VOORTREKKERS
Prof. De Josselin de Jong gaat in
september met emïritaat
Onlangs 70 jaar geworden
Boer
:*en
ragen begrip voor
moeilijkheden
hun
Lezers schrijven
JViemeijer tafcafc
Van Wijk startte in Leiden met
landelijke brei-show
Leidse ouden van dagen bijeen
95ste jaargang
Donderdag 22 maart 1956
Tweede blad no. 28788
Geboren en getogen Leidenaar
Bij Koninklijk Besluit is met ingang van 17 september a.s. aan prof. dr. J.
P. B. de Josselin de Jong op lijn verzoek eervol ontslag verleend als hoogleraar
aan de Leidse Universiteit in de Volkenkunde van Indonesië in verband met
de algemene volkenkunde, met dankbetuiging voor de belangrijke in deze
betrekking bewezen diensten. Prof. De Josselin de Jong, die j.l. 13 maart de
zeventigjarige leeftijd bereikte, is sinds 1922 hoogleraar te Leiden geweest.
Nestor der fungerende
hoogleraren
Prof. Josselin de Jong is in hoog
leraarsjaren de oudste fungerende
hoogleraar van de Leidse Universiteit.
Slechts enkele leden van de Academi
sche Senaat ten tijde van zijn benoe
ming tot bijzonder hoogleraar in 1922
zijn nog in leven, doch zij zijn allen
reeds enige of geruime tijd met emeri
taat.
Prof. De Josselin de Jong is niet Lei
denaar geworden door zijn langdurig
hoogleraarschap in de Sleutelstad, doch
is hier geboren, heeft zijn schoolvorming
hier gekregen, heeft in Leiden gestu
deerd en heeft zijn belangrijke weten
schappelijke arbeid vrijwel uitsluitend in
Leiden verricht.
Jan Petrus Benjamin de Josselin de
Jong werd te Leiden geboren op 13 maart
1886, en heeft derhalve een goede halve
week geleden zijn zeventigste verjaardag
gevierd, bij welke gelegenheid hem van
vele zijden gelukwensen bereikten on
danks het feit, dat op zijn verzoek geen
ruchtbaarheid aan het bereiken van
deze mijlpaal gegeven werd.
Hij doorliep het gymnasium te Leiden
en studeerde hier Nederlandse Letteren.
In 1913 promoveerde hij tot doctor in de
Nederlandse letteren op een proefschrift
getiteld „De waarderingsonderscheiding
van „leven" en „levenloos" in het Indo
germaans. vergeleken met hetzelfde ver
schijnsel in enkele Algonkin-talen, een
ethno-psychologische studie".
Wetenschappelijke carrière
Reeds voor zijn promotie, in 1911, had
hij een aanvang gemaakt met een weten
schappelijke loopbaan, die eerst thans,
bijna een halve eeuw later, afgesloten
zal worden. In 1911 werd hij benoemd
tot conservator aan het Rijksmuseum
voor Volkenkunde te Leiden, in het bij
zonder voor de afdelingen Amerika.
Afrika en Australië.
Op 27 september 1922 aanvaardde dr.
De Josselin de Jong het ambt van bij
zonder hoogleraar vanwege het Leids
Universiteitsfonds voor de algemene
volkenkunde met een oratie over „Cul
tuurtypen en cultuurphasen". In 1935
volgde zijn benoeming tot gewoon
hoogleraar te Leiden, thans met als
leeropdracht de volkenkunde van In
donesië in verband met de algemene
volkenkunde. Hij aanvaardde dit ambt
op 24 mei van dat jaar met een oratie
over „De Malcise Archipel als ethno-
logisch studieveld".
Publicaties
In de loop der decennia heeft de weten
schappelijke arbeid van prof. De Josselin
de Jong zich op ethnologisch zeer uit
eenlopende terreinen bewogen, en een
korte opsomming van de voornaamste
van zijn zeer vele publikaties toont deze
verscheidenheid van arbeidsterrein dui
delijk aan en is tevens een afspiegeling
van de oriëntatie van de functies, die hij
heeft bekleed.
