WILLEM II EN MARIA STUART
UR1
1^4 '-ÏÉpf ÉJS
DIERENLEED IN DE WINTER
w
Een Zoeklicht
HET KINDERHUWELIJK VAN 1641
In Engeland met praal voltrokken
ZATERDAG 25 FEBRUARI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Bewogen Leven CLVX
Amalia van Solms is mede de draagster geworden van een nieuwe cultuur. Zij heeft
haar rol in 't algemeen voortreffelijk gespeeld, ofschoon ze soms toch teveel
nadruk legde op maatschappelijk aanzien.
Dit bleek duidelijk toen de verdreven Koningin-moeder Maria de Medicis ons land
bezocht. Zij was de moeder van Lodewijk XIII, Koning van Frankrijk en zwierf van het
ene hof naar het andere, omdat ze uit haar eigen land verbannen was.
Met grote statie werd zij echter in Holland ontvangen, aan het stadhouderlijk hof en
in de stad Amsterdam. Deze vrouw, de grote intrigante uit de Geschiedenis, vond
een welkom thuis in de Oude Hof, het paleis Noordeinde. De vrouw van Frederik
Hendrik, die nog altijd de dienaar der Staten was, ontving een verstoten KONINGIN.
Was dit geen gelegenheid om te tonen dat het Hof van de stadhouder ook een vorstelijk
Hof was
Maria de Medicis kon het beoordelen. Zij had eens zelf geschitterd als middel
punt aan het Franse Hof; zij was, in haar ballingschap in Spanje geweest, aan het
Habsburgse Hof. en haar dochter Henrietta Maria was getrouwd met Karei de Eerste*
Koning van Engeland.
Kift
hBT
ütï
-<L'
Prins Willem II (1626 - 1650) en
zijn bruid Prinses Maria Stuart
1631-1660). dochter van Karei
Koning van Engeland. Naar het
schilderij van Anthonius v. Dijck.
1
Vr.
Lr- WÊÊ WÊÊWÊ m m 11 1
Amalia van Solms heeft zich uitgesloofd voor deze
verstotenen toen deze duidelijk blijk gaf, dat het Hof
van Frederik Hendrik njet onderdeed voor dat van de
Habsburgers. schonk zij de gravin van Solms daarmee
een beloning ..die in goud was gevat
nE vluchtelinge wilde zich ook nog op andere wijze
verdienstelijk maken. Hoe licht kon ze Oranje nodig
hebben in de toekomst. Samen met Amalia smeedde
ze plannen voor een huwelijk van de toen nog maar 12-
jarige Prins met een van de dochters van het Huis Stuart.
Karei I en Henriëtte Maria hadden twee dochters:
Maria en Elisabeth. Maria was toen nog maar zeven jaar
en Elisabeth pas de wieg ontgroeid. Toen zij Amalia van
Solms dit voorstel deed werd deze stil van ontzag. Zou
dat kunnen? Zou een van haar kinderen kunnen huwen
met een Stuart, met een Prinses uit een der voornaamste
vorstenhuizen van Europa? Er waren toch plannen tussen
de Habsburgers en de Stuarts, er waren
Maria de Medicis was weer in haar rol. Zij beloofde
naar Engeland te gaan om daar alles met haar dochter
en schoonzoon te bepraten. Zij zou vooreerst nog in het
midden laten wie de bruid zou worden, de oudere of de
jongere
Frederik Hendrik was tegen een huwelijk met Elisabeth.
Hoe lang zou het moeten duren, dat er nazaten kwamen
indien ..Willempie" het kind uit de wieg huwde? Oranje
had behoefte aan nazaten Hijzelf was laat getrouwd.
Ofschoon de Stuarts de eer in het begin veel te groot
vonden voor een Oranjetelg om met een van hun dochters
te trouwen spraken de tijden een woordje mee Want dit
trotse geslacht, heilig overtuigd van zijn waarde, dat in
normale tijaen nooit zijn kind had afgestaan aan iemand
die slechts eerste dienaar van enige gewesten kan worden,
kreeg het plotseling te kwaad met eigen onderdanen De
strijd met Cromwell stond voor de deur en in die strijd
zou men geld, geschut en soldaten nodig hebben.
Kijkjes in de Natuur
BITTER is In deze winterdagen het
lot van de in 't wild levende die
ren. Voor de lezers is dit waar
schijnlijk geen nieuws, maar of in het
algemeen tot de mensen doordringt,
hoé erg het wel is. dat is nog de vraag.
