777
Expositie over de banden tussen
Oranjehuis en Leidse Academie
WOLLEN
DEKENS
29.75
„Gradus Academici" van De Stuers voor de
tweede maal in restauratie
94ste jaargang
Vrijdag 3 februari 1956
Tweede blad no. 28747
25 jaar Academisch Historisch Museum
Belangwekkend beeld van bijna
vier eeuwen verknochtheid
Het Academisch Historisch Museum te Leiden heeft het vijfentwintig-jarig
bestaan van deze interessante instelling aangegrepen om een expositie in te
richten over de banden, die door de eeuwen heen bestaan hebben tussen het
Oranjehuis en de Leidse Academie. Op 7 januari 1931, de dag voor de
opening, was Prinses Juliana de eerste bezoekster. Thans is zij bijna de laatste
Oranje in de reeks, waarvan deze jubileumexpositie een beeld geeft. Want
ook met de Prinsessen Beatrix, Irene, Margriet en Marijke bestaan reeds Leidse
banden!
De moeilijkheid van een expositie als
deze is. dat het materiaal voor het over
grote deel uit documenten en slechts
voor een zeer gering deel uit voorwer
pen bestaat. Alles moet dus in het werk
worden gesteld om een zekere levendig
heid in het geëxposeerde materiaal te
brengen. Vooral de medewerking van
andere instanties dan het museum zelf
heeft er veel toe bijgedragen, dit stre
ven met succes te bekronen Niet alleen
werd medewerking verkregen van Leidse
gemeentelijke en academische instellin
gen ,ook het Koninklijk Huisarchief, het
Rijksmuseum te Amsterdam, en het
Oranje-Nassau-museum te Den Haag
en enige andere instanties zorgen voor
waardevolle aanvullingen op het rijke
documentatiemateriaal van het museum
zelf.
De expositie betreft de stichter van
de Academie Willem de Zwijger, diens
zoon graaf Justinus van Nassau. Prins
Maurits. Prins Frederik Hendrik de
graven Hendrik Casunir en Willem
Frederik. Prins Willem n, Prins Wil
lem III, Prins Willem IV. Prins Wil
lem V, Koning Willem I, Prins Frede
rik. Koning Willem III. Prins Alexan
der I. Prins Hendrik. Prins Willem
(zoon van Koning Willem IIIi. Prins
Alexander n Koningin Wilhelmina.
Koningin Juliana en tenslotte haar wer
dochters, waarvan de oudste volgend
academisch jaar als studente aan de
Leidse Academie zal worden ingeschre
ven.
Bij de inrichting van de expositie is
zoveel mogelijk de chronologische
volgorde gehandhaafd, terwijl het do
cumentatiemateriaal wordt verlucht
door afbeeldngen en portretten. Voor
wie de tijd heeft is er in de documen
ten een kostelijke schat heninnerin-
gen aan het verleden te vinden, voor
wie met een korter bezoek moet vol
staan wordt dank ztf het geslaagde
arrangement ook veel aantrekkelijks
geboden.
Wel zeer duidelijk blijkt uit de expo
sitie. welk een unieke verknochtheid
ACADEMISCHE EXAMENS.
Aan de Leidse Universiteit zijn ee-
slaacd: voor het kandidaatsex. Ned.
recht mei. H. E. Clvdesdale te Haarlem,
mei. H. van der Waal te R'dam en de
heren W. J. Hoobroekx te Dordrecht.
H. Franken te Heemstede. J. L. F. van
Moorsel te Wassenaar en J. H. A. Teu-
lines te Den Haag.
Ds. G N. Lammens te Rotterdam,
di eberoeDen is door de kerkeraad der
Geref. Kerken alhier voor het werk
onder de studenten, heeft thans ook
een beroen ontvangen van de gemeente
te Utrecht-West.
verdieping van het oude Academie
gebouw, is des zondags gesloten, des
zaterdags geopend van 10 tot 12.30 uur
en op de overige dagen van 105 uur.
Morgen zal de expositie in verband
met de diesviering eveneens tot 5 uur
geopend zijn.
