Wat zij deze maand aantrekken.... Ons KNUTSELHOEKJE Elk type stelt haar eigen eisen Wat komt er op de Kersttafel? VAN EEN SOK, ZA TER DAG 17 DECEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand. Parijs, December 1955 De Japanse, die niet langer kimono en obi draagt, de Indische, die haar sari heeft afgelegd en de Marokkaanse, die het gelaat heeft ontsluierd, zij allen hebben zich met het verwerpen van een eeuwen oude, traditionele dracht de nodige perikelen op de hals "gehaald. Voor haar is het probleem „Wat trek ik aan?" een deel van haar nieuwe, geëmancipeerde leven geworden. Haar tenue zal, zoals dat van de Westerse vrouw, voortaan van seizoen tot seizoen veranderen. De keus uit nieuw zal voor haar, zoals voor de Westerse vrouw, moeilijk zijn. Maar nog heeft de Oosterse een streepje voor op ons, vrouwen van het Westen. Hoeveel moderne kleding ze ook bezit, altijd nog draagt ze haar ki mono of haar sari bij gelegenheden van bijzondere aard, gelegenheden waarvoor wij ons in cocktail- of a- vondtoilet zouden hullen. Als bijzonde re feestdagen of -avonden zich aan kondigen, betekent dat voor haar nog geen kledingprobleem, terwijl wij ons lang van tevoren verdiepen in het eeuwige „Wat trek ik aan?". Millloenen vrouwen op deze helft van de aardbol hebben zióh deze maand dus weer de bekende vraag ge steld. En hoe sommigen het probleem volgens de regelen der mode oplosten laten we u hierbij zien A) SWEET SEVENTEEN had keus te over en als ze alle mogelijkheden in het jaarboek van Vrouw Mode had willen onderzoeken, zouden de feest dagen allang voorbij zijn geweest voor dat ze een besluit had kunnen nemen. Ze koos dus uit de meest voor de hand liggende en bepaalde zioh tot een ge tailleerde vest-folouse van zwart flu weel en een wijde rok van stevige, ge bloemde zijde. Haar vriendinnetje voelde meer voor een jurkje uit één stuk en koos een japonnetje, dat doodeenvoulig is, maar de laatste mode volgt. Het is een mo delletje met lang, getailleerd lijf en een aangerimpelde rok. Het heeft geen mouwen en een camisool - decolleté; de naad tussen het lojfje en rok is ver borgen onder een opgelegd lint, dat zijdelings-voor in een lange strik ein digt. B) Voor haar die een beetje TE ZWAAR of TE KLEIN is, brengt het kledingprobleem altijd meer moeilijk heden met zioh mee dan voor ieder ander. Veel van wat de mode dit jaar brengt, is echter voor haar als ge knipt. En dus heeft ze met meer ple zier kunnen kiezen en meer modieus resultaat kunen bereiken. Ze hoefde niet de pagina's „voor grote maten" of „voor de kleine vrouw" te consulteren, maar vond heel wat van haar gading onder de gewone modieuze modellen, die er op berekend zijn lang en slank te maken. Zij, die zich te zwaar wist voor een korte wijde rok, koos derhalve een recht en voetvrij avondtoilet zonder taillenaad en met lengtegarnering. Alle details van die japon werken in haar voordeel: het zwarte fluweel is niet alleen flatteus, maar kleedt goed af; de ingezette Lengtebaan van zwar te moiré faille is niet alleen een aardi ge en modieuze fantasie, maar rekt de figiuur enorm: de lange, nauwe mou wen staan tegelijk gedistingeerd en dragen het hunne tot het slankma- kende effect, bij. Een roksplit op de rug geeft deze modieuze japon de no dige bewegingsruimte. De vrouw die tot de kleinen behoort, hield zich aan een soort gelijk gegeven en koos eveneens een rechte japon zonder taillenaad en met lengtegarne ring. Haar jurkje heeft heel korte mouwtjes, een gekruiste, brede hals opening en een zijsluiting over bijna de gehele lengte. Het is een model dat uit letterlijk elke wollen stof, in welke kleur dan ook, kan worden gemaakt. C) Het EXOTISCHE TYPE heeft haar keus op kleding van heel andere allure laten vallen. Zij die zich tot de geëmancipeerde, moderne vrouwen re kent, heeft het in de modieuze avant- garde - dracht gezocht en combineert haar verwaterd Oosters voorbeeld een rijk jak met een avond-pantalon". Haar niet in elke omgeving toegang- kelijk feesttoilet bestaat uit een zwart