In onze tuinen zien we wel de kleu
mende mussen, die. Joost mag weten
op welke wijze van de hardbevroren
grond nog iets eetbaars weten op te
pikken en nog energie overhouden; el
kaar tussen de bedrijven door op de
kop zitten. Op straat zien we de grau
we kuifleeuweriken, die ook al van de
wind schijnen te kunnen leven en al
tijd nog kracht hebben, net niet onder
ons voorwiel te komen.
Maar buiten onze tuinen, aan de
grenzen van stad en dorp, daar wordt
door gebrek aan voedsel en drinkwa
ter erger geleden, dan de stedeling zich
kan voorstellen.
Het is onbegrijpelijk dat de natuur,
die toch in vele opzichten haar kin
deren zo voortreffelijk toerust in de
strijd om het bestaan, diezelfde schep
selen toch ook weer zo volkomen in de
steek laat. Waarom blijven er honder
den kieviten op de weilanden, aan de
brede riviermonden en aan de IJssel-
meerkusten zo lang „treuzelen" tot ze
door plotseling invallende vorst worden
verrast? Waarom blijven er reigers en
roerdompen achter, vogels die toch
duizenden km met gemak kunnen af
leggen? Waarom komen de spreeuwen
nu al weer terug, by duizenden tege
lijk, inplaats van dat ze in betere oor
den het gunstige jaargetijde afwaoh-
ten? Kgken ze als automaten naar de
kalender en zeggen ze: „half februari,
jongens, koffer pakken en hup! naar
het noorden" of zijn ze helemaal niet
weggeweest? Waarom vliegen die kie
viten niet eventjes door naar Afrika,
waar hun soortgenoten tussen de kro
kodillen zich staan te koesteren in een
tropisch zonnetje? We weten daar
geen antwoord op. Een feit is echter,
dat in een winter als die we nu bele
ven, het aantal slachtoffers schrikba
rend groot is en dat we er maar o zo
weinig aan kunnen doen.
Want de zorg, die we hier en daar
eens aan 'n uitgehongerde meerkoet of
aan een waterhoen kunnen geven is
maar een druppel op een gloeiende
plaat. Mag ik nog eens een ernstige
waarschuwing geven aan degenen, die
een verzwakte reiger of roerdomp wil
len helpen en die niet bekend zijn met
de vreselijke kracht van hun snavel?
Zelfs een verhongerde reiger kan in
zijn angst met die snavelspeer nog een
onverhoedse uitval doen, die gewoonlijk
op de ogen van zijn verzorger is ge
richt!
Een reiger, bij de hals gepakt, kan
echter geen kwaad doen en als men
hem onder de arm wil opnemen, moet
de kop naar achteren, dus van ons ge
zicht af zijn gericht
En dan. wat moet Je zo'n wandelaar
van sloot- en rietland als menu voor
zetten?
Geen brood, dat is duidelijk.
Waterdieren zijn niet te krijgen,
muizen al heel moeilijk. Men kan het
echter proberen met rauw vlees, fijn
geraspt, of met stukjes rauwe (en on
gezouten!) vis. Twee personen mogen
er wel aan te pas komen, de een om
de sterke snavel open te houden, de
ander om het voedsel diep in de zeer
ruime keel te duwen. Vooral een kou-
deslachtoffer niet bij de kachel zetten.
wel In een vorstvrlj vertrek, goed be
schut in een kist met hooi, stro of
houtwol.
Maar het blijft een moeilijke, een
heel moeilijke onderneming. Ik vertel
U deze dingen, omdat ik uit ervaring
weet. welke fouten de goedwillende
dierenvrienden kunnen maken en ook.
om ze bijvoorbaat met een mislukking
vertrouwd te maken.
OP dit ogenblik zit ik namelijk
zelf met zo'n moeilijk geval.
Kinderen hebben mij een vogel
gebracht, die ze op het ijs van een
veenplas hadden gevonden. Zo op het
oog leek hij een fuut te zijn, maar bij
nadere beschouwing is het een nogal
zeldzame vertegenwoordiger van de
futenfamilie, een zgn. kuifduiker. Een
heel mooi dier, dat in grootte het mid
den houdt tussen een fuut en een do-
daars of kleine fuut.
