DE ESKIMO'S IN CANADA ZIJN
VAAKBEGAAFDE KUNSTENAARS
In Jeruzalem, drempel des vredes,
loopt nu een drempel des doods
ZATERDAG 31 MAART
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
De heilige stad gesplitst
Tevergeefs probeerden de V.N. Jeruzalem in twee delen snijdt. Op
indertijd de lievig begeerde stad
te internationaliseren „vandaag niet roken-
Stuk speelgoeddoor blanken
gewaardeerd als fraaie scepter
kopen, die de luchtmacht op een van
haar be voorra d i ngsvluch ten in het
duister van de Poolnacht hoven Cape
Dorset liet vallen. Udluriak, het Es-
kimo-wouwtje. zal er blij mee zijn g,e-
weest, want alles welbeschouwd was
het geen slechte ruil: de oude ketel
hadi geen deksel, de nieuwe wel!
-W- «;v,„
- ••711 «7 7 het bord staat ..gevaar, verboden te
o passeren, vijandelijk gebied
Dit alles neemt niet weg, dat Nieuw
(Van onze Reisredacteur) Jeruzalem even on-amusant is als an-
x dere hoofdsteden, die er naast het rege-
Zelfs de hemel en de wolken hadden precies de kleur, die zij ook op de ringsbedrijf geen levendiger bezigheden
op na houden. DeJeruzalemieten schrij-
catechisatie-plaatjes van vroeger bezaten, toen ik die late namiddag van
ven even kundig in de marge van de
een heuveltop uitkeek over Jeruzalem. De hemel was vriendelijk zacht- lange rapporten als hun collegae in Den
blauw, de wolken, waarachter donkerblauwe stralen opschoten, waren geel- Haag, Bonn of Stockholm, al is de amb-
roze en als door een ouderwetse schilder plechtstatig opgestapeld. Om ons ^at m*nc^r uitgestreken.
Het verdriet hun natuurlijk wel dat de
heen lagen de stenige heuvels, in de verte was het dorpje Bethlehem, dich- meeste diplomaten uit eerbied voor het
terbij de lange pijnlijke helling van de Olijfberg en de tuinen van Gethse-
mane. Maar toen ik de heuvel wilde afgaan om de herkenning van dich
terbij te beleven, greep mijn gids mijn arm en wees zwijgend naar een
figuurtje op het dak van een nabij gebouw. Het mannetje stond achter
een barricade van zandzakken en het legde ineens zijn geweer over de
borstwering. En omdat zijn hoofddoek de rode „kufiyah" van het Arabisch
Legioen was, zijn wij toen maar even achter een muur gaan staan. Want
dwars door Jeruzalem, de „drempel des vredes", loopt tegenwoordig een
drempel des doods, een smalle gang van „niemandsland", aan weerszijden
waarvan Arabische en Israëlische scherpschutters liggen, een corridor met
prikkeldraad en mijnen en tot puin geschoten huizen, die de heilige stad
in twee stukken snijdt: nieuw Jeruzalem, dat Israëls hoofdstad is gewor
den, èn de oude ommuurde stad, die bij het Hasjemitisch koninkrijk Jor
danië is ingelijfd. Slechts op één plaats verwijdt die corridor zich, hij om
vat daar een hoge heuvel, waarop een groot wit gebouw ligt. Dat is „Go
vernment House", waar de Canadese generaal Burns in naam van de Ver.
Naties moet waken over het gespannen bestand in het land van de Vrede
brenger uit Nazareth.
Klein gaatje in 'n triest gordijn
van prikkeldraad
Er zit één klein gaatje in dit trieste
gordijn van puin en prikkeldraad, de
Mandelbaum Gate, het skelet van een
oud huis, waardoor de diplomaten gaan
en de pelgrims, die een visum hebben
gekregen om de Grafkerk en de Via
Dolorosa te bezoeken. En soms gaat er
een groep luid door de neus pratende
Amerikaanse toeristen „over", die eigen
aardige petjes op het hoofd en tenmin
ste twee kiektoestellen om de hals dra
gen. Hun dollars zijn harder dan de
Arabische verbodsbepalingen op het
verkeer met Israël.
Heel af en toe mogen verwanten, die
aan weerszijden van de grens wonen el
kaar hier even stamelend om de hals
vallen. Dan nemen de Israëlische politie
en de Arabische legionairs hen mee en
tussen de posten op het kleine plein
valt weer de leegte van de vijandschap
in de stad, die voor drie religies hei
lig is. Niet alleen naar de Grafkerk im
mers komen pelgrims, want Jeruzalem,
door de Arabieren El Kuds el Sharif
(de edele, de heilige) genoemd, bergt
ook de moskee van Omar binnen haar
muren, op Mekka na het belangrijkste
heiligdom van de islam. En tenslotte is
er de Joodse Klaagmuur, waarop eens
Salomons tempel stond.