Van zijn publikaties noemen wij „Ori
ginal Odzibive texts with English trans
lation, notes and vocabulary" in 1913,
„Blackfoot texts from the Southern
Peigans Blackfoot Reservation Teton
County Montana", een publikatie uit
1914 in de Verhandelingen van de
Koninklijke Akademie van Wetenschap
pen, „The prae-Columbian and early
post-Columbian aboriginal population of
Aruba, Curasao and Bonaire" in 1918—
1919, voorts „Het huidige Negerhollands,
teksten en woordenlijst", eveneens voor
de Verhandelingen van de Kon. Ak. van
Wetenschappen in 1926, „De oorsprong
van de Goddelijke bedrieger", in de
Mededelingen van de Kon. Akademie in
1929, „Studies in Indonesian culture",
deel I en II respectievelijk in 1936 en
1948 voor genoemde Verhandelingen, en
„Lévi-Strauss' theory on kinship and
marriage" in de reeks Mededelingen van
het Rijksmuseum voor Volkenkunde te
Leiden in 1952.
In landbouwkringeii
O
heerst ongerustheid
over lonen en prijzen
Wat
nen" in het algemeen
i en in vele gevallen ook
van de noden van de boerenstand?
net antivoord op deze vraag kan on
omwonden luiden: bitter weinig! De
oorzaak van dit gebrek aan begrip is
ook tc zoeken bij de boeren zelf, die
te lang in een bepaalde afgeslotenheid
hebben geleefd en gedacht hebben,
dat ze zelf wel uit de moeilijkheden
zouden kunnen komen.
Het gevolg is geweest, dat toen inder
tijd de melkprijs moest worden ver
hoogd alle Nederlandse huisvrouwen op
hun achterste benen gingen staan en
vroegen waarom dat nu wel nodig was.
Men heeft niet de minste notie van de
problemen waarmee de boer te worste
len heeft. Omdat men in agrarische
kringen hiervan nu wel zo langzamer
hand is doordrongen, was het een
goede gedachte van de kring Rijnland
van de Hollandse Maatschappij voor
Landbouw op een persconfeentie in
„Het Gulen Vlies" de poblemen maar
eens openhartig aan de openbaarheid
prijs te geven. Ten slotte is het zo,
aldus voorzitter C. Heyboer, dat als er
niet spoedig maatregelen ter verbete
ring worden genomen, vele boeren het
op den duur niet zullen redden. Dit
ondanks het feit. zo zei hij. dat wij
Rijnstreek-boeren toch over het alge-
vooruitstrevend zijn en moderne
hulpmiddelen willen toepassen.
De botsing op (le Rijnsburgerweg
„Demagqog (oproerstoker of opruier)
klim mee in de pen" ondanks dat de
heer Jurrissen, directeur der NZHVM
het artikel van de heer Van Leeuwen
„Demagogisch" meent te moeten beti
telen. De heer Jurrissen schrijft. „Het.
demagogisch art. van de heer v. Leeu
wen. die geen personeelslid van mijn
bedrijf is. had ik eerst naast mij neer
willen leggen". Echt waar?
Doet U dat altijd, heer Jurrissen. als
nlet-pcrsoneelsleden van Uw bedrijf in
het openbaar U iets te vertellen heb
ben? Dan heeft het bij voorbaat im-
s al geen zin meer. als U Van Leeu
wen gaat verwijten dat het geen pas
geeft (of niet netjes van hem is) ver
meende mistoestanden onder zich te
houden totdat een ernstig ongeval hem
naar de pen doet grijpen, wel? Uw op
merking is een vermeende juridische
spitsvondigheid en al lijkt het even „in
genieus" bedacht, op het publiek maakt
het een slechte indruk Bedoelt U te
zeggen dat U alleen artikelen van Uw
personeel wenst te beantwoorden? Zo
ja. dan is U bovendien inconsequent als
U eerst zegt het niet te willen beant
woorden. het vervolgens na herlezing
wel gaat beantwoorden en uiteindelijk
nog niets anders weet te antwoorden
daneen zwak. ongegrond: „Het is niet
waar!"