Concert Residentie Orkest
Het concert van het Residentie-
Orkest. te geven od donderdag 9
februari a.s. in de Stadszaal zal geleid
worden door de Franse dirigent Jéan
Martinon.
Geopend wordt met de Symfonie in
C gr. t.. die Georees Bizet od 17-1arige
leeftijd componeerde en die Das in 1935
voor het eerst te Bazel werd uitgevoerd.
Voorts zal Martinon een ouverture tot
een Griekse tragedie ..Hecuba" van
hemzelf dirigeren, alsmede de tweede
suite uit ..Bacchus et Ariane" van Al-
bert Roussel.
Als soliste treedt od de pianiste
Myrtha Perez met het derde pianocon
cert van Beethoven.
Toomkunstkoor zingt Handel,
Mozart en Bruckner
Het programma van het Toonkunst- ste en het rijkste geworden van het ge-
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
GEBOREN:
Willem Frederik. zn van P. F. Coert en
C. Gorree; Jannetje Elisabeth, dr van A.
de Bruin en E. N. Knol; Helena Adrlana,
dr van A. v. Dulju en A. v Rijn; Wilhel
mina Johanna, dr van G. Ruwaard en J.
Laven; Christina FrPderlkn. dr van E de
Ruiter en M. C. Bllkman; Elisabeth, dr van
J Vrijman en A. N Jellema; Elisabeth
Maria, dr van J. W. Schlagweln en A.
Smits: Sylvia, dr van J. Wlnterlnk en S
M. Wltschburg; Laurentla Maria Anna, dr
van M. G. J. Ham en T. Brandenburg.
Een van de eerste Oranjes, die
aan de Leidse Universiteit studeer
den. u-os Prins Maurits (1567-
1625). van wie dit geschilderde
jeugdportret deel uitmaakt van het
expositiemateriaal. Het schilderij
van een onbekende meester, stam
mend uit ongeveer 15S1is voor de
expositie in bruikleen afgestaan
door het Koninklijk Huisarchief.
(Foto L.D./Van Vliet.)
van de tentoonstelling
vond hedenochtend plaats in het Klein
Auditorium, waar zeer velen bijeen wa
ren eekomen om te luisteren naar toe
spraken van de heer D. P. M. Gras-
winckel. de voorzitter van de Historische
Commissie van de Leidse Universiteit
en di'. J. E. baron de Vos van Steen-
wiik. de president curator. Onder de
aanwezigen bevonden zich prof. mr. R.
P. Cleveringa als waarnemend rector-
maenificus. curatoren en de secretaris
van curatoren vertegenwoordigers van
de Leidse Universiteitsraad en van
studentenorganisaties en faculteitsbe
sturen. benevens vertegenwoordigers
van het gemeentebestuur.
De heer Graswinckel herinnerde in
ziin toespraak aan het feit. dat od 7
ianuari 1931 Prinses Juliana als eerste
bezoekster het toen nog geringe bezit
van het museum bewonderde. Sinds
dien werden verschillende tentoonstel
lingen georganiseerd, doch de oorlog
onderbrak het werk en de groei van
het museum in ernstige mate. Sinds
dien is vooral door de conservatrice
mevr. O. C. D. Idenburg—Siegenbeek
van Heukelom veel werk verzet bii het
herordenen en uitbreiden van de col
lectie van het museum, die zich te
vens met assistentie van de heer E.
Pelinck zeer veel moeite heeft getroost
de huidige nibileumtentoonstelling in
te richten.
Met enkele woorden herinnerde spre
ker aan de ontstaansperiode van de
Universiteit .om vervolgens in vogel
vlucht de band tussen Oranie en Lei
den door de eeuwen heen te schetsen.
De president curator dr J. E. baron
de Vos van Steen wijk noemde in zijn
openingsrede de merkwaardige wisse
lingen in de verhoudmg tussen Oranje
en de Universiteit in de loop der struc
turele maatschapplyke en Universitaire
ontwikkeling Met enig sarcasme bracht
spreker hel merkwaardige tempo in her
innering. dat men er vroeger op na
bleek te houden: 28 december de eerste
suggestie van Willem de Zwijger om In
Leiden een Academie te stichten. 6 ja
nuari daaropvolgend het besluit van de
staten tot stichting, en 8 februari, een
maand later, reeds de opening Niet be
paald datzelfde tempo van de tegen
woordige tijd. hoe dynamisch die dan
ook genoemd mag worden.
