ZIJ
DOEN HUN BEST!
Oostenrijk herdenkt zijn grootste
arehitect: Fischer von Erlaeh
Regenslaclitoff ers
ZATERDAG 28 JULI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Een geniaal bouwmeester maakte het oude Wenen
tot een stad met echt-keizerlijk voorkomen
Persoonlijk stempel
op het stadsbeeld
Kijkjes in de Natuur
Wenen met de Nationale Bibliotheek.
Ook dit plein is een creatie van Fi
scher von Erlach. Vooreerst bewondert
men het plein zelf, dat, goed be
schouwd, betrekkelijk klein is, maar
dat juist door de in perspectief ge
bouwde zijvleugels een buitengewoon
ruime indruk maakt. En dan ziet men
de evenwichtige lijnen en vlakken van
de eigenlijke bibliotheek met daarach
ter de grote gekoepelde leeszaal, waar
van de kunstgeschiedenis zegt, dat het
de prachtigste en feestelijkste zaal is.
die ooit werd ontworpen.
Zetel van imperium
HALF juli! We zitten midden in de
natte moesson. Al ons vertrouwen
in de zomer, al onze vurige hoop
op duurzame verbetering van de atmos
ferische misère hebben ons niet kun
nen helpen en met iedere dag brok
kelt er een stukje af van het jaarge
tijde, waarnaar we een winter lang zo
hebben verlangd.
De natuur lijdt zienderogen onder
de niet aflatende watervrachten, onze
tuinen hebben hun optimisme afge
legd en wachten nu maar af. De jas
mijn heeft de strijd gestaakt en doet
zijn prachtige witte kelken, waar in het
gele stuifmeel klaar zat voor insecten,
bezoek, niet eens meer open. De witte
en rode anjers kunnen hun verregende
hoofden niet meer opbeuren, ze ver-
donuweg over de dakgootrand duike
len en op straat tereoht komen.
Vroeger nam ik de mij aangeboden
stumpertjes altyd aan en probeerde ze
door de moeilijkste weken heen te sle
pen en dan kon het gebeuren, dat ik
op een tyd, dat de brenger met vakan
tie ging, met een 10 a 12-tal jonge
gierzwaluwtjes zat, letterlijk „zat",
want als je a zegt met een vondeling,
moet je het hele alfabet afmaken, daar
kom je eenmaal niet af.
Tegenwoordig geef ik de medelijden
de vogelvrind of vriendin een paar
raadgevingen en verzoek ze vriendelijk
de zorg zelf op zich te nemen. Dit ad
vies komt in grote trekken neer op het
volgende, waarmee u. lezer, misschien
ook uw voordeel kunt doen.
LOORAF echter dit: een gierzwa
luw is eigenlyk geen zwaluw, al
heet hij in de volksmond zo.
Waarom hij geen zwaluw is, het zou
me teveel papier kosten, dit precies uit
te leggen. Tussen ons boerenzwaiuwtje,
ons huiszwaluwtje, de bruine oever
zwaluw (hier zijn ze dan alle drie) en
de lawaaiige langvleugel, die eind
april in Europa verschijnt en half
augustus al weer vertrokken is, zijn
teveel verschillen, dan dat we ze alle
maal tot één familie mogen rekenen.
Verschillen m lichaamsbouw en levens
wijs. En in nestbouw! De gierzwaluw
maakt niet zo'n kunstig bouwsel van
klei., geplakt op of tegen een balk, in
of buiten een huis, maar hij flanst on
der dakpannen of in muurgaten van
strootjes en veertjes een slordig nest in
elkaar, dat nog kunstlozer is dan dat
van spreeuw of mus.
Waar de gierzwaluw dan wel toe
moet worden gerekend, is een vraag,
waar de geleerden nog druk mee bezig
zijn. Voorlopig rekenen we hem maar
tot de Schreeuwvogels. Merkwaardig is
het dat vele mensen een gierzwaluw
voor een roofvogel aanzien. Maar een
roofvogel heeft toch niet zo'n klein
snaveltje en zulke kleine pootjes en
zijn tenen staan toch niet alle vier
naar voren zoals bij dit tere gierzwa-
luwtje. Een jonge roofvogel heeft im
mers een forse scherp omgebogen sna
vel en drie tenen naar voren en een
naar achteren gericht, alle vier voor
zien van scherpe kromme klauwnagelsl
Mijn ondervinding is, dat de koude
nachten een belangrijke oorzaak zijn
van mislukking. Wie dus iets kan be
denken, waardoor dit bezwaar wordt
opgeheven (warme kruik, verwar
mingsplaat of verwarmende lamp) is
al een heel eind in de goede richting.
