Dr. J. W. C. KOLFF (NOORDWIJK) MAAKTE BOERENOORLOG MEE Oostenrijkers stromen in groten getale naar Wenens Burgtheater Eenmaal president Krüger ontmoet ZATERDAG 18 FEBRUARI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 (Van een onzer redacteuren) Gedachtig aan het gezegde „Als iemand verre reizen doet, dan kan hij veel verhalen", zijn wij eens een praatje gaan maken met de medicus dr. J. W. C. Kolff, die thans in Noordwijk aan Zee woont. Dr. Kolff heeft niet alleen verre reizen gemaakt toen hij nog een jonge man van even dertig was, en wel naar Zuid-Afrika, maar boven dien was hij in dat land, toen daar de strijd woed de tussen de Boeren en Engelsen, waarbij het er om ging of de Boeren zelfstandig zouden blijven - dan wel onder Engelse heerschappij zouden ko men te staan. De gehele wereld leefde toen - het was in de jaren 1899 tot 1902 - mee met de strijd om de vrijheid en met name in Nederland was men zeer begaan met het lot van de Boeren, het stamverwante volk in Zuid-Afrika. De kranten en tijdschriften schreven in die jaren kolommen vol over deze oorlog. Dat is alles weer meer dan vijftig jaar geleden, en het is thans nog wel aar dig er iets over te horen vertellen door iemand, die van nabij de strijd heeft meegemaakt. Dr. Kolff, die op 31 december j.l. negentig jaar werd, weet zich alles nog goed te herinneren en hij kan ook nog zeer onderhoudend vertellen over de tijd van 1899 tot 1902. Zijn grote bescheiden heid weerhoudt hem er echter van veel over zich zelf te vertellen. De negentig-jarige arts is te bescheiden om veel te vertellen uit zijn rijke herinnering Dr. Kolff woonde van 1895 tot 1909 in Zuid-Afrika Ter illustratie tui die prote bescheidenheid mope het Tolkende verhaal dienen. Toen de Engelsen Pretoria hadden veroverd en het hospitaal, hadden overgenomen, nam dr. Kolff ontslag als geneesheer van deze ziekenlnrichting, omdat hi) niet van zins was met de Engelsen samen te werken. De koster van de Dopperkerk nn moest opgenomen worden, omdat hi) ernstig gewond was aan zi)n been. De Engelse behandelende geneesheer was van oordeel, dat het been geam puteerd diende te worden. Iets waarvoor de koster weinig voelde. Zijn familie kwam toen vragen aan dr. Kolff of hi) de behandeling wilde overnemen en trach ten het been te behouden. In principe was dr. Kolff daar toe wel bereid, maar h|) wenste niet naar het ziekenhuis te gaan. Derhalve werd de koster naar huis gehaald en dr. Kolff behandelde de man verder. Zelf vertelde de dokter daar over: „Ik heb hem toen behandeld en het been is weer geheel genezen, al was bet dan wat korter dan het andere. Dit is echter geen verdienste van mij. want van dr. G. C. J. Bierens de Haan - één van de Nederlandse artsen, die met een Rode Krulscolonne naar Zuid-Afrika was gekomen - had ik geleerd hoe ik met oorlogsverwondingen diende om te gaan. Zo heeft die man dus aan dr. Bierens de Haan te danken, dat zijn been behouden bleef. Aldus het verhaal van dr. Kolff. die zich wel erg op de achtergrond schuift en daarbij in ieder geval vergeet een heel goed leerling te zijn geweest van dr. Bierens de Haan - en dat ls op zichzelf toch ook al een grote verdienste. spreken wilde, kon dan terecht. Iedere Het hóspitaal te Pretoria, waarin dr. Kolff werkzaam was. De heer Coster was een vriend van dr. Kolff uit de tijd. dat zij beiden aan de Leidse universiteit studeerden Wel waren zij in een ander jaar hun studie begonnen, maar via het Leid- sche Studentencorps, hadden zij elkaar leren kennen en waarderen. Ver van de Leidse Alma Mater kon de vriend schap weer