WILLEM II EN MARIA STUART UR1 1^4 '-ÏÉpf ÉJS DIERENLEED IN DE WINTER w Een Zoeklicht HET KINDERHUWELIJK VAN 1641 In Engeland met praal voltrokken ZATERDAG 25 FEBRUARI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Bewogen Leven CLVX Amalia van Solms is mede de draagster geworden van een nieuwe cultuur. Zij heeft haar rol in 't algemeen voortreffelijk gespeeld, ofschoon ze soms toch teveel nadruk legde op maatschappelijk aanzien. Dit bleek duidelijk toen de verdreven Koningin-moeder Maria de Medicis ons land bezocht. Zij was de moeder van Lodewijk XIII, Koning van Frankrijk en zwierf van het ene hof naar het andere, omdat ze uit haar eigen land verbannen was. Met grote statie werd zij echter in Holland ontvangen, aan het stadhouderlijk hof en in de stad Amsterdam. Deze vrouw, de grote intrigante uit de Geschiedenis, vond een welkom thuis in de Oude Hof, het paleis Noordeinde. De vrouw van Frederik Hendrik, die nog altijd de dienaar der Staten was, ontving een verstoten KONINGIN. Was dit geen gelegenheid om te tonen dat het Hof van de stadhouder ook een vorstelijk Hof was Maria de Medicis kon het beoordelen. Zij had eens zelf geschitterd als middel punt aan het Franse Hof; zij was, in haar ballingschap in Spanje geweest, aan het Habsburgse Hof. en haar dochter Henrietta Maria was getrouwd met Karei de Eerste* Koning van Engeland. Kift hBT ütï -<L' Prins Willem II (1626 - 1650) en zijn bruid Prinses Maria Stuart 1631-1660). dochter van Karei Koning van Engeland. Naar het schilderij van Anthonius v. Dijck. 1 Vr. Lr- WÊÊ WÊÊWÊ m m 11 1 Amalia van Solms heeft zich uitgesloofd voor deze verstotenen toen deze duidelijk blijk gaf, dat het Hof van Frederik Hendrik njet onderdeed voor dat van de Habsburgers. schonk zij de gravin van Solms daarmee een beloning ..die in goud was gevat nE vluchtelinge wilde zich ook nog op andere wijze verdienstelijk maken. Hoe licht kon ze Oranje nodig hebben in de toekomst. Samen met Amalia smeedde ze plannen voor een huwelijk van de toen nog maar 12- jarige Prins met een van de dochters van het Huis Stuart. Karei I en Henriëtte Maria hadden twee dochters: Maria en Elisabeth. Maria was toen nog maar zeven jaar en Elisabeth pas de wieg ontgroeid. Toen zij Amalia van Solms dit voorstel deed werd deze stil van ontzag. Zou dat kunnen? Zou een van haar kinderen kunnen huwen met een Stuart, met een Prinses uit een der voornaamste vorstenhuizen van Europa? Er waren toch plannen tussen de Habsburgers en de Stuarts, er waren Maria de Medicis was weer in haar rol. Zij beloofde naar Engeland te gaan om daar alles met haar dochter en schoonzoon te bepraten. Zij zou vooreerst nog in het midden laten wie de bruid zou worden, de oudere of de jongere Frederik Hendrik was tegen een huwelijk met Elisabeth. Hoe lang zou het moeten duren, dat er nazaten kwamen indien ..Willempie" het kind uit de wieg huwde? Oranje had behoefte aan nazaten Hijzelf was laat getrouwd. Ofschoon de Stuarts de eer in het begin veel te groot vonden voor een Oranjetelg om met een van hun dochters te trouwen spraken de tijden een woordje mee Want dit trotse geslacht, heilig overtuigd van zijn waarde, dat in normale tijaen nooit zijn kind had afgestaan aan iemand die slechts eerste dienaar van enige gewesten kan worden, kreeg het plotseling te kwaad met eigen onderdanen De strijd met Cromwell stond voor de deur en in die strijd zou men geld, geschut en soldaten nodig hebben. Kijkjes in de Natuur BITTER is In deze winterdagen het lot van de in 't wild levende die ren. Voor de lezers is dit waar schijnlijk geen nieuws, maar of in het algemeen tot de mensen doordringt, hoé erg het wel is. dat is nog de vraag. In onze tuinen zien we