Internationaal theaterfestival heeft kinderziekten overwonnen Ook een Nederlandse bijdrage? OP POOLEXPEDITIE NAAR VOGELVOEDERPLAATSEN DE BRUID SCHREIDE Louise Henriëtte trouwde Friedricli W illielm vou Hohenzollern DE ROMANTIEK WAS TEN EINDE. Een Zoeklicht ZATERDAG 3 MAART WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Gesprek met A. M. Julien (Van onze Parijse correspondent) De sceptici en ik moet met een blos rond de kaken erkennen deze maal tot die categorie behoord te hebben - zijn dit keer dan toch eens niet in het gelijk gesteld. De sceptici, die twee jaar geleden beweerden dat het met een internationaal toneeliestival toch nooit iets zou kun nen worden, omdat zo'n onderneming door de opzet zeli al tot een gewisse mislukking was gedoemd. Alle troepen zouden immers spelen in hun eigen nationale taal en. zo vroegen zij zich - of wij ons af. hoe zouden die taalgrenzen nu ooit met vrucht kunnen worden overschreden Inderdaad ls de taalkwestie in vele gevallen een onoverkomelijk obstakel gebleken. Vooral in een stad als Parijs waar het publiek, wat zijn talenken nis aangaat, nu eigenlijk niet zo bij zonder internationaal is georiënteerd. Maar het Parijse toneeWestlval. dat in zijn soort enig in de wereld is, heeft dan toch ook maar een aantal open baringen opgeleverd: Brecht's troep uit Oost-Berïyn, de Londense Work shop en bovenal de Chinese opera. die. ieder op zich. dit initiatief al ruim schoots konden rechtvaardigen. En waarvoor ook de sceptici voornoemd nu dankbaar en heel diep htm hoeden wensen af te nemen. De motor van het festival, dat van af half april tot einde juli weer voor het voetlicht zal treden, is de heer A. M. Julien, directeur van het Sarah Bemhardt-theater. met wie ik in zijn bureau, dat volhangt met foto's en af fiches, een halve middag heb kunnen praten. Een onderhoud, dat overigens regelmatig door telefoontjes onder broken werd van acteurs en actrices, die om een rol kwamen smeken. „Een diva denkt dat "n stuk goed is wanneer zij er maar in kan schitteren", ver zucht monsieur Julien, nadat hij een beroemde Parijse vedette juist teleur heeft moeten stellen, maar ondanks die Interrupties zijn we toch heel wat wijzer kunnen worden. Het grote nieuws is wel dat er aan het theaterfestival dit jaar ook een reeks opera- en balletvoorstellingen zal worden gekoppeld, zodat het ter rein van de actie nu ook naar het ge zongen toneel wordt uitgebreid. Ver der komt er een internationaal con gres voor toneelcritici, eveneens onder auspiciën van het festival. Het aantal landen heeft de herr Julien onder tussen moeten beperken. Maar het cij fer van twintig nationale deelnemers zal vermoedelijk toch wel weer worden gehaald. De vraag, die me op de lippen brandt, betreft natuurlijk de eventuele bijdrage van Nederland. Monsieur Julien, zwart haar en gemakkelijk lachende ogen achter een donkere bril, ls een vriendelijke en voorkomende man. die nu toch even ietwat zuinig kijkt. Ik vermoed de reden van zijn re serve. en om hem over de terughou dendheid heen te helpen die hem door zijn Franse hoffelijkheid wordt inge geven, neem ik hem de aarzelende woorden maar uit de mond. „Persoonlijk vond ik die Oedipus- uitvoering van de Nederlandse Come- die vorig Jaar eigenlijk ook niet zo bijzonder geslaagd. De heer Julien valt me dankbaar by. doch wenst niet temin op te merken dat de kennisma king met een acteur als Van Dalsum door hem en tal van anderen hogelijk werd gewaardeerd. Toch was Mon sieur Julien aanvankelijk besloten dit Jaar ons land eens te passeren. Maar op dit moment twijfelt hij weer. Onlangs heeft hij namelijk op uit nodiging van xü» vriend