IV N ÖJ ij 1V U1 L T_z_0 Lt» T ii ni I CA »>l L Miljardair Onassis bood vier miljoen voor raadselachtig vrouwenportret DE MORGEN TOEGEWEND I J Een Zoeklicht 4e jaargang no. 13 ZATERDAG 31 MAART 1956 Een vierde Mono Lisa ontdekt in Zuid-Frankrijk Sensationele diefstal uit Louvre in 1911 E( Bijzondere medewerking) cht of namaak? Deze vraag moesten de deskundigen in de loop der laatste vier jaar reeds tweemaal beantwoorden met betrekking tot een Mona Lisa. Zoals vaker het geval is met deskundigen, zijn dj het tot dusver niet eens geworden. Doch ter zake. IN 1952 geraakte de wereld der kunstkenners ln rep en roer. omdat de Amerikaanse kunsthandelaar William Gerders bekend maakte, dat hij een schilderij in zijn bezit had. dat volgens hem een echte Mona Lisa was. Zeker er waren enige verschil len met de Mona Lisa van het Lou vre, doch niettemin hield Gerders vol. dat Leonardo da Vinei de maker was. Ja, hij zei zelfs, dat zijn Mona Lisa ouder was dan die in het Louvre. Hij bood de stad Florence het werk ten geschenke aan. Florence aarzelde. Echt of namaak? Professor Giovan ni Pogi, een Italiaans deskundige, gaf als voorlopig oordeel: Waarschijnlijk niet echt. Niettemin gaf hij in over weging. de heer Gerders met het stuk naar Florence te laten komen. Dan pas zou een grondige bestudering mo gelijk zijn. Of Gerders met zijn Mona Lisa over de oceaan is gev,logen, werd nooit bekend gemaakt. Ook vernamen wij niet. of professor Giovanni Pogi ooit geconfronteerd is geworden met de New Yorkse Mona Lisa. Wel we ten wij, dat hij er toe bijdroeg om het eerste grote Mona Lisa mysterie tot klaarheid te brengen. Hierover vertellen wij aan het slot. NOG waren de echo's van het la waai om de New Yorkse Mona Lisa niet geheel verstomd, toen een Nederlandse kunsthandelaar (Hekking geheten) opnieuw een raad selachtig portret ontdekte. Hij ver toefde in het zuiden van Frankrijk. Natuurlijk interesseerde hij zich voor schilderijen Op een goede dag vond hij in een winkel een doek. waarvan hij meende, dat het een kopie was van Leonardo's meesterwerk. Hij vond het een goede kopie en kocht het doek. Voor weinig geld. De eigenaar van de winkel, de heer Watelot, vertelde, dat hij het portret reeds enige jaren on der zijn hoede had. Wie het hem ver kocht had? Dat wilde de heer Wate lot niet vertellen. De heer Hekking nam het schilderij mee Toen hij het wat beter bekeek, rees er twijfel aan de „namaak" van het stuk. Was het misschien toch een ech- 'te da Vinei? Een aantal deskundigen - onder hen de Italiaanse hoogleraar Georgie Nicodemi - werd te hulp ge Hoeveel portretten van Mona Lisa schilderde Leonardo da Vinei Deze vraag is thans op nieuw actueel. Enige tijd geleden kocht een Nederlander namelijk voor wei nig geld een schilderstuk, dat bfj nadere beschouwing erg veel bleek t« lijken op „de echte" Mona Lisa ln het Paryse Louvre. In het Prado te Madrid hangt ook een Mona Lisa. En in 1952 ontdekte een New-York se kunst bandelaar eveneens een portret van Mona Lisa, dat hy als echt dus gewrocht door Leonardo da Vinei, beschouwde. Kortom, Mona Lisa blyft een even groot raadsel als ten tijde, dat Leo nardo haar in kleur en lijn ver eeuwigde als ,JDe vrouw met de raadselachtige glimlach". roepen. Onder hen waren er. die de vraag „echt of onecht?" met ECHT beantwoordden. Vermoedelijk was het stuk (meenden zij) een voorstudie. Het portret zou afkomstig zijn van Leonardo .terwijl de entourage mis schien door zijn leerlingen zou zijn geschilderd. Opnieuw rees - als in 1952 - de vraag: