IV
N
ÖJ
ij
1V U1
L
T_z_0
Lt» T ii ni
I
CA »>l
L
Miljardair Onassis bood vier miljoen
voor raadselachtig vrouwenportret
DE MORGEN TOEGEWEND
I
J
Een Zoeklicht
4e jaargang no. 13
ZATERDAG 31 MAART 1956
Een vierde Mono Lisa ontdekt in Zuid-Frankrijk
Sensationele diefstal uit Louvre in 1911
E( Bijzondere medewerking)
cht of namaak? Deze vraag moesten de deskundigen in de loop
der laatste vier jaar reeds tweemaal beantwoorden met betrekking
tot een Mona Lisa. Zoals vaker het geval is met deskundigen, zijn
dj het tot dusver niet eens geworden. Doch ter zake.
IN 1952 geraakte de wereld der
kunstkenners ln rep en roer. omdat
de Amerikaanse kunsthandelaar
William Gerders bekend maakte, dat
hij een schilderij in zijn bezit had.
dat volgens hem een echte Mona Lisa
was. Zeker er waren enige verschil
len met de Mona Lisa van het Lou
vre, doch niettemin hield Gerders vol.
dat Leonardo da Vinei de maker was.
Ja, hij zei zelfs, dat zijn Mona Lisa
ouder was dan die in het Louvre. Hij
bood de stad Florence het werk ten
geschenke aan. Florence aarzelde.
Echt of namaak? Professor Giovan
ni Pogi, een Italiaans deskundige, gaf
als voorlopig oordeel: Waarschijnlijk
niet echt. Niettemin gaf hij in over
weging. de heer Gerders met het stuk
naar Florence te laten komen. Dan
pas zou een grondige bestudering mo
gelijk zijn. Of Gerders met zijn Mona
Lisa over de oceaan is gev,logen, werd
nooit bekend gemaakt. Ook vernamen
wij niet. of professor Giovanni Pogi
ooit geconfronteerd is geworden met
de New Yorkse Mona Lisa. Wel we
ten wij, dat hij er toe bijdroeg om
het eerste grote Mona Lisa mysterie
tot klaarheid te brengen. Hierover
vertellen wij aan het slot.
NOG waren de echo's van het la
waai om de New Yorkse Mona
Lisa niet geheel verstomd, toen
een Nederlandse kunsthandelaar
(Hekking geheten) opnieuw een raad
selachtig portret ontdekte. Hij ver
toefde in het zuiden van Frankrijk.
Natuurlijk interesseerde hij zich voor
schilderijen Op een goede dag vond
hij in een winkel een doek. waarvan
hij meende, dat het een kopie was van
Leonardo's meesterwerk. Hij vond het
een goede kopie en kocht het doek.
Voor weinig geld. De eigenaar van de
winkel, de heer Watelot, vertelde, dat
hij het portret reeds enige jaren on
der zijn hoede had. Wie het hem ver
kocht had? Dat wilde de heer Wate
lot niet vertellen. De heer Hekking
nam het schilderij mee
Toen hij het wat beter bekeek, rees
er twijfel aan de „namaak" van het
stuk. Was het misschien toch een ech-
'te da Vinei? Een aantal deskundigen
- onder hen de Italiaanse hoogleraar
Georgie Nicodemi - werd te hulp ge
Hoeveel portretten van Mona
Lisa schilderde Leonardo da
Vinei Deze vraag is thans op
nieuw actueel.
Enige tijd geleden kocht een
Nederlander namelijk voor wei
nig geld een schilderstuk, dat bfj
nadere beschouwing erg veel
bleek t« lijken op „de echte"
Mona Lisa ln het Paryse
Louvre.
In het Prado te Madrid hangt
ook een Mona Lisa. En in 1952
ontdekte een New-York se kunst
bandelaar eveneens een portret
van Mona Lisa, dat hy als echt
dus gewrocht door Leonardo da
Vinei, beschouwde. Kortom,
Mona Lisa blyft een even groot
raadsel als ten tijde, dat Leo
nardo haar in kleur en lijn ver
eeuwigde als ,JDe vrouw met de
raadselachtige glimlach".
roepen. Onder hen waren er. die de
vraag „echt of onecht?" met ECHT
beantwoordden. Vermoedelijk was het
stuk (meenden zij) een voorstudie.