Futen zijn watervogels, zoals U be
kend zal zijn, maar dan van een soort,
dat voor het leven in- en onder water
een perfecte lichaamsbouw heeft. De
wonderlijke zwemvoeten staan hele
maal aan het achtereinde van het li
chaam en als roeiriemen van het li
chaam af Dat is echt de stand voor
een duiker. En duiken kunnen ze als
de beste!
Het winterkleed van m'n nieuwe lo
ge is een patroon van wit en zwart.
Op de kop loopt de grens tussen deze
kleuren precies over het oog, zo dat
het is. of de vogel een mutsje draagt.
Het mooiste, het opvallendste echter is
het oog. dat als een felrode robijn is
gevat in de koolzwarte hoofdkap.
Wat is het ontzaglijk moeilijk, zo'n
rasechte watervogel, die hoofdzakelijk
leeft van waterinsecten, kikkertjes en
schelpdiertjes, aan het eten te krijgen.
Je pijnigt je hersens suf, je probeert
van alles, vleesschrapsel, vis. vogelvoer
door gehakt gehutseld, maar alles slin
gert hij van zich af. Toch heb ik hem
aan het eten gekregen. Toen ik hem
namelijk een meelworm voorhield was
ons contact onmiddellijk gelegd. Sinds
dien probeer ik hem te bedotten, door
de meelwormen overal in te verstoppen
maar geen sprake van. Met een zeld
zame trefzekerheid schiet zijn mooi ge
vormde scherpe bek in de voerbak en
haalt er de lekkernij uit. In de enkele
dagen, dat ik hem verzorg, heeft deze
kuifduiker zich laten kennen als een
rustige gast, die van m'n hand eet. Hij
protesteert niet eens bijzonder, als ik
hem soms moet oppakken, hoewel hij
lang niet suf is en zijn snibbige sna
vel snel tot afweer gereed heeft.
Een fuut op het droge is maar een
halve vogel. Rechtop staan kan hij
niet goed, door de vreemde stand van
z'n poten. Hij ploft al gauw weer op
z'n borst neer en hobbelt dan zeer on
beholpen rond. Zijn kopbewegingen
zijn kort en puntig, met schokken.
„Staccato" zouden we het kunnen
noemen.
Wat zal het nu worden met onze
kuifduiker? Zullen we het kunnen uit
zingen tot de dooi invalt en hij netjes
geringd, ergens in een open watertje
zijn eerste vrije duik mag nemen?
Dat dit niet te lang mag duren,
hoop ik vurig, om vele redenen. Al
was het alleen al om de meelwormen,
waaraan ik mij nu arm koop
SJOUKE VAN DER ZEE
Overal feesten! De toen al machtige stad Amsterdam
bood de Koningin bij haar bezoek twee gouden bekkens
en kannen aan, ter waarde van f. 27.000. De Staten-
Generaal gaven als persoonlijk geschenk <ze wilden zich
niet aan de politieke situatie branden) een schenkbrief»
van f 50.000.in een gouden doos. die op aich zelf een
waarde van 2000 dukaten had.
Waarom deed men dit alles? Mede om Frederik Hen
drik te eren. Mede om een demonstratie te geven
waaruit blijken zou. dat dit Stuartkind, uit een „familie-
alt(jd-in geldnood" bet heus niet slecht getroffen bad.
Vanzelfsprekend hoopten ze ook door dit persoonlijk
geschenk later wel te varen.
Het gewest Holland was tegen deze drukteen
Amalia van Solms tenslotte ook. Want zR was verstan
dig genoeg om in te zien hoe dom ze eens geweest was.
Zij had zich laten verblinden door klatergoud en als ze
niet uitkeek zouden ze allen arm worden bij dit
avontuur. Arm! Eens was ze dat geweest. De ellende
van de armoede weegt voor een vorst dubbel zwaar. Zij
sprak haar angsten uit tegen haar gemaal, en deze
altijd evenwichtig, stelde haar gerust. Méér dan bezit
was eer. Hij zou de schoonmoeder van zijn zoon helpen
zolang ze in Holland was. Daarna kon men weer zien.
AMALIA VAN SOLMS had te berusten. Was niet alles
voornamelijk haar schuld? Ze hadden een Engelse
Prinses aan het Hof gekregen, een Prinses van
tien jaar, hopeloos slecht opgevoed, slecht van figuur ook,
die als bruidschat een zee van ellende mee zou brengen.