Schilderde Leonardo misschien vele Mona Lisa's? Zelfs de deskundigen van het Louvre aarzel den om Hekking's ontdekking als een vervalsing te bestempelen. En de reder-miljardair Onassis was zó overtuigd, met een echte da Vind te doen te hebben, dat hfl de Neder landse eigenaar een hod deed. dat dichter bij de vier dan bfl de drie miljoen gulden lag. Is de koop geslo ten? Het is tot dusver niet gebleken, maar wel staat vast, dat de deskundi gen het laatste woord nog niet heb ben gesproken De sensatie om Mona Lisa blijft dus bestaan. Leonardo da Vinei Leonardo da Vinei, de maker van de Mona Lisa of Mona Lisa's, was een ..Universalgeistzoals er slechts wei nigen hebben bestaan In 1452 aan schouwde hij het levenslicht in het slot Vinei bij Florence Reeds vroeg bleek hij zeer begaafd te zijn. Zijn leermeester, de beroemde kunstenaar André Verrochi, was verrukt over Leonardo's talent. En niet slechts als kunstenaar, ook als wiskundige, werk tuigkundige. ingenieur en vestingbou wer muntte hij uit. Fortificaties in de Romagna en waterstaatswerken in Lombardije staan op znn naam. In zijn studeerkamer en brein werden uitvindingen geboren, die pas eeuwen later door anderen werden „gedaan" Zijn leven was bewogen. Aanvanke lijk genoot hij de steun van machtige tefgen uit het hertogelijk geslacht Sforza. Hij zag zich benoemd tot di recteur van de Academie voor Schil derkunst en Architectuur in Milaan. Toen de macht der Sforza's gebroken werd. ging Leonardo eerst naar Man tua. vervolgens afwisselend naar Flo rence en Rome Ten slotte nodigde Frans I van Frankrijk hem uit orr naar Frankrijk te komen Leonardo deed zulks en vestigde, zich in het slot Amboise te Clos-Lucé. Koning Frans overlaadde de Italiaan met gunstbewijzen. In 1519 stierf Leonar do in dat slot. Mona Lisa HET kunstwerk, waarvan Leonardo zelf het meeste hield, was zijn Mona Lisa. Men spreekt ook wel van La Gioconda. omdat Lisa di An ton Maria di Noldo Gherardini. der de echtgenote van de Florentijnse adelman Francesco del Giocondo. mo del stond voor dat schilderij. De kun stenaar maakte het werk tussen 1500 en 1506. Wanneer precies, is niet be kend. Wel weten we, dat hij er enige jaren aan besteedde. En toen het doek gereed was, wilde Leonardo cr zijn le ven lang niet van scheiden De -Vrouw met de Raadselachtige Glim lach" had haar maker in haar ban gevangen! La Gioconda zoals Leo nardo haar met zyn kunstenaarsoog had aanschouwd en met geniaal be zield penseel had vereeuwigd —'had zijn ziel veroverd. Wie ooit In het Louvre dit wouwen portret zag, kan begTypen wat Leo nardo zo zeer boeide. Het is niet zo maar het portret van een bezielde, aristocratische vrouw. Het is veel meer. Het is het ideaal-beeld van de schone bekoorlijke vrouw. Mona Lisa is de verbeelding van al wat de man in de vrouw bekoort. Zy is „das ewig Welbliche", het raadselachtige wezen dat Vrouw heet. Alles wat hem in vrouwen boeide, voegde Leonardo sa men in dat ene portret. Alle schoon heid, stemmingen, grilligheden verenig de hy in de Mona Lisa. Geen wonder, dat zij een raadselachtige combinatie van gevoelens en stemmingen tot uit drukking brengt in haar glimlach. Gecomprimeerde film Om Lisa del Giocondo in alle stem mingen te zien, om haar gehele wezen op heterdaad te kunnen betrappen, deed Leonardo het volgende. Als Lisa poseerde, liet hij allerhande kunste naars en kunstenmakers aanrukken. Muzikanten, zangers, acteurs, potsen makers. z|j allen namen om beurten deel aan de samenkomsten Opmerk zaam registreerde Leonardo dan. hoe