Iedereen, bus of trampassagier zal U
vertellen dat. wat Van Leeuwen be
weert, bewezen en waar is. Wat hij con
cludeert over het couponknippen laat
ik buiten beschouwing, maar voor de
rest is zijn artikel van het begin tot het
eind waar en dat weten vele mensen
met mij
Mocht U toch alleen artikelen van
personeel willen beantwoorden: perso
neel, klimt in de pen, op gevaar af
óók voor opruier of misschien wel voor
commuitgemaakt te worden
Of nee ,er is al zo vaak over deze rij-
ellende geschreven, het helpt toch niei.
gezien het commentaar 'geen commen
taar) van de heer Jurrissen. Ingezon
den stukjes van klagend personeel, voor
zien van naam en adres mochten eens
de aandacht trekken van onze Inlich
tingendienst (zoals laatst in Den Haag
het geval was bij de bakkerij H
H.H Chauffeurs-chronische maaglij
ders. houdt, vol tot het einde in dit ge
val dus: dood. ziekenhuis of gekken
huis.
Abonnee I JANSEN
'echt waar, lid der VVD)
Acaciastraat 13 Leiden
Een van de eerste „zorgenkinderen",
die ter tafel werden gebracht en door
ir. D. S. Tuynman uitvoerig bespro
ken. was de geringere opbrengst van
de produkten. De kosten zijn naar
verhouding veel sneller gestegen dan
de opbrengst. Gevolg is geweest, dat
er minder en ten slotte geen geld
geld meer beschikbaar was om te in
vesteren. Gebouwen en landerijen
kunnen onvoldoende worden onder
houden. Het boerenbedrijf gaat ach
teruit.
Vervolgens: het gebrek aan arbeids
krachten De industrie trekt veel arbei
ders en dan voornamelijk de beste
krachten weg. Er is de kwestie van
de vrije zaterdagmiddag en de vrije
zondag. Maar de koeien kunnen hun
produktie niet anderhalve dag sta
kenDaardoor is de situatie ont
staan. dat de boer en zijn hele familie,
waaronder soms kinderen van tien. elf
jaar. dc stal in gaan om het werk te
doen. Is het wonder, dat veel boeren
zoons vader niet meer op willen volgen
in het bedrijf en een andere richting
uitgaan? Dit is trouwens toch een
typisch verschijnsel in een jong indus
trialiserend land: de vlucht van het
platteland naar de stad. Het zijn ook
vooral de jonge boeren op wie de lasten
wel extra zwaar drukken. Voor hen zal
het zeker uiterst moeilijk worden het
hoofd boven water te houden
NATIONAAL BELANG
Dit waren maar enkele problemen.
Er zijn er veel meer; teveel om er in
dit korte bestek aandacht aan te kun
nen wijden Waar het echter om gaat.
is. dat het Nederlandse volk en in het
bijzonder de stedeling, begrip krijgt
voor de moeilijke situatie waarin de
boer verkeert. Het gaat per slot van
rekening om een nationaal belang. Als
men de cijfers hoort spreekt dit nog
duidelijker Dertig procent van de
Nederlandse export bestaat uit produk
ten van de landbouw. De veeteelt neemt
daarvan het grootste deel voor zijn
rekening. 1.7 Miljard gulden per Jaar
bedraagt de export van de veehouderij.
Dit zijn toch wel getallen om eens even
bij stil te staan. Hiermede wordt te
vens uitgedrukt, dat het belang van de
boer eveneens het belang is van de
Nederlandse bevolking De een kan niet
zonder de ander, de ander niet zonder
de een. En dit is tenslotte de gezonste
basis voor het aankweken van begrip.