Na op nog meer merkwaardige ver
schillen tussen vroeger en nu gewezen
te hebben, sprak de president-curator
de vurige hoop uit. dat binnenkort
Prinses Beatrix in eigen trant naar
eigen karakter en in de sfeer van deze
t|jd toch steunend op de traditie van
eeuwen de nauwe band tussen Oranje
en Leiden zal continueren.
Spreker besloot met een woord van
dank tot de organisatoren in het bijzon
der de conservatrice.
Na de toespraken bezichtigden de
aanwezigen de tentoonstelling, zo goed
en kwaad als dit met hun aantal in over
eenstemming te brengen was.
concert van dinsdag as. vermeldt drie
koorwerken van drie verschillende com
ponisten.
Ter gelegenheid van het Mozart-Jaar
zal de Mis in C (K.V. 317» bijgenaamd
Krönungs-Messe worden uitgevoerd. Vol
gens Salzburger-traditie heeft Mozart
dit werk gecomponeerd ter gelegenheid
van het feest, der kroning van het beeld
van Maria In dp Wailfahrfskirehe zu
Maria-Plain" bij Salzburg. Deze mis. sa
men met zijn requiem, behoort tot zijn
meest bekende geestelijke werken. En
niet ten onrechte! Een rijke koorbehan
deling. een fascinerende orkestpartij,
speciaal van de violen, en bovendien een
solistenquartet. dat op een bijzondere
wijze door het koor is heengevlochten.
Het hoogtepunt van deze mis vormt het
..Benedictus" voor soli en violen, dat
men tot de ontroerendste bladzijden kan
rekenen, die Mozart ooit schreef.
Van Bruckner wordt uitgevoerd het
„Te Deum". Hoe hoog Bruckner dit
werk zelf schatte, blijkt uit het feit, dat
hij verzocht, dit uit te voeren na zijn
9e Symphonie. Geschreven tussen de ja
ren 1883'84, heeft Bruckner een kleine
twee jaar hieraan gewerkt en gezien de
korte tijdsduur van dit „Te Deum" (nog
geen half uur), heeft de Linzer meester
zich bijzonder lang met de compositie
hiervan beziggehouden. De toonsoort is
C-dur, de toonsoort van de vergeeste
lijking.
Het Te Deum, een hymne daterende
uit de 4e eeuw is tegelijkertijd een- lof
zang, een smeekbede en een bevesti
ging van het geloof, door Bruckner ge
toonzet op een manier, waarbij hij tot
aan de grenzen geraakt van de mense
lijke stem, gesteund door een orkest van
3 trompetten, 4 hoorns, 3 trombones en
tuba. behalve de normale bezetting van
houtblazers en strijkers. Veel wordt- er
van de uitvoerenden gevraagd. De lof
zang, gehouden in de stijl van een im
mens gregoriaans gezang, versterkt door
het koper, is machtig.
AangTijpend is de smeekbede.
Te ergo quaesumus tuis famulis subven 1
(Wij bidden U. kom Uw dienaren te hulp)
voor tenorsolo, later herhaald door koor.
Ken merkend voor Bruckner is de be
handeling van de finale. In te Domine
speravi; non cpnifundar in aet-ernum
(Op U, Heer. heb ik gehoopt, niet in
eeuwigheid zal mijn vertrouwen geschokt I
worden). Hoewel de tekst slechts één
regel bevat, ls juist dit deel het groot- 1
hele werk. De voortsohrijdende sequen-
zen van het koper roepen herinnerin
gen op aan het Adagio van de 8e Sym
phonie, die vorig jaar door het Concert
gebouw-orkest werd uitgevoerd in de
Pieterskerk. En als dan de Jubelende
trompetten, hoorns, bazuinen, strijkers,
zich mengen met de stralende hoge C
der sopranen en tenoren, begrijpt men
pas dat Bruckner meer is dan alleen
componist, maar vooral de mens. die de
zekerheid van zijn grote geloof uitzin
gen moet.