Lisa reageerde op dat gedoe en hoe zij haar reacties tot uitdrukking bracht in lach. gebaar, gelaatstrekken, kort om in alle uiterlijke manifestaties van hart, ziel en gemoed. Op heterdaad be trapt leven dus, maar geen moment opname. doch een gecomprimeerde film: Dat is de Mona Lisa! De raad selachtige glimlach, die om de lippen speelt, breidt zich uit ook over voor hoofd en ogen. over hals en wangen. Innemend is die glimlach stellig, maar tevens geheimzinnig, onbegrijpelijk, zacht en ironisch, viagend cn afwij zend. Het landschap, dat de achtergrond vormt van de Mona Lisa, is deels vaag, deels bijna tastbaar. Het lijkt of ae wazigheid en de vormen zich verdich ten tot het vrouwenbeeld, tot de scho ne werkelijkheid, zoals de Renaissan- ce-mens zich die droomde, zoals Leo nardo zelf de schoonheid zag Raadsel achtig is de glimlach van Mona Lisa. Voor ons misschien dubbel raadsel achtig, omdat wij een ander wereld beeld en een ander schoonheidsideaal hebben dan de mensen uit Leonardo's tijd. Wij zien de glimlach. Doch ver staan wij nog ten volle de taal van die lach? Begrijpen wij ten volle, wit die lach allemaal vertolkt? Schandaal om Mona Lisa HAAR lach wordt In onze eeuw misschien nog minder begrepen dan vroeger. Gezocht is haar beel tenis echter stellig Dit bleek, toen de miljardair Onassis bijna vier miljoen gulden voor haar portret bood. Het bleek ook 45 jaar geleden, toen de knapste politie-mannen van Eurona en Amerika jacht maakten op Leo nardo's „Vrouw met de Raadselachtige Glimlach". Wat was er toen gebeurd? Mona Lisa hing in het Louvre. Be wonderd door tallozen. Maar ziet. op een kwade dag was Mona Lisa spoor loos verdwenen. Haar lijst was leeg Dat was in 1911. Een onbekende dader heeft de Mona Lisa gestolen, meldde „Laat na den sabbath, tegen het aanbreken van den eersten dag der week(Matth. 28:1) „En zeer vroeg op den eersten dag der week(Mare. 16:1) „Maar op den eersten dag der week, reeds vroeg in den mor genstond(Luc. 24:1) „En op den eersten dag der week, terwijl het nog donker was(Joh. 20:1) Met deze woorden vangt in de 4 Evangeliën de paasboodschap aan Pasen is morgen-verkondiging. De huiver van het eerste, nieuwe daglicht trilt door de schepping. Nóg dragen zij, die zich naar het graf haasten, de nacht in hart en leden. De nacht, die niet meer eindi gen zal. Omdat de dood heeft overwonnen. Omdat Zijn dood duisternis heeft gebracht over allen; over WOORD VAN BEZINNING Die morgen nu wordt het Pasen. Aarzelend in een eerste schuchtere schemering begint het licht te schijnen. Het wint allengs in kracht en glans Straks wordt verwondering ge boren in de verstarde ziel der graf-zoekers. Om de onmogelijk heid. die hier tot werkelijkheid groeit Om de loodzware druk, die zachtjes wijkt. Om de blijd schap die langzaam het eigen hart binnenvloeit. Om de nieu we, wezenlijke morgen die uit deze nacht verrijst. Hij die dood was, is opgestaan, Hij lééft, Gij die geketend zijt aan uw smart, aan uw schuld, zie, gij zijt vrij. Dit kan alleen maar gelóófd worden. Tot eigen verbazing. Dat het kruis niet meer is. Dat vrede komt niet nó maar üit de dood. waarin wij door eigen schuld besloten waren. Want vergeving is opwekking tot le ven Het komt er voor ieder onzer op aan, dat wij uit de nacht naar buiten durven treden, de dag Gods tegemoet. Dat wij op staan uit de eindeloze doods- sabbath. Toegewend» naar de morgen. Aanvankelijk nog zonder hoop. slechts gehoor gevend aan een onverklaarbare drang. Nog ge heel verwezen en verstrakt toch de morgen