VOORTREKKERS Prof. De Josselin de Jong gaat in september met emïritaat Onlangs 70 jaar geworden Boer :*en ragen begrip voor moeilijkheden hun Lezers schrijven JViemeijer tafcafc Van Wijk startte in Leiden met landelijke brei-show Leidse ouden van dagen bijeen 95ste jaargang Donderdag 22 maart 1956 Tweede blad no. 28788 Geboren en getogen Leidenaar Bij Koninklijk Besluit is met ingang van 17 september a.s. aan prof. dr. J. P. B. de Josselin de Jong op lijn verzoek eervol ontslag verleend als hoogleraar aan de Leidse Universiteit in de Volkenkunde van Indonesië in verband met de algemene volkenkunde, met dankbetuiging voor de belangrijke in deze betrekking bewezen diensten. Prof. De Josselin de Jong, die j.l. 13 maart de zeventigjarige leeftijd bereikte, is sinds 1922 hoogleraar te Leiden geweest. Nestor der fungerende hoogleraren Prof. Josselin de Jong is in hoog leraarsjaren de oudste fungerende hoogleraar van de Leidse Universiteit. Slechts enkele leden van de Academi sche Senaat ten tijde van zijn benoe ming tot bijzonder hoogleraar in 1922 zijn nog in leven, doch zij zijn allen reeds enige of geruime tijd met emeri taat. Prof. De Josselin de Jong is niet Lei denaar geworden door zijn langdurig hoogleraarschap in de Sleutelstad, doch is hier geboren, heeft zijn schoolvorming hier gekregen, heeft in Leiden gestu deerd en heeft zijn belangrijke weten schappelijke arbeid vrijwel uitsluitend in Leiden verricht. Jan Petrus Benjamin de Josselin de Jong werd te Leiden geboren op 13 maart 1886, en heeft derhalve een goede halve week geleden zijn zeventigste verjaardag gevierd, bij welke gelegenheid hem van vele zijden gelukwensen bereikten on danks het feit, dat op zijn verzoek geen ruchtbaarheid aan het bereiken van deze mijlpaal gegeven werd. Hij doorliep het gymnasium te Leiden en studeerde hier Nederlandse Letteren. In 1913 promoveerde hij tot doctor in de Nederlandse letteren op een proefschrift getiteld „De waarderingsonderscheiding van „leven" en „levenloos" in het Indo germaans. vergeleken met hetzelfde ver schijnsel in enkele Algonkin-talen, een ethno-psychologische studie". Wetenschappelijke carrière Reeds voor zijn promotie, in 1911, had hij een aanvang gemaakt met een weten schappelijke loopbaan, die eerst thans, bijna een halve eeuw later, afgesloten zal worden. In 1911 werd hij benoemd tot conservator aan het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden, in het bij zonder voor de afdelingen Amerika. Afrika en Australië. Op 27 september 1922 aanvaardde dr. De Josselin de Jong het ambt van bij zonder hoogleraar vanwege het Leids Universiteitsfonds voor de algemene volkenkunde met een oratie over „Cul tuurtypen en cultuurphasen". In 1935 volgde zijn benoeming tot gewoon hoogleraar te Leiden, thans met als leeropdracht de volkenkunde van In donesië in verband met de algemene volkenkunde. Hij aanvaardde dit ambt op 24 mei van dat jaar met een oratie over „De Malcise Archipel als ethno- logisch studieveld". Publicaties In de loop der decennia heeft de weten schappelijke arbeid van prof. De Josselin de Jong zich op ethnologisch zeer uit eenlopende terreinen bewogen, en een korte opsomming van de voornaamste van zijn zeer vele publikaties toont deze verscheidenheid van arbeidsterrein dui delijk aan en is tevens een afspiegeling van de oriëntatie van de functies, die hij heeft bekleed. Van zijn publikaties noemen wij „Ori ginal Odzibive texts with English trans lation, notes and vocabulary" in 1913, „Blackfoot texts from the Southern Peigans Blackfoot Reservation Teton County Montana", een publikatie uit 1914 in de Verhandelingen van de Koninklijke Akademie van Wetenschap pen, „The prae-Columbian and early post-Columbian aboriginal population of Aruba, Curasao and Bonaire" in 1918— 1919, voorts „Het huidige Negerhollands, teksten