satijnen broek, die enkelvrij is en kor te splitjes heeft en een zeer rijk gebor duurd jak van hemelsblauwe satijn. De exotische met meer romantische inslag heeft de voorkeur gegeven aan een japon, maar een aparte japon die in de mode-annalen voor aparte types geboekstaafd staat. Het is een streng getailleerd model met even uitstaande, voetvrije rok, waarin iets van de Spaanse gratie terug te vinden is. De japon, gemaakt van taffetas of satijn, is van boven tot onder gedrapeerd en valt als een tuniek over een volant van tule. D) Zij die de mode op de voet volgt, zich bij besoheiden modellen houdt en een perfect figuur heeft, had de keus uit twee moderne formules: de japon met rokwijdte op de rug en de getail leerde japon met een rok in torenklok- vorm. In de eerste categorie heeft ze een model gekozen zonder taillenaad, dat naar moderne trant gegarneerd is met geappliceerd lint. Het jurkje heeft driekwart mouw, een breed V-decolleté en een rok, die aan de voorkant glad uitstaat, doch op de rug diep gerimpeld is. Een geappliceerd lint kruipt in een punt tegen de maag op. terwijl een tweede lint op de rug omlaag duikt en in een strik boven de rokrimpels ein digt. Ze heeft dit Jurkje van dikke kant, soepele wol, zijde of fluweel laten maken. De tweede groep modellen gaf haar het idee voor een eenvoudig jurkje met „bel-rok". een rok die bol en glad uit staat onder een streng getailleerd lijfje. Het japonnetje is gemaakt van fluweel en heeft heel korte mouwtjes, een brede V-hals en een gekruiste overslag met dubbele knoopsluiting. J. V. imm Keuze uit tivee menu's Het Voorlichtingsbureau van de Voedingsraad biedt ons andermaal zijn bemiddeling aan om de huisvrouwen van advies te dienen voor de voorzie ning der culinaire behoeften met de aanstaande feestdagen. Het voegde aan dit advies een kostenberekening toe, hoewel het uiteraard niet kan ga randeren, dat die prijzen overal op hetzelfde niveau liggen. Het eerste van de beide Kerstmenu's is het goedkoop ste en bovendien het minst bewer kelijke. Hier zijn dan enkele ideetjes: NOTENCAKE (Voor een vorm van 9 bij 21 cm.), f. 1,80 k t. 2,15) 2 eieren, 100 g boter of margarine, 100 g suiker, 100 g zelfrijzend bakmeel, zout, 50 g gemalen hazelnoten, 50 g ge hakte walnoten, geraspte schil van 1 citroen. voor de garnering: 100 g poedersuiker, sterk koffie-extract 25 g halve gepelde walnoten (zilveren pilletjes) De cakevorm invetten en voeren met vetvrij papier, dit aan de binnenzijde eveneens invetten. De boter of margarine roeren met de suiker tot een lichtgele knisperige massa ontstaan is. Eén voor één de eieren erdoor roeren. De gemalen en gehakte noten met de geraspte ci troenschil en het zelfrijzend bakmeel met zout toevoegen. Alles vlug en goed door elkaar roeren en overdoen in de vorm. De oven 5 minuten voorver warmen. De cake onderin de oven plaatsen en in 1 uur in een matig warme oven gaar en lichtbruin bak ken. De cake voorzichtig uit de vorm nemen en laten afkoelen. De poeder suiker zeven en met weinig heel sterk koffie-extract tot een dik papje roe ren. De cake op een rooster zetten met een bord eronder. Het papje van poedersuiker en koffie op de cake leg gen en met behulp van een mes erover verdelen, zodat de bovenkant en de zijkanten van de cake er geheel mee bedekt zijn. Terwijl het glazuur nog zacht is, de bovenkant versieren met een paar gave halve waltnoten (en enkele zilveren pilletjes). KERSTMENU I Kerriesoep Gepaneerd klein vlees Gsmoord Brusselslof Aardappelpuree Kerstklokkenpuddinkjes Gepaneerd klein vlees (dunne malse kalfslapjes, kalfsoesters, Wiener Schnitzel, varkenslapjes, lams koteletten). 4 stukjes klein vlees a 75 g, zout, 100 g boter of margarine, 1 eiwit of ei of een papje van bloem en water, paneermee.. Het vlees zouten. Het eiwit of het ei los, maar niet schuimig kloppen en verdunnen met iets water of een dik papje maken van bloem, water en iets zout. a De boter of margarine zo heet laten worden, dat het schuim Juist begint weg te trekken. Het vlees door het eiwