EEUWENOUDE SCHAPENMIGRATIE IN DE FRANSE ALPEN
ZATERDAG 28 JULI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4
ZWARE TAAK VOOR MENS EN DIER
Elke kudde heeft liaar eigeu klokkenspel
Tegen het einde van het voorjaar worden de schapen steeds
magerder. Hun platte kaken grazen de weiden van het dal kaal en
iedere kiezelsteen moet wijken bij hun tasten naar de laatste gras
sprieten.
In dit jaargetijde vormen de dorre vlakten van het Middellandse
Zeegebied een brandende heksenketel onder de gloeiende zon en de
dieren lijden bitter onder de hitte.
Geen wonder dat de naburige bergen, die thans koelte bieden èn
voedzaam gras, lokken! In het hartje van het warme seizoen bereikt
daar de plantengroei een climax; in de winter echter bedekt de
sneeuw er alles en wordt men er weer verdreven.
Aldus wordt de grote, door de natuur voorgeschreven wet der
transhumance ons duidelijk; de periodieke verplaatsing van de
kudden van weide naar weide, elk in een gebied met een verschil
lend klimaat. Niet het menselijk vernuft ligt ten grondslag aan de
transhumance, doch veeleer de levende natuurwet, waaraan de mens
zich, evenals het dier, heeft moeten onderwerpen. Steeds weer moet
de afstand, die de hooggelegen zomerweide, de Alp, van de winter-
weide scheidt, worden afgelegd. Vroeg in het voorjaar worden de
dieren dan de bergen ingedreven. Eerst naar de lager gelegen
weiden, de voor-Alpen, en dan, wanneer de sneeuw smelt, naar de
boven de boomgrens gelegen weiden, de Alpen.
stenen walsen. De honden sp>annen
zich in om de schapen van de tarwe
velden te houden. Ze zijn voor hun
meesters beslist, onmisbaar. En dat niet
het minst in het bergland. Zo zal een
goede hond een hele dag lang jagen
naar een in de bergen afgedwaald lam.
Wanneer hij het dier dan vindt, zal
hij het behoedzaam met zijn poot
neerdrukken en luidkeels blaffend zijn
meester tehulp roepen.
Maar niet iedere hond is een gentle
man. Met een goedgemikte steen moet
oe herder er zijn vriend wel eens aan
herinneren, dat er niet tersluiks in de
hakken van de schapen mag worden
gebeten. Deze mogen de hondentan-
den wel voelen, maar hun huid moet
ongeschonden blijven.
Herder heeft voor elk
dier zorg
Om de schapen onderweg te kunnen
voeden zijn er weiden gehuurd. Terwijl
de dieren dan grazen hebben de her
ders even rust. Deze hebben daaraan
wel behoefte: het langzame tempo
waarin men trekt iets meer dan
2 km. per uur is voor het schaap
prettig, maar voor de mens afmattend.
Dooi op de Alpen het
signaal
In Frankrijk's zuidoosthoek, in Pro
vence, vindt sedert onheugelijke tijden
'bovengeschetste transhumance plaats:
hier zijn het enorme kudden schapen
die, al naar het seizoen, him migratie
volbrengen.
De trek start even ten oosten van
Arles, vanuit de op zeeniveau gelegen
La Crau-vlakte en volgt dan groten
deels het dal van de Durance op weg
naar haar bestemming, de Zee-Alpen,
welke zich vlak tegen de Italiaanse
grens op ongeveer 2450 m. hoogte be
vinden.
Ook in de genoemde La Crau-vlakte
heerst tegen het einde van het voor
jaar een zengende hitte. Daarom wordt
het migreren der schapen er noodzaak.
De herders, die met de kudden
meetrekken, benutten de laatste da
gen om hun voorbereidingen te vol
tooien. Alles wat de mens, die ver
van beschaving en markt vertoeft,
nodig heeft, wordt in de door merries
en ezels te trekken overdekte karren
geladen; van naald en draad tot zout
en brandewijn, van medicijnen voor
de schapen en extra kleding tot kof
fie, suiker en spek. Het vergeten van
een alledaags artikel zou kunnen no
pen tot een urenlange wandeling
door dalen en over heuvels naar het
dichtsbijzijnde dorp.
Op dergelijke hoogten maakt de win
ter meest in één nacht voor de lente
plaats. En wanneer het plaatselijk blad
„Dooi op de Alpen!" schrijft, vangt de
trek naar het hoge bergland aan. Deze
wordt zeer traag, in wel dertien dage
lijkse- of nachtelijke tochten gemaakt.