PROMOTIE LEIDSE UNIVERSITEIT
Gepromoveerd tot doctor in de Wis-
en Natuurkunde op proefschrift getiteld
.,A model of the distribution of mass in
the galactic system", de heer M.
Schmidt, te Leiden.
De afdeling Leiden en omstreken van
de Kon Ned. Mij. voor Tuinbouw en
Plantkunde kwam gisteravond in 't
Huys over 't Hoff bijeen. Na een inlei
dend woord van de voorzitter, de heer
Joh. Jonker volgde een interessante be
spreking over het ingezonden materiaal.
Besloten werd pogingen in het werk te
stellen om met de leden een bezoek te
brengen aan de Sonsbeekflora, die van
12 april tot 20 mei te Arnhem wordt ge
houden. Na de pauze hield de heer J. H.
Smit een causerie over eenjarige zaai
bloemen Tal van nuttige wenken over
soort, bloeitijd en wijze van behandeling
werden door de heer Smit gegeven.
Officiële publikatie
SCHOUW VAN WEGEN, LANEN.
De 25.000ste bezoekster van de
tentoonstelling ..In zuivelland"
mevrouw Van Duijn-C bbiwonen
de aan de Rijnsburgersingel te
Leiden, werd gisteren overladen met
geschenken, zoals wij gisteren reeds
schreven. Mevr. Van Duijn neemt
dc geschenken in ontvangst, die
haar worden overhandigd door de
heer C. van der Hagen, assistent-
tentoonstellingsleider.
(Foto L.D /Van Vliet.)
Hugo de Groots
„De lure Praedae" 350 jaar
Ter gelegenheid van de 350ste verjaar
dag van de verschijning van Hugo de
Groots „De lure Praedae" zal prof. mr.
W. J, M. van Eijsinga in de verenigde
vergadering van de beide afdelingen der
Kon. Ned. Akademie van Wetenschap
pen op zaterdag 24 maart a.s. in het
Trippenhuis te Amsterdam een herden
kingsrede uitspreken.
Enige autoriteiten, onder wie de mi
nister-president. dr. W. Drees, zullen
deze bijeenkomst, bijwonen.
TROPISCHE WATERJUWELEN
Onder het motto: „Een nieuwe lente
een nieuw geluld", luidde de Leidse
aquariumvereniging „De Natuurvriend"
in samenwerking met de aquariumver
enigingen uit Alphen aan den Rijn,
Noordwijkerhout en Oegstgeest gister
avond het nieuwe seizoen in met een
lezing door de heer A. v. d. Nieuwenhui-
zen
Deze avond was het eerste resultaat van
het districtsoverleg en bewees weer eens
overduidelijk dat door samenbundeling
van krachten veel bereikt kan worden.
De heer C. Borghart wees in zijn ope
ningstoespraak op de geweldige vlucht,
die de aquariumliefhebberij, vooral na
de tweede wereldoorlog heeft genomen.
Spreker zag in het vormen van een
district vele mogelijkheden tot samen
werking.
Hierna werd de leiding voor de ver
dere avond in handen gelegd van de
heer A v. d. Nieuwenhuizen. Deze spe
cialist op het gebied van aquarium
fotografie liet de aanwezigen genieten
van juweeltjes uit de oerwoudkreken, die
hii op het scherm projecteerde.
In het tweede deel van zijn lezing be
handelde spreker de vissoorten van de
rivieren in Zuid-Amerika.
Na de pauze projecteerde de heer v.
d. Nieuwenhuizen o.a. nog enkele kleu
renplaatjes van aquaria van Leidse
liefhebbers.
ACADEMISCHE EXAMENS
Geslaagd voor het doot ex. Ned.
Recht de heren P. A. Regnery (Den
Haag), C. Schouten (Rotterdam) en W.
F Hendriks (Heemstede): kand. ex.
Ned taal- en letterkunde mei. J. M.
Hollaar en de heer D. M. Bakler, bei
den te Den Haag.
(Ingez Med-Adv.)