en woordenlijst", eveneens voor de Verhandelingen van de Kon. Ak. van Wetenschappen in 1926, „De oorsprong van de Goddelijke bedrieger", in de Mededelingen van de Kon. Akademie in 1929, „Studies in Indonesian culture", deel I en II respectievelijk in 1936 en 1948 voor genoemde Verhandelingen, en „Lévi-Strauss' theory on kinship and marriage" in de reeks Mededelingen van het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden in 1952. In landbouwkringeii O heerst ongerustheid over lonen en prijzen Wat nen" in het algemeen i en in vele gevallen ook van de noden van de boerenstand? net antivoord op deze vraag kan on omwonden luiden: bitter weinig! De oorzaak van dit gebrek aan begrip is ook tc zoeken bij de boeren zelf, die te lang in een bepaalde afgeslotenheid hebben geleefd en gedacht hebben, dat ze zelf wel uit de moeilijkheden zouden kunnen komen. Het gevolg is geweest, dat toen inder tijd de melkprijs moest worden ver hoogd alle Nederlandse huisvrouwen op hun achterste benen gingen staan en vroegen waarom dat nu wel nodig was. Men heeft niet de minste notie van de problemen waarmee de boer te worste len heeft. Omdat men in agrarische kringen hiervan nu wel zo langzamer hand is doordrongen, was het een goede gedachte van de kring Rijnland van de Hollandse Maatschappij voor Landbouw op een persconfeentie in „Het Gulen Vlies" de poblemen maar eens openhartig aan de openbaarheid prijs te geven. Ten slotte is het zo, aldus voorzitter C. Heyboer, dat als er niet spoedig maatregelen ter verbete ring worden genomen, vele boeren het op den duur niet zullen redden. Dit ondanks het feit. zo zei hij. dat wij Rijnstreek-boeren toch over het alge- vooruitstrevend zijn en moderne hulpmiddelen willen toepassen. De botsing op (le Rijnsburgerweg „Demagqog (oproerstoker of opruier) klim mee in de pen" ondanks dat de heer Jurrissen, directeur der NZHVM het artikel van de heer Van Leeuwen „Demagogisch" meent te moeten beti telen. De heer Jurrissen schrijft. „Het. demagogisch art. van de heer v. Leeu wen. die geen personeelslid van mijn bedrijf is. had ik eerst naast mij neer willen leggen". Echt waar? Doet U dat altijd, heer Jurrissen. als nlet-pcrsoneelsleden van Uw bedrijf in het openbaar U iets te vertellen heb ben? Dan heeft het bij voorbaat im- s al geen zin meer. als U Van Leeu wen gaat verwijten dat het geen pas geeft (of niet netjes van hem is) ver meende mistoestanden onder zich te houden totdat een ernstig ongeval hem naar de pen doet grijpen, wel? Uw op merking is een vermeende juridische spitsvondigheid en al lijkt het even „in genieus" bedacht, op het publiek maakt het een slechte indruk Bedoelt U te zeggen dat U alleen artikelen van Uw personeel wenst te beantwoorden? Zo ja. dan is U bovendien inconsequent als U eerst zegt het niet te willen beant woorden. het vervolgens na herlezing wel gaat beantwoorden en uiteindelijk nog niets anders weet te antwoorden daneen zwak. ongegrond: „Het is niet waar!" Iedereen, bus of trampassagier zal U vertellen dat. wat Van Leeuwen be weert, bewezen en waar is. Wat hij con cludeert over het couponknippen laat ik buiten beschouwing, maar voor de rest is zijn artikel van het begin tot het eind waar en dat weten vele mensen met mij Mocht U toch alleen artikelen van personeel willen beantwoorden: perso neel, klimt in de pen, op gevaar af óók voor opruier of misschien wel voor commuitgemaakt te worden Of nee ,er is al zo vaak over deze rij- ellende geschreven, het helpt toch niei. gezien het commentaar 'geen commen taar) van de heer Jurrissen. Ingezon den stukjes van klagend personeel, voor zien van naam en adres mochten eens de aandacht trekken van onze Inlich tingendienst (zoals laatst in Den Haag het geval was bij de bakkerij H H.H Chauffeurs-chronische maaglij ders. houdt, vol tot het einde in dit ge val