Maar de bezittingen der Oranjes mochten er niet aan
gewaagd, daarvoor zou zij zorgen.
De Koningin probeerde de kroonjuwelen te verpanden.
Maar voordat het haar gelukte werd in Amsterdam bekend
gemaakt, dat het Engelse volk erop gewezen had. dat die
juwelen niet haar bezit waren. Zij behoorden tot de
Kroon Wie dus deze juwelen aannam bij koop was een
heler.
De bona fide handelaren lieten zich met deze trans
actie niet in. Maar er zijn altijd mensen, die graag een
zoet winstje hebben, daarbij niet denkend aan mogelijke
gevolgen van dien.
Voor de pandsom kocht zij 400 ton buskruit, 10 stukken
geschut en nog ander oorlogstuig. Ze stak tenslotte met
een vloot in zee, die er kon zijn. Vijftig officieren had ze
uit het leger van de charmante en gulle Stedendwinger
mogen kiezen en meevoeren naar Engeland. Alles wat ze
door haar werfagenten had kunnen kopen nam ze mee
Voor meer dan een miljoen gulden nam ze mee naar
Engeland en een „ongelimiteerd paspoort" bovendien van
de Algemene Staten, waarop ze troepen kon werven in
de Lage Landen. Haar reis was niet voor niets geweest.
Een dochter in veilige haven en een hartversterking voor
haar gemaal mee terug, waarop deze enige tijd kon teren.
Dit alles was een doorn in het oog van de Staten van
Holland. Die lieten zelfs beslag leggen op een der schepen
van de vloot. Tussen al de krijgsbehoeften zaten een paar
tonnetjes metdukaten
ENIGE jaren daarna vielen Cromwell ironsides de
Koning aan. De Stuarts werden verjaagd De Koning
tot schrik en ontsteltenis van alle Europese hoven...
onthoofd.
Amalia van Solms zat met een kind-schoondochter, die
nooit de steun zou worden van haar gemaal. Het scherpe
moederoog had reeds lang ontdekt welk een misslag hier
was begaan. Weldra kwam er nog een Stuart in de
Nederlanden gastvrijheid vragen. Een broer van Maria:
Karei Iemand die in zijn woordenboek het woord „dank
baarheid" miste en nog enige woorden waarop het in het
leven nog al eens aankomt. De jonge Prins was alleen
een meester in het geld verkwisten en daarom maakte hij
met het geld van Oranje goede sier.
En dit alles gebeurde toen Amalia van Solms alleen
stond. Want twee jaar voordat de Engelse Koning het
hoofd verloor, drukte zg baar zo beminde gemaal de
ogen toe.
Dat was ln 1647.
Zijzelf was toen nog jong, zij zou nog beleven hoe haar
kleinzoon Willem III tenslotte de macht veroverde, vRf-
en-twintig jaar later. Doch in deze kwart eeuw legde
zij het weduwenkleed niet af.
naar leven had immers zijn bestemming gevonden
door de Oranjevorst, die haar, toen ze in armoede was,
tot gemalin gekozen had.
REIN BROUWER.
AT In het begin niemand gedacht had. gebeurde.
In het Jaar 1641 trouwde de vijftienjarige Prins
Willem van Oranje met de tienjarige Maria Stuart.
Het huwelijk werd in Engeland, met veel pracht en
praal, voltrokken. Amalia van Solms had haar zin ge
kregen. Het Oranjehuis was hierdoor gelijkgeschakeld
met de aanzienlijkste vorstenhuizen van Europa. Bracht
het heli?
In de regel kunnen verbonden, gesloten op een verkeer
de basis nooit heil brengen. Een Engelse Prinses, die in
die dagen trouwde met een buitenlandse Prins, mocht
pas na haar twaalfde jaar haar vaderland verlaten. De
Prins keerde dus alleen terug.
Doch de toestand werd in Engeland voor de Stuarts hoe
langer hoe meer precair en daarom besloten de ouders
de jonge Maria zo spoedig mogelijk naar de Nederlanden
te zenden. Eerst gingen veel brieven over en weer. Brieven
waarin vertrouwelijk gesproken werd over de moeilijk
heden in Engeland. Kon Frederik Hendrik hulp bieden?