wel de kleu mende mussen, die. Joost mag weten op welke wijze van de hardbevroren grond nog iets eetbaars weten op te pikken en nog energie overhouden; el kaar tussen de bedrijven door op de kop zitten. Op straat zien we de grau we kuifleeuweriken, die ook al van de wind schijnen te kunnen leven en al tijd nog kracht hebben, net niet onder ons voorwiel te komen. Maar buiten onze tuinen, aan de grenzen van stad en dorp, daar wordt door gebrek aan voedsel en drinkwa ter erger geleden, dan de stedeling zich kan voorstellen. Het is onbegrijpelijk dat de natuur, die toch in vele opzichten haar kin deren zo voortreffelijk toerust in de strijd om het bestaan, diezelfde schep selen toch ook weer zo volkomen in de steek laat. Waarom blijven er honder den kieviten op de weilanden, aan de brede riviermonden en aan de IJssel- meerkusten zo lang „treuzelen" tot ze door plotseling invallende vorst worden verrast? Waarom blijven er reigers en roerdompen achter, vogels die toch duizenden km met gemak kunnen af leggen? Waarom komen de spreeuwen nu al weer terug, by duizenden tege lijk, inplaats van dat ze in betere oor den het gunstige jaargetijde afwaoh- ten? Kgken ze als automaten naar de kalender en zeggen ze: „half februari, jongens, koffer pakken en hup! naar het noorden" of zijn ze helemaal niet weggeweest? Waarom vliegen die kie viten niet eventjes door naar Afrika, waar hun soortgenoten tussen de kro kodillen zich staan te koesteren in een tropisch zonnetje? We weten daar geen antwoord op. Een feit is echter, dat in een winter als die we nu bele ven, het aantal slachtoffers schrikba rend groot is en dat we er maar o zo weinig aan kunnen doen. Want de zorg, die we hier en daar eens aan 'n uitgehongerde meerkoet of aan een waterhoen kunnen geven is maar een druppel op een gloeiende plaat. Mag ik nog eens een ernstige waarschuwing geven aan degenen, die een verzwakte reiger of roerdomp wil len helpen en die niet bekend zijn met de vreselijke kracht van hun snavel? Zelfs een verhongerde reiger kan in zijn angst met die snavelspeer nog een onverhoedse uitval doen, die gewoonlijk op de ogen van zijn verzorger is ge richt! Een reiger, bij de hals gepakt, kan echter geen kwaad doen en als men hem onder de arm wil opnemen, moet de kop naar achteren, dus van ons ge zicht af zijn gericht En dan. wat moet Je zo'n wandelaar van sloot- en rietland als menu voor zetten? Geen brood, dat is duidelijk. Waterdieren zijn niet te krijgen, muizen al heel moeilijk. Men kan het echter proberen met rauw vlees, fijn geraspt, of met stukjes rauwe (en on gezouten!) vis. Twee personen mogen er wel aan te pas komen, de een om de sterke snavel open te houden, de ander om het voedsel diep in de zeer ruime keel te duwen. Vooral een kou- deslachtoffer niet bij de kachel zetten. wel In een vorstvrlj vertrek, goed be schut in een kist met hooi, stro of houtwol. Maar het blijft een moeilijke, een heel moeilijke onderneming. Ik vertel U deze dingen, omdat ik uit ervaring weet. welke fouten de goedwillende dierenvrienden kunnen maken en ook. om ze bijvoorbaat met een mislukking vertrouwd te maken. OP dit ogenblik zit ik namelijk zelf met zo'n moeilijk geval. Kinderen hebben mij een vogel gebracht, die ze op het ijs van een veenplas hadden gevonden. Zo op het oog leek hij een fuut te zijn, maar bij nadere beschouwing is het een nogal zeldzame vertegenwoordiger van de futenfamilie, een zgn. kuifduiker. Een heel mooi dier, dat in grootte het mid den houdt tussen een fuut en een do- daars of kleine fuut. Futen zijn watervogels, zoals U be kend zal zijn, maar dan van een soort, dat voor het leven in- en onder water een perfecte lichaamsbouw heeft. De wonderlijke