Het steeds verversen van de onder
grond, om vervuiling te voorkomen, is
ook heel belangrijk. Closetpapier is
daarvoor zeer geschikt, want het kan
steeds worden vervangen.
Jonge gierzwaluwen liggen meestal
stil, met gesloten ogen en zijn ze in
goeden doen. dan laten ze onafgebro
ken een zacht geluid horen.
Wordt hun voedsel aangeboden dan
vertonen ze plotseling een wilde gre
tigheid.
Gaat alles naar wens en worden ze
al levendiger, dan breng ik ze over in
een ruime kist. van binnen bespannen
met vitrage, waaraan ze kunnen han
gen en rond klimmen, want dat doen
ze graag.
Hierin kunnen ze dan "hun snel
groeiende vleugels cm per dag!)
flink uitslaan en hun vliegspieren ont
wikkelen. Merkwaardig is het, dat deze
spieren groeien, ook zonder dat de
gierzwaluw zich veel kan bewegen, zo
als in hun nest het geval is. En nog
vreemder is het, dat een jonge vogel,
zodra zijn vleugels plm. 16 cm lang
zijn, meteen ook maar kan vliegen. Er
is geen overgang, er is ook geen leren
vliegen, zoals de mensen hardnekkig
beweren. Ik heb eens een Jonge gier
zwaluw die ik weken lang had ver
zorgd, buiten opgegooid. Hij cirkelde
even rond, nam snel hoogte en loog
toen op de bekende zwaluwmanier pijl
snel en zonder ophouden hoog in de
lucht.
Het is ook beslist niet waar., wat
ook telkens weer wordt beweerd, dat
een gierzwaluw niet van de grond
zou kunnen opkomen. Ziezo, nu we
ten de liefhebbers althans een paar
bijzonderheden En nu toch maar
weer hopen op warm zonnig weer!
Ook voor de gierzwaluwtjes, die de
warmte zo nodig hebben om straks
klaar te zijn voor de grote reis.
Waarheen? O, een kleinigheid maar.
Even naar Zuid-Afrika en naar Ma
dagascar!
Si van der Zee.
(Van onze Weense correspondent)
Terwijl Nederland zijn Rembrandt herdenkt en
heel Oostenrijk de herinnering oproept aan
Mozart, denkt ditzelfde Oostenrijk juist in deze
dagen aan zijn grootste architect, die drie eeuwen
geleden te Graz werd geboren.
Deze Joh. Fischer von Erlach heeft echter niet
alleen betekenis voor Oostenrijk, maar ook voor
de gehele wereld en in het bijzonder voor Europa.
Loopbaan als beeldhouwer begonnen
Deze geniale kunstenaar werd op 20 juli 1656 als zoon van een beeld
houwer geboren. Hy ging bü zyn vader in de leer en overtrof hem al spoedig
in het ontwerpen van gedenkpenningen, reliefs en medaljons. Ofschoon hy
eerst later zyn voorliefde voor de bouwkunst ontdekte, vertonen vooral zijn
vroegere architectuur-ontwerpen nog altyd het stempel van de beeldhouwer,
dus van een kunstenaar, die aan de door hem ontworpen vlakken en ruimten
een plastisch karakter geeft, voornamelijk in de ovale vorm, welke hij met een
zekere voorliefde heeft uitgewerkt.
Als jongeman heeft hy jarenlang in het atelier van Bernini gewerkt en dit
verblyf te Rome heeft voor hem grote betekenis gehad. Hy nam namelijk tevens
de gelegenheid waar om alle soorten en stylen van architectuur in het verleden
te bestuderen en verzamelde zodoende het materiaal voor zyn beroemd
geworden boek „Ontwerpen van historische architectuur", waardoor hy de
grondlegger is geworden van de vergelijkende geschiedenis der bouwkunst. Dit
kolossale werk met een overweldigend groot aantal tekeningen, plattegronden,
details, eigen ontwerpen en beschrijvingen, bevindt zich nu in de Nationale
Bibliotheek te Wenen en legt getuigenis af van de alonnattende kennis, welke
hy zich in die Romeinse jaren heeft verworven.