De Prins wist, dat hij voorzichtig móest zijn. Om velerlei
redenen. De naam Stuart had geen solide klank in
Europa, en vele Hollanders hadden met leedwezen gezien,
dat de Oranjes met hen zo'n intiem verbond hadden aan
gegaan Kiezen voor de Koning betekende tevens kiezen
tegen een groot gedeelte van het volk. Dat wisten de
Hollandse kooplieden, die doorgaans zeer goed geïnfor
meerd waren. En het Engelse volk. een zeevarende natie,
kon de Hollanders het leven duchtig lastig maken als het
dat wilde
Wel was toen nog niet te voorzien, dat de Koning wel
dra zijn hoofd op het schavot zou moeten laten en dat
de puritein Cromwell alle macht aan zich zou trekken,
maar de burgeroorlog was in feite reeds begonnen.
ENGELANDS Koningin bracht zelf haar dierbare oud
ste dochter naar de Nederlanden. En passant had
ze zo goed als alle kroonjuwelen meegenomen
die nier zouden worden verkocht of verpandopdat ze
met geld of kanonnen huiswaarts zou kunnen keren.
Anne Morrow Lindbergh. „Geschenk
van de Zee". Van Loghum Slaterus.
Arnhem 1955.
Altijd weer duiken er boeken en
boekjeis op van lieden, die menen dat
zij de mensheid een boodschap te
brengen hebben teneinde het geluk
van hun lezers te verhogen. Over het
algemeen kan de lezer echter niet
beter doen dan zich op de terreinen
filosofie en relegie verre te houden
van de beuzelaars, de lieden die zich
verbeelden een „eigen" levensleer ge
vonden te hebben en die gewoonlijk
op eigen kosten werken uitgeven
uitgevers voelen, nuchter als zij zijn.
gewoonlijk niet veel voor dat soort
openbarinkje spelen die aan vaag
heid mets te wensen overlaten. Wie de
drang in zich voelt tot duidelijker be
grip van de wetten en voorwaarden
van de redelijke kennis van God. mens
en wereld, dan wel behoefte heeft aan
kennis van natuur en zede. of die de
geestkracht zoekt, welke de mens
boven de invloed van de wisselvallig
heden van het leven kan verheffen,
hij verdiepe zich in de geschriften van
de erkende wijsgeren en theologen.
Aangezien de vrees voor deze bij-de-
neusnemers van onschuldige hoger -
levenzoekers er bij mij diep in zit, ben
ik misschien wel eens geneigd het kind
met het badwater weg te gooien en dit
zou ik stellig gedaan hebben wanneer
ik, afgaande op de mededeling, die wel
door een uitgeversbrein gebaard zal
zijn, „Een antwoord op de conflicten
in ons leven", het boekje ..Geschenk
van de zee' buiten mijn gezichtsveld
geschoven zou hebben
Doch uit de inleiding reeds klonk
zon helder en verstandig geluld, dat
het mij al spoedig duidelijk werd hier
met te doen te hebben met een van de
moderne filosofanten oftewel schijn
wijzen. maar met iemand wie de kunst
van het nadenken van nature is mee
gegeven. Intuïtieve wijsheid verbon
den met levenservaring is een kostelijk
en vruchtbaar bezit, Anna Lindbergh
beschikt over die combinatie en zij
heeft bovendien het geluk haar con-
OP DE BOEKENMARKT
clusies eenvoudig en helder te boek te
kunnen stellen, „aangezien zij het best
kan denken met een potlood in haar
hand".
In een korte vakantie, alleen aan het
strand doorgebracht, geeft Anne Lind
bergh haar levenspatroon weer. geleid
door een stuk of wat schelpen. Aan
deze gaven van de zee demonstreert
zg de levensgang van de gemiddelde
mens. die trouwt en een gezin ver
zorgt. Zij heeft overdacht dat de mo
derne mens een te groot gezichtsveld
gekregen heeft om zijn taak te ver
richten waar hg dat behoort te doen,
in zijn eigen omgeving. In dit plane
tair bewustzijn, zoals zij dit noemt,
verwaarloost hij het heden in een
race naar de toekomst Het individu
verdwijnt in de kolossaalheid van de
massa. Hij vergeet dat die grote een
heden zoals massa, toekomst en wereld
opgebouwd zijn uit de kernen, die het
hier, het nu en het individu en zijn
unieke relatie met zijn naasten zijn.