zwemvoeten staan hele maal aan het achtereinde van het li chaam en als roeiriemen van het li chaam af Dat is echt de stand voor een duiker. En duiken kunnen ze als de beste! Het winterkleed van m'n nieuwe lo ge is een patroon van wit en zwart. Op de kop loopt de grens tussen deze kleuren precies over het oog, zo dat het is. of de vogel een mutsje draagt. Het mooiste, het opvallendste echter is het oog. dat als een felrode robijn is gevat in de koolzwarte hoofdkap. Wat is het ontzaglijk moeilijk, zo'n rasechte watervogel, die hoofdzakelijk leeft van waterinsecten, kikkertjes en schelpdiertjes, aan het eten te krijgen. Je pijnigt je hersens suf, je probeert van alles, vleesschrapsel, vis. vogelvoer door gehakt gehutseld, maar alles slin gert hij van zich af. Toch heb ik hem aan het eten gekregen. Toen ik hem namelijk een meelworm voorhield was ons contact onmiddellijk gelegd. Sinds dien probeer ik hem te bedotten, door de meelwormen overal in te verstoppen maar geen sprake van. Met een zeld zame trefzekerheid schiet zijn mooi ge vormde scherpe bek in de voerbak en haalt er de lekkernij uit. In de enkele dagen, dat ik hem verzorg, heeft deze kuifduiker zich laten kennen als een rustige gast, die van m'n hand eet. Hij protesteert niet eens bijzonder, als ik hem soms moet oppakken, hoewel hij lang niet suf is en zijn snibbige sna vel snel tot afweer gereed heeft. Een fuut op het droge is maar een halve vogel. Rechtop staan kan hij niet goed, door de vreemde stand van z'n poten. Hij ploft al gauw weer op z'n borst neer en hobbelt dan zeer on beholpen rond. Zijn kopbewegingen zijn kort en puntig, met schokken. „Staccato" zouden we het kunnen noemen. Wat zal het nu worden met onze kuifduiker? Zullen we het kunnen uit zingen tot de dooi invalt en hij netjes geringd, ergens in een open watertje zijn eerste vrije duik mag nemen? Dat dit niet te lang mag duren, hoop ik vurig, om vele redenen. Al was het alleen al om de meelwormen, waaraan ik mij nu arm koop SJOUKE VAN DER ZEE Overal feesten! De toen al machtige stad Amsterdam bood de Koningin bij haar bezoek twee gouden bekkens en kannen aan, ter waarde van f. 27.000. De Staten- Generaal gaven als persoonlijk geschenk <ze wilden zich niet aan de politieke situatie branden) een schenkbrief» van f 50.000.in een gouden doos. die op aich zelf een waarde van 2000 dukaten had. Waarom deed men dit alles? Mede om Frederik Hen drik te eren. Mede om een demonstratie te geven waaruit blijken zou. dat dit Stuartkind, uit een „familie- alt(jd-in geldnood" bet heus niet slecht getroffen bad. Vanzelfsprekend hoopten ze ook door dit persoonlijk geschenk later wel te varen. Het gewest Holland was tegen deze drukteen Amalia van Solms tenslotte ook. Want zR was verstan dig genoeg om in te zien hoe dom ze eens geweest was. Zij had zich laten verblinden door klatergoud en als ze niet uitkeek zouden ze allen arm worden bij dit avontuur. Arm! Eens was ze dat geweest. De ellende van de armoede weegt voor een vorst dubbel zwaar. Zij sprak haar angsten uit tegen haar gemaal, en deze altijd evenwichtig, stelde haar gerust. Méér dan bezit was eer. Hij zou de schoonmoeder van zijn zoon helpen zolang ze in Holland was. Daarna kon men weer zien. AMALIA VAN SOLMS had te berusten. Was niet alles voornamelijk haar schuld? Ze hadden een Engelse Prinses aan het Hof gekregen, een Prinses van tien jaar, hopeloos slecht opgevoed, slecht van figuur ook, die als bruidschat een zee van ellende mee zou brengen. Maar de bezittingen der Oranjes mochten er niet aan gewaagd, daarvoor zou zij zorgen. De Koningin probeerde de kroonjuwelen te verpanden. Maar voordat het haar gelukte werd in Amsterdam bekend gemaakt, dat