Dit is wel nodig, omdat voor de dieren
de overgang naar de nachtvorst in de
bergen geleidelijk dient te zijn. En ten
einde in het begin de gloeiende hitte
te mijden trekt men hoodzakelijk na
zonsondergang verder.
Een aantal rammen is speciaal af
gericht voor het leiden van de kudde
en op het luide getingel van hun bel
len zet zich de hele stoet in beweging.
De steeds bedrijvige honden houden
de kudde bijeen.
Bellensymphonie kenmerkt
bepaalde kudde
Er zijn veertig soorten bellen, die
vier toonladders vormen. Elke scha
penhouder kiest ze zó. dat him klan
ken zich vermengen tot een voor zijn
kudde kenmerkend klokkenspel.
De luide, helder klinkende bellen
van de rammen en ezels, de slechts
zachtjes tingelende van de paarden
en honden, vormen een onderschei
den accoord. Zelfs op een afstand
kunnen ingewijden de voorttrekken
de kudde identificeren.
Oorspronkelijk hadden de herders
het recht hun pupillen tot op een
vastgestelde afstand langs de weg te
laten weiden. Doch geleidelijk hebben
de er zich vestigende boeren deze stuk
ken weiland eigenmaohtig opgeëist en
wel door de steenhopen, die de gren
zen van de schapenzone aanduidden
te verwijderen. Tussen de schaapher
ders en de boeren bestaat dan ook een
gespannen verhouding: de eersten
hebben de neiging, als niemand toe
ziet, hun kudden des nachts in de vel
den en weilanden te verspreiden. De
boeren zijn echter zeer fel en als er
bewijzen zijn, wordt voor het minste
grazen op hun land een hoge schade
vergoeding gevraagd.
Honden dienen
te blijven
,heer"
De tocht naar de hoge Alpenweiden
gaat merendeels door één der rijkste
landbouwgebieden van Provence, de
vlakte van de Durance, die zo lieftal-
Voortdurend eist de kudde zorg.
Voor een outsider lijkt niets meer op
een schaap dan een ander schaan.
Maar voor de herder bezit elk dier
een eigen persoonlijkheid. Zo zal het
hem opvallen, dat een bepaald
schaap zo terneergeslagen is. En
even later ontdekt hij dan de oor
zaak: het heeft een strootje in het
oog!
De staart van een ram blijkt gezwol
len en waterhoudend: de herder zal
er een koord om binden, dit na 24 uur
weer losmaken en met een dikke naald
enige keren in het zieke lichaamsdeel
prikken. Het dier zal dan binnen korte
tijd weer kerngezond zijn.
Naarmate men hoger komt wordt
het koeler. Een regenbui vormt een
voorbereiding op de toekomstige ijzige
Waar men ook komt in het Middellandse Zee-gebied overal ontmoet men geiten en schapen..
Tegen het einde van de lange trek hinkt menig schaap.
Mg is, door de veie dorpjes met hun
rode daken. Zover het oog reikt, ziet
men er het rijpende graan in verschil
lende tinten op de heuvels; hier de
donkere goudrode Italiaanse tarwe en
ginds de blonde Franse variëteit. El
ders dorsen de boeren hun oogst met
behulp van door merries getrokken
plasregens: het is dan ook niet ver
standig er voor onder de bomen te
schuilen.
Lastige situaties
Gedurende de trek doen zich niet
zelden lastige situaties voor.
Tijdens een moeilijke haarspeld
bocht op een steile helling ziet het
leidende schaap het merendeel van
de kudde beneden zich; het keert
plots om en spoedt zioh naar hen
toe. En zo maakt, tot wanhoop der
herders, de wollen slang geruime tijd
jacht op haar eigen staart.
Later moet een gedeelte van een
verkeersweg gevolgd worden. Auto's,
trailers, trucks en bussen toeteren om
het hardst en schijnen er behagen in
te vinden de dieren te verschrikken.
Daarna begint men te argumenteren
en de herders krijgen de schuld van
de moeilijkheden. In hitte en stof
trachten deze dan hun schapen bijeen
te drijven. De honden springen op de
spatborden en als generaals slaan ze
de strijd gaande. Toch slagen ze erin
een smalle strook voor de wagens vrij
te krijgen.
Dan gaat het weer voorwaarts. Een
aantal hinkende schapen wordt met
een rode verfstof gemerkt en zal straks
op het laatste traject, worden vervoerd.
