medelijden met de ontvoerde Per
sephone behoeven te hebben, al ont
brak in de klassieke sage natuurlijk de
discrete) elektrische verlichting van
Castellane.
Een derde van de grot is thans open
gesteld en binnenkort wordt er hei
„witte paradijs" aan toegevoegd. Anel
li bezwoer me met een trilling in zijn
stem om terug te komen als dat ge
deelte ook voor een niet-speleoloog
toegankelijk zal zijn. „Ik mis de woor
den om te zeggen hoe mooi het daar
is", zei hjj bijna fluisterend.
ook met de voorwerpen, waar wij
dagelijks mee omgaan. Het zijn
heus niet alleen schilders, die de
schoonheid zien van een kroes en
een bord. een vrucht en een bloem.
Die schoonheid kunnen wij allen
zien. als wij er aandacht voor wil
len hebben.
Maar voor dit aandachtige le
ven is innerlijke rust en tijd nodig.
En het leven is hard bezig om ons
beide te ontnemen. De innerlijke
rust door de angst, die velen heb
ben voor de toekomst, de vrees dat
er weer een oorlog kan uitbreken.
Wij herinneren ons nog de voor
jaarsdagen in 1940, toen de Duitse
troepen ons land binnentrokken.
Een prachtige lente was het, de
vruchtbomen bloeiden maar wij
hadden er geen aandacht voor. ja
het deed ons zelfs pijn. want in
nerlijk waren wij geschokt, en wij
wilden en konden niet genieten van
ontdekken, omdat wij ons de tijd
niet gunnen.
Ons leven wordt ontluisterd en
de enige manier om daaraan te
ontkomen schijnt velen het zoeken
van wat niet gewoon is. Terwijl het
toch eigenlijk moest zijn het zien
van 't gewone. *t gewende, als iets
dat ook zeer ongewoon, zeer bijzon
der is.
Toen de veel te min gewaardeer
de dichter Albert Verwey in een
brief aan een vriend verslag gaf
van wat er in hem omging toen zijn
eerste kind was geboren, schreef
hij: ,,'t Is een subliem mooi ding.
zo'n moeder met haar kind. de
moeder zo jong en 't kmd haar
eerste. De gewoonste dingen zijn
toch eigenlijk de meest grandioze".
G. Cadée
Hervormd predikant
te Alphen a. d. Rijn
In de grot van Castellane zijn sprookjesachtige taferelen te aan-
schouwen. Op deze foto ziet men de „spelonk van de kleine Madonna",
zo genoemd naar het druipsteenfiguurtje op het achterplan.
Verrukkelijk gebied
Ik geloof niet, dat het grotendeels
vlakke Apulië nog eens een favoriet
toeristengebied wordt. Daar is het te
monotoon voor. Er zijn aardige witte
stadjes, de mensen zijn er gemakke
lijker in de omgang dan in de rest van
Zuid-Italië (Apulië is er trouwens ook
het welvarendste deel van)Bari is
een verrassend fleurige, en levendige
grote stad (ruim 300.000 inwoners),
maar deze kwaliteiten plus de al eer
der genoemde trekpleisters schijnen
me toch niet voldoende. Olijven, wijn
gaarden, korenvelden en witte stadjes
vormen niet zonder meer een boeiend
landschap. Er is nog iets anders voor
nodig en dit onmisbare surplus vindt
men wel in een betrekkelijk klein ge
bied ten zuidoosten van Bari, in de
buurt van Alberobello, Fassano, Loco
rotonde.
Wanneer men deze streek leert ken
nen op een frisse lentedag en onder
een blauwe hemel met jagende witte
wolken, zal men het met me eens zijn,
dat dit een van de meest persoonlijke,
een van de verrukkelijkste landschap
pen van Europa is. Er zijn daar dan
wyd golvende heuvelen met olijven en
bloeiende vruchtbomen, wijnstokken
in een bodem van een verzadigd rood
bruin. velden met fel rode klaver. Lage
lichtgrijze muren van gestapelde ste
nen scheiden de percelen, langs de
kronkelwegen bloeien lila seringen,
rondom liggen witte stadjes op de heu
veltoppen en dan zijn er, verspreid in
de velden, de trulli's de blank gekalkte
huisjes, bekroond met de donkergrijze
kegeldaken.
Een landschap, dat iemand, die ge
voelig is voor deze lieflijke schoon
heid en die bereid is de hoofdwegen te
verlaten, gelukkig kan maken.