het Engelse volk erop gewezen had. dat die juwelen niet haar bezit waren. Zij behoorden tot de Kroon Wie dus deze juwelen aannam bij koop was een heler. De bona fide handelaren lieten zich met deze trans actie niet in. Maar er zijn altijd mensen, die graag een zoet winstje hebben, daarbij niet denkend aan mogelijke gevolgen van dien. Voor de pandsom kocht zij 400 ton buskruit, 10 stukken geschut en nog ander oorlogstuig. Ze stak tenslotte met een vloot in zee, die er kon zijn. Vijftig officieren had ze uit het leger van de charmante en gulle Stedendwinger mogen kiezen en meevoeren naar Engeland. Alles wat ze door haar werfagenten had kunnen kopen nam ze mee Voor meer dan een miljoen gulden nam ze mee naar Engeland en een „ongelimiteerd paspoort" bovendien van de Algemene Staten, waarop ze troepen kon werven in de Lage Landen. Haar reis was niet voor niets geweest. Een dochter in veilige haven en een hartversterking voor haar gemaal mee terug, waarop deze enige tijd kon teren. Dit alles was een doorn in het oog van de Staten van Holland. Die lieten zelfs beslag leggen op een der schepen van de vloot. Tussen al de krijgsbehoeften zaten een paar tonnetjes metdukaten ENIGE jaren daarna vielen Cromwell ironsides de Koning aan. De Stuarts werden verjaagd De Koning tot schrik en ontsteltenis van alle Europese hoven... onthoofd. Amalia van Solms zat met een kind-schoondochter, die nooit de steun zou worden van haar gemaal. Het scherpe moederoog had reeds lang ontdekt welk een misslag hier was begaan. Weldra kwam er nog een Stuart in de Nederlanden gastvrijheid vragen. Een broer van Maria: Karei Iemand die in zijn woordenboek het woord „dank baarheid" miste en nog enige woorden waarop het in het leven nog al eens aankomt. De jonge Prins was alleen een meester in het geld verkwisten en daarom maakte hij met het geld van Oranje goede sier. En dit alles gebeurde toen Amalia van Solms alleen stond. Want twee jaar voordat de Engelse Koning het hoofd verloor, drukte zg baar zo beminde gemaal de ogen toe. Dat was ln 1647. Zijzelf was toen nog jong, zij zou nog beleven hoe haar kleinzoon Willem III tenslotte de macht veroverde, vRf- en-twintig jaar later. Doch in deze kwart eeuw legde zij het weduwenkleed niet af. naar leven had immers zijn bestemming gevonden door de Oranjevorst, die haar, toen ze in armoede was, tot gemalin gekozen had. REIN BROUWER. AT In het begin niemand gedacht had. gebeurde. In het Jaar 1641 trouwde de vijftienjarige Prins Willem van Oranje met de tienjarige Maria Stuart. Het huwelijk werd in Engeland, met veel pracht en praal, voltrokken. Amalia van Solms had haar zin ge kregen. Het Oranjehuis was hierdoor gelijkgeschakeld met de aanzienlijkste vorstenhuizen van Europa. Bracht het heli? In de regel kunnen verbonden, gesloten op een verkeer de basis nooit heil brengen. Een Engelse Prinses, die in die dagen trouwde met een buitenlandse Prins, mocht pas na haar twaalfde jaar haar vaderland verlaten. De Prins keerde dus alleen terug. Doch de toestand werd in Engeland voor de Stuarts hoe langer hoe meer precair en daarom besloten de ouders de jonge Maria zo spoedig mogelijk naar de Nederlanden te zenden. Eerst gingen veel brieven over en weer. Brieven waarin vertrouwelijk gesproken werd over de moeilijk heden in Engeland. Kon Frederik Hendrik hulp bieden? De Prins wist, dat hij voorzichtig móest zijn. Om velerlei redenen. De naam Stuart had geen solide klank in Europa, en vele Hollanders hadden met leedwezen gezien, dat de Oranjes met hen zo'n intiem verbond hadden aan gegaan Kiezen voor de Koning betekende tevens kiezen tegen een groot gedeelte van het volk. Dat wisten de Hollandse kooplieden, die doorgaans