Cees La- seur „ook uw Louis Davids heb ik heel goed gekend en ik ben zelfs sa men met hem in het Kurhaus op getreden" een kort bezoek aan ons land gebracht. Hij woonde toen enkele voorstellingen van de Haagse Comedie bij: Het proces om Jezus. Willem Sybrechtsdochter en Harle quinade, die hem er nu wel weer van hebben overtuigd dat Je de Neder landse acteurs toch gerust om een internationale boodschap kunt stu ren. De kans is nu dan ook wel heel groot dat Cees Laseur en zijn Haagse Comedie op het aanstaande festival Comedie op het aanstaande Parijse festival Nederland zullen vertegen woordigen. Het gesprek heeft Intussen naar de vraag geleid welke maatstaven er ln het "aleemeen gevolgd worden bij de keuze van het festivalprogramma. WAAROM GEEN VONDEL? ..Ligt het eigenlijk niet vooral op uw weg op dit Internationale forum de nationale theaterculturen der ver schillende landen ruimere bekendheid te verschaffen? En zou het onder die gezichtshoek niet mogelijk zijn een fi guur als Vondel naar voren te bren gen? De heer Julien geeft openhartig toe dat hy met de prins onz°r dichters maar ternauwernood bekend is Maar overigens hebben de ervaringen hem geleerd dat voor alle landen, die niet. of nog niet. op een algemeen erkende dramaturgische traditie kunnen bogen, die werken het meest in aanmerklnc komen, welke door aankleding, spel stijl en regie de beste kansen maken een niet-lngewijd publiek te boeien of te amuseren „Dit is geen kwestie van principe, maar uitsluitend van voorlopige tac tiek zo verklaart de heer Julien zich nader Met het Theatre des Nations zal ik stellig een heel andere richtlijn volgen THEATER DER VOLKEREN Het woord ls daarmee gevallen: Het Theater der Volkeren. Zal daar dus echt lets van kunnen komen? Mon sieur Julien niet alleen optimistisch. Hij durft zich zelfs bijzonder positief uit te laten Zojuist heeft hy een on derhoud gehad met de nieuwe minis ter en die heeft zich als een vuric voorstander van dit stoute denkbeeld ontpopt. Mlsscrlen kunnen we dit Jaar nog wel starten. Het seizoen van dit internationale theater zal vijf maan den duren en de Franse Staat en de stad Parijs zullen gezamenlijk voor de subsidies moeten zorgen. Er is Jaar lijks een kleine miljoen gulden mee ge moeid Intussen zal het Theatre des Nations niet ln de plaats treden van het Internationale festival. Zonder el kander te bijten, zullen ze gezamenlijk in Parijs kunnen functioneren. Het vaste theater zal zich richten tot een kleinere kring van specialisten, en daar zullen we dus óók stukken kun nen spelen ln de geest van uw Vondel. De duidelijke successen van het reper toire, zouden dan vervolgens door het festival kunnen worden overgenomen. Zo zie ik me de toekomst. Een laatste, wat bange vraag: Uw naam, monsieur Julien, wordt dezer dagen nogal eens genoemd in verband met de vacature van directeur van de opera. Hoe staat U daar zelf tegen over? Er is in onze tijd een nijpend ge brek aan leidende persoonlijkheden. Niet alleen in de kunst. Ook in de po litiek bijvoorbeeld. Dat maakt het soms moeilijk je te onttrekken aan een beroep dat op je kan worden gedaan, zelfs wanneer je er niet eens zoveel voor zou voelen Maar in eilk geval zou ik toch de conditie stellen dat ook het festival en het volkerentheater aan mij blijven toevertrouwd. Ik beschouw die nu eenmaal zo'n beetje als mijn eigen geesteskinderen. De telefoon ratelt ten zoveelste ma le en ik begrijp dat ik de heer Julien weer aan zijn werk en aan zijn vele zorgen moet overlaten. En ik vertrek na gedurende een paar uren in dit op percommando van het festival, dit knooppunt van internationale toneel- relaties