Het portret zou afkomstig zijn van
Leonardo .terwijl de entourage mis
schien door zijn leerlingen zou zijn
geschilderd. Opnieuw rees - als in
1952 - de vraag: Schilderde Leonardo
misschien vele Mona Lisa's? Zelfs de
deskundigen van het Louvre aarzel
den om Hekking's ontdekking als een
vervalsing te bestempelen.
En de reder-miljardair Onassis was
zó overtuigd, met een echte da Vind
te doen te hebben, dat hfl de Neder
landse eigenaar een hod deed. dat
dichter bij de vier dan bfl de drie
miljoen gulden lag. Is de koop geslo
ten? Het is tot dusver niet gebleken,
maar wel staat vast, dat de deskundi
gen het laatste woord nog niet heb
ben gesproken De sensatie om Mona
Lisa blijft dus bestaan.
Leonardo da Vinei
Leonardo da Vinei, de maker van
de Mona Lisa of Mona Lisa's, was een
..Universalgeistzoals er slechts wei
nigen hebben bestaan In 1452 aan
schouwde hij het levenslicht in het
slot Vinei bij Florence Reeds vroeg
bleek hij zeer begaafd te zijn. Zijn
leermeester, de beroemde kunstenaar
André Verrochi, was verrukt over
Leonardo's talent. En niet slechts als
kunstenaar, ook als wiskundige, werk
tuigkundige. ingenieur en vestingbou
wer muntte hij uit. Fortificaties in de
Romagna en waterstaatswerken in
Lombardije staan op znn naam. In
zijn studeerkamer en brein werden
uitvindingen geboren, die pas eeuwen
later door anderen werden „gedaan"
Zijn leven was bewogen. Aanvanke
lijk genoot hij de steun van machtige
tefgen uit het hertogelijk geslacht
Sforza. Hij zag zich benoemd tot di
recteur van de Academie voor Schil
derkunst en Architectuur in Milaan.
Toen de macht der Sforza's gebroken
werd. ging Leonardo eerst naar Man
tua. vervolgens afwisselend naar Flo
rence en Rome Ten slotte nodigde
Frans I van Frankrijk hem uit orr
naar Frankrijk te komen Leonardo
deed zulks en vestigde, zich in het
slot Amboise te Clos-Lucé. Koning
Frans overlaadde de Italiaan met
gunstbewijzen. In 1519 stierf Leonar
do in dat slot.
Mona Lisa
HET kunstwerk, waarvan Leonardo
zelf het meeste hield, was zijn
Mona Lisa. Men spreekt ook wel
van La Gioconda. omdat Lisa di An
ton Maria di Noldo Gherardini. der
de echtgenote van de Florentijnse
adelman Francesco del Giocondo. mo
del stond voor dat schilderij. De kun
stenaar maakte het werk tussen 1500
en 1506. Wanneer precies, is niet be
kend. Wel weten we, dat hij er enige
jaren aan besteedde. En toen het doek
gereed was, wilde Leonardo cr zijn le
ven lang niet van scheiden De
-Vrouw met de Raadselachtige Glim
lach" had haar maker in haar ban
gevangen! La Gioconda zoals Leo
nardo haar met zyn kunstenaarsoog
had aanschouwd en met geniaal be
zield penseel had vereeuwigd —'had
zijn ziel veroverd.
Wie ooit In het Louvre dit wouwen
portret zag, kan begTypen wat Leo
nardo zo zeer boeide. Het is niet zo
maar het portret van een bezielde,
aristocratische vrouw. Het is veel
meer. Het is het ideaal-beeld van de
schone bekoorlijke vrouw. Mona Lisa
is de verbeelding van al wat de man in
de vrouw bekoort. Zy is „das ewig
Welbliche", het raadselachtige wezen
dat Vrouw heet. Alles wat hem in
vrouwen boeide, voegde Leonardo sa
men in dat ene portret. Alle schoon
heid, stemmingen, grilligheden verenig
de hy in de Mona Lisa. Geen wonder,
dat zij een raadselachtige combinatie
van gevoelens en stemmingen tot uit
drukking brengt in haar glimlach.
Gecomprimeerde film
Om Lisa del Giocondo in alle stem
mingen te zien, om haar gehele wezen
op heterdaad te kunnen betrappen,
deed Leonardo het volgende. Als Lisa
poseerde, liet hij allerhande kunste
naars en kunstenmakers aanrukken.