zeer goed geïnfor meerd waren. En het Engelse volk. een zeevarende natie, kon de Hollanders het leven duchtig lastig maken als het dat wilde Wel was toen nog niet te voorzien, dat de Koning wel dra zijn hoofd op het schavot zou moeten laten en dat de puritein Cromwell alle macht aan zich zou trekken, maar de burgeroorlog was in feite reeds begonnen. ENGELANDS Koningin bracht zelf haar dierbare oud ste dochter naar de Nederlanden. En passant had ze zo goed als alle kroonjuwelen meegenomen die nier zouden worden verkocht of verpandopdat ze met geld of kanonnen huiswaarts zou kunnen keren. Anne Morrow Lindbergh. „Geschenk van de Zee". Van Loghum Slaterus. Arnhem 1955. Altijd weer duiken er boeken en boekjeis op van lieden, die menen dat zij de mensheid een boodschap te brengen hebben teneinde het geluk van hun lezers te verhogen. Over het algemeen kan de lezer echter niet beter doen dan zich op de terreinen filosofie en relegie verre te houden van de beuzelaars, de lieden die zich verbeelden een „eigen" levensleer ge vonden te hebben en die gewoonlijk op eigen kosten werken uitgeven uitgevers voelen, nuchter als zij zijn. gewoonlijk niet veel voor dat soort openbarinkje spelen die aan vaag heid mets te wensen overlaten. Wie de drang in zich voelt tot duidelijker be grip van de wetten en voorwaarden van de redelijke kennis van God. mens en wereld, dan wel behoefte heeft aan kennis van natuur en zede. of die de geestkracht zoekt, welke de mens boven de invloed van de wisselvallig heden van het leven kan verheffen, hij verdiepe zich in de geschriften van de erkende wijsgeren en theologen. Aangezien de vrees voor deze bij-de- neusnemers van onschuldige hoger - levenzoekers er bij mij diep in zit, ben ik misschien wel eens geneigd het kind met het badwater weg te gooien en dit zou ik stellig gedaan hebben wanneer ik, afgaande op de mededeling, die wel door een uitgeversbrein gebaard zal zijn, „Een antwoord op de conflicten in ons leven", het boekje ..Geschenk van de zee' buiten mijn gezichtsveld geschoven zou hebben Doch uit de inleiding reeds klonk zon helder en verstandig geluld, dat het mij al spoedig duidelijk werd hier met te doen te hebben met een van de moderne filosofanten oftewel schijn wijzen. maar met iemand wie de kunst van het nadenken van nature is mee gegeven. Intuïtieve wijsheid verbon den met levenservaring is een kostelijk en vruchtbaar bezit, Anna Lindbergh beschikt over die combinatie en zij heeft bovendien het geluk haar con- OP DE BOEKENMARKT clusies eenvoudig en helder te boek te kunnen stellen, „aangezien zij het best kan denken met een potlood in haar hand". In een korte vakantie, alleen aan het strand doorgebracht, geeft Anne Lind bergh haar levenspatroon weer. geleid door een stuk of wat schelpen. Aan deze gaven van de zee demonstreert zg de levensgang van de gemiddelde mens. die trouwt en een gezin ver zorgt. Zij heeft overdacht dat de mo derne mens een te groot gezichtsveld gekregen heeft om zijn taak te ver richten waar hg dat behoort te doen, in zijn eigen omgeving. In dit plane tair bewustzijn, zoals zij dit noemt, verwaarloost hij het heden in een race naar de toekomst Het individu verdwijnt in de kolossaalheid van de massa. Hij vergeet dat die grote een heden zoals massa, toekomst en wereld opgebouwd zijn uit de kernen, die het hier, het nu en het individu en zijn unieke relatie met zijn naasten zijn. En hoe wil men aan de rand van de cirkel kunnen werken als men vergeet de kern te ontwikkelen? Anne Lind bergh beveelt de mens aan zich in korte perioden van eenzaamheid te bezinnen op het verkrijgen van een lichamelijk, intellectueel en geestelijk evenwicht ten bate van gezin en wereld