worden aangeknoopt. Op die oudejaarsdag van 1895 deed de Engelsman Jameson vanuit de Kaap kolonie een verraderlijke aanval op het gebied van de Zuid-Afrikaanse republiek. Er werden onmiddellijk maatregelen getroffen en een groep van 400 Boeren trok de Engelsen te gemoet. In Johannesburg was alles in rep en roer. en leder wapende zich zoveel mogelijk. Ook dr Kolff kreeg een geweer in handen, maar eigenlijk wist hij niet goed hoe er mee om te gaan Gelukkig heeft hij het niet nodig gehad, want de Engelsen werden te ruggedrongen. De samenzweerders in Johannesburg, die zich gereed hielden om in actie te komen, als de Engelsen succes gehad mochten hebben, werden opgepakt en ter dood veroordeeld. Zij kwamen er echter met een boete af. „Ons sal sien" Deze hele kwestie was niet zo een voudig als het wel lijkt, aldus vertelde dr. Kolff verder Het was n.l. een voorloper van de oorlog van 1899. De Engelsen versterkten hun troepen voortdurend en de Boeren deden niets dan afwachten Mr Coster heeft her haalde malen de president gewaar schuwd voor deze Engelse actie, maar de Boeren waren over het algemeen te slap en talmden maar Ons sal sienwas een kenmerkende uitdruk king van de Boeren Wanneer zij eer der de oorlog hadden verklaard aan de Engelsen, zou het wel eens heel anders afgelopen kunnen zijn Mr Co6ter heeft niet geaarzeld zich in te ■etten in de strijd en hij heeft zijn enthousiasme met de dood moeten be kopen Reeds bij een van de eerste veldslagen sneuvelde hij. vertelt dr Kolff met grote eerbied voor zijn vriend (Een gedenkplaat op het Leidse Academieplein herinnert aan dat offer Red L D Na die rumoerige oudejaarsavond keerde dr Kolff weer terug naar Komatipoort Het klimaat ter plaatse was niet al te best en vele bewoners zijn er gestorven aan malaria. Dr Kolff was dan ook blij. dat hij in 1897 een andere standplaats kreeg toege wezen. Maar alle verandering is nog geen verbetering, dat zou ook dr. Kolff ondervinden. Het werk was er zeer zwaar en dat is dan ook de reden ge weest dat dr. Kolff ontslag nam uit de dienst van de spoorwegmaatschappij en zich als zelfstandig arts vestigde in Pretoria. Het was in het Jaar 1898. In Pretoria In Pretoria was veel werk te ver richten. Dr. Kolff richtte daar o.a. het Volkshospitaal in. Het bood plaats aan ongeveer veertig patiën ten. Het personeel bestond uit 10 a 15 verpleegsters. Meestal waren het Hollandse meisjes, maar ook enkele 7.uid-Afrikaanse en Duitse meisjes waren daar in dienst. Lang niet altijd was het ziekenhuisje vol. en het is wel eens gebeurd dat er tien zusters waren voor één patiënt Toen de oorlog uitbrak, stond dr. Kolff aan het hoofd van dit hospitaal en daar er vele van zijn Europese col lega's uitgewezen werden, had hij het extra druk. vooral ook omdat er vele oorlogsgewonden bij hem binnenge bracht werden, zoals wij in de aan vang van dit verhaal reeds schreven Zodra de oorlog uitbrak, stuurde dr Kolff zijn echtgenote en kind naar Holland terug, omdat een langer ver blijf ln Zuid-Afrika hem niet verant woord leek. Met het laatste schip een Duits wisten zij uit Afrika weg te komen Hoffelijke Engelsen De oorlog ging niet aan Pretoria voorbij: de Engelsen kregen' tenslotte de stad in handen ZIJ namen het ziekenhuis over en onmiddellijk vroeg dr. Kolff ontslag, welk verzoek werd Ingewilligd. Zolang er echter nog geen opvolger was. bleef dr Kolff de pa tiënten behandelen „En ik moet zeggen, dat ze mij altijd vriendelijk hebben behandeld, ver telt dr. Kolff. Zo werden de brieven, die lk kreeg van mijn vrouw, niet door de censor