STOF MET EEN RAND. ONS MENU MET STEENUIL EN MEREL OP ZIEKENRAPPORT ZATERDAG 31 MAART WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand Vandaag eens geen aardappelen Het Voorlichtingsbureau van de Voedingsraad meldt De laatste tientallen jaren ls het ge bruik van rijst- en macaronischotels als volledige maaltijd toegenomen. De gewoonte om deze schotels te eten stamt, zoals U begrijpt, uit streken waar aardappelen niet of weinig wor den verbouwd. De rijst of de macaro ni wordt er dkwijls gegeten met vlees, kaas. vis of eieren en met een vitami ne C-rijke groente. In ons land moet de aardappel grotendeels voor de vita mine O-voorziening zorgen: daarom is het geraden als regel aardappelen en niet dan bij uitzondering een hoofd schotel van rijst of macaroni te eten. Er bestaan honderden combinaties en even zovele recepten voor rijst- en macaronigerechten. zodat we het dus zeker niet alleen behoeven te houden op de traditionele macaroni met ham en rijst met kerrie en vlees. Een droogkokende rijst is voor een hoofdschotel het meest geschikt. Gort, en dan by voorkeur een grove soort, is een goede afwisseling. Als groenten bij een rijst-, gort- of macaronischotel passen het best de felgekleurde soorten en de groenten met niet te flauwe smaak, zoals spina zie, gebakken uien, savoye- en groene- kool, prei, erwten en snij- of spercie- bonen. Ook een groente-sla zorgt voor een fris-stevige begeleiding van de toch altijd wat melige macaroni, rijst of gort. U hebt natuurlijk allang be grepen dat de groenten niet mag ont breken in een dergelijk hoofdgerecht Geeft U een macaronischelp of rijst- schoteltje bij de koffietafel, dan is de aanwezigheid van groenten niet strikt noodzakelijk. Wilt U een macaroni- of rfjstmaaJ- tjjd met een toetje besluiten, kies dan bij voorkeur geen al te zetmeelrijke ge rechten. zoals griesmeelpudding, ha vermoutpap, broodschotel of Jan-in de-zak: een vruohtengerecht of glad de vla of yoghurt zullen het beter doen. Helemaal eens kunnen we het niet zijn met een gang, uitsluitend bestaan de uit: macaroi met gehakt en tomatensaus of uit: ryst met eieren en kerriesaus of uit: gort met stokvis en mosterd VAN DE WEEK Maakt er eens iets anders van dan een recht rimpelrokje Parijs, maart 1956 Stof met een ingeweven of bedrukte rand, evenwijdig aan de zelfkant, ligt nog steeds in de rekken van onze stoffenwinkels, wordt nog steeds gekocht endoorgaans tot de meest simpele, maar ook de meest onflatteuze modellen verwerkt. Geen wonder dus dat we uitgekeken zijn op dat enigszins pretentieuze materiaal en de boeren- trienerige rimpelrokjes, die er bij voorkeur van worden gemaakt. Die rokjes, met de garnerende stofrand kan in zijn geheel worden gebruikt en zelfs de vrouw met twee linkerhanden, die van naaien niets af- \A weet. kan zo'n rokje in elkaar zetten. Maar eerlijk gezegd hangen ze V ons niet alleen gruwelijk de keel uit, doch zijn ze zelden mooi en nooit X'/\ gedistingeerd. J Kijkjes in de Natuur Hee broer met Je witte slobkousen! jij gaat op reis, zo gauw als ik beter ben. Hee. waar zit je!" Hij is er wel, kijk maar. daar steken z'n felle ogen al. Hup! sprongetje, hard lopen, hup! sprongetje, omdraaien op de stok en maar kijken, kijken. Ik beantwoord zijn blik. tot mijn ogen beginnen te branden. Weer heb ik 't verloren. Er slaat een deur in huis. Noch de uit noch zijn buurvrouw op de bel- Rechts bovenaan vervolgens een mo dieuze en apart? zomermantel van een mooie tweekleuren imprlmé in gedekte