van het nerveuse en fascine rende leven getuige te zijn geweest A. M. Julien. directeur van het internationale theater festival in Parijs. Kijkjes in de Natuur NOU NOUI Poolexpeditie! Zo erg was het toen óók weer niet. Maar koud. bitter koud was het wel op de sneeuw- en ilsvlakte van het ri- viereebied. dat eeklemd lag ln de klauw van de winter. Een onbetreden sneeuwlandschap, dat wel een grote tegenstelling vormde met het drui- Dende schemerige land. zoals we het enige maanden geleden ln al ziln troosteloze somberheid hadden gezien. Nu lag het verblindend wit voor ons. ontzaglijk ver tot aan een blauwende horizon, een zwijgend land. grimmig en vijandig, met boerenhofsteden od temen als onneembare vestingen on der hun sneeuwkaD. grijsblauw ge schaduwd tegen het koude eele mid daglicht. Onze eroeD was voor de stilte, die biina tastbaar hing in de vinnige vrieslucht, wel wat groot, maar haar enthousiasme voor de erote onderneming was begriiDeliik en de vrolijkheid dus vergeeflijk. Wat dreef al deze mensen er eigenlijk toe. od een vrile middag het veilige ijsbaantje of de warme huiskamer te verwisselen voor het moeizaam ge- struikel en eehobbel over een onge makkelijke sneeuwbodem en het op tornen tegen een snijdende noord ooster? Wel. dat deden ze ten eerste, om dat ze erbij wilden ziin. als de lading voeelvoer bijeengezameld in een blik semactie zou worden afgeleverd od de plaats, waar ze zo bitter nodig was. En verder omdat er op zo'n tocht al tlid prachtige kansen ziin. iets bij zonders te zien of te beleven. Bijvoorbeeld zo'n opengehouden stukje water bil Genemuiden. waarde veerpont ziin regelmatige dienst nog onderhoudt. Daar stonden we als vo gelliefhebbers direct al te trappelen vanja! van de koude voeten, na tuurlijk. maar ook van opwinding, want daar. op enkele meters van ons af. zwom en dook een troepje mooie zaagbekken. zonder anest voor het tlzeren gevaarte met ziin fotografe rende en verrekiikende gasten. Ook een koppeltje nonnetjes, verrukkelijk getekend met hun felle wit en zwart, voorts nog andere soorten eenden, de Bewogen Leven CLVXI Van de negen kinderen van Frederik Hendrik en Amalia van Solms stierven er vier op heel jonge leeftijd. Vier meisjes en een zoon groeiden op. De oudste van de vier. Louise Henriette. had een bewogen leven. Reeds als kind onderscheidde ze zich door een zekere vroegrijpheid. Ze had een zonnige jeugd, aan het Hof van de Stedendwinger was afleiding te over. Welk meisje bevindt zich niet graag in de glans van het hoge leven In de sfeer van voornaam heid, maar ook van uitbundige feesten groeide ze snel op tot een jonkvrouw. Het Hof van de Stedendwinger was een brandpunt van cultuur gewordenen van late ridder lijkheid. Zo kon dus Louise Henriette al spoedig dromen van haar ridder. En dromen hoorde bij haar, want haar aanleg was mystiek. Zij wilde leven te midden van de uit bundigheid die haar omgaf, maar even sterk was het verlangen te leven in haar dro men, zich bezig te houden met dat, wat haar zou wachten. Van nature was ze vroom, doch niet zo vroom als ze zelf dacht. De vroomheid van haar jeugd kwam veel meer door een bevattelijk zijn voor het hogere, dan door een drang tot onsterfelijkheid. Haar fantasie was zo wijden haar hart hunkerde zo naar de aardse liefde. TE midden van het feestgedruis aan het ouderlijk Hof vond zij haar ridder. Beter: hij vond héér. Een Franse prins was het, de prins de Talmond, een volmaakt ridder, en verre bloedverwant. Weldra zwoeren ze elkaar eeuwig trouw. Frederik Hendrik gunde de twee glimlachend hun ge luk. Welke bezwaren had hij ook kunnen maken? De Franse Prins was van voornamen