geopend, hetgeen natuurlijk erg hoffelijk was van de heren. Toch was Ik blij. toen Ik mijn dienstverband aan het hospitaal kon beëindigen". ..Ik heb zelf niet zo erg veel gemerkt van de oorlog, zodat ik daar niet al te veel van kan vertellen Eten was er voldoende, maar het was eenzijdig: rijst, bruine bonen en maispap stonden bijna dagelijks op het menu. en dat wordt op den duur wel een beetje ver velend. hoewel het altijd nog beter is dan met een lege maag rond te lopen Na de oorlog ls dr. Kolff enkele malen naar Nederland teruggekeerd, met het doel hier te blijven. „Maar steeds benauwde de kleinheid van Hol land mij. en ik ging weer terug, tot ik mij ln 1909 voorgoed hier in Neder land vestigde. Dat is dus al ruim veer tig jaar geleden, maar nog steeds verlang ik terug naar dat prachtige land met zyn heerlijke klimaat. Daar had je tenminste niet die verschrik kelijke kou. die we nu weer beleven", aldus vertelde dr Kolff. Rassenprobleem Aan het eind van ons gezellige praatje dat voor ons geen teleur stelling was, zoals dr. Kolff vreesde, omdat fat) geen lijfarts van Paul Kruger was geweest kwamen we nog even op het rassenprobleem ln Zuld-Afrlka. „Er is ongetwijfeld veel veranderd sinds ik het land verliet, aldus dr Kolff. maar ik kan me heel goed voor stellen. dat men het zwarte gedeelte van de bevolking niet dezelfde rechten wil geven als de blanken. Er zijn hele beste mensen onder, maar zij zijn nog niet rijp voor de beschaving van de blanken. Het ergste ls echter dat allen, buiten Zuid-Afrika. zich met dit pro bleem bemoeien, terwijl men het land heel goed moet kennen om er een oordeel over te kunnen uitspreken." MALLE GEVALLEN Dit nieuws komt van eigen bodem. Hoewel het merendeel van de nieu we stadsbewoners in Rotterdam zich uitstekend blijkt te kunnen aanpassen, ontdekken de woningin- spectrices nog wel eens zonderlinge toestanden. In een nieuwe flatwo ning in de Maasstad heeft men driehoog in een der slaapkamers een geit aangetroffen. Het gezin, uit het Noorden afkomstig, had het dier meegenomen en een groot deel van de huishoudelijke economie steunde op de voortbrengselen van het beestje, dat gevoederd werd met gras. dat in de omgeving werd ge sneden. De Britse hoedenmakers hebben het Lagerhuis aangeboden de hoge hoed te vervangen, die in het parlement wordt gebruikt door de leden, die het woord willen voeren. Het is ln Engeland de gewoonte, dat een af gevaardigde. die iets zeggen wil, deze wens kenbaar maakt door een hoed op te zetten. De hoed. die daar voor gebruikt wordt, doet reeds vijftig jaar dienst Dezer dagen had een ge achte afgevaardigde geklaagd over de ouderdom van dit parlementaire hoofddeksel. De hoedenmakers wil len de hoed schenken uit erkentelijk heid voor de recente verlaging van de belasting op hoeden. Weer wat nieuws. - In Kopenhagen is een firma, die in de kantoren het personeel gebruik laat maken van autopeds. Men heeft uitgerekend, dat het 300 arbeidsdagen per jaar uitspaart Vroeger deed iemand er negentig seconden over om de gang langs de kantoordeuren af te lopen. Met de step gaat het sneller dan 30 seconden Aan het stuur is een me talen korff bevestigd waarin de mappen e d. gestopt kunnen worden. Het Russische blad de „Prawda" is de zer dagen van leer getrokken ln een hoofdartikel tegen een niet bij name genoemde architect, die in woonhui zen zulke zware deuren bouwt, dat vrouwen ze niet open kunnen krijgen. Opmerkend dat de architect blijk baar gebouwd heeft voor een toe komstig ras van atleten, wilde de „Prawda" weten: „Maar hoe moet het met de mensen van