En hoe wil men aan de rand van de
cirkel kunnen werken als men vergeet
de kern te ontwikkelen? Anne Lind
bergh beveelt de mens aan zich in
korte perioden van eenzaamheid te
bezinnen op het verkrijgen van een
lichamelijk, intellectueel en geestelijk
evenwicht ten bate van gezin en wereld
en in de eerste plaats te zorgen, dat hij
of zij de energie van hart en verstand in
daden kan omzetten in de eigen om
geving. Men moet zijn innerlijk leven
bewust opbouwen en zich niet versnip
peren in ccn teveel aan contacten Wij
moeten het alleen-kunnen-zijn terug
zien te vinden, de luxe van de stilte
dat is de luxe die wij ons, op Jacht
naar honderd en één a<
ons ongeluk ontnomen r
Deze in zo sierlijke en frisse vorm
gegoten verstandige opmerkingen van
Anne Lindbergh zijn door Poseidon
zelf in even sierlijk Nederlands over
gebracht.
S de Vries Jr. „Niets is helemaal
waar". Het Wereldvenster Baam
1955.
Dit is een onderhoudend verhaal
over het wel en wee van wel ongeveer
iedereen, die m een radio-studie in-
en uitloopt. Wij ontmoeten de regis
seur. de acteurs, de lieden die de zorg
hebben voor geluiden en microfoons,
voor kopjes koffie en telefoons. De
toon van even melancholieke lucht
hartigheid, zozeer behorend bg het
wereldje van het toneel, de lichte
muziek en het cabaret, is goed getrof
fen en de anekdotes en het beroeps
jargon zijn op natuurlijke wijze aan
gebracht. Het geheel draait eigenlijk
om twee figuren en wel om de regis
seur Han en om de tragi-komische
gestalte van de oud geworden jeune
premier, Lefèvre. Een eigenlijke in
trige is er niet. hoewel de moeilijk
heden en dwaasheden van Lefèvre een
grote plaats innemen, doch in de
grond van de zaak heel wat minder
amusant zijn dan de tekening van
deze kleine wereld als een geheel.
Hoewel de roman nergens boven het
goed registreren van een werkelijkheid
uitkomt, heeft hg toch een kwaliteit,
die men ln Nederland niet onderschat
ten moet De toon van het verhaal is
populair zonder vulgair te worden
Ook grote schrijvers maken zo nu
sn dan graag een grapje en Walschap
heeft dit verhaal, dat zgn grapje is,
met veel vaart en fantasie opgebouwd.
De op één na laatste maanbewoner.
Albert, een reus. die in innige relatie
staat met God de Vader, laat zijn lot
genoot. Frans, in de steek en springt
naar de aarde. Na de pais en vree, die
op zijn oude planeet heerste, staat hij
verwonderd over het wantrouwen en
de haat van de eerste aardebewoners
onderling En hij kan dat allemaal
goed waarnemen, want deze maanreis,
die 350.000 kg weegt, grijpt een hand
vol olifanten en rukt ze de kop af
zoals wij met garnalen doen. Bezorgd
over dit oorlogszuchtige grut, doet hij
een poging om al deze wezentjes in
een soort paradijs te herbergen, opdat
zorgeloosheid hen tot eendracht zal
brengen. Hij verzoekt God zelfs hem
ook een kleine gestalte te geven, opdat
hij als een gelijke met de mensen om
kan gaan. Maar blgkbaar is de onrust
de mensen aangeboren, want bevrijd
zijn van zorgen maakt hen geen haar
beter en als zij Manneke Maan in
handen krijgen, gaat hij er aan, om
dat hg ontkent, dat de ene groep men
sen meer door God is uitverkoren dan
de ander en omdat hij beweert, dat
het wonderland voor iedereen bestemd
is. De avonturen van deze Vlaams
sprekende oerbewoners en zich ln al
gemeen beschaafd Nederlands uit
drukkende apinnetjes zijn even ver
makelijk als de commentaren van de
uit de hemel toeziende engeltjes. Na
de dood van Albert verzoekt God
Frans een standbeeld voor Albert op
de maan op te richten, zo groot als
de helft van dat hemellichaam. Allen,
die op aarde iets schoons ondernemen,
zullen dan opzien naar het beeld van
Manneke Maan. maar de wereldwijze
engeltjes merken cynisch op: „En ik
vind zijn standbeeld op de maan een
vergissing. Het stelt Albert tot voor
beeld van de mensen op aarde: maar
als de ideale mens iemand is. die iets
onmogelijks beproeft, er niet in gelukt
en vermoord wordt, hemel mere".
CLARA EGGINK.