huize en gelet op de manier waarop anderen van zjjn jar^n hun leven be steedden. van goede levenswandel. Zijn gevoelens voor Louise Henriëtte waren èoht Nu bethoefde de jonge Prinses niet meer te dichten Haar leven werd zelf één groot gedicht. Maar de moeder zag met lede ogen dit alles aan De Franse Prins was geen regerend vorst, en het zou haar toch aangenamer geweest zyn als haar oudste dochter met Karei Stuart was getrouwd (de later zo lichtzinnige koning Karei II Er was nog een andere kandidaat, een knap en ernstig Jongmens, die behoorde tot een opkomend vorstenge slacht: Frederik Wilhelm, de later zo beroemd geworden Grote Keurvorst. Heimelijk moedigde de moeder hem aan. Doch toen hij n 1646 de hand van Louise Henriëtte vroeg, weigerde deze pertient. zy had reeds trouw be loofd aan de prins De Talmond. zjj hem huwen of nie mand De keurvorst van Brandenburg liep dus een blauwtje en inwendig was hij woedend op de moeder die hem dit had laten ondergaan. Nu stond zijn eer op het spel. Deze ernstige jongeman voelde er niets voor om zich in de ogen van Europa belachelijk te maken Hij braaht Amalla van Solms onder het oog wat zij aan hem verplicht was. Hjj wilde met Frederik Hendrik spieken, doch deze lag bijkans op sterven. Het zou Amalia gemakkelijk vallen hem over te halen. LOUISSE HENRIETTE had een fraaie casette in haar boudoir, waarin zy haar billets d'amour bewaarde, wel had haar geliefde haar aangeraden deze min nebrieven onmiddellijk nadat ze ze gelezen had te vernie tigen, doch zij kon er geen afstand van doen.En ze lag endaar immers volkomen veilig. Amalia van Solms liet de gangen van haar dochter nagaan door haar nichtje, de freule van Portugal. En deze liet met voorkennis van haar tante, de kleine cassette openen toen de Prinses afwezig was. De moeder kreeg de minnebrieven. Zjj las hoe de Prins van liefde gloeide voor haar dochteren van haat voor haar. Ze las ook dat De Talmond haar doohter aanraadde Willem in vertrouwen te nemen. Toen ontbood de moeder haar zoon en vertelde hem alles En deze razend, omdat hij er buiten gehouden was. terwijl De Talmond een van zijn beste vrienden was. daoht er niet meer over zijn oudste zuster te steunen. Zo spoedig mogelijk ging hij naar haar toe om haar de heftigste verwijten te maken. zy hield zich van de domme, zy wist Immers nog niet op welke lage wijze men binnengedrongen was in haar intieme leven. Weldra zou zy het weten. Want toen Willem uitgeraasd was hield hy eer. brief omhoog, een van de minnebrieven van haar geliefde. ZIJ was verslagen, Zy was zo gruweiyk bedrogen. Aan een strohalm hield ze zich nog vast. Ze zorgde er voor dat De Talmond alles te weten kwam wat er was gebeurd en ze adviseerde hem voorlopig Den Haag ce verlaten. Moeder en zoon klaagden De Talmond aan by Frederik Hendrik. Doch met zijn tweeën overrompelden ze de een al mooier dan de ander. Ook een 6-tal meerkoeten, die in hun veel te erote schoenen het lis opwandelden om het toegeworpen brood wee te snappen voor de kapmee-uwen er be slag od konden leeeen. Kapmeeuw tjes. filne eriiswitte vogeltjes. die zich zelf als broze porseleinen beeldjes neerzetten on het erove üzer van het vaartuig. DIT was nog maar de ouverture. De eigenlijke symfonie der ellende zou nog volgen. We verzamelden ons om de vogelwacht, de man. die met grote toewijding het zware werk van de vogelverzorging in de winter had terhandgenomen. en die onze gids zou ziin in dit, Nederlandse pool landschap. Mannen van de genie had den voor hem een bilt laten sprin gen en rondom dat open stuk was het voedsel in grote hoeveelheden ge strooid: brood, bonen, zemelen en