Het concert opent met Psalm 89 van
Handel. Na zyn naturalisatie tot Engels
man als kapelmeester van de Hertog
van Chandos en nadien schreef hij een
twintigtal Anthems. Dit zijn kantates.
geschreven op een parafrase van een
psalmtekst en bestemd voor de liturgie
van de Anglikaanse kerk. De Anthems
behoren tot de minder bekende werken
van de meester. Zeker ten onrechte
terwijl Bach, in zyn Passies en in tal
rijke kantates het lijden tot uitdruk
king brengt, is Handel de vertolker van
de Heilboodschap, van de vreugde. Zo
ook in deze 89e Psalm, die geheel is
doortrokken van een stralende opgewek
te sfeer: „Mein Lied sing auf ewig".
150 x 200
HASSELMAN& PANDER
i\tl zo zacht:
$T4TE XPRESS
Succes voor
Georgette Hagedoorn
OP EEN TERRASJE IN PARIJS
Georgette Hagedoorn en haar vaste
'begeleid-er Pierre Verdonok 'besluiten de
rij van K. O.-voorstellingen in de serie
gemengd abonnement. En zij doen dat
op alleszins te loven wijze!
Georgette Hagedoorn is als het ware
eer. eenling in wat gemeenlijk als Klein-
Kunst wordt aangeduid, doch zo vaak
daarboven uitkomt. Hetgeen Georgette
Hagedoorn presteert behoort zeker daar.
toe. Zü is een vlotte conferencière wat
betreft de keuze, volgorde en verklaring
van haar nummers en brengt haar re
pertoire al spelend. We zouden bijkans
willen zeggen; meer spelend dan zingend,
hoewel ook dit laatste goed is verzorgd,
zodat er weinig of niets verloren gaat
van haar tekst. Hoe raak weet zij met
een enkele armbeweging, met een trek
op haar gezicht een ganse situatie te
schetsen en te doen leven!
Allereerst bracht zij enige volkslie
deren en daarna voor de pauze enkele
bekende cabaret-liederen. Het was zo
ongeveer hetzelfde programma als zy
het vorige seizoen bracht voor de afd.
Leiden van de Ned. Ver. van Hulsvrou
wen: aantrekkelijk en innemend.
Na de pauze kwam een nieuw experi
ment, getiteld: „Op een terrasje in
Parijs" tijdens het bitteruurtje. Pierre
Verdonok neemt hierin ook een werkza
mer aandeel in dan alleen begeleiden,
hetgeen hem intussen volkomen is toe
vertrouwd. Diverse types worden hierin
door Georgette Hagedoorn op voortref
felijke wijze uitgebeeld, schalks, meer
ernstig, zelfs een enkele maal Ietwat
navrant, maar zij weet telkens levende
mensen weer te geven en ons zodoende
voor te toveren, dat we werkelijk menen
op een Parijs terrasje te vertoeven. Het
is een kostelijke parodie.
Na afloop werden bloemen aangebo
den, terwijl het talrijke publiek haar een
ovatie bracht.
M.
LEIDSE UNIVERSITEIT.
De Staatscourant van gisteravond be
vatte de officiële bevestiging van de
woensdag JI. door ons aangekondigde
benoemingen van dr. A. F. P. Hulsewé
tot gewoon hoogleraar ln de Chinese
taal- en letterkunde en van prof. dr. H.
A. Snellen, thans bijzonder hoogleraar
voor de cardiologie tot buitengewoon
hoogleraar.
(Toto L.D./Van Vliet).
Weinig tekeningen, die niet
op een bijzondere artistieke
waarde kunnen bogen, hebben
zulk een grote bekendheid ver
worven als de ..Gradus Acade
mici". de tekeningen van De
Stuers langs de wenteltrap
in het oude Leidse Academie
gebouw en bij het zweet
kamertje. Van de thans le
vende talloze generaties oud-
Leidenaren, die over geheel
ons land en door de gehele
wereld verspreid zyn, is er
geen, die zich het bekende
Academiegebouw zonder die
tekeningen kan voorstellen.