dus: dood. ziekenhuis of gekken huis. Abonnee I JANSEN 'echt waar, lid der VVD) Acaciastraat 13 Leiden Een van de eerste „zorgenkinderen", die ter tafel werden gebracht en door ir. D. S. Tuynman uitvoerig bespro ken. was de geringere opbrengst van de produkten. De kosten zijn naar verhouding veel sneller gestegen dan de opbrengst. Gevolg is geweest, dat er minder en ten slotte geen geld geld meer beschikbaar was om te in vesteren. Gebouwen en landerijen kunnen onvoldoende worden onder houden. Het boerenbedrijf gaat ach teruit. Vervolgens: het gebrek aan arbeids krachten De industrie trekt veel arbei ders en dan voornamelijk de beste krachten weg. Er is de kwestie van de vrije zaterdagmiddag en de vrije zondag. Maar de koeien kunnen hun produktie niet anderhalve dag sta kenDaardoor is de situatie ont staan. dat de boer en zijn hele familie, waaronder soms kinderen van tien. elf jaar. dc stal in gaan om het werk te doen. Is het wonder, dat veel boeren zoons vader niet meer op willen volgen in het bedrijf en een andere richting uitgaan? Dit is trouwens toch een typisch verschijnsel in een jong indus trialiserend land: de vlucht van het platteland naar de stad. Het zijn ook vooral de jonge boeren op wie de lasten wel extra zwaar drukken. Voor hen zal het zeker uiterst moeilijk worden het hoofd boven water te houden NATIONAAL BELANG Dit waren maar enkele problemen. Er zijn er veel meer; teveel om er in dit korte bestek aandacht aan te kun nen wijden Waar het echter om gaat. is. dat het Nederlandse volk en in het bijzonder de stedeling, begrip krijgt voor de moeilijke situatie waarin de boer verkeert. Het gaat per slot van rekening om een nationaal belang. Als men de cijfers hoort spreekt dit nog duidelijker Dertig procent van de Nederlandse export bestaat uit produk ten van de landbouw. De veeteelt neemt daarvan het grootste deel voor zijn rekening. 1.7 Miljard gulden per Jaar bedraagt de export van de veehouderij. Dit zijn toch wel getallen om eens even bij stil te staan. Hiermede wordt te vens uitgedrukt, dat het belang van de boer eveneens het belang is van de Nederlandse bevolking De een kan niet zonder de ander, de ander niet zonder de een. En dit is tenslotte de gezonste basis voor het aankweken van begrip. PROMOTIE LEIDSE UNIVERSITEIT Gepromoveerd tot doctor in de Wis- en Natuurkunde op proefschrift getiteld .,A model of the distribution of mass in the galactic system", de heer M. Schmidt, te Leiden. De afdeling Leiden en omstreken van de Kon Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde kwam gisteravond in 't Huys over 't Hoff bijeen. Na een inlei dend woord van de voorzitter, de heer Joh. Jonker volgde een interessante be spreking over het ingezonden materiaal. Besloten werd pogingen in het werk te stellen om met de leden een bezoek te brengen aan de Sonsbeekflora, die van 12 april tot 20 mei te Arnhem wordt ge houden. Na de pauze hield de heer J. H. Smit een causerie over eenjarige zaai bloemen Tal van nuttige wenken over soort, bloeitijd en wijze van behandeling werden door de heer Smit gegeven. Officiële publikatie SCHOUW VAN WEGEN, LANEN. De 25.000ste bezoekster van de tentoonstelling ..In zuivelland" mevrouw Van Duijn-C bbiwonen de aan de Rijnsburgersingel te Leiden, werd gisteren overladen met geschenken, zoals wij gisteren reeds schreven. Mevr. Van Duijn neemt dc geschenken in ontvangst, die haar worden overhandigd door de heer C. van der Hagen, assistent- tentoonstellingsleider. (Foto L.D /Van Vliet.) Hugo de Groots „De lure Praedae" 350 jaar Ter gelegenheid van de 350ste verjaar dag van de verschijning van Hugo de Groots „De lure Praedae" zal prof. mr. W. J, M. van Eijsinga in de verenigde vergadering van de beide afdelingen der Kon. Ned. Akademie van Wetenschap pen op zaterdag 24 maart a.s. in het Trippenhuis te Amsterdam