graan. Maar ook in het water was een hoeveelheid gegooid met het ooe od de zwanen en ganzen, die gewend ziin al erondelend. d.wz. trappelend met hun brede zwem voeten, het grondvoedsel naar boven op te wolken. Ons gezelschap was wel bont van samenstelling, we leken zelf wel een troep ie gekleurde eenden. Enkelen hadden zich zelfs in een wit laken gehuld en beenden als rasechte sneeuwarabieren voor ons uit. Deze sluwerds zouden de ganzen en zwanen eens eventjes om de tuin leiden. Dus trapten en bonkten we welgemoed over de sneeuw en worstelden tegen de keiharde wind. die ons het gevoel gaf met al onze kleren aan toch in velletjes postpapier rond te wandelen. Damp omwolkte onze gezichten, de besnorden onder ons kregen het aan zien van walrussen en zeeleeuwen, maar we genoten toch van de barre schoonheid van het ongenaakbare itzige land. we genoten ondanks alle ongemak en zichtbare ellende van de hele ongewone expeditie. Ons pad kruiste dat van ontelbare vogels die him voetprenten diep in de sneeuw hadden gedrukt, kraaien poten met lange achterteen. kleine en gTOte zwemvoeten van allerlei soort waterge vogel te. Hier en daar hadden de vleugels van een opvliegende vogel het sneeuwdek even aangetipt en stond hun negatief zuiver en teer od de zachte laag gewaaierd. Uit een dooreengetrappelde sneeuw hoop kwamen de macabere resten van een tot od het bot leeggevreten ge raamte te voorschijn, een triest docu ment uit een laatste strlid. Er vloog een buizerd over. Afwisse lend in glitvlucht schommelend en dan weer met lome ronde vleugel slaggen. wiekend, speurde hij het land af. Wat zocht hij? Waren er nog veld muizen? Zat er nog ergens een brood magere haas of was er misschien nog een wilde eend. doodmoe neergevallen in de sneeuw en niet meer in staat het uitgeteerde lichaam te redden? Hoor! daar rumoerden de kraaien. Daar. bit het wak. bij honderden tege lijk! De bonte kraaien en de roeken, de vernietigers, de opruimers, die zorgden, dat geen dier ook maar er gens ziin natuurlijke dood kon ster ven. Daar waren ook de zwanen, geelwit od de verblindende sneeuw, en de kolganzen. die snaterend de lucht in gingen en boven onze hoofden traag hun formaties trokken. Eenden van velerlei slag. duikend en trappelend tussen de losgeslagen ilsschotsen. maar die bil onze nadering alle de welgedekte tafel in de steek lieten en het luchtruim kozen. Maar een was er. een fiin getekend wit en zwart brilduikertie. dat zo hun kerde naar het open water, dat het in grote boeen over ons heen bleef cirkelen, vol verlangen, dat de Ben Joessoefs en de All el Mohammeds zouden opkrassen. We hadden nog maar even onze hielen gelicht, of in onregelmatige groepen kwamen de dieren al weer terug en hervatten hun gestoorde maaltijd. SJOUKE VAN DER ZEE. OP DE BOEKENMARKT^) zieke stedendwinger niet. Deze. reeds van zyn jeugd af een sterk gevoel voor recht bezittend, gaf de ongelukkige Prins zyn kans zioh volkomen te zuiveren van de op zyn naam geworpen blaam. Maai- de jonge Willem wilde niets meer met De Talmond te maken hebben en keurvorst Frledrich Wilhelm verscheen weer op het toneel. Hy herhaalde zyn aanzoek en de Prinses weigerde op nieuw Zy hid reeds gekozen, zy had de Prins De Tal mond lief, hem zou ze trouwen. Het werd een moeilyke tyd voor Louise Henriëtte aan het Hof. De toestand van haar vader verergerde voort durend En op een dag toen De Talmond ziek was en oe Stedendwinger reeds ten dode opgeschreven, kwam de Keurvorst opnieuw terug, incognito. De zo dodelijk vermoeide stadhouder gaf toe. en de geliefde, die wel inzag dat het spel verloren was. gaf Louise Henriëtte, ricoeriyk, zoals hy was, de