Al kent men immers Fischer von Erlach buiten
zijn geboorteland nauwelijks, iedere buitenlander,
die prat gaat op algemene ontwikkeling of die
Wenen ooit heeft bezocht, kent vast en zeker een
paar van zijn werken, bijvoorbeeld het slot Schön-
brunn, de pestzuil op de Graben, de Karlslcirche of
de Nationale Bibliotheek.
les had laten bouwen als symbool van
zijn macht, ontbood de Oostenrijkse
Keizer Josef I zijn eigen architect om
in Schönbrunn een slot te bouwen, dat
Versailles in de schaduw zou stellen.
Fischer von Erlach tekende een prach
tig ontwerp, dat echter zo fantastisch
en kostbaar was, dat het slechts ge
deeltelijk ten uitvoer kon worden ge
bracht. Voor de nationale held van
Oostenrijk. Prins Eugenius van Sa-
voye, ontwierp hij het prachtige win
terpaleis in de tegenwoordige Johan-
nesgasse, een pronkjuweel van archi
tectuur en plastiek, dat slechts door
weinig buitenlanders wordt ontdekt,
omdat het straatje zo smal en donker
is, en vooral omdat er op de poort een
bordje hangt met de woorden: Minis
terie van Finaneiën
Na deze leerjaren keerde Fiseher von
Erlach weer naar Oostenrijk terug en
werd daar toen dadelijk benoemd tot
leermeester in de bouwkunst van de
latere Keizer Josef I. Spoedie kreeg hy
opdraehten van de Oostenrijkse adel.
die vooral in Bohemen en Moravië
paleizen en zomerresidenties wilde Ia-
ten bouwen.
En toen de vorst-aartsbisschop van
Salzburg. Wolf Dietrich, de middel
eeuwse binnenstad liet slopen om daar
voor in de plaats een geheel nieuwe ba-
rokstad te bouwen, kreeg Fischer von
Erlach onder de opvolger zijn grote
kans en ontwierp hij er drie grote ker
ken. namelijk de Dreifaltigkeitskirche,
de Kollegienkirche en de kerk van het
Johannes-hospitaal. Hij moet toen
reeds een grote naam hebben gehad,
want aanvankelijk hadden uitsluitend
Italiaanse architecten aan dit nieuwe
Salzburg gewerkt. Thans werd ook deze
Oostenrijker in de gelegenheid gesteld
om van zijn talenten te getuigen en op
slag drukte hij zijn persoonlijk stem
pel op het stadsbeeld, want hij ont
wierp niet alleen kerken, maar ook
hele huizencomplexen, trappen en ba
lustrades voor tuinen en vooral fon
teinen, van welke de „Pferdenschwem-
me" wel het meest bekend is.
Het eigenlijk centrum van zijn werk
zaamheid werd echter Wenen, dat in
tussen de hoofdstad was geworden van
een wereldrijk. Nadat de Zonnekoning,
Lodewijk XIV, het slot van Versail-
Rijpheid en evenwicht
Fischer von Erlach was intussen hof
architect geworden, hij werd geadeld,
kreeg van alle kanten opdrachten en
bouwde het ene paleis na het andere,
niet alleen in het eigenlijke Oostenrijk,
maar ook in de zogenaamde erflanden,
in de eerste plaats in Praag.
Zijn werk werd rijper en begon nu
een meer klassiek en evenwichtig ka
rakter te vertonen, dat wil zeggen: hij
schonk meer aandacht aan het schep
pen van ruimten, zodat de plastische
vormen op de achtergrond geraakten
zonder echter geheel te verdwijnen.
Men kan dit het best herkennen aan
de Boheemse hofkanselarij te Wenen
en aan zijn meesterwerk, de Karlskir-
che met haar magnifieke koepel (die
aan de koepel van de St.. Pie ter herin
nert) en met de twee zuilen vol reliefs,
waarvoor hij zich bewust had laten in
spireren door de zuil van Trajanus te
Rome. De buitenlander, die maar een
beetje gevoel heeft voor architectuur,
komt echter het meest onder de in
druk bij het zien van de Josefsplatz te
E Rotterdamse haven!
Er gaat een wereld open
by het uitspreken van die
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
Een wereld, zowel in figuur -
4 lyke als in letterlyke betekenis.