een herden kingsrede uitspreken. Enige autoriteiten, onder wie de mi nister-president. dr. W. Drees, zullen deze bijeenkomst, bijwonen. TROPISCHE WATERJUWELEN Onder het motto: „Een nieuwe lente een nieuw geluld", luidde de Leidse aquariumvereniging „De Natuurvriend" in samenwerking met de aquariumver enigingen uit Alphen aan den Rijn, Noordwijkerhout en Oegstgeest gister avond het nieuwe seizoen in met een lezing door de heer A. v. d. Nieuwenhui- zen Deze avond was het eerste resultaat van het districtsoverleg en bewees weer eens overduidelijk dat door samenbundeling van krachten veel bereikt kan worden. De heer C. Borghart wees in zijn ope ningstoespraak op de geweldige vlucht, die de aquariumliefhebberij, vooral na de tweede wereldoorlog heeft genomen. Spreker zag in het vormen van een district vele mogelijkheden tot samen werking. Hierna werd de leiding voor de ver dere avond in handen gelegd van de heer A v. d. Nieuwenhuizen. Deze spe cialist op het gebied van aquarium fotografie liet de aanwezigen genieten van juweeltjes uit de oerwoudkreken, die hii op het scherm projecteerde. In het tweede deel van zijn lezing be handelde spreker de vissoorten van de rivieren in Zuid-Amerika. Na de pauze projecteerde de heer v. d. Nieuwenhuizen o.a. nog enkele kleu renplaatjes van aquaria van Leidse liefhebbers. ACADEMISCHE EXAMENS Geslaagd voor het doot ex. Ned. Recht de heren P. A. Regnery (Den Haag), C. Schouten (Rotterdam) en W. F Hendriks (Heemstede): kand. ex. Ned taal- en letterkunde mei. J. M. Hollaar en de heer D. M. Bakler, bei den te Den Haag. (Ingez Med-Adv.) 'zMpstqp/m/ cftèet/fiê la&n/ LICHTE HOLLANDSE BAAITABAK Erkend de beste Het a.b.c. der pennen Mannequins toonden nieuwe collectie voorjaarsmodellen (Van een bijzondere medewerkster) Insteken, omslaan, overhalen en laten gaan. Is onze brei-techniek op deze oude grondprincipes afgestemd, in de brei- Show, die Van Wijks fabrieken gisteren in de foyer van de Stadsgehoorzaal „ten doop hield", kwam zij in haar meest ver fijnde vorm tot ons. Hoewel in menig opzicht aan dit „a.b.c. der pennen" werd vastgehouden, zijn er thans op dit vrijwel iedere vrouw betre den terrein zoveel ongedachte mogelijk heden, dat Van Wijk er goed aandeed ons de ontwikkeling „van breikous tot cocktail jurk" te tonen. Door drie mannequins en één heer, die zich als eenling op amusante wijze van zijn taak kweet, werd een groot, aantal gebreide kledingstukken getoond. Mevr. Rigter, die op vlotte wijze het commen taar verzorgde, deelde mede, dat de mo. dellen vervaardigd waren uit Spoeltjes- wol. Zij wees er op, dat zelf-breien veel goedkoper en sterker ls en bovendien de vrouw de voldoening schenkt iets gepres teerd te hebben. Over het algemeen kenmerkt het brei werk zich door eenvoud. Veel tricotsteek, gewoon redht, de zeer geliefde patent steek en de weefsteek, die de eigenschap heeft vormhoudend te blijven. Een enkel jumpërtje met een ingebreid motiefje, doch overwegend veel effen. Het is on mogelijk alle modellen te noemen, doch enkele vroegen toch wel onze speciale aandacht. Een gekleed zandkleurig vest, met oranje gegarneerd, waarvan de hals lijn zeer apart was, had veel succes. Er was zelfs een model van de haute cou ture, een gele blouse, met van voren een ingebreide pas, die het idee van een vestje gaf. Een alleraardigst sporttruitje in wit, met een hart-blauw werkje, effen blauwe boord en kraagje, zou ieder jong meisje direct willen maken. Ook het witte zomerbloesje, dat gedeeltelijk ge haakt. en gebreid is, was zeer fijn. Voor het sportieve element waren er tal van vesten en jacks, met raglan of ook wel 'ingezette mouwen. Een combinatie in marine-wit trok bijzondere aandacht. Voor de heren werden enige vesten en pullover naar voren gebracht. Eén mo del. dat getoond werd, kan zowel door heer als dame