tinten. (Ook effen wollen randstof kan voor een dergelijke mantel dienen). De bloemenrand van de imprimé wordt in deze mantel langs de zynaden ver werkt. en deze zynaden zyn aan de onderkant gespleten Een effen voe ring en een effen japon in bypassende kleur zijn uiteraard de eisen, die een gepatroneerde zomermantel stelt. Tot slot (links onderaan) een even modieus als flatteus zomerjaponnetje, dat over een stijve onderrok uitstaat. Het is een princessemodel, uit zes lengtebanen opgebouwd, dat heel kor te ingezette mouwtjes heeft en een dwars, hoog decolleté. De gepatro neerde stofrand wordt in dit model, links van het midden, verticaal ver werkt, tussen halslijn en zoom, en on der deze rand ls een blinde sluiting aangebracht. J.V. IK ben ziek. ik heb gnep. Niet van belang voor U lezer, maar ik moet het wel mededelen, omdat ik wat wil vertellen over mijn medepatiënten met wie ik de ziekenkamer deel. Eer ste verdieping, gang oversteken, eerste deur front. We liggen met z'n drieën. Eén vrouw, éénja, dat weet ik eigen lijk niet. "t kan allebei zynen dan ik. een man. Die vrouw is weken geleden binnen gebracht met waarschijnlijk bevroren poten, de tweede, die man of vrouw (ik weet 't echt niet), heeft een auto- ongeluk gehad, linkerarmgewricht ka pot. Komt nooit meer in orde Hu of zij zal zn (haar) arm... ja, nu heb ik me toch versproken; de lezer had "t trouwens al door. toen ik over een vrouw met poten sprak. Die ..zy" is een wijfjesmerel. Ze huist in de bo venste van de twee kooien, die mijn slaapkamer sieren (hm!) en beneden haar zit het steenuiltje, dat 4 maan den geleden tegen een auto is gebotst en waarover ik toen heb geschreven. Dat manlijk of vrouwlyk by een uil is altyd een moeilijk vraagstuk, enfin, laat ik maar zeggen, dat 't een man lijk exemplaar is. Daar liggen we dan gedrieën. Dat is te zeggen een ligt er. en wel met een hoofd, waar de griepvlammen uit slaan. De anderen zitten of staan, wacht! even kijken. Ik hef m'n bonzend hoofd iets op, de kamer draait vriendelijk een paar keer mee. maar dat hindert niet waar zit m'n steenuiltje? O. daar zie ik 'm al. hij gluurt om een hoekje, alleen een half geel oog is zichtbaar. Nu allebei de ogen. grote felle lamp jes in het platte uilengezicht. Ze kij ken dwars door me heen, ze trillen niet, ze knipperen niet. ze boren in mijn voorhoofd. Als ik me nog even beweeg plop! daar wipt hij van z'n tak en rent met snelle pasjes door zijn hok, gaat in En toch zijn uit dergelijke rand-N stofffen aardige dingen te maken, din gen die weliswaar een beetje ingewik kelder zijn dan het tweöbaanse, rechte nmpelrokje, maar die die meerdere moeite dan ook dubbel en dwars waard zijn. Bezit ge een lap stof met een rand, of schaft ge dergelijk materiaal alsnog aan. maak er dan eens Iets an ders uit dan een boerenrokje, pas uw model eens aan de mode aan, maak er eens een apart en flatteus model uit endurf gerust een deel van de gepatroneerde rand ln de prullenmand te gooien, inplaats van alles wat rand ls ln uw modelletje te verwerken en een smakeloos en overladen resultaat te krijgen. Als ge de keus hebt. laat die dan bovendien vallen op stoffen van gedekte kleur, met niet te gToot en niet te opzichtig patroon: ge zult er een veel gedistingeerder indruk mee maken dan met eën van die kakel bonte bloemetjes, die u zeker nog ln groten getale worden voorgelegd. Bekijk dan vervolgens eens de mo delletjes die we vandaag afbeelden. Ze zyn alle voor randstof bestemd, en in geen van alle is de