VREEMDSTE VISSERS TER WERELD VANGEN ATOOMRESTEN Dsjengis Klian: „de hardste van allen!" ZATERDAG 18 AUGUSTUS WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Met een stofzuiger halen zij stof uit de lucht Beivogen Leven Vijand van Christenen en Muzelmannen „ATOOM-ENERGIE" staat in witte letters op de donkere truien van de bemanning der „Mary Munro III". Geen won der, want het is de taak dezer Cumberlandse zeelui om de zeebodem te bevissen op spo ren van radio-activiteit. Zij zijn er trots op, de allermodernste vissers ter wereld te zijn. t j IER mannen Alec Mellon, Ge- orge Taylor, Ted Sutton en Ar thur Davis bevissen de Cum berlandse kustwateren op atoomres- ten. Hun visserstaak is enig op aar de! Tot dusverre stelden zij nergens een zo grote mate van radio-activi teit vast, dat deze als een gevaar wordt aangemerkt door de mannen der we tenschap. Mocht echter te eniger tijd de Mary Munro III wel met zulke „positieve" resultaten aan boord de haven van Whitehaven binnenlopen, dan zal Sellafield, ja, dan zal het Britse Ministerie van Bevoorrading in last zijn. Immers, dan nv v, en weg gevonden worden om op andere ma nier dan tot dusverre de afvalpro- dukten der Sellafieldse atoomzuilen te spuien. Die weg zal lang, moeilijk een zeer kostbaar zijn. (NIVANO - Nadruk Verboden) Met dit toestel onderzoekt radiotelegrafist George Taylor de aanwezigheid van gamma- stralen in de lucht. Laboratorium-vissen zijn er niet om te eten (Bijzondere medewerking) SCHIPPER Alec Mellon is negenenveertig jaar oud. Stoer en joviaal staat hij op de kade van de haven van Whitehaven. „Ja, die „atoomvisser" ben iken daar ligt mijn atoom schuitje, de Mary Munro III. Een brave schuit! In mijn jonge jaren ben ik buschauffeur geweest in Londen en later was ik in die stad politieman. Maar wat wilt U? Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Mijn voorouders waren allemaal vissers en zeelui. Ook ik ging terug naar de zee. En nou hebben ze me opgeknapt met de zonder lingste visserij, die er bestaat, met de atoomvisserij BLAUW-WIT geschilderd ligt de Mary Munro III op de mistige ochtend langs de kade. Alec Mel lon en zijn drie helpers maken zich ge reed ook om hun uniek vissersbedrijf te gaan uitoefenen. Schip en beman ning zijn in dienst van het Ministerie van Bevoorrading, afdeling Atoom- Energie. „M.o.S. Atomic Energy" lees ik in helderwitte letters op hun donkere truien. Schipper Mellon glim lacht, als hij mijn ogen gericht ziet op die letters. „Ja, dat zijn weatoomvissers „Nu ja, schipper", zegt de boots man, Ted Sutton, „we vangen ook wel eens een zoodje vis, maar niet om op te eten. Die leveren we af aan de heren van het laboratorium op de wal. Die goochelen er dan mee, totdat ze weten hoe radioactief die vissen zijn.. Mijn grootvader zou zich de haren uit het hoofd hebben getrokken, als hij die kunsten had gezien...." WAAROM ATOOMVISSERIJ? TIT AT bewoog het Ministerie van VV Bevoorrading om tot de atoom visserij over te gaan en Mel lon en zijn mannen op de Mary Mun ro III met die taak te belasten? Nabij Whitehaven ligt de plaats Sellafield, waar de afdeling Aioom- Energie van het ministerie enige atoomzuilen heeft gebouwd. De afval produkten dezer installatie worden afgevoerd door een pijpleiding van on geveer achthonderd meter lengte, die op de zeebodem ligt. Op gezette tij den wordt die leiding door duikers on derzocht op lekken. En eveneens op gezette tijden bevist de Mary Munro III de Cumberlandse