4 Figuuriyk, omdat wy er allen
4 op z'n beurt wel eens rondtoer-
i den en er dus een duizenvoud
a van herinneringen aan hebben.
J Letterlyk, omdat een „wereld"
die haven binnenstoomt: sche-
pen van allerlei land en allerlei
4 slag, grote en kleine schepen,
4 waaraan Rotterdam zijn wereld
je naam enfaam dankt.
Rotterdam als import- en ex-
a porthaven, Rotterdam tegen-
j woordig ook weer meer en meer
doorvoerhaven met alle daaraan
4 verbonden dynamiek.
4 TE Rotterdammers hebben
4 IJ nooit stil gezeten. Zy vor-
j men reeds geslachten lang
a de categorie der „felle aanpak-
kers", zy houden er niet van
gezapig met de handen in de
schoot te zitten, te filosoferen,
al of niet aan de borreltafel, zij
zijn, sinds eeuwen, liever man
nen van de „daad", hebben al
tijd mogelijkheden gezien. ci:e
anderen niet zagen en zien die
nog.
Toen Rotterdam door de oor
log in stukken geslagen lag en
iedereen dacht: „Hoe komt die
stad er ooit boven op?", toen
keken de Rotterdammers zelf ai
jaren vooruit, zetten de schou
ders onder het opbouwwerk en
maakten de stad weer klaar voor
haar grootse taak: opnieuw een
centrum te worden voor de
handel.
Een Rotterdammer krygt nie
mand gauw klein, zelfs met bom
men en gTanaten niet
EEN Rotterdammer zit 's mor
gens vóór dag en dauw al
op z'n kantoor en gaat daar
pas vandaan, als de Hagenaar
al lang zyn apéritiefje achter
de kiezen heeft.
Niet, dat ik de Hagenaar zyn
apéritiefje misgun vérre van
dat of dat ik 't nu zo ideaal
vind als iemand het grootste
deel van zijn leven achter de
kantoormuren doorbrengt, maar
er is verschil in mentaliteit: de
Hagenaar ziet er geen been in
een uurtje zon te pikken op de
Boulevard en zal er geen kop
zorgen over krygen, dathy daar
door „kansert" handelskansen
wel te verstaan mist, de Rot
terdammer heeft zóveel aan zijn
hoofd, dat er nauwelyks tyd voor
een zoet uurtje middagslaap op
over schiet: hy vil 't liefst zyn
concurrenten vóór zijn en moet
dus goed wakker blüven!
DAN stuurt hU zün sleep
bootjes de Waterweg op,
om de grote Oceaansto
mers binnen te loodsen, die
kleine pittige, staalharde en
ijzersterke dwergen, die de reu
zen onvervaard tegemoet varen
en „als-onder-de-arm" meene
men naar het binnenland. Het
is alsof ze zeggen: „zonder ons
kim je niets beginnen" en dat
is nog w&ar ook. want de golf
slag zou de wallekant maar bre
ken. als ze zelf de Waterweg op-
stoomden
Needie Lilliputters móeten er
aan te pas komen. En ze doen
het zó parmantig en met zulk
een zekerheid, dat de reuzen
vóór ze 't weten liggen uit te
rusten aan de Lloydkade na hun
vermoeiende reizen uit het verre
oosten. Die sleepbootjes zün
„dingetjes van stavast", zonder
wie Rotterdam géén Rotterdam
zou kunnen zün-
MEN mag de gasten die ze
hanteren dus wel in hoge
ere houden.
Telkens als de stoomfluit gilt,
is er weer een reus in aantocht
en valt er werk te doen voor de
Rotterdammer, die bü die gil
niet op z'n stoel blijft zitten.
Er is dan genoeg werk aan de
winkel om duizend Rotterdam
mers in beweging te brengen.
Men zou niet zeggen dat zo'n
klein scheepje, zó veel „rumor in
casa" kan veroorzaken: parman
tig als 't is.
Daar gaat het alweer zee
waarts: zal het 't 10.000ste of
11.000ste schip zijn, dat binnen
komt?
Wie zal 't zeggen?
In ieder geval: Rotterdam zit
niet stil, vóór een nieuw record
gebroken is. En die kleine sleep
bootjes doen zonder er op te
poffen! dag aan dag hun
best!