'zMpstqp/m/ cftèet/fiê la&n/
LICHTE HOLLANDSE BAAITABAK
Erkend de beste
Het a.b.c. der pennen
Mannequins toonden nieuwe collectie
voorjaarsmodellen
(Van een bijzondere medewerkster)
Insteken, omslaan, overhalen en laten
gaan. Is onze brei-techniek op deze oude
grondprincipes afgestemd, in de brei-
Show, die Van Wijks fabrieken gisteren
in de foyer van de Stadsgehoorzaal „ten
doop hield", kwam zij in haar meest ver
fijnde vorm tot ons.
Hoewel in menig opzicht aan dit „a.b.c.
der pennen" werd vastgehouden, zijn er
thans op dit vrijwel iedere vrouw betre
den terrein zoveel ongedachte mogelijk
heden, dat Van Wijk er goed aandeed
ons de ontwikkeling „van breikous tot
cocktail jurk" te tonen.
Door drie mannequins en één heer, die
zich als eenling op amusante wijze van
zijn taak kweet, werd een groot, aantal
gebreide kledingstukken getoond. Mevr.
Rigter, die op vlotte wijze het commen
taar verzorgde, deelde mede, dat de mo.
dellen vervaardigd waren uit Spoeltjes-
wol. Zij wees er op, dat zelf-breien veel
goedkoper en sterker ls en bovendien de
vrouw de voldoening schenkt iets gepres
teerd te hebben.
Over het algemeen kenmerkt het brei
werk zich door eenvoud. Veel tricotsteek,
gewoon redht, de zeer geliefde patent
steek en de weefsteek, die de eigenschap
heeft vormhoudend te blijven. Een enkel
jumpërtje met een ingebreid motiefje,
doch overwegend veel effen. Het is on
mogelijk alle modellen te noemen, doch
enkele vroegen toch wel onze speciale
aandacht. Een gekleed zandkleurig vest,
met oranje gegarneerd, waarvan de hals
lijn zeer apart was, had veel succes. Er
was zelfs een model van de haute cou
ture, een gele blouse, met van voren een
ingebreide pas, die het idee van een
vestje gaf. Een alleraardigst sporttruitje
in wit, met een hart-blauw werkje, effen
blauwe boord en kraagje, zou ieder jong
meisje direct willen maken. Ook het
witte zomerbloesje, dat gedeeltelijk ge
haakt. en gebreid is, was zeer fijn. Voor
het sportieve element waren er tal van
vesten en jacks, met raglan of ook wel
'ingezette mouwen. Een combinatie in
marine-wit trok bijzondere aandacht.
Voor de heren werden enige vesten en
pullover naar voren gebracht. Eén mo
del. dat getoond werd, kan zowel door
heer als dame gedragen worden. Toe
vallig was er in de zaal een dame aan
wezig. die deze pullover aan had!
Tot besluit van deze première voor
Leiden was er een zwart met wit be
werkte avondblouse met bijpassende
stola.
De show, die in de komende maanden
in het gehele land gebracht zal worden
en duidelijk laat zien wat op het gebied
van breien bereikt kan worden, zal on
getwijfeld aan haai- doel beantwoorden.
In Afrika liggen goede
emigratiekansen
Het Gewestelijk Arbeidsbureau, dat
op geregelde tijden een „emigratie-
land" onder de loep neemt, had daar
voor gisteravond Afrika uitgekozen,
een land, dat voor geschoolden uit
stekende kansen biedt.
De belangstelling voor deze in de
Jacobazaal van „Den Burcht" gehouden-
bijeenkomst, was bijzonder groot.
Na een inleidend woord van de direc
teur van het G A.B., de heer H. Hazel-
hoff, vertelde de heer A. Drost, emi
gratie-voorlichtingsambtenaar van het
GA B te Apeldoorn, die geruime tijd in
Afrika vertoefde, het een en ander over
dit land, zijn bevolking en zijn gewoon
ten. Spreker bracht eventuele emigran
ten met nadruk onder het oog, dat zdj
eenmaal in dit land zich beslist
buiten het rassenprobleem moeten
houden.