Muzikanten, zangers, acteurs, potsen
makers. z|j allen namen om beurten
deel aan de samenkomsten Opmerk
zaam registreerde Leonardo dan. hoe
Lisa reageerde op dat gedoe en hoe zij
haar reacties tot uitdrukking bracht
in lach. gebaar, gelaatstrekken, kort
om in alle uiterlijke manifestaties van
hart, ziel en gemoed. Op heterdaad be
trapt leven dus, maar geen moment
opname. doch een gecomprimeerde
film: Dat is de Mona Lisa! De raad
selachtige glimlach, die om de lippen
speelt, breidt zich uit ook over voor
hoofd en ogen. over hals en wangen.
Innemend is die glimlach stellig, maar
tevens geheimzinnig, onbegrijpelijk,
zacht en ironisch, viagend cn afwij
zend.
Het landschap, dat de achtergrond
vormt van de Mona Lisa, is deels vaag,
deels bijna tastbaar. Het lijkt of ae
wazigheid en de vormen zich verdich
ten tot het vrouwenbeeld, tot de scho
ne werkelijkheid, zoals de Renaissan-
ce-mens zich die droomde, zoals Leo
nardo zelf de schoonheid zag Raadsel
achtig is de glimlach van Mona Lisa.
Voor ons misschien dubbel raadsel
achtig, omdat wij een ander wereld
beeld en een ander schoonheidsideaal
hebben dan de mensen uit Leonardo's
tijd. Wij zien de glimlach. Doch ver
staan wij nog ten volle de taal van die
lach? Begrijpen wij ten volle, wit die
lach allemaal vertolkt?
Schandaal om Mona Lisa
HAAR lach wordt In onze eeuw
misschien nog minder begrepen
dan vroeger. Gezocht is haar beel
tenis echter stellig Dit bleek, toen de
miljardair Onassis bijna vier miljoen
gulden voor haar portret bood. Het
bleek ook 45 jaar geleden, toen de
knapste politie-mannen van Eurona
en Amerika jacht maakten op Leo
nardo's „Vrouw met de Raadselachtige
Glimlach". Wat was er toen gebeurd?
Mona Lisa hing in het Louvre. Be
wonderd door tallozen. Maar ziet. op
een kwade dag was Mona Lisa spoor
loos verdwenen. Haar lijst was leeg
Dat was in 1911. Een onbekende dader
heeft de Mona Lisa gestolen, meldde
„Laat na den sabbath, tegen
het aanbreken van den eersten
dag der week(Matth. 28:1)
„En zeer vroeg op den eersten
dag der week(Mare. 16:1)
„Maar op den eersten dag der
week, reeds vroeg in den mor
genstond(Luc. 24:1)
„En op den eersten dag der
week, terwijl het nog donker
was(Joh. 20:1)
Met deze woorden vangt in de
4 Evangeliën de paasboodschap
aan
Pasen is morgen-verkondiging.
De huiver van het eerste,
nieuwe daglicht trilt door de
schepping. Nóg dragen zij, die
zich naar het graf haasten, de
nacht in hart en leden.
De nacht, die niet meer eindi
gen zal. Omdat de dood heeft
overwonnen.
Omdat Zijn dood duisternis
heeft gebracht over allen; over
WOORD
VAN
BEZINNING
Die morgen nu wordt het
Pasen.
Aarzelend in een eerste
schuchtere schemering begint
het licht te schijnen. Het wint
allengs in kracht en glans
Straks wordt verwondering ge
boren in de verstarde ziel der
graf-zoekers. Om de onmogelijk
heid. die hier tot werkelijkheid
groeit Om de loodzware druk,
die zachtjes wijkt. Om de blijd
schap die langzaam het eigen
hart binnenvloeit. Om de nieu
we, wezenlijke morgen die uit
deze nacht verrijst.
Hij die dood was, is opgestaan,
Hij lééft, Gij die geketend zijt
aan uw smart, aan uw schuld,
zie, gij zijt vrij.
Dit kan alleen maar gelóófd
worden. Tot eigen verbazing.
Dat het kruis niet meer is. Dat
vrede komt niet nó maar üit de
dood. waarin wij door eigen
schuld besloten waren. Want
vergeving is opwekking tot le
ven
Het komt er voor ieder onzer
op aan, dat wij uit de nacht
naar buiten durven treden, de
dag Gods tegemoet. Dat wij op
staan uit de eindeloze doods-
sabbath.