gedragen worden. Toe vallig was er in de zaal een dame aan wezig. die deze pullover aan had! Tot besluit van deze première voor Leiden was er een zwart met wit be werkte avondblouse met bijpassende stola. De show, die in de komende maanden in het gehele land gebracht zal worden en duidelijk laat zien wat op het gebied van breien bereikt kan worden, zal on getwijfeld aan haai- doel beantwoorden. In Afrika liggen goede emigratiekansen Het Gewestelijk Arbeidsbureau, dat op geregelde tijden een „emigratie- land" onder de loep neemt, had daar voor gisteravond Afrika uitgekozen, een land, dat voor geschoolden uit stekende kansen biedt. De belangstelling voor deze in de Jacobazaal van „Den Burcht" gehouden- bijeenkomst, was bijzonder groot. Na een inleidend woord van de direc teur van het G A.B., de heer H. Hazel- hoff, vertelde de heer A. Drost, emi gratie-voorlichtingsambtenaar van het GA B te Apeldoorn, die geruime tijd in Afrika vertoefde, het een en ander over dit land, zijn bevolking en zijn gewoon ten. Spreker bracht eventuele emigran ten met nadruk onder het oog, dat zdj eenmaal in dit land zich beslist buiten het rassenprobleem moeten houden. De heer Drost, die vervolgens enkele mogelijkheden voor emigranten besprak, zeide, dat Afrika vooral behoefte heeft aan vaklieden, t.w. metaalbewerkers, auto-monteurs, bouwvakarbeiders, sla gers en bakkers voor de fabriekmatige bedrijven, kappers en verpleegsters. Tot een goed begrip diene, dat er voor on geschoolden in Afrika absoluut geen plaats is. De lonen liggen er hoger dan in ons land. Een goede vakman kan gemiddeld zestig Afrikaanse ponden per maand verdienen. Mede in verband met het feit, dat de belastingen in Afrika veel lager zijn dan in Nederland, kan men er zich ruimer bewegen. Tenslotte wees spreker er nog op, dat het woningwaag stuk in Afrika niet zo nijpend is als in ons land. Nadat spreker vele vragen had be antwoord, werd de Zuid-Afrikaanse film „Dié optog van een nasie" ver toond. van Theo van der Pas te Voorschoten Men vraagt niet naar het „waarom" Tienduizenden hebben enige tiental len jaren van Van der Pas gehouden. Waarom, daar vroegen zij niet naar. De kracht lag daarin, dat de drijfveer onbewust bleef. De faam ging hem steeds vooruit, gelijkelijk als bij de Wiener Sangerknaben. Hij werd fenomeen, kwam, zag en overwon de harten! Bij Van der Pas was altijd alles mooi. Zjjn mooi gepolijste vertolkingen hadden de charme van het welbespraakte. Zijn binding aan de legende Chopin trad tegemoet aan die onbedwingbare inge schapen zucht naar de romance, het pro bleemloze luisteren. Om de klanken- Uiteenzetting ouderdomswet 1957 Onder voorzitterschap van de heer J. G. van der Zeeuw kwam gistermid dag de afdeling Leiden van de Alge mene Bond van Ouden van Dagen in de grote zaal van „Den Burcht" in ver gadering bijeen. Op deze goed bezochte bijeenkomst voerden zowel de voorzitter als de secre taris van de bond, de heren W. van Beek en G. J. de Bruin, het woord. Beiden vestigden daarbij de aandacht op „De Ouderdomswet 1957". De heer Van Beek schetste in het bij zonder de ontwikkeling der oudedags voorziening in ons land sedert dé vorige eeuw. toen de bejaarden geheel afhan kelijk waren van liefdadigheidsinstellin gen. Bracht de armenwet reeds enige verbetering in de toestand van de ouden ran dagen, in 1912 en 1919 kwamen resp. de ouderdomswet van Talma en de ouderdoms- en invaliditeitswet van Aal- berse tot stand. Rooskleurig heeft de si tuatie er voor de oudjes evenwel niet uitgezien. In 1939 stelde de regering een commissie in, welke tot taak had tc on derzoeken op welke wijze een redelijk pensioen aan 65-jarigen en ouderen ge geven kon worden. Een jaar later brak de oorlog uit en In 1946 werd de Nood wet Ouderdomsvoorziening van kracht. Veel is er sindsdien verbeterd. Een groot gedeelte van