nu? Moeten die wachten tot een sterke man voor mij komt"? Dat kon wel eens kou lijden worden in Siberië, architect, of óók achter zo'n zware deur ko men te zitten. Jim Andrew en Stanley Rowe zijn twee gezworen kameraden. Maar tij dens een gesprek over kunst raakte Stanley zo over z'n kookpunt heen. dat hü Jim een klap in het gezicht gaf. Dat nam Jim natuurlijk niet en hü nodigde zijn vriend uit tot een duel met roomsoezen. Nadat bei den een hoge hoed hadden opgezet (die dingen liggen op zo'n moment voor het grüpen) wierpen de duellis ten hun soezen enmisten. Dat vonden de toeschouwers zo jammer, dat ze allemaal een soes grepen en elkaar begonnen te bekogelen. Na korte tüd zat iedereen onder de room en kleverigheid. Totdat de voorraad soezen was uitgeput en Rowe en Jim op de schouders werden genomen. Andrews gaf als commentaar op dit wel zeer vreemde duel: ..De eer is geredHet is omdat we van morgen een schoon overhemd heb ben aangetrokken, maar anders na men we geen blad voor de mond als we het dezer dagen over kunst zou den hebben. Wij waren eigenlijk naar dr. Kolff toe gegaan, omdat wij gehoord had den. dat hij de lijfarts van de presi dent. Paul Kruger. was geweest. Dit bleek echter op een vergissing te be rusten Dokter Kolff heeft „Oom Paul zoals de president meestal werd genoemd, slechts één maal ontmoet Het was in het hospitaal, waar dr. Kolff geneesheer was Er waren enige gewonde Boeren opgenomen en Paul Kruger kwam kijken hoe zijn mannen het maakten. Hij was danig uit zijn humeur en liep een beetje brommend rond In een der kamers lag een dame. een gewone patiënt van dr Kolff. en mopperend vroeg Kruger of dat ook een gewonde was. waarop dr. Kolff antwoordde „Nee, president, dat is een vrouwmens", waarop de president nog meer uit zijn humeur, het hospitaal weer verliet Medisch geheim In zekere zin zou men dr. Kolff wel de lijfarts van mevrouw Kruger, „Tante Sannle", kunnen noemen. Hj) heeft haar althans éénmaal behan deld. Wat haar precies mankeerde, herinnert dr. Kolff sich niet meer, maar het was niet zo ernstig. „Toen Ik bi) tante Sannle kwam voor deze keer mag lk wel eens een me disch geheim verklappen vond Ik haar ln een groot ouderwets ledikant met een grote hemel en zware gor dijnen rondom. Het was een bed zoals men dat nog vaak op oude schilderijen ziet afgebeeld, en dat tegenwoordig gelukkig niet meer wordt gebruikt". Dr Kolff mag Kruger dan slechts één enkele keer hebben ontmoet, hij heeft hem wel vele malen gezien Kruger woonde n.l. in een grote villa met een flinke waranda, 's Morgens hield hij daar audiëntie en wie'hem bezoeker kon er zeker van zijn een kopje koffie aangeboden te krijgen. De post „koffie" op de rekening van de president moet fabelachtig hoog ge weest zijn! De lijfarts van Paul Kruger was de Belg dr Heymans. een zeer kundig medicus. Het was grappig hoe deze werd uitverkoren de lijfarts van de president te worden. De barbier raadde n.l. Kruger aan dr. Heymans eens te consulteren, aangezien deze hem ook zo goed had geholpen Kruger is op die raad ingegaan en sindsdien heeft hij altijd dr Heymans geraadpleegd Deze medicus kon uitstekend opschieten, zowel met de Boeren als met de En gelsen. Holland was te klein Dr. Kolff was reeds voordat er spra ke was van een strijd tussen Boer en Brit naar Zuid-Afrika gegaan Holland was hem te klein en te eng. hij wilde wat ruimer armslag hebben en trok In 1895 naar Zuid-Afrika. Er was een betrekking vacant bt) de Zuid-Afri kaanse spoorwegen, die juist in die tijd aangelegd werden. Dr. Kolff kreeg als standplaats aangewezen