tegemoet, waarin de grote levens-verrassing ge- r J wie Hem liefhadden en over wie Hem smaadden; over wie Hem volgden tot onder het kruis en over wie Hem achteloos voorbij gingen. De Passion. het Lijden van Christus is uitgebloed in de nacht. Doodstil te is ingetreden. De sabbath waarin Hij begraven ligt, is met rouw omfloerst. Als naar de ijzeren en gena deloze wet van het aards bestaan een andere dag toch komt, zo brengt die dit keer geen hoop en geen verlichting Wel reppen voeten zich voort, maar ze wenden zich naar een graf. Dat is de plaats, waar de nacht voortduurt door dagen en jaren heen. Daarom zijn de hoofden van hen, die op weg gmgen, gebogen, hun ogen strak gericht naar de grond. Zij gaan om een dode de allerlaatste eer te bewijzen, waartoe mensen in staat zijn. Alle anderen zijn al weer ingedoken en ingesloten in hun dagbedryf, dat op de dood uit loopt. Steeds weer dringt zich de vraag aan ons op, hoe wij men sen Pasen kunnen en moeten vieren. Wat valt er op deze dag voor ons te doen? Tot en met Goede Vrijdag hebben onze zintuigen onomsto telijk ervaren: óók, zelfs het heilige. Christus, de Heilige; ja God zelf is gevangen in de macht des doods. Verder kunnen wij niet komen Het enige wat ons rest is de rouw daarover. De rouw over de zegevierende kracht des ver- derfs. En het berouw. En het berouw over de sterkste macht ter wereld: mensenschuld. Wij kunnen den Uitgestotene de laatste eer bewijzen. Wij kunnen hem niet in levende eer herstel len. Wij kunnen de schuld ten volle begaan, wij kunnen haar niet goed maken. Wat aan de dood is uitge leverd, kan niet tot leven wor den gewekt. Wat misdaan is. kan niet worden uitgewist. Maar dan klinkt de tijding: schiedt, waarin God Zijn ge heim openbaar gaat maken. Als wjj gaan. terwijl het nog don ker is, begint het te dagen. Straks vinden wij het graf, dat geen graf meer is, maar een open ruimte waarin de zonnestralen wemelen, waar de hemelwind doorheen vaart. „Hy die gij zoekt, is niet hier; Hij is opge staan. Gods eeuwige eerste daad is wederom aangevangen. De daad, waardoor wy mèt en ln Chris tus worden opgewekt, uit rouw en berouw uit dood en schuld. Nu kunnen wij zelf beginnen: nu mogen wij worden, wat wij nimmer konden bereiken, wat ons steeds mislukte: vrije die naren, blijde zangers, levende broeders en zusters van den Le vende, en door Hem van elkaar. Voor immer den morgen, den dag der dagen voor immer Pa sen toegewend! E. B. A. Poortman Rem. predikante. een laconiek politiebericht. Verslagen heid alom. De wildste geruchten deden opgeld Wie was de dief? Een vandaal? Een maniakaal verzamelaar? Een on wetende, die niet wist, wat hij stal? Kortom, er was aan gissingen en theo rieën geen gebrek. Niettemin was en bleef de Mona Lisa spoorloos. De Paryse politie werkte op volle kracht. Iedereen, die op 22 augustus 1911 het Louvre had bezocht, werd scherp aan de tand gevoeld. Geen der bezoekers op de „Dag van de Diefstal" zoals een Parijs blad de 22ste augus tus 1911 bestempelde) kon enig licht op het mysterie werpen. Maanden lang deden Europese en Amerikaanse re chercheurs op zoek naar Mona Lisa de ronde in de verdachte buurten van alle grote steden. Maanden lang con troleerden zij treinen, boten en andere vervoersmiddelen. De Mona Lisa bleef weg. Wel werden er enige arrestaties verricht, doch opheldering betreffende de diefstal van de Mona Lisa brachten zij niet. De dief meldt zich ALLENGS verstomde het schan daal. Ander nieuws vulde de kranten Een wereldoorlog dreig de De Mona Lisa geraakte