De heer Drost, die vervolgens enkele
mogelijkheden voor emigranten besprak,
zeide, dat Afrika vooral behoefte heeft
aan vaklieden, t.w. metaalbewerkers,
auto-monteurs, bouwvakarbeiders, sla
gers en bakkers voor de fabriekmatige
bedrijven, kappers en verpleegsters. Tot
een goed begrip diene, dat er voor on
geschoolden in Afrika absoluut geen
plaats is.
De lonen liggen er hoger dan in ons
land. Een goede vakman kan gemiddeld
zestig Afrikaanse ponden per maand
verdienen. Mede in verband met het
feit, dat de belastingen in Afrika veel
lager zijn dan in Nederland, kan men
er zich ruimer bewegen. Tenslotte wees
spreker er nog op, dat het woningwaag
stuk in Afrika niet zo nijpend is als in
ons land.
Nadat spreker vele vragen had be
antwoord, werd de Zuid-Afrikaanse
film „Dié optog van een nasie" ver
toond.
van Theo van der Pas
te Voorschoten
Men vraagt niet naar het „waarom"
Tienduizenden hebben enige tiental
len jaren van Van der Pas gehouden.
Waarom, daar vroegen zij niet naar.
De kracht lag daarin, dat de drijfveer
onbewust bleef. De faam ging hem steeds
vooruit, gelijkelijk als bij de Wiener
Sangerknaben. Hij werd fenomeen,
kwam, zag en overwon de harten!
Bij Van der Pas was altijd alles mooi.
Zjjn mooi gepolijste vertolkingen hadden
de charme van het welbespraakte. Zijn
binding aan de legende Chopin trad
tegemoet aan die onbedwingbare inge
schapen zucht naar de romance, het pro
bleemloze luisteren. Om de klanken-
Uiteenzetting ouderdomswet 1957
Onder voorzitterschap van de heer
J. G. van der Zeeuw kwam gistermid
dag de afdeling Leiden van de Alge
mene Bond van Ouden van Dagen in
de grote zaal van „Den Burcht" in ver
gadering bijeen.
Op deze goed bezochte bijeenkomst
voerden zowel de voorzitter als de secre
taris van de bond, de heren W. van Beek
en G. J. de Bruin, het woord. Beiden
vestigden daarbij de aandacht op „De
Ouderdomswet 1957".
De heer Van Beek schetste in het bij
zonder de ontwikkeling der oudedags
voorziening in ons land sedert dé vorige
eeuw. toen de bejaarden geheel afhan
kelijk waren van liefdadigheidsinstellin
gen. Bracht de armenwet reeds enige
verbetering in de toestand van de ouden
ran dagen, in 1912 en 1919 kwamen resp.
de ouderdomswet van Talma en de
ouderdoms- en invaliditeitswet van Aal-
berse tot stand. Rooskleurig heeft de si
tuatie er voor de oudjes evenwel niet
uitgezien. In 1939 stelde de regering een
commissie in, welke tot taak had tc on
derzoeken op welke wijze een redelijk
pensioen aan 65-jarigen en ouderen ge
geven kon worden. Een jaar later brak
de oorlog uit en In 1946 werd de Nood
wet Ouderdomsvoorziening van kracht.
Veel is er sindsdien verbeterd. Een groot
gedeelte van deze na-oorlogse verbete
ringen is tot stand kunnen komen dank
zü de activiteit van de Alg. Bond van
Ouden van Dagen. Zij werd op 23 juli
1945 te Rotterdam opgericht en het ver
enigingsleven begon met 60 leden. Nu
telt de bond niet minder dan 215 afde
lingen met in totaal 67.000 leden. Alle
bejaarden van een prettige en onbezorg
de oude dag te laten genieten is haar
streven.