kustwateren om te onderzoeken, of zich door de atoom- zuil-afvalprodukten onder en in het water misschien schadelijke radio-ac tiviteit ontwikkelt. Mellon en zijn mannen brengen dan monsters vis, zeewier, schelpen, zand en slik, benevens flessen zeewater naar de wal. De deskundigen van de atoomvorsing test de monsters ver volgens op radio-activiteit. Teveel van deze activiteit kan namelijk zeer scha delijk zijn en dergelijke schade wil het Ministerie van Bevoorrading zo tijdig mogelijk voorkomen. Aan deze bezorgdheid dankt de atoomvisserij haar ontstaan en danken Alec Mel lon en zijn mannen hun unieke vis- sersbaanl HOE? SCHIPPER Mellon heeft opdracht, lucht, water en zeebodem te con troleren. Zijn duiker Arthur Davis gaat steeds weer omlaag om de toestand van de pijpleiding na te gaan en te onderzoeken of er geen breuken dan wel lekken van andere aard aanwezig zijn. Het wateronder- zoek is het eenvoudigste. Speciaal geconstrueerde „Munro-flessen" wor den aan lijnen overboord ^egooid om monsters zeewater uit verschillende diepten boven te brengen. Een dreg dient om zeewier, zand en slik vaj de bodem te halen. Bootsman Ted Sutton is de „dregger'. De radio-tele grafist, George Taylor, staat voort durend in radiografisch contact met Sellafield, het Cumberlandse „Atoom- Hoofdkwartier". Bovendien verzame.t hij met een stofzuiger monsters stof uit de lucht, die eveneens op hun atoomwetenschap hebben zij heel wat geleerde termen overgenomen en aan boord van de Mary Munro III zijn woorden als Geigerteller, alpha-stra- len, isotopen, gamma-stralen tot echte visserstermen geworden. Ja, de kostbare instrumenten, die de Mary Munro III aan boord heeft, worden ook door de bemanning die toch stellig geen atoom-scholing heeft doorlopen deskundig en met gemak bediend. George Taylor bijvoorbeeld onderzoekt de lucht op kosmische ra dio-activiteit. radio-activiteit worden onderzocht. Zeedieren behoren ook tot de prooi van Alec Mallon en zijn mannen, ech ter niet om als voedsel te dienen of ter markt te worden gebracht, doen om in Sellafield door de atoomde;- kundlgen te worden onderzocht op hun radio-activiteit. ATOOM-JARGON GEWONE vissers spreken over ha ring en kabeljauw, over netten, lijnen, spiering en wat dies meer zij. De atoomvissers voor de Cumberlandse kust echter hebben hun eigen atoom-jargon. Door hun veel vuldig contact met de mannen der Op iedere vissersboot wordt al het „onkruid", zoals krabben, schelpenzeesterren en het on dermaatse goed zo gauw moge lijk over boord gegooid. Niet aldus op de ..Mary Muuro III", waar alles nauwkeurig wordt verzameld en toegezonden aan het laboratorium voor atoom onderzoek. ZOMER- RIJKDOM OP TAFEL llllllllüllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll! Het Voorlichtingsbureau voor de Voeding meldt: Eén van de prettige dingen van de zomer is, dat zij ons de kans geeft ons rijkelijk te goed te doen aan verse green ten en vers fruit. In 7 menu's zullen wij U wat ideeën aan de hand doen voor de verwerking van die lekkere en gezonde produkten. We hopen er tevens mee aan te tonen, dat tomaten en vruchten hun plaats in de warme maaltijd ruimschoots verdienen. Natuurlijk kunnen de me nu's vereenvoudigd worden door de soep of het toetje achterwege te laten. Tomatensoep aardappelen, kalfs lapje met jus, bloemkool choco ladepudding met custardsaus. Aardappelen met jus, gebakken kaasplak. andijvie broodschotel met krenten en rozijnen. Aardappelen, runderlapje met jus, slabonen custardvla met gestoof de of rauwe bessen of pruimen. Groentesoep aardappelen met jus, kropsla met gekookt ei flensjes. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Aardappelen, gehakt met jus, snij bonen vruchtensla. Aardappelen, gebakken vis, boter saus, gestoofde tomaat caramel- vla. Kerriesoep gebakken aardappelen, roerei, andijviesla rijst met bes- sesapsaus. RECEPTEN VOOR 4 PERSONEN Broodschotel met krenten en rozijnen 200 gr. oud brood zonder korst, Vz liter melk, 1 ei, 75 gr. (5 eetlepels) suiker, 50 gr. krenten en 50 gr. ro zijnen of 100 gram rozijnen, 1 pakje vanillesuiker, schil van een citroen, beschuitkruim, boter of margarine. De melk aan de kook brengen met de geraspte schil van de citroen. Het in dobbelstenen gesneden brood en de gewassen krenten en rozijnen toevoe gen en 10 minuten zachtjes in de melk verwarmen. Het brood fijn roeren. Het ei met de suiker en de vanillesui ker roeren en bij de broodmassa voe gen. Het geheel overdoen in een vuur vaste schotel en bestrooien met be schuitkruim. Hier en daar een klontje boter of margarine leggen en het schoteltje in de oven of in een won- derpan een bruin korstje geven. Gestoofde tomaten. 1 kg tomaten, zout, peper, boter of margarine, paneermeel. De tomaten wassen, in heet water dompelen en schillen. De tomaten in plakken snijden. De plakken bestrooi en met peper en zout en overdoen in een braadpan. Een paar klontjes bo ter of margarine er tussen leggen. De tomaten in 5 A 10 minuten gaar laten worden. De tomaten voorzichtig over doen in een schaal en bestrooien met gehakte peterselie. Desgewenst de to maten in een vuurvaste schotel in de oven bereiden. De tomatenplakken met peper, zout en klontjes boter of mar garine in een vuurvaste schotel doen. De bovenkant bestrooien met paneer meel. Er hier en daar een klontje bo ter of margarine op leggen. De schotel 10 a 15 minuten in een matig ver warmde oven plaatsen. Vlak voor het opdienen gehakte peterselie er over strooien. lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliilillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIW^ Verlammende schrik beving allen bij zijn komst! TN HET BEGIN van de dertiende eeuw zat het Avondland in zak en as. Het was in Egypte begonnen. Zo zou men het althans kunnen zien. Egypte was de .be geerde buit" voor het Westen en het Oosten. Aanvankelijk dachten de Westerlingen dat achter de vijanden van het Midden-Oosten een vriend woonde, een grote vriend, doch weldra zou blijken dat deze vriend de gruwelijkste vijand was, die het Westen ooit had gekend. Doch waarom zullen wij mensen van de Twintigste Eeuw in raadselen spreken, als wij alle tijd hebben „om de Geschiedenis op de voet te volgen?" Gnze werkdagen zijn immers kort en de techniek neemt ons het zware werk uit de handen, zodat we. lichamelijk, en geestelijk hongerend, nooit moe kunnen worden bij het zien naar de beelden van een verloren tijd. Wel verkondigde men reeds in de dertiende eeuw dat men zes uren werken moest per dag, zes uren bidden, zes uren zijn broeders helpen en zes uren slapen! Doch ik vraag U in gemoede: „Heeft ooit het beeld van de werkelijkheid in enige Eeuw het beeld van de Verkondiging benaderd? En de hoofdpersoon van de serie „Bewogen Levens", die nu op stapel staat, had zelfs deze Verkondiging nog nooit gehoord. Hij leefde bij zijn eigen verkondiging en die luidde ongeveer zo: „Wees trouw aan Uw woord. ken geen vrees, zorg ervoor dat Uw vijanden