en in de eerste plaats te zorgen, dat hij of zij de energie van hart en verstand in daden kan omzetten in de eigen om geving. Men moet zijn innerlijk leven bewust opbouwen en zich niet versnip peren in ccn teveel aan contacten Wij moeten het alleen-kunnen-zijn terug zien te vinden, de luxe van de stilte dat is de luxe die wij ons, op Jacht naar honderd en één a< ons ongeluk ontnomen r Deze in zo sierlijke en frisse vorm gegoten verstandige opmerkingen van Anne Lindbergh zijn door Poseidon zelf in even sierlijk Nederlands over gebracht. S de Vries Jr. „Niets is helemaal waar". Het Wereldvenster Baam 1955. Dit is een onderhoudend verhaal over het wel en wee van wel ongeveer iedereen, die m een radio-studie in- en uitloopt. Wij ontmoeten de regis seur. de acteurs, de lieden die de zorg hebben voor geluiden en microfoons, voor kopjes koffie en telefoons. De toon van even melancholieke lucht hartigheid, zozeer behorend bg het wereldje van het toneel, de lichte muziek en het cabaret, is goed getrof fen en de anekdotes en het beroeps jargon zijn op natuurlijke wijze aan gebracht. Het geheel draait eigenlijk om twee figuren en wel om de regis seur Han en om de tragi-komische gestalte van de oud geworden jeune premier, Lefèvre. Een eigenlijke in trige is er niet. hoewel de moeilijk heden en dwaasheden van Lefèvre een grote plaats innemen, doch in de grond van de zaak heel wat minder amusant zijn dan de tekening van deze kleine wereld als een geheel. Hoewel de roman nergens boven het goed registreren van een werkelijkheid uitkomt, heeft hg toch een kwaliteit, die men ln Nederland niet onderschat ten moet De toon van het verhaal is populair zonder vulgair te worden Ook grote schrijvers maken zo nu sn dan graag een grapje en Walschap heeft dit verhaal, dat zgn grapje is, met veel vaart en fantasie opgebouwd. De op één na laatste maanbewoner. Albert, een reus. die in innige relatie staat met God de Vader, laat zijn lot genoot. Frans, in de steek en springt naar de aarde. Na de pais en vree, die op zijn oude planeet heerste, staat hij verwonderd over het wantrouwen en de haat van de eerste aardebewoners onderling En hij kan dat allemaal goed waarnemen, want deze maanreis, die 350.000 kg weegt, grijpt een hand vol olifanten en rukt ze de kop af zoals wij met garnalen doen. Bezorgd over dit oorlogszuchtige grut, doet hij een poging om al deze wezentjes in een soort paradijs te herbergen, opdat zorgeloosheid hen tot eendracht zal brengen. Hij verzoekt God zelfs hem ook een kleine gestalte te geven, opdat hij als een gelijke met de mensen om kan gaan. Maar blgkbaar is de onrust de mensen aangeboren, want bevrijd zijn van zorgen maakt hen geen haar beter en als zij Manneke Maan in handen krijgen, gaat hij er aan, om dat hg ontkent, dat de ene groep men sen meer door God is uitverkoren dan de ander en omdat hij beweert, dat het wonderland voor iedereen bestemd is. De avonturen van deze Vlaams sprekende oerbewoners en zich ln al gemeen beschaafd Nederlands uit drukkende apinnetjes zijn even ver makelijk als de commentaren van de uit de hemel toeziende engeltjes. Na de dood van Albert verzoekt God Frans een standbeeld voor Albert op de maan op te richten, zo groot als de helft van dat hemellichaam. Allen, die op aarde iets schoons ondernemen, zullen dan opzien naar het beeld van Manneke Maan. maar de wereldwijze engeltjes merken cynisch op: „En ik vind zijn standbeeld op de maan een vergissing. Het stelt Albert tot voor beeld van de mensen op aarde: maar als de ideale mens iemand is. die iets onmogelijks beproeft, er niet in gelukt en vermoord wordt, hemel mere". CLARA EGGINK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 12