De tweede spreker, de heer De Bruin,
begon zijn toespraak met er op te wijzen,
dat de grootste kracht van de bond ligt
in het aantal. Hij wekte derhalve alle
aanwezigen op zoveel mogelijk nieuwe
leden te winnen. De afdeling Leiden telt
momenteel 600 leden, doch dit moeten er
voor de inwerkingtreding van de Ouder
domswet 1957 1000 worden! De bonds-
secretaris«elndigde met een korte uiteen
zetting te geven over de betekenis van
de wet, zoals die thans in de Tweede
Kamer in 'behandeling is. In deze wet
komt het er op neer. dat met ingang van
1 januari 1957 alle Nederlandse ingeze
tenen, die de leeftijd van 65 jaar berei
ken of reeds bereikt hebben, een ouder
domspensioen krijgen van f. 804 per jaar
(f.67 per maand) voor een ongehuwde en
van f. 1338 per jaar (f. 111.50 per maand)
voor een eohtpaar. Al naar gelang de lo
nen stijgen of dalen wordt ook het
ouderdomspensioen meer of minder. Het
is nog niet te zeggen of de premie voor
het ouderdomspensioen 6% of 7% van
het inkomen zal worden.
Met grote aandacht hebben de Leidse
ouden van dagen naar de uiteenzettin
gen van de hoofdbestuurders geluisterd.
Staande de vergadering gaven zich 26
leden op.
droom bezocht men Van der Pas, niet
als concertbezoeker, maar als gast in
zijn 'beeldende wereld.
Nu sluit Van der Pas de hekken en wij
vragen wéér niet naar het waarom. Wij
weten wél dat het niet is om een nade
rend minder pianistisch vermogen. Geen
symptoom heeft dat aangekondigd.
Zijn afscheid allerwege is zijn laatste
zegetocht. Zo gisteren in Voorschoten
En het programma daar was opnieuw al
leen Ohopin toegewijd.
Ohopin! Een naam, die een jonge be
wust moderne pianistengarde niet meer
voert in haai' vaan. Toch was Ohopin
als zij. eens progressief kind van zijn
tijd. Als jongeling romantisch revolutio-
nair, ondergronds verzetsstrijder zonder
held te kunnen zijn en die deswege War
schau ontvluchtte om via Poolse adel de
pianoleraar te worden van de Parijse
aristocratie. Een figuur vol vrijheids
idealen en de ziel boordevol van een
smachten naar zijn moederaarde, naar
wederopstanding van zijn onvergetelijk
land.
De inhoud van zijn werk is de mense
lijke passie en de persoonlijke vrijheid.
Hij is de bezinger van zijn verbrijzelde
volk en poëet van de liefde. Hij had alles
wat het selecte publiek van zjjn genera
tie welbehagen bracht. In hoever dit
de kunstenaar begreep, is een studie-
vraag. Het is heden niet veel anders
Zelfs met de beroepsvertolkers, die hem
overwegend met gemaniëreerdheid over
laden. Met Saint-Saëns stemmen we in
dat we hem verstaan moeten van het
hart en van de vrouw uit, van een stijl
uit gevoed door emotie en klassieke een
voud, alle arabesken en ingewikkelde
harmonieën t» spijt.
Van het hierboven geschetste heeft
Van der Pas menig facet laten fonkelen.
Als elders is hier namens auditorium
en tevens namens de „Maatschappij tot
Nut van het Algemeen", de spijt uitge
drukt over het onherroepelijk genomen
besluit. Sigaren concretiseerden de dank
woorden en het hartelijke applaus.
Van der Pas vergold het met een „Mo
ment Musical" van Schubert en meteen
heel goed gebouwde „Humoreske" van
hemzelf: een klaterende klankenstroom.
waarin men ergens vlinders zou kunnen
denken, die op een geestig-onverwaoht?
wijze wegglippen als opgelost in zonne
licht en gratie.
Daar het programma gelijkluidend was
aan dat bij het afscheid te Leiden, lieten
we het buiten bespreking.