randverwerking conventioneel. Het modelletje links bovenaan is een zomerjurkje van mooie katoenen randstof. De rand wordt hier gebruikt langs de zoom van een puntige, schortvormige onderrok, die over een geheel geplisseerde volant valt. In de ceplisseerde volant en de rug van het lijfje loopt de stofdraad recht, in het schortgedeelte en de voorkant van het lijfje werd de stof daarentegen schuin verwerkt. Het tweede model van links is een apart jak, dat op een rechte rok of een pantalon kan worden gedragen, en waarvoor wollen of zware katoenen stof met ingeweven rand kan worden gebruikt. Het rechte jak heeft drie kwart mouwen, een ronde halsopening zonder kraag en een knoopsluiting. die tot de gepatroneerde rand reikt. De zoom, die aan voor- en achterkant in een punt eindigt, is gegarneerd met de stofrand. Deze kan worden aan geknipt, in welk geval de stofdraad in voor- en achterkant van het Jak schuin loopt, maar ook kan ze worden aangestikt, Indien u de stof in het Jak liever recht verwerkt. Als derde voorbeeld van de moderne randverwerking een eenvoudige deux- pièces van effen randstof. Hèt model bestaat uit een rechte rok zonder eni ge garnering, en een rechte blouse met driekwart overhemdsmouwen en een ronde kraagloze halsopening die met drie knopen wordt gesloten De on derkant van de blouse is gegarneerd met de gepatroneerde rand van de stof. etage reageert erop. Ik wrijf even zacht over een krant, heel even maar. Onmiddellijk uilenkop links, naar mij toe Er komt een vliegtuig over- razen. Niemand roert een vin. Maar nu keft onze Vlaamse gaai beneden. Hup! kop naar rechts. Ik weet dat wel van vogels, ik ken hun gevoeligheid voor de kleine geluiden. Als ik een stoel verschuif of m'n schoenen te hard neergooigeen belangstelling. Maar de geluiden van het inzepen voor de spiegel, het scheren, het stro men van waterhet brengt de vogels volkomen van de wijs. de donkerste hoek staan, veert aller vreemdst door z'n poten, op en neer. zodat hy beurtelings ln elkaar hurkt en als een duveltje omhoogschiet. Zo heb ik hem getekend, alleen maakt hij zich nog langer, nog smaller. Mal beest! Vier en een halve maand heb ik je verzorgd, ik ben je pleeg vader. je hebt rauw vlees gehad, or gaanvlees. zelfs muizenen als die vader even naar je kykt. krijg je de stuipen van schrik en knap je met je snavel. En dat heet dan het symbool der wijsheid! Dat zat bij onze Griekse godin Pallas Athene op de schouder! En dan zo dom, zo hopeloos dom te zijn. HIER fladdert de merel met veel moeite op haar stok. balanceert op haar ene goeie poot me* energiek geklapper en gew.pja! ze zit! en nu hoor ik haar duidelijk zeggen: ..Allemaal flauwe mensen praat. Hy is helemaal niet wijs'" ..Wie?" vraag ik aarzelend (ik heb vast koorts i. „Die benedenbuurman van me", zegt ze en hipt met één poot van haar stok. strompelt naar haar bakje universeel voer en begint drif tig te eten. Ik ben een en ul vraag teken. En dan. met haar snavel vol voer. „anders was hij niet met zri kop tegen een auto opgevlogen, had-ie wel beter uitgekeken." 