De poten van de vermoeide honden
zijn ontstoken: door de veelvuldige
aanraking met het hete asfalt van de
weg vertonen ze bloedige plekken en
hinkend vervolgen ze hun weg. De her
ders moeten hun taak wel overnemen
en hun belletjes laten klinken tegen
moedwillige schapen. Snel lopen de
afgedwaaiden dan weer in het gareel,
want voor hen brengt het getingel van
de bel slechts de tanden van de hond
in herinnering!
Naarmate het doel nadert worden
de hellngen steeds steiler. De inspan
ning van de lange trek doet zich nu
aan een ieder gevoelen. Op van ver
moeidheid handelt men dan nog
slechts automatisch. Zo zijn er her
ders die slapend voortsjokken zolang
hun voeten het harde asfalt van de
weg voelen; betreden deze echter
zacht gras, dan wordt hun eigenaar
ineens klaar wakker.
Trekt de stoet des nachts door een
of ander dorpje, dan weerklinken de
belletjes luid in de nauwe, bochtige
straten met aan weerszijden de oude
huizen. De dorprhond begint een blaf-
ooncert en in de repliek van de her
dershond is de hoon van de vrije je
gens de geketende duidelijk hoorbaar.
Het eind draagt de lasten
Het smalste en duizelingwekkendste
gedeelte van de lange migratieroute
vormt de weg die hoog boven de vallei
van de Bachelard klimt, de kleinste en
meest oostelijke zijrivier van de Rhóne.
De Alpenrivieren krioelen er van de
fox-ellen. Om het einddoel van de trek
het dal van de Tinée te bereiken,
moet een laatste, steile bergketen wor
den genomen, voor deze krachtsinspan
ning is 24 uur rust vooraf wel nood
zaak: de schapen dienen goed gevoed
te zijn. Gedreven door de honger im
mers, zouden de dieren over de steil
ste rotsen klimmen op zoek naar gras
en dit met de dood moeten bekopen.
Op dit laatste- traject, dikwijls ge
huld in mist en wolken, geven
daar ze een fantastisch topografisch
geheugen hebben de ezels de weg
aan. Wanneer een ezel eens in zijn
leven een kronkelende bergweg be
treden heeft, zal hij zich de bochlen
voor altijd blijven herinneren.
Spoedig verdwijnen de bomen en
onder hel zonlicht klimt de kudde nog
een 900 meter door een kaal landschap
van sneeuwplekken en losgeraakte
rotsstenen. Dan beginnen eiergrote ha
gelstenen hun snuiten te geselen cn
met de koppen omlaag, onderwerpen
de dieren zich aan de kwelling en wei
geren verder te gaan. Spoedig weer
klinkt de echo van de luide donder
slagen door de bergketen. Als het kaf
in de wind verspreidt de m doods
angst verkerende kudde zich nu. De
wind zwiept hun staarten, hetgeen nog
meer bijdraagt tot hun verwarde
vlucht.
Niet meer lettend op eigen veilig
heid haasten de herders zich door de
laas-hangende mist om de angstige
dieren weer bijeen te drijven. Eerst de
rammen vinden en spoedig nadat
deze leiders weer bijeen zijn, verenigt
door het luide getingel van hun
bellen de kudde zich weer
Een dergelijk noodweer kan zeer veel
slachtoffers eisen en de herders mogen
zich gelukkig prijzen indien het bij en
kele dode dieren blijft.
Eindelijk, na de laatste bocht, komen
dan de hutjes van de Alpenweide in
zacht, met hun bijna tot op de grond
aflopende daken. De grootste dient de
herders tot verblijfplaats, de anderen
zijn stallen. In de nabijheid bevindt
zich een omheining voor de schapen.
Na zo'n inspannende migratie ver
kwikt hete koffie en warm voedsel de
herders weer.
Zout voor de schapen wordt nu over
vlakke stenen gstrooid, want de dieren
moeten het kunnen oplikken.
Als beloning voor hun lange trek
wacht de kudde hier een rijk tapijt
van hoog gras en voedzame kruiden,
bezaaid met talloze wilde bloemen.
J. H. VAN DEN BRINK.
Een beeld, dat menig Alpentoerist vertrouwd zal zijn. Twee levenswijzen ontmoeten elkaar. Het
getoeter van de auto's veroorzaakt onrust onder de kudde; de dieren verdringen zich om de wagens.
Met moeite slaagt men erin een smalle strook voor het verkeer vrij te maken.
Langs dreigende, steile Alpenrotsen leidt een herder zijn kudde voorwaarts. Bijgestaan door hun honden
sjokken de herders ongeveer 300 km op hun lange migratieroute