op het tweede plan. Eensklaps echter sprak de wereld weer over Leonardo's „Raad selachtige Vrouw". Dat was in novem ber 1913. Toen ontving een Florentijn se kunsthandelaar. Gcri geheten, een raadselachtige brief. De ondertekening luidde Leonardo V. En deze geheim zinnige Leonardo V. schreef, de dief te zijn van de Mona Lisa. Hij was bereid deelde hij mede het stuk aan Geri te verkopen, mits het in Italië zou blijven Vaderlandsliefde en nationale trots dreven hem tot zijn daad. deelde de dief voorts mede. De heer Geri nam de politie in de arm. Korte tijd nadien werd de dader Vincenzo Peruggia heette hy ge arresteerd. Het was professor Pogi, de zelfde, die ook in 1952 van zich deed spreken, die op een hotelkamer in Flo rence Peruggia's Mona Lisa als „de" Parijse Mona Lisa herkende. Eerst vond het doek een plaats in het L'ffizi- -museum in Florence. Later keerde het terug naar Parijs, waar het zich thans nog bevindt. Waarom rakelen wij dit „schandaal" om de „Vrouw met de Raadselachtige Glimlach" op? U zult dit begrijpen, als U weet, dat er na de diefstal van 1911 1913 een kleine honderd deskundi gen werden ingeschakeld om vast te stellen, dat het doek van Peruggia ECHT was. Zo heel eenvoudig is het dus blijkbaar niet om de echtheid van een schilderij, zelfs van een interna tionaal beroemd schilderij vast te stel len. Daarom is de vraag „Echt of Na maak", die sedert enige jaren de kunstwereld met betrekking tot de „ontdekkingen" van de heren Gerders en Hekking bezighoudt, nog steeds ac tueel. Het zou best kunnen zijn, dat Leonardo meer dan één Mona Lisa heeft geschilderd of dat hij zyn eigen doek kopieerde Het kan dus ook heel goed zyn, dat de miljardair Onassis terecht bijna vier miljoen gulden wilde offeren om Hekking's Mona Lisa in eigendom te verwerven. (NIVANO NADRUK VERBODEN) OP DE BOEKENMARKT Goede boeken voor weinig geld menten van dit dynamische verhaal met de Macedonische opstand tegen Turkije als achtergrond- A.B.C.-reeks. Arbeiderspers. Am sterdam 1955 en 1956 De Salamanderreeks. Em. Querido Amsterdam 1955 Erich Kastner. „Fabian". Erich Kastner (1899) is een Duits ac. teur, die naam heeft gemaakt na de eerste wereldoorlog. Fabian is wel zijn meest bekende boek, dat een snijdend retalistisoh beeld geeft vair het intellec tuele cynisme van die tijd. Verwarring en werkloosheid hadden Duitsland ge maakt tot een verwilderd veld, waar het onkruid van het nationaal-socia- lisme welig op getierd heeft. De roman is boeiend en vooral interessant uit so ciologisch oogpunt. George Orwell. „1984". George Orwell (1903—1950) schreef romans met een sterk maatschappelijke inslag. Zijn zwervend leven heeft hem een gevarieerde stof geboden voor zijn schilderingen van toestanden, die de lezer aangrijpen cn diep roeren. De ro man 1984 is een afschrikwekkend toe komstbeeld van een totalitaristische staat, waarin de bureaucratie tot in het onmenselijke is doorgevoerd. Willem van Iependaal. „Madame Pe- dasco". De dichter (Liederen van de Zelf kant) en romanschrijver Willem van Iependaal (1891) heeft zijn inspiratie hoofdzakelijk gevonden op het terrein, dat men de onderwereld pleegt te noe men. Deze roman is een onderhoudend verhaal van dief eri diefjesmaat, van waarzeggerij, oplichters en liefdesdra ma's met een goedmoedig emd-goed- al-goed. Graham Greene. „Kogels a contant". Graham Green (1904) is een van En- gelands belangrijkste romanschrijvers, die als het ware in de kantlijn van zijn grote psychologische romans, romans, goed geschreven moord, en