voor U vluchten, reeds als ze Uw naam horen. De grootste vreugde van een man is zijn vijanden op de vlucht te zien en de vrouwen dier vijanden badend in tranen!" Hij heeft het vèr gebracht, deze hoofdpersoon, want hij, de zoon uit het 23ste geslacht van De Grijze Wolf, die tot stammoeder had: MaralGoa, de Stralende Ree, zou eens 'n Rijk veroveren, waarbij dat van Alexander de Grote slechts een speeltuin was. En deze erfde nog wel een Koninkrijk, terwijl de eerste alles moest veroveren door eigen kracht! Geen wonder dat de sage deze grootste veroveraar aller tijden dan ook op een zeer aparte manier geboren laat worden: met een stuk geronnen bloed in zijn hand, dat sprekend op een edelsteen geleek. MAAR Wij zeiden dat de Geschiedenis hier bedoeld, van het Westen uitgezien, eigenlijk in Egypte begint. En dat is ook zo. Want vanuit Egypte schreef Jacob van Vitry, bisschop van Ptolemais zijn zo beroemd geworden brieven over de snel naderende Christenheld, een Koning der Joden, Koning David, die allerwegen al de kracht der Saracenen had gebroken en het oude Jeruzalem zou laten herbouwen, omringd door gouden en zilveren muren! Deze opwekkende brieven waren wel nodig, èn voor de benarde kruisvaarders die in Damiate zaten opgeslo ten, die van zegevierende belegeraars belegerden waren geworden, wie het water tot de lippen kwam èn voor de ganse Westerse Christenheid, die omstreeks Pasen van 1221 in grote spanning uitzag naar berichten van het wanhopig vechtende kruisleger. Inplaats van een Jobstijding kwam er een jubelbrief van Jacob van Vitry, bisschop van Ptolemais! Een brief aan de paus, een aan hertog Leopold van Oostenrijk, een aan de Engelse Koning Hendrik III, tenslotte nog een aan de Universiteit van Parijs! Heel nauwkeurig stond er in beschreven hoe de nieuwe Koning David zegevierend voorwaarts rukte. God mèt hem! Zekerlijk was hij de Koning over de verstrooide stammen in Israël die eens het gouden kalf hadden aanbeden. Armenische Christenen hadden reeds gemeld hoe hij er uitzag. Geen Saraceen durfde hem te naderen. Voor Joden en Christenen was hij de van God gezonden held! Stellig moest hij een afstammeling van priester Johannes zijn, die bijna een eeuw eerder een enorm rijk in het Oosten had gesticht en de Christenen van het Westen te hulp gekomen zou zijn, indien deze door de Muzelmannen zouden zijn overweldigd. Inplaats van de diepste smart blij moedige verwach ting! De grote helper was gekomen. Bisschop Jacob van Vitry had het geschreven, en hij woonde bij de rand van het Heilige Land! DE Muzelmannen werden plotseling gematigd. De verslagen Christenen kregen vrije aftocht. De ganse wereld stond in het teken van het „Grote", „Geheim zinnige", dat zeer snel naderde. Wélk een verlammende schrik, toen eindelijk de gestalte te zien kwam. Het was niet Koning David, het was hele maal geen heilbrenger, deze aanvoerder van miljoenen breedgeschouderde, woestuitziende nomaden, die op hun snelle steppepaarden als een vloedgolf aan kwamen zetten en onoverwinnelijk bleken. Zij dronken bloed, zij kenden geen medelijden en de hardste van allen was hun aanvoerder, de man uit het drle-en-twintigste geslacht van de Grijze Wolf, die met een stuk geronnen bloed in zijn hand geboren was. dat op een edelsteen geleek. Hij was een vijand van Chris tenen en Muzelmannen. Hij was een vijand van al wat vóór hem kwam. Zijn naam was „Dsjengis Khan!" REIN BROUWER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 13