Eenzaam plateau
Calabrië, de voet van de laars, is zo
heel anders dan Apulië. Een land van
vrij hoge bergformaties en wijde pano
rama's, met landbouwgronden en ha
veloze grauwe stadjes, maar ook met
grote gedeelten waar de natuur tot
dusver geen mensenwerk toe liet. Tot
voor kort behoorde het befaamde,
meer dan duizend meter hoge plateau
van Sila hiertoe. Er woonden in dit
gebied, groter dan een Nederlandse
provincie, enkele tientallen mensen,
die 's winters de wolven door de be
sneeuwde velden rond hun huizen za
gen sluipen. Op deze woeste, vrijwel
onberoerde hoogvlakte worden nu hon
derden woningen gebouwd in het ka
der van het hulpplan voor het zuiden,
maar nog altijd zijn er in dit hart van
Calabrië geweldige uitgestrektheden,
waar een zoeker naar eenzaamheid
zijn hart op kan halen. Indrukwekken
de wouden van pijnbomen, grootse ver
gezichten, enkele meren in volslagen
onbewoonde streken vindt ge er en het
zal de zwerver door deze bergen moei
lijk vallen iets te ontdekken, dat op
exploitatie van het toerisme lijkt.
Angst voor bandieten en
wolven is overbodig
Bij het Arvo-meer vond ik een mo
dern „motel" in aanbouw van de Ita
liaanse automobielclub en dat was ei
genlijk alles. In reisgidsen had ik ge
lezen, dat San Giovanni in Fiore, het
grootste plaatsje aan de rand van het
Sila-plateau, 'n „zich snel ontwikke
lend toeristenoord" was. Welnu, ik trof
een stadje aan van 25.000 mensen, van
wie duizenden werklozen, een aller-
armzaligst geval met een vierderangs
restaurantje als enig toevluchts
oord voor de vreemdeling. Heus. de
bergen van Calabrië. ook zuidelijker in
Aspromonte, zijn toeristisch bezien
nog nagenoeg terra incognita.
Voor de avonturier kan dit zijn gro
te bekoring hebben, maar voor de ge
middelde vakantieganger zullen de
eenzaamheid en het ontbreken van ho
tels en restaurants voorlopig wellicht
nog onoverkomelijke bezwaren blijken.
Voor wie er ooit terecht mocht ko
men: angst voor bandieten en wolven
is overbodig. De laatste tientallen
struikrovers, die zich lang staande
hielden in het Aspromonte-gebergte
helemaal in het zuiden, werden niet
lang geleden door de carabinieri gegre
pen en de wolven zijn niet zo talrijk,
dat een reiziger ze zomers op zijn pad
ontmoeten zal.
H. A.
Het Voorlichtingsbureau voor d«
voeding meldt:
Ze zijn er weer, de henneëieren,
eerste produkten van de in dit jaar ge
boren hennen.
De kuikens, die de boeren tussen ja
nuari en april voor de verjonging van
hun pluimveestapel hebben gekocht,
beginnen na 5 maanden te leggen. Er
zijn dus nu al heel wat jonge hennen
met de leg begonnen. In het begin zyn
de eitjes klein, maar naar gelang de
dieren langer aan de leg zijn, worden
ze langzamerhand groter Iedere jonge
hen legt in het begin een serie eieren
van tussen de 40 en 50 gram. Dit zijn
de welbekende „vytfjes" en „zesjes",
die hoewel zy klein ztfn op vele
punten de voorkeur verdienen boven
grotere eieren.
Zo Is b.v. de schaal in het algemeen
sterker, want de kalkreserve, waaruit
de kip voor het produceren van de
eischaal put, is nog groot. Toch is die
schaal in verhouding tot de inhoud
van het ei niet zwaarder dan by een
groot ei het geval is. Verder hebben
deze eitjes een fyne smaak, waardoor
ze voor velen een ware delicatesse zijn.
Voor kinderen, die wat moeite heb
ben met een groot ei-ineens zijn de
kleine eieren een uitkomst. Ook wat
de voedingswaarde betreft, is het niet
nodig om kleine kinderen de grootste
eieren te geven.
De kleine eitjes zijn bovendien zeer
geschikt om er soep, vla of pudding
mee te verfijnen. Grote eieren zijn
daarvoor vaak te groot en het is niet
altijd prettig om met restjes ei te bly-
ven zitten. Het is in dit verband wel
goed te weten dat de kleine eitjes in
verhouding een grote dooier en weinig
eiwit hebben, waardoor de voedings
waarde hoger is.
Natuurlijk zijn kleine eieren goed
koper dan grote: we kunnen dus eens
een extra ei nemen. Wie een bepaald
bedrag voor eieren uittrekt, zal mer
ken dat hij in verhouding meer kleine
eitjes voor zijn geld kan kiezen dan
grote en tevens een groter gewicht aan
kleine eitjes krijgt. Hij zal dus meer
plezier van zyn geld hebben.
De henneëieren bieden ons wel vele
voordelen. Tot eind oktober mogen we
er een behoorlijke aanvoer van ver
wachten. Eieren zijn een hoogwaardig
levensmiddel en bij vrijwel iedere zo
mergroente te gebruiken, afgezien nog
van het feit dat ze bij de broodmaal
tijd nooit zullen misstaan. Als eiwit
voeding zijn ze werkelijk goedkoop.
Door hun extra voordelen verdienen de
kleine eieren dus dubbel en dwars onze
aandacht.