doodslag- verhalen produceert. De titel van dit bock wijst er wel op dat de goedgevulde revolvers los in de zak zitten. Daarbij gevoegd een vermoorde minister en dus politieke verwikkelingen, nachtclubs en lichtschuwe individuen cn men begrijpt dat het de verliefde detective en het meisje tot op de laatste pagina's lang niet voor de wind gaat. Herman de Man (1898) „De kleine wereld". De romans van Herman de Man spe len gewoonlijk in de streek tussen Schoonhoven en Oudewater, het land van Linschoten en IJsselstein, met zijn Calvinistische boeren, zyn marskramers en zijn wonderlijk afzijdige sfeer. ,De kleine wereld" is een verhaal van twee even wijsgerige als pientere landlopers, die van de ene plaats naar de andere kuieren en op die kleine afstand meer ervaren dan menigeen die van Amster dam naar Singapore gaat. A. den Doolaard. (1906) „Oriënt Express". Oriënt Express is een van de boeien de en avontuurlijke romans van deze auteur waarin het leven in de Balkan is uitgebeeld. Opstand en liefde, ro mantiek en heldhaftigheid zyn de ele- Josine Reuling. „De heilige van St, Jean". Deze voortreffelijke roman geeft iets anders dan de titel zou doen vermoe den. De lezer wordt geconfronteerd met een artdstenkolonie in een Frans Ri- vièra-dorp, dat plotseling ontdekt is. De levendige en rake beschrijving van deze kleurige en merkwaardige kleine wereld, is even amusant als waarheids getrouw. Henry James. „In de greep". Dit is de vertaling, een goede ver taling, ofschoon ik het met de titel niet helemaal eens kan zijn van The Turn of the Screw, het wereldberoemde spookverhaal van een van de belang rijkste en invloedrijkste schrijvers uit het Engelse taalgebied, Henry James (1843—1916). Vooral de kinderen zijn zeer fcoed getekend. Clement Richer. „De Zoon van Ti- coyo". Wie zich To-coyo en zyn haai nog herinnert, zal met genoegen dit vervolg lezen. De avonturen van Ti-coyo's zoon in het na de vulkanische uitbarsting weer opgebouwde dorp St. Pierre, waar de wetten van het primitieve leven gel. den en iedereen gemoedelijk in en aan de tropische zee leeft, zijn even wild, ev enondeugend en zo mogelijk nog fantastischer dan die van de vader. Thomas Mann. „De dood in Venetië" In deze novelle laat de grote Duitse romancier, Thomas Mann (1875—1955) de liefde voor de schoonheid zegevie ren over de dood. De hoofdfiguur, As- chenbach, ziet in Venetië in een kleine Poolse jongen de verpersoonlijking van het Griekse klassieke schoonheids ideaal. In zijn metafische geboeidheid door deze lichaam geworden geest ver zuimt hij de stad te ontvluchten waar een cholera-epidemie is uitgebroken. Hij sterft gelaten en gelukkig. Joost Mendes ls het pseudoniem dat Emanuel Querido (1871—1943) zich ge kozen had. Zijn tiendelige roman „Het Geslacht der Santeljano's", is een cul tuur-historische roman van zijn eigen tijd. „Herinnering aan een stad" is de kroniek van de stad Amsterdam in het eind van de vorige en de aanvang van deze eeuw en een fragment van het ge heel. Een verstandig voorwoord, gesig neerd door Alice von Eugen en Aria Querido, gaat er aan vooraf. Van Franz Kafka (1883—1924), de jonggestorven Oostenrijkse schrijver, die met zijn werk en levensvisie het geestelijke leven van deze eeuw heeft beïnvloed, vindt men in dit deel een reeks korte verhalen. Men treft er o.a. .De gedaanteverwisseling" en „In de Strafkolonie" in, verhalen die in zeke ren zin een sleutel tot deze hoogst in teressante figuur inhouden. CLara Eggink.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 13