vrijheid terug. ZELDEN ls een bruiloft zo snel georganiseerd als toen. Op de zevende december 1646 werd het huwe lijk tussen Friedrioh Wilhelm von Hohenzollern en Louise Henriëtte, Prinses van Oranje, voltrokken in de Franse kerk. „De bruid", zo zegt Hallema, „schreide, de zieke vader was zeer somber gestemd, de bruidegom was al evenmin gelukkig omdat hy zijn bruid niet door liefde gewonnen had". Alléén de moeder kon tevreden zyn. Weer een van naar kinderen uitgehuwelijkt aan een der vorsten van Europa. Zonder schittering, in de grootste eenvoud, werd het huwelijk voltrokken. Fru.n zegt ergens: „Wy weten er niet meer van dan dat de sleep van het bruid^cleed van drap d'argent. acht ei lang was en door zes gTavinnen werd gedragen" En verder: .De kerkelyke plechtigheid had te vyf uren piaats: te zeven uren was er diner op het Oude Hof, het tegenwoordige paleis Noordelnde, door Frederik Hendrik tot het prachtigste gebouw van Den Haag vertimmerd en voor zijn douairière bestemd. Na afloop van het diner was ei bal: de oude Prins werd op een stoel binnenge dragen om het by te wonen; zijn tegenwoordigheid ver hoogde zeker de feestvreugde niet en zyn toestand was een nieuw verdriet voor zyn arme dochter" DE bruid weigerde mee te gaan naar het nieuwe vaderland zolang haar vader zo ziek was. Later heeft De Talmond gezegd dat de Prins, op zijn sterfbed, haar zyn leedwezen heeft betuigd, omdat hij haar dit mee had aangedaan De Talmond was party in dit liefdesdrama, maar boven alle twyfel ls het dat Frederik Hendrik en Louise Henriëtte zeer op elkaar waren gesteld. Dominee Goethals en een man met zo'n naam moet toch onpartydig kunnen zyn heeft het afscheid van vader en dochter meegemaakt. Hij schreef daarover: „Wanneer syne Hoogheyt syne swaoke handen haer toeryekte. heeft sy deselve met sulcke groote eerbiedigheyt gekust ende met hare tranen be dauwt., dat my het herte breeokt, als lek noch daeraen gedencke De Prins De Talmond heeft haar geadviseerd voor taan haar toeverlaat te zoeken in hem die haar wettige gemaal geworden was en dat heeft ze gedaan, voorzover dit in haar vermogen was. „Met goede uit slag voor beider levensgeluk". De romantiek was ten einde, het harde leven was begonnen REIN BROUWER. Hamilton Basso. „Terug naar Pompey's Head." J. H. Gottmer. Haarlem 1955. Wie van een degelyk stuk werk houdt en de resterende winterse avon den lezend wil doorbrengen, grype naar deze Amerikaanse best-seller, ge naamd „Terug naar Pompey's Head" Die terugkeer overigens niet naar een borstbeeld van Pompejus. maar naar de stad in een van de zuidelyke staten van de U.S.A. is de terugkeer van een jonge advocaat naar zyn ge boorteplaats. Anson Page begeeft zich op volwassen leeftijd daar heen terug, omdat hij voor zijn kantoor een ver meende oplichterszaak tot klaarheid moet brengen. Tydens zyn reis naar en zijn verblyf in de stad van zyn jeugd, herinnert Page zich een aantal scènes uit zyn kinder- en jongelings tijd. Deze taferelen worden door de auteur beschreven als geschiedend in het heden. Voor Page New York ver liet om deze reis te gaan maken, werd hy gekweld door de onrust van de her innering. Zijn jeugd staat hem voor de geest als een tijd van geluk, hy voelt zich een vreemde m het noorden, iemand die de verkeerde dingen zegt en eigenlijk niet helemaal meetelt, omdat hy een zuiderling is. Doch een maal terug in zyn oude stad. wordt hij zich bewust van de huichelachtige leefregels, de stands- en kleurlingen- kwesties Het wordt hem duidelijk, dat deze m aatsch appel yke euvelen ook hindernissen op zyn levenspad geweest zijn Als hij de zaak. waarvoor hy ge komen is, in