Komatipoort. dicht bij de grens van de Portugese kolonie en aan de lijn Lorenzo Mar quesPretoria Deze lijn was juist ge opend en ter gelegenheid daarvan werden grote feesten georganiseerd Toen dr Kolff. Juist uit Holland, aan kwam heeft hij wel even onwennig staan kijken bij dit grootse feest Onrustige oudejaarsavond De eerste oudejaarsavond, die dr. Kolff in Zuid-Afrika meemaakte, was ook allesbehalve rustig, al was de onrust dan van geheel andere aard dan bij zijn aankomst in Ko matipoort. Hij logeerde met oud en nieuw bü mr. H. J Coster, staats- procureur te Johannesburg. Paula Wessely trad iveer op, maar het Franse stukwaarin zij speelde, viel tegen Goethe „doet" het, zelfs bij de „jazz-jeugd", nog steeds door mooie taal (Van onze correspondent in Wenen) Het drama van Schiller „Don Carlos" begint met de bekende woorden: „De mooie dagen van Aranjuez zijn voorbij". Dat past ook op het Burgtheater in Wenen, want de eerste twee maanden van premières en nieuwe ensceneringen zij'n voorbij met al de glans van de gala-toiletten en het grote aantal gasten uit het buitenland. Nu heeft ook het gewone alledaagse leven zijn intrede gedaan in dit prachtige gebouw en wat kortgeleden nog opwindend nieuw was, wordt nu langzaam routine. Toch blijft hét Burgtheater als gebouw en als ensemble nog altijd nieuw genoeg en daarom maakt het vooral op buitenlanders een onvergetelijke indruk van keizerlijke pracht, verbonden met moderne veriij'nde smaak. In tegenstelling met de Weense Opera stelt het Burgtheater zich eigenlijk tevreden met een vrij beperkt repertoire, maar geen enkel stuk behoefde te worden afgevoerd, omdat het grote Weense publiek, dat nu deze schouwburg avond aan avond vult, juist deze drama's wil zien. Eindelijk komen dus nu de Weners zelf aan de beurt, nadat zij meer dan twee maanden lang hadden moeten wachten omdat de prijzen voor een normale plaats veel te hoog waren. Voor een goede plaats betaalt men nu een schappelijk bedrag en zelfs op de goedkope galerij kan men uitstekend zien en vooral goed horen, omdat de akoestiek er werkelijk veel beter op is geworden. Evenals andere grote schouwburgen zoekt ook het Burgtheater zijn kracht niet in het opvoeren van nieuwe nog onbekende stukken, maar houdt het zich vooral aan een repertoire van klassieke werken. Op het programma staan daarom nog altUd „Koning Ot- tokar" van Grillparzer. Schillers ..Don Carlos", dat voorlopig in Wenen het mooiste en best gespeelde drama is. verder „Torquato Tasso" van Goethe. „De Verkwister" van de Oostenrijker F. Ralmund uit de vorige eeuw en het pikante „Concert" van Hermann Bahr eveneens een Oostenrijker rondom 1910. Het publiek stroomt toe. niet alleen uit Wenen, maar ook uit de provincie, Uitstekend ensemble Bij gelegenheid van de eerste opvoe ring hebben wy erop gewezen, dat dit succes voornamelyk te danken is aan het uitstekende ensemble, waarover deze schouwburg beschikt. De directie heeft een zeer begaafde gToep toneel spelers. zoals R Asian, Attilla Hörbi- ger <de man van Pauia Wessely). E. Balser. Moog. Skoda. Meinrad, Susl Nicoletti. Judith Holzmeister. Alma Seidler. Inge Conradi - om slechts en kelen te noemen - aan zich weten te binden, ondanks de verlokkingen van de film en vooral ook de jeugd, want op zater dag en zondag worden er tevens mid dagvoorstellingen gegeven, oa. van .De Verkwister", een typisch-Oostenrijks droom- en sprookjesspel, dat de mid delbare schooljeugd - ondanks existen tialisme en jazz! - nog altijd graag wil zien, gelijk zij ook met voorliefde Goethe's „Torquato Tasso" hoort de