Tevergeefs hebben de Ver. Naties daar
om indertijd geprobeerd Jeruzalem te
internationaliseren. Het besluit, aan
vankelijk van Joodse zijde aarzelend
aanvaard, werd terstond door de Ara
bieren verworpen en jn de door ben ont
ketende 6trijd na de uitroeping van de
staat Israël, was de verovering van Je
ruzalem het eerste doel. En hoewel de
Arabieren in naam thans aandringen op
tenuitvoerlegging van de V.N.-resolutie,
denken de Jordaniërs er volstrekt niet
aan om de oude stad, die vrijwel alle
heilige plaatsen binnen haar muren
heeft, op te geven!
Een ziener, hard als Mozes
Diezelfde strijd om Jeruzalem heeft
inmiddels ook de Israëliërs van gedach
ten doen veranderen. Langs de kronke
lende weg, die door de smalle corridor
naar Jeruzalem voert, liggen nog de uit
gebrande en verroeste skeletten van de
inderhaast gepantserde trekkers, die in
zelfmoord-convooien de bevolking van
de belegerde stad moesten ravitaileren.
Die nieuwe weg. door Israëliërs 's nachts
onder moordend vuur vrijwel met blote
handen aangelegd, heet nu de „Weg van
de moed". Nieuw Jeruzalem, vele malen
groter dan de oude stad, is met teveel
bloed betaald, het bindt de Israëliërs
met teveel banden aan het oude en het
jonge verleden dan dat zij het nu op
zouden geven.
Niet in het grote, drukke Tel Aviv dat
ik weet niet waarom, aan een soort
Berlijn-aan-zee doet denken, niet in de
havenstad Haifa, een Rio de Janeiro in
het provinciaals, heeft Israël daarom zijn
hoofdstad willen vestigen. Het heeft Je
ruzalem uitverkoren, hoewel dat als
een vooruitgeschoven post aan het eind
van een kwetsbare corridor midden in
vijandelijk territoir ligt. En hier debat
teert de Knesset, Israëls parlement. De
communist Mosje Sneh wringt er zich
in vreemde rethorische bochten. Hjj
wordt afgestraft door een bleke gebrilde
advocaat, Mneachem Beigin, die thans
aan het hoofd staat van de rechtse He-
roeth-partij en eertijds leider was van de
Irgoen Zwai Leoemi, de grootste ter
reur-groep uit de vrijheidsstrijd. Of
het luistert naar een kleine man in
battle-dress, die een krans van wilde
grijze haren om het hoofd draagt, pre
mier David ben Goerion, socialist met
het allure van een Churchill, staatsman
die in de keuken eet, kenner van Spi
noza, Grieken en Boeddhisme, stichter
van Israël, een ziener, hard als Mows.
De scepter voor de Raad van
de noordwestelijke gebieden van
Canada, zoals deze door de
Eskimo-kunstenaars werd afge
leverd.
Vreemde bestelling..
Het verhaal begon verleden jaar zo
mer. toen negen Eskimo's in Cape Dor
set van de vroege morgen tot de late
avond druk bezig waren aan een Scep
ter. die Vincent Massey aan de Raad
voor de noordwestelijke gebieden wilde
geven.
Hij had de zaak besproken met Ja
mes Houston, die de laatste jaren zo
veel heeft gedaan om de Eskmo-kunst
in de beschaafde wereld te introduce
ren. o a. door de tentoonstelling van
Eskimo-kunst, die ook in ons land' te
zien is. James Houston had de Eski
mo's van Cape Dorset uitgekozen om
de opdracht uit te voeren omd'at on
der hen kunstenaars leven zoals Pit-
sulak en Oshaweetuk. die zo langza
merhand een naam hebben gekregen
vanwege hun artistieke prestaties.
Ketel werd kroon
De Eskimo's vonden het eerst maar
een vreemde bestelling en ze spraken
over de scepter als over het „pingwar-
tok", het stuk speelgoed. Later begre
pen ze dat een scepter bij de blanken
iets anders is dan een stuk speelgoed,
en toen noemden ze haar eerbiedig
„anoutoaloak". ofwel: de grote knots.
Hoe dan ook, de scepter was na 21
dagen van ingespannen werken klaar
en" het was in de ware zin een sym
bool van het noorden.
Er was koper voor gebruikt, dat ge
vonden wordt langs de kust van de
Noordelijke IJszee, walvisbeenderen en
een tand van een walrus van 't schier
eiland Foxe, horens van muskusossen
van Ellesmere Island, zuiver goud uit
de mijnen van het district Mackenzie,
een eskimo-harpoen, stekelvarkenpen-
nen uit Yellowknife en een stuk eiken
hout van Sir William Parry's Pool-
vaartuig Fury, dat in 1825 bij Somer
set Island aan de grond liep. Alles
verliep naai- mens, alleen hadden Pt-
sulak en zijn mannen moeite met het
koper: dat bleek te bros te zijn en
brak steeds af.