FANTASIO
Overal in Oostenrijk stuit men op
het werk van dit rusteloze genie, niet
alleen op de paleizen en gebouwen, die
hy zelf heeft ontworpen, maar ook op
de creaties van een jongere generatie,
die onder invloed stond van Fischer
von Erlach.
Wü denken hier voornamelijk aan
de architecten Hildebrandt. Prand-
tauer, de gebroeders Dienttenhofer,
Welsch. Pöppelmann en zovele ande
ren, die 150 jaar lang de Europese
bouwkunst hebben beheerst en die met
hun leermeester de Oostenrijkse ar
chitectuur hebben bevrijd van haar
provinciaal karakter en haar op een
peil hebben gebracht, waarvoor ook
wy, moderne mensen, de grootste be
wondering hebben.
Wanneer Wenen met zijn prachtige
barokpaleizen de indruk maakt van
een glorieuze keizerstad, die de zetel
was van een imperium, dan is dit kei-
zerlüke stempel voornamelijk te dan
ken aan deze architect en aan zyn
school. Het is dan ook niet meer dan
billyk dat zijn geboortedag zowel in
Oostenrijk zelf als ook in het buiten
land met grote dankbaarheid wordt
herdacht.
HET eerste, dat een verkommerde
en natgeregende gierzwaluw nodig
heeft, is warmte! Hü moet warm
in de hand liggen en zachtjes trillen,
alsof er een elektrisch stroompje door
hem heen gaat. We leggen hem daarom
in een kleine doos of een kistje dat
met warmgemaakte lapjes is belegd en
laten hem bütrekken. Is hy te ver
heen, dan gaat hü spoedig dood, het
geen dan maar de beste oplossing is.
Trekt hü wel bü en spert hü bü aan
raking (zachtjes strijken over de rug!)
zyn bek open. dan moet daar wat in
worden gestopt.
Verse mieren poppen („mieren-
eieren" zegt de handelaar), en stukjes
van een meelworm kunt u hem mis
schien verschaffen, maar rauw (onge
zouten!) gehakt vast en zeker wel. Dit
laatste, op de pink tegen het snavel
tje aangetikt, terwül u een zacht sis
send geluid maakt (gelükend op het
gieren van de oude vogels», dan soms
plotseling het gewenste effect hebben,
nl. een wild happen en slikken van
wat u diep in zün wüde keelgat moet
stoppen. Lukt het niet, dan zal het
tere snaveltje voorzichtig moeten wor
den geopend.
Als ik gierzwaluwen heb, ga ik altüd
gewapend met een klapper in de tuin
op de vliegenjacht, want vliegen en
andere insecten voeg ik zoveel mogelyk
toe aan het gehaktvoer. Het staat er
allemaal zo gemakkelijk, wat ik hier
neerschrijf.
De verzorger van hulpbehoevende
gierzwaluwen moet zich echter wel wa
penen met geduld, met optimisme en
met veel liefde voor het dier, omdat
teleurstelling meestal zyn deel wordt.
Laat hü vooral geen brood geven!
De Karlskirche met haar twee zuilen vol reliefs.
groezelen in de aarde, de margrieten,
de petunia's, och eigenlyk de hele
bloemenrykdom sterft een vroegtydige
dood.
Dit onafgebroken natte weer mist
ook op de dierenwereld zyn uitwerking
niet en wel zeer sterk bü de dieren,
die het In verband met hun voedsel,
nu eenmaal niet zonder warmte kun
nen stellen. Ik denk hier in de eerste
plaats aan een vogelsoort, die bü
iedereen bekend is, althans bekend
moet zijn, omdat ze bü mooi weer da-
geUjks is te zien.
Ik bedoel de gierzwaluw, de vogel,
die hoog in de lucht in troepen van
ongeveer twintig rondzwiert of ook wel
met gierend geschreeuw en in duize
lingwekkende vaart over de daken
scheert.
Zodra een natte maand Juli zich
meldt, verschijnen ook de veronge
lukte jonge gierzwaluwtjes ten tonele.
Ik heb er tenminste al weer enige aan
mün deur aangeboden gekregen met
de vraag van de brenger: „Wat moet
ik er mee?"
Het is namelük zo, dat bü aanhou
dend slecht zomerweer de volwassen
vogels geen voedsel kunnen vinden,
omdat er niet kan worden gevlogen,
met het gevolg, dat de jongen honge
rig worden, hun ouders gaan zoeken.
Foto Will Eiselin, Rüswük.