deze na-oorlogse verbete ringen is tot stand kunnen komen dank zü de activiteit van de Alg. Bond van Ouden van Dagen. Zij werd op 23 juli 1945 te Rotterdam opgericht en het ver enigingsleven begon met 60 leden. Nu telt de bond niet minder dan 215 afde lingen met in totaal 67.000 leden. Alle bejaarden van een prettige en onbezorg de oude dag te laten genieten is haar streven. De tweede spreker, de heer De Bruin, begon zijn toespraak met er op te wijzen, dat de grootste kracht van de bond ligt in het aantal. Hij wekte derhalve alle aanwezigen op zoveel mogelijk nieuwe leden te winnen. De afdeling Leiden telt momenteel 600 leden, doch dit moeten er voor de inwerkingtreding van de Ouder domswet 1957 1000 worden! De bonds- secretaris«elndigde met een korte uiteen zetting te geven over de betekenis van de wet, zoals die thans in de Tweede Kamer in 'behandeling is. In deze wet komt het er op neer. dat met ingang van 1 januari 1957 alle Nederlandse ingeze tenen, die de leeftijd van 65 jaar berei ken of reeds bereikt hebben, een ouder domspensioen krijgen van f. 804 per jaar (f.67 per maand) voor een ongehuwde en van f. 1338 per jaar (f. 111.50 per maand) voor een eohtpaar. Al naar gelang de lo nen stijgen of dalen wordt ook het ouderdomspensioen meer of minder. Het is nog niet te zeggen of de premie voor het ouderdomspensioen 6% of 7% van het inkomen zal worden. Met grote aandacht hebben de Leidse ouden van dagen naar de uiteenzettin gen van de hoofdbestuurders geluisterd. Staande de vergadering gaven zich 26 leden op. droom bezocht men Van der Pas, niet als concertbezoeker, maar als gast in zijn 'beeldende wereld. Nu sluit Van der Pas de hekken en wij vragen wéér niet naar het waarom. Wij weten wél dat het niet is om een nade rend minder pianistisch vermogen. Geen symptoom heeft dat aangekondigd. Zijn afscheid allerwege is zijn laatste zegetocht. Zo gisteren in Voorschoten En het programma daar was opnieuw al leen Ohopin toegewijd. Ohopin! Een naam, die een jonge be wust moderne pianistengarde niet meer voert in haai' vaan. Toch was Ohopin als zij. eens progressief kind van zijn tijd. Als jongeling romantisch revolutio- nair, ondergronds verzetsstrijder zonder held te kunnen zijn en die deswege War schau ontvluchtte om via Poolse adel de pianoleraar te worden van de Parijse aristocratie. Een figuur vol vrijheids idealen en de ziel boordevol van een smachten naar zijn moederaarde, naar wederopstanding van zijn onvergetelijk land. De inhoud van zijn werk is de mense lijke passie en de persoonlijke vrijheid. Hij is de bezinger van zijn verbrijzelde volk en poëet van de liefde. Hij had alles wat het selecte publiek van zjjn genera tie welbehagen bracht. In hoever dit de kunstenaar begreep, is een studie- vraag. Het is heden niet veel anders Zelfs met de beroepsvertolkers, die hem overwegend met gemaniëreerdheid over laden. Met Saint-Saëns stemmen we in dat we hem verstaan moeten van het hart en van de vrouw uit, van een stijl uit gevoed door emotie en klassieke een voud, alle arabesken en ingewikkelde harmonieën t» spijt. Van het hierboven geschetste heeft Van der Pas menig facet laten fonkelen. Als elders is hier namens auditorium en tevens namens de „Maatschappij tot Nut van het Algemeen", de spijt uitge drukt over het onherroepelijk genomen besluit. Sigaren concretiseerden de dank woorden en het hartelijke applaus. Van der Pas vergold het met een „Mo ment Musical" van Schubert en meteen heel goed gebouwde „Humoreske" van hemzelf: een klaterende klankenstroom. waarin men ergens vlinders zou kunnen denken, die op een geestig-onverwaoht? wijze wegglippen als opgelost in zonne licht en gratie. Daar het programma gelijkluidend was aan dat bij het afscheid te Leiden, lieten we het buiten bespreking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 3