he„t reine gebracht heeft, vertrekt hij dan ook met de zekerheid, dat hy dit leven niet meer zou kunnen leiden „Alles nog precies hetzelfde", is zijn laatste woord voor de trein ver trekt. Omvangrijk en uitvoerig worden de taferelen van zuidelijk leven beschre ven tot in de kleinste bijzonderheden, in een solide realisme, dat geen by- komstigheid ongezegd laat. Nieuws vindt men m deze lijvige roman niet, maar aan de andere kant staan er dingen in. die gerust herhaald kunnen worden. De vertaling is verre van fraai. Dit komt ln hoofdzaak omdat de vertaler voortdurend üe onvoltooid verleden tyd van het Engels aanhoudt, die ln het Nederlands meestal door een vol tooid tegenwoordige vervangen dient te worden. Bovendien heeft hy een neiging om vaste uitdrukkingen letter lijk in het Nederlands over té brengen. Jo Vincent „Zingend door het leven." Elsevier Amsterdam 1955 Terecht heeft Jo Vincent haar mémoires Zingend door het leven' genoemd. Hoewel zij slechts een be scheiden honderd pagina's voor de terugblik op haar leven gebruikt, schynt dit wagentje getrokken te moe ten worden door maar liefst vier paarden. Vier inleidingen gaan vooraf aan dit pretentieloze boekje. In de rol van leek spreekt de populaire auteur Piet Bakker zijn lof uit over Jo Vin cents zang en tevens over de zwijme lende luisteraar, die „kritiekloos luis tert" en „spontaan geniet". „Ook een kunst", zeg ik nu maar, ..als je weet dat het Jo Vincent is. die je hoort zingen." Rudolf Mengelberg spreekt in kunstige taal zijn verruk king uit over „de unieke glans" van deze stem. een geestdrift die leek en vakman van harte met hem zullen delen. Aardig is de kleine herinnering van de muziekcriticus Jos. de Klerk, die de loopbaan van deze zangeres van het allereerste begin af aan gevolgd heeft en aandoenlijk van conventionaliteit is het voorwoord, dat haar echtgenoot geschreven heeft. Allen zijn het er met de hand op hun hart over eens, dat Jo Vincent een lieve, eenvoudige, zui vere. stralende persooniykhed is. En wat zegt Jo Vincent er zelf van? Zij is zo bescheiden, dat men de in druk krijgt, dat zij vertelt wat men graag wil horen en niet wenst te tre den in de geheimen van haar eigen wezen. Zij volgt als het ware de jaar tallen en de programma's van haar optreden op de voet. Een paar simpele anekdotes hier en daar. heldere op merkingen en schroomvallig gestelde kritiek houden deze herinneringen op het plan van een interview in dag- of weekblad, waarin iedere verstandige vrouw aan het woord zou kunnen zijn. Eerlyk gezegd geef ik Jo Vincent groot geiyk. zy is een begenadigde zangeres en geen schryfster. Wat zij te zeggen had. heeft zij al zingende uitgedrukt Ik heb dus geen recht te leurgesteld te zyn. want als zij schrijft begrijp lk haar standpunt en toen ik haar hoorde zingen, meen ik liaar verstaan te hebben. Een aantal foto's versiert het geheel. Loc Lntz. „Open doekjes." Daamen N.V. Den Haag 1955. De toneelspeler Luc Lutz, die kort geleden getoond heeft te verstaan wat cabaret is met zyn van goede smaak getuigende, zeer geestige en openhar tige teksten, hanteert blijkbaar met even luchtig gemak de pen. Kleine schetsen, niet zozeer van voorvallen als wel van verschynselen. die zich om en op het toneel ook achter het toneel voordoen, worden afgewis seld met bon mots. die het voordeel hebben oorspronkelijk te zyn. Humor en openhartigheid gaan hand ln hand by deze pientere waarnemer en we derom houdt ziin goede smaak hem binnen de perken van de bescheiden heid Een plezierig boekje, waarin veel verklapt, maar niets verraden wordt. CLARA EGGINK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 12