clameren. omdat de taal van dit stuk zo onvergetelijk edel en mooi ls. Het enige werkelijke nieuwe was de wereld première van Priestley's ..Take the fool away", dat zch tegen alle ver wachtingen in .ande weet te houden en telkens een volle zaal trekt. Burgtheater Natuurlijk heeft het ook verliezen moeten boeken, want Paul Horbiger treedt nu al jaren niet meer in het Burgtheater op en hetzelfde moet men ook zeggen van zijn schoonzuster Pau la Wessely. Ofschoon deze grote to neelspeelster meer dan twintig jaar geleden door het Burgtheater werd ontdekt en daar beroemd is geworden, werd zjj later zozeer door de film in beslag genomen, dat zjj de laatste ja ren alleen maar in naam lid was van het Burgtheater-ensemble. Daar komt nog bij. dat Paula Wessely niet alleen voor het witte doek optreedt, maar bo vendien een filmmaatschappij onder haar eigen naam heeft opgericht, die van 1950 af elk jaar een nieuwe film produceerde. Wat haar daartoe bewo gen heeft, blijft voor de buitenstaan ders een raadsel, want zij is toch al bekend genoeg en het is nog de vraag of haar filmproduktie zo veel geld op brengt. Zeker is dat zjj sindsdien veel meer zorgen heeft gekregen en dat zij in de laatste jaren tweemaal een ernstige zenuwinzinking heeft gehad, zodat men de plank niet ver misslaat met de veronderstelling, dat haar filmproduk tie er de schuld van ls. Uitgeplozen discussies i och heeft de aanhankelijkheid ten opzichte van het Burgtheater bij haar de overhand gekregen en daarom is zij tot grote tevredenheid van het Ween se publiek, in het bekende stuk „Port Royal" van Montherlant als zuster An- gelique opgetreden. Wanneer men re kening houdt met het karakter van dat toneelstuk, dat eigenlijk geen en kele dramatische spanning kent en waarin het conflict zich in het diepst van de ziel afspeelt, dan moet men zeggen dat de opvoering in het Burg theater op hoog peil stond. Het Oos- tenrykse publiek voelde zich echter niet aangegrepen door een drama, dat zich binnen de kale koude muren van een vrouwenklooster afspeelt. Twee uren aan één stuk zonder pauze luis terde men naar de ijle en uitgeplozen theologische discussies, die meer ge lispeld dan gesproken werden. Een uit zondering vormde alleen het woordge vecht van de aartsbisschop van Parijs met zuster Francisca, welke rol door Inge Conradi prachtig werd vertolkt, maar voor het overige maakte het stuk geen diepe indruk, zelfs niet het spel van Paula Wessely. Eerlijk gezegd, me nen wij dat de film deze tragedienne van het echte toneel heeft vervreemd, want ze sprak grotendeels met een ver sluierde mierofoonstem en ze scheen vergeten te hebben dat het Burg theater een grote hoge zaal ls die ge heel andere eisen stelt dan eèn film studio. Over het stuk zelf heeft het Weense publiek aanvankelijk nog wel gediscus sieerd en zich vooral met de vraag be zig gehouden waarom het in Frankryx zo'n groot succes heeft gehad en waar schijnlijk nog heeft. Men wees daarbij op het feit. dat „Port Royal" voor de Fransen een vaststaand begrip is en dat dat volk de Jansenistische bewe ging veel beter kent en begrijpt dan de Oostenrijkers, die bijvoorbeeld ..Sa nt Beuve" met hebben gelezen en daarom ook niet veel konden begrijpen v. n deze religieuze beweging Hoe diepzin nig men ook in literaire kringen spri het stuk was en blijft een teleursu.- ling. Daaraan kunnen zelfs de beste to neelspelers niets veranderen en daar om zal van het gehele eerste Burg theater-repertoire juist dit stuk het eerst van het voetlicht verdwijnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 14