En toen kwam Udluriak, de doch
ter van Pitsulak, te hulp. Die had1 nog
een oude koperen ketel, een erfstuk
van haar moeder. Het ging haar wel
aan het hart om er afstand van te
moeten doen, maar ze gaf hem. De ke
tel werd in stukken geknipt en vormt
nu de kroon die de scepter siert!
Wèl een deksel
De moeder van Udluriak had de ke
tel weer van Laplandse herders gekre
gen. die de regering naar Canada had
laten komen om voor een kudde ren
dieren te zorgen. Die rendieren hoopte
Canada in het Pooigibied te introdu
ceren om op die manier een nieuwe
bron van bestaan te verschaffen aan
de Eskimo's.
Het plan mislukte: de rendieren
sbierven en de herders hadden het hard
te verduren. Gelukkig kregen ze hulp
van de Eskimo's en toen ze tenslotte
vertrokken, sohonken ze als tastbaar
bewijs van hun dank de koperen ketel.
Intussen is de scepter, tijdens de
jongste zitting in Ottawa, aan de raad
voor de noordwestelijke gebieden over
gedragen. Maar daarmee was de kous
niet af. Vincent Massey hoorde van de
opofferingsgezindheid van Udluriak
«G liet omniddellyfe een andere kete^
(Van onze correspondent in Canada)
Bij de Eskimo's in Cape Dorset (Canada) is een koperen ketel uit
de lucht komen vallen. Het gebeurde onlangs, toen een toestel van
de Canadese luchtmacht boven de nederzetting aan de ijzige kust
van Baffin Island een pakket afwierp, waar niet alleen post en medi
camenten in bleken te zitten maar ook een ketel. Die was het
geschenk van Vincent Massey. de gouverneur-generaal van Canada,
aan Udluriak, een Eskimo-vrouw in Cape Dorset.
Nu is het afwerpen van pakketten in het Canadese noorden vooral
in de wintermaanden, wanneer andere middelen van vervoer niet
mogelijk zijn, geen ongewone gebeurtenis, maar dat er een koperen
ketel naar beneden komt, is toch wel iets bijzonders.
UdUirkika die de ketel schonk, met een van haar. kinderen.
V.N.-streven om Jeruzalem te interna
tionaliseren, in Tel Aviv zetelen.
Naast de vertegenwoordiger van een
Zuidamerikaanse bananenrepubliek is
alleen Nederland zo reëel geweest om
zjjn post in Jeruzalem te vestigen! Ons
gezantschap wordt er dan ook als een
bijzonder kleinood in de watten gelegd.
Maar afgezien van zulke kleine compen
saties gaat de week in Jeruzalem met
veel verantwoordelijke ernst haar ple-
zierloze gang, totdat zjj op vrijdagmid
dag geheel tot stilstand komt. Is een
Britse zondag al niet opwindend, de Je-
ruzalemse sabbath klopt de Angelsak
sische dooddoener met nog vele lengtes.
Zoals trouwens in de meeste delen van
Israël staat ieder openbaar vervoer op
zaterdag geheel stop en in sommige ho
tels verschijnt het opschrift: „U wordt
verzocht vandaag in het hotel niet te
roken".
mannen dragen baarden en lange pijpe-
krullen onder een grote zwarte hoed en
gaan rond in gepeins of gesprek over de
Talmoed, terwijl hun vrouwen zich de
armen uit het lid werken om deze reli
gieuze ijver te financieren
De pittoreske wijk, waarin zij zich af
gezonderd hebben, lijkt Israëls enige
Ghetto. En niet zonder reden, want deze
super-orthodoxe ijveraars zijn felle te
genstanders van de Zionistische staat,
omdat naar hun overtuiging de terug
keer tot het „beloofde land" pas tot
stand zou mogen komen bij de komst van
de Messias. Nu Israël in de komende tijd
een beslissende crisis tegemoet lijkt te
gaan. ligt er een triomfantelijk trekje
van „wij hebben het altijd wel gezegd"
op hun bleke, fanatieke gezichten. Men
voelt weinig sympatie voor hen, want
hij, die een ogenblik stil staat bij de on
metelijke tragische gevolgen, die het te
nietdoen van de staat Israël voor de Jo-
Fanatieke ijveraars
De niets vermoedende bezoeker, die op
deze dag met een privé-auto in de ortho
doxe wijk Mea Sjearim verzeild zou ra
ken, wacht zelfs een woedend onthaal.
Van de trottoirs stijgt de verontwaar
digde kreet op: „Sabbath!", die soms
door lijfelijk geweld kracht wordt bij
gezet. Hier wonen namelijk de „naturei
karta", de „wachters van de stad". De
Een dwarsdoorsnee van liet Israëlische volk: jeruzalemieten wachten
op de bus.
den en niet voor hen alléén met
zich mee zou brengen, weet zich geen
vreemdeling meer in Jeruzalem!
Mea Sjearim, de orthodoxe wijk
van Jeruzalem