't Is even stil in de kamer. De zuster komt binnen, m'n vrouw. „Iemand heeft een merel gebracht", zei ze. terwijl ze alvast de thermome ter afslaat ('k dacht 't wel, toch koorts!) „was door een kat gepakt. Wat moeten we ermee?" Ik kyk rond in de kamer. Nee. hier kan werkelijk niets meer bij. En bui ten bevriest het voer binnen een paar minuten, dus we moeten de dieren wel binnen houden. Ik weet, dat cr ook nog een groen vink met lamme vleugel in aantocht ls, maar ik zeg niets. Je moet deze dingen nooit overdrijven. Als zuster weg is. pieker ik moei zaam verder. Ik vind het allemaal maar bar moeilyk. Wat moet ik met die invalide steenuil' Houden mag en wil ik hem niet, een vogel in een kooi is ook al zo iets. hem vrijlaten kan onmogelijk Hij loopt wel als een dief. maar vliegen, ho maar! Een halve meter van de grond en dan ploft! daar duikelt hy. Daar krijg ik een helder ogenblik. Een dierentuin! Ik schrijf naar een dierentuin? es ottftv*Ti6c Zi Vraag eens aan vader, of hij 5 eieren I voor je uitblaast. Neem nu 5 d raadjes wit 1garen, waarvan het langste ten hoogste I 35 cm is. Stop boven in elk ei zo'n draadje en j rn laat er wat sneldrogende lijm op lopen. Neem i Q 1 nu 4 dunne aluminium breinaalden of ronde dun- ne stokjes die ongeveer 20 cm langzijn. Bind nu Q de uiteinden van de draadjes die je aan de eieren hebt geplakt aan de stokjes (zie fig. 2) Geef alle eieren een andere kleur. Bind nu een draadje aan het bovenste stokje (zie fig. 2a) en hang het geheel nu aan een lamp of aan het plafond, zodat je er niet tegen aan kunt lopen. Verschuif de verbindingsdraadjes zo, dat alle stokjes horizontaal hangen. Altijd zullen deze vrolijke eitjes in beweging zijn! HET is onbegrijpelijk, hoe scherp een uil ln het schemerdonker kan zien. Iedere morgen, zodra het daglicht doorbreekt, maakt ons ventje ine wakker en. door de kamer muur heen. ook nog een andere huls- genoot. Dat was eerst prompt om 5 uur, nu is 't half 6 6 uur. Wat hij dan uitspookt weet ik niet. maar hy is zo geweldig actief en hy maakt zo'n lawaai, dat 't lijkt, of er een hele familie steenuilen aanwezig is. Dat rent en springt en rammelt aan de tralies. Dat fladdert op de stok. pang! met een harde plof weer terug op de kooibodem. Ik begrijp 't wel. Dit is waarschijn lijk de tyd van op jacht gaan. tegen de ochtendschemering. Stakker! 't zal niet gaan. Hoe zei die merelvrouw ook weer: „verkeersfout gemaakt!" Met dat al heb jij me nu maanden lang. iedere nacht weer. uit m'n nachtrust ge haald Wacht maar. in de dierentuin is het uit met je spektakel. Daar zit je tus sen je familie, op een rots. of een boomtak en daar is niks te lawaaien. Ik kom vast naar Je kijken Als m'n griep over is. Want die gaat wel over... maar jouw Imkervleugel niet. En de poot van die mereldame. dat wordt ook nooit meer iets. Als ik haar in de tuin loslaat, pikken haar medezusters haar de kop tot bloedens kapot. „Wij zyn helemaal niet zulke lie verds" zegt de merel, terwijl ze diep in haar lege glaasje kijkt ..tenminste niet. zoals jullie dat vertellen in je versies en je verhaaltjes" „Wat zeg je?" vraag ik. want ik ben in m'n kussen teruggezakt 'k Heb blijkbaar toch erge koorts „Ik vraag, of je geen meel wurm voor me hebt. Is dat een bediening hier", 'k Zal het klachtenboek klaarleggen. SJOUKE VAN DER ZEE. Knappertje is een vrolijk konijntje voor op de ontbijttafel. Trek met een passer 2 cirkels, en trek de konijnenkop precies zo hierin over. Knip nu het grijze deel en alles buiten de buiten ste cirkel weg. Geef alles een mooi kleurtje en vouw de ring óp de stip pellijn naarachteren. Zetnubijieder a j bordje zo'n Knappertje! m m eken dit konijntje over op een briefkaart. Kleur het konijntje bruin n plak op de plaats van het staartje een plukje watten. Schrijf in ■nooie letters: VROLIJK PAASFEEST en zend deze groet naar al je ooms en tantes fn het land!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 15