Toch zyn zy nog geen eeuw
oud. Zij werden in de zestiger
jaren door Jhr. mr. Victor de
Stuers met houtskool aange
bracht en brengen de gang
van de student in zyn Leidse
jaren weer: van de stoep van
het ouderlijk huis waar de
meesteriyk getekende vader
afsmeekt ..Here, breng hem
niet in Lyden", tot het drei
gende citaat van Dan te „Lan
cia te ogni speranza vol ohe
entrate" (Laat alle hope va
ren, gij die hier binnen treedt)
boven het zweetkamertje, waar
hy op de bekroning van zyn
studie waoht.
Het zijn, als gezegd, geen
tekeningen van hoge artistieke
waarde, maar zy spreken zeer
sterk aan en passen voortref -
feiyk in de entourage waar zy
geplaatst zijn. Hun waarde be
rust beslist niet alleen op de
traditie .die zich in de loop
van een kleine eeuw ge
vormd heeft, want reeds Piet
Paaltjens roemde ze in „Eigen
Haard" in 1886, een twintig
tal jaren na hun ontstaan
In de loop der decennia
bleek het materiaal waarmede
getekend was niet tegen de
tand des tijds bestand. De
beelden sleten af. werder.
groezelig en vaag en dreigd-:
geleidelyk geheel in het grys
van de verwerende muurbe-
pJetsUtfiotr te verdwijnen.
In 1919 werd na rijp be
raad besloten de tekeningen
te restaureren. Daartoe
werd opdracht gegeven aan
Louis Raemaekers. die het
geluk had de toen hoogbe
jaarde De Stuers zelf nog te
kunnen raadplegen.
By die eerste restauratie
kreeg het werk (onvermyde-
ïyk) sterk de persooniyke in
slag van Raemaekers, zonder
dat het oorspronkelijke ka
rakter verloren ging. Raemae
kers vulde de reeks bovendien
aan met een tweetal tekenin
gen in het zweetkamertje zelf.
Inmiddels bleek ook deze
restauratie niet afdoende
voor de eeuwigheid, vooral
als gevolg van de lang niet
volmaakte fixeertechniek van
die dagen. Weer begonnen
de beelden te vervagen, en
opnieuw moest de hulp van
een restaurateur ingeroepen
wordea.
Ditmaal viel de keus op de
Amsterdamse kunstenaar F.
A. J. Smoorenbtirg. die na
een gedegen voorbereiding
begin januari aan het werk
toog. voornamelijk in de
nachtelijke uren. omdat
sjechts dan rustig op de ove
rigens veel belopen trap ge
werkt kon worden.
Thans wordt de laatste
hand aan deze tweede res
tauratie gelegd, cn de hoop
bestaat, dat bij de diesvie
ring de restauratie geheel of
zo goed als geheel voltooid
zal zijn, zodat de vele oud-
alumni die dan in Leiden
vertoeven het resultaat zul
len kunnen zien.
Of het mooi geworden is?
Daar kan men van mening
over verschillen. Op het eerste
gezicht doen de beelden thans
wat hard aan. maar dat is
hoofdzakeiyk het gevolg van
de herinnering aan het te ver
vaart* 7-a.cht-e beeld va» ©er-
Thans door
F. A. J.
Smoorenburg
tijds. Bovendien moet de
nieuwe getekende laag nog
wat besterven en moet de om
gevende muur. die schoonge
maakt is. iets van de te nieu
we helderheid verliezen. On-
getwyfeld ls de restaurateur
er in geslaagd het oorspronke
lijk karakter te handhaven en
de beelden sterker te laten
spreken dan de laatste Jaren
het geval was.
Dank zy nieuwe flxeertech-
nieken hoopt men dat de
thans uitgevoerde restauratie
voor zeer lange tyd deze in
wijde kring beroemde teke
ningen in uitstekende conditie
zal bewaren.
De foto toont de restaura
teur aan de arbeid bij de af
beelding, waar de student Jops
worstelt in zyn keuze tussen
de roep van Minerva en haar
schone deugden en de verlei
dingen en verlokkingen van de