Toegewend» naar de morgen.
Aanvankelijk nog zonder hoop.
slechts gehoor gevend aan een
onverklaarbare drang. Nog ge
heel verwezen en verstrakt toch
de morgen tegemoet, waarin de
grote levens-verrassing ge-
r
J
wie Hem liefhadden en over wie
Hem smaadden; over wie Hem
volgden tot onder het kruis en
over wie Hem achteloos voorbij
gingen. De Passion. het Lijden
van Christus is uitgebloed in de
nacht. Doodstil te is ingetreden.
De sabbath waarin Hij begraven
ligt, is met rouw omfloerst.
Als naar de ijzeren en gena
deloze wet van het aards bestaan
een andere dag toch komt, zo
brengt die dit keer geen hoop en
geen verlichting
Wel reppen voeten zich voort,
maar ze wenden zich naar een
graf. Dat is de plaats, waar de
nacht voortduurt door dagen en
jaren heen. Daarom zijn de
hoofden van hen, die op weg
gmgen, gebogen, hun ogen strak
gericht naar de grond. Zij gaan
om een dode de allerlaatste eer
te bewijzen, waartoe mensen in
staat zijn. Alle anderen zijn al
weer ingedoken en ingesloten in
hun dagbedryf, dat op de dood
uit loopt.
Steeds weer dringt zich de
vraag aan ons op, hoe wij men
sen Pasen kunnen en moeten
vieren. Wat valt er op deze dag
voor ons te doen?
Tot en met Goede Vrijdag
hebben onze zintuigen onomsto
telijk ervaren: óók, zelfs het
heilige. Christus, de Heilige; ja
God zelf is gevangen in de
macht des doods. Verder kunnen
wij niet komen
Het enige wat ons rest is de
rouw daarover. De rouw over de
zegevierende kracht des ver-
derfs. En het berouw. En het
berouw over de sterkste macht
ter wereld: mensenschuld. Wij
kunnen den Uitgestotene de
laatste eer bewijzen. Wij kunnen
hem niet in levende eer herstel
len. Wij kunnen de schuld ten
volle begaan, wij kunnen haar
niet goed maken.
Wat aan de dood is uitge
leverd, kan niet tot leven wor
den gewekt. Wat misdaan is. kan
niet worden uitgewist.
Maar dan klinkt de tijding:
schiedt, waarin God Zijn ge
heim openbaar gaat maken. Als
wjj gaan. terwijl het nog don
ker is, begint het te dagen.
Straks vinden wij het graf, dat
geen graf meer is, maar een open
ruimte waarin de zonnestralen
wemelen, waar de hemelwind
doorheen vaart. „Hy die gij
zoekt, is niet hier; Hij is opge
staan.
Gods eeuwige eerste daad is
wederom aangevangen. De daad,
waardoor wy mèt en ln Chris
tus worden opgewekt, uit rouw
en berouw uit dood en schuld.
Nu kunnen wij zelf beginnen:
nu mogen wij worden, wat wij
nimmer konden bereiken, wat
ons steeds mislukte: vrije die
naren, blijde zangers, levende
broeders en zusters van den Le
vende, en door Hem van elkaar.
Voor immer den morgen, den
dag der dagen voor immer Pa
sen toegewend!
E. B. A. Poortman
Rem. predikante.
een laconiek politiebericht. Verslagen
heid alom. De wildste geruchten deden
opgeld Wie was de dief? Een vandaal?
Een maniakaal verzamelaar? Een on
wetende, die niet wist, wat hij stal?
Kortom, er was aan gissingen en theo
rieën geen gebrek. Niettemin was en
bleef de Mona Lisa spoorloos.
De Paryse politie werkte op volle
kracht. Iedereen, die op 22 augustus
1911 het Louvre had bezocht, werd
scherp aan de tand gevoeld. Geen der
bezoekers op de „Dag van de Diefstal"
zoals een Parijs blad de 22ste augus
tus 1911 bestempelde) kon enig licht
op het mysterie werpen. Maanden lang
deden Europese en Amerikaanse re
chercheurs op zoek naar Mona Lisa de
ronde in de verdachte buurten van
alle grote steden. Maanden lang con
troleerden zij treinen, boten en andere
vervoersmiddelen. De Mona Lisa bleef
weg. Wel werden er enige arrestaties
verricht, doch opheldering betreffende
de diefstal van de Mona Lisa brachten
zij niet.
De dief meldt zich
ALLENGS verstomde het schan
daal. Ander nieuws vulde de
kranten Een wereldoorlog dreig
de De Mona Lisa geraakte op het
tweede plan. Eensklaps echter sprak
de wereld weer over Leonardo's „Raad
selachtige Vrouw". Dat was in novem
ber 1913. Toen ontving een Florentijn
se kunsthandelaar. Gcri geheten, een
raadselachtige brief. De ondertekening
luidde Leonardo V. En deze geheim
zinnige Leonardo V. schreef, de dief te
zijn van de Mona Lisa. Hij was bereid
deelde hij mede het stuk aan
Geri te verkopen, mits het in Italië zou
blijven Vaderlandsliefde en nationale
trots dreven hem tot zijn daad. deelde
de dief voorts mede.
De heer Geri nam de politie in de
arm. Korte tijd nadien werd de dader
Vincenzo Peruggia heette hy ge
arresteerd. Het was professor Pogi, de
zelfde, die ook in 1952 van zich deed
spreken, die op een hotelkamer in Flo
rence Peruggia's Mona Lisa als „de"
Parijse Mona Lisa herkende. Eerst
vond het doek een plaats in het L'ffizi-
-museum in Florence. Later keerde
het terug naar Parijs, waar het zich
thans nog bevindt.
Waarom rakelen wij dit „schandaal"
om de „Vrouw met de Raadselachtige
Glimlach" op? U zult dit begrijpen, als
U weet, dat er na de diefstal van 1911
1913 een kleine honderd deskundi
gen werden ingeschakeld om vast te
stellen, dat het doek van Peruggia
ECHT was. Zo heel eenvoudig is het
dus blijkbaar niet om de echtheid van
een schilderij, zelfs van een interna
tionaal beroemd schilderij vast te stel
len. Daarom is de vraag „Echt of Na
maak", die sedert enige jaren de
kunstwereld met betrekking tot de
„ontdekkingen" van de heren Gerders
en Hekking bezighoudt, nog steeds ac
tueel. Het zou best kunnen zijn, dat
Leonardo meer dan één Mona Lisa
heeft geschilderd of dat hij zyn eigen
doek kopieerde Het kan dus ook heel
goed zyn, dat de miljardair Onassis
terecht bijna vier miljoen gulden
wilde offeren om Hekking's Mona Lisa
in eigendom te verwerven.
(NIVANO NADRUK VERBODEN)
OP DE BOEKENMARKT
Goede boeken voor weinig geld
menten van dit dynamische verhaal
met de Macedonische opstand tegen
Turkije als achtergrond-
A.B.C.-reeks. Arbeiderspers. Am
sterdam 1955 en 1956
De Salamanderreeks. Em. Querido
Amsterdam 1955
Erich Kastner. „Fabian".
Erich Kastner (1899) is een Duits ac.
teur, die naam heeft gemaakt na de
eerste wereldoorlog. Fabian is wel zijn
meest bekende boek, dat een snijdend
retalistisoh beeld geeft vair het intellec
tuele cynisme van die tijd. Verwarring
en werkloosheid hadden Duitsland ge
maakt tot een verwilderd veld, waar
het onkruid van het nationaal-socia-
lisme welig op getierd heeft. De roman
is boeiend en vooral interessant uit so
ciologisch oogpunt.
George Orwell. „1984".
George Orwell (1903—1950) schreef
romans met een sterk maatschappelijke
inslag. Zijn zwervend leven heeft hem
een gevarieerde stof geboden voor zijn
schilderingen van toestanden, die de
lezer aangrijpen cn diep roeren. De ro
man 1984 is een afschrikwekkend toe
komstbeeld van een totalitaristische
staat, waarin de bureaucratie tot in het
onmenselijke is doorgevoerd.
Willem van Iependaal. „Madame Pe-
dasco".
De dichter (Liederen van de Zelf
kant) en romanschrijver Willem van
Iependaal (1891) heeft zijn inspiratie
hoofdzakelijk gevonden op het terrein,
dat men de onderwereld pleegt te noe
men. Deze roman is een onderhoudend
verhaal van dief eri diefjesmaat, van
waarzeggerij, oplichters en liefdesdra
ma's met een goedmoedig emd-goed-
al-goed.
Graham Greene. „Kogels a contant".
Graham Green (1904) is een van En-
gelands belangrijkste romanschrijvers,
die als het ware in de kantlijn van zijn
grote psychologische romans, romans,
goed geschreven moord, en doodslag-
verhalen produceert. De titel van dit
bock wijst er wel op dat de goedgevulde
revolvers los in de zak zitten. Daarbij
gevoegd een vermoorde minister en dus
politieke verwikkelingen, nachtclubs en
lichtschuwe individuen cn men begrijpt
dat het de verliefde detective en het
meisje tot op de laatste pagina's lang
niet voor de wind gaat.
Herman de Man (1898) „De kleine
wereld".
De romans van Herman de Man spe
len gewoonlijk in de streek tussen
Schoonhoven en Oudewater, het land
van Linschoten en IJsselstein, met zijn
Calvinistische boeren, zyn marskramers
en zijn wonderlijk afzijdige sfeer. ,De
kleine wereld" is een verhaal van twee
even wijsgerige als pientere landlopers,
die van de ene plaats naar de andere
kuieren en op die kleine afstand meer
ervaren dan menigeen die van Amster
dam naar Singapore gaat.
A. den Doolaard. (1906) „Oriënt
Express".
Oriënt Express is een van de boeien
de en avontuurlijke romans van deze
auteur waarin het leven in de Balkan
is uitgebeeld. Opstand en liefde, ro
mantiek en heldhaftigheid zyn de ele-
Josine Reuling. „De heilige van St,
Jean".
Deze voortreffelijke roman geeft iets
anders dan de titel zou doen vermoe
den. De lezer wordt geconfronteerd met
een artdstenkolonie in een Frans Ri-
vièra-dorp, dat plotseling ontdekt is.
De levendige en rake beschrijving van
deze kleurige en merkwaardige kleine
wereld, is even amusant als waarheids
getrouw.
Henry James. „In de greep".
Dit is de vertaling, een goede ver
taling, ofschoon ik het met de titel
niet helemaal eens kan zijn van The
Turn of the Screw, het wereldberoemde
spookverhaal van een van de belang
rijkste en invloedrijkste schrijvers uit
het Engelse taalgebied, Henry James
(1843—1916). Vooral de kinderen zijn
zeer fcoed getekend.
Clement Richer. „De Zoon van Ti-
coyo".
Wie zich To-coyo en zyn haai nog
herinnert, zal met genoegen dit vervolg
lezen. De avonturen van Ti-coyo's zoon
in het na de vulkanische uitbarsting
weer opgebouwde dorp St. Pierre, waar
de wetten van het primitieve leven gel.
den en iedereen gemoedelijk in en aan
de tropische zee leeft, zijn even wild,
ev enondeugend en zo mogelijk nog
fantastischer dan die van de vader.
Thomas Mann. „De dood in Venetië"
In deze novelle laat de grote Duitse
romancier, Thomas Mann (1875—1955)
de liefde voor de schoonheid zegevie
ren over de dood. De hoofdfiguur, As-
chenbach, ziet in Venetië in een kleine
Poolse jongen de verpersoonlijking van
het Griekse klassieke schoonheids
ideaal. In zijn metafische geboeidheid
door deze lichaam geworden geest ver
zuimt hij de stad te ontvluchten waar
een cholera-epidemie is uitgebroken.
Hij sterft gelaten en gelukkig.
Joost Mendes ls het pseudoniem dat
Emanuel Querido (1871—1943) zich ge
kozen had. Zijn tiendelige roman „Het
Geslacht der Santeljano's", is een cul
tuur-historische roman van zijn eigen
tijd. „Herinnering aan een stad" is de
kroniek van de stad Amsterdam in het
eind van de vorige en de aanvang van
deze eeuw en een fragment van het ge
heel. Een verstandig voorwoord, gesig
neerd door Alice von Eugen en Aria
Querido, gaat er aan vooraf.
Van Franz Kafka (1883—1924), de
jonggestorven Oostenrijkse schrijver,
die met zijn werk en levensvisie het
geestelijke leven van deze eeuw heeft
beïnvloed, vindt men in dit deel een
reeks korte verhalen. Men treft er o.a.
.De gedaanteverwisseling" en „In de
Strafkolonie" in, verhalen die in zeke
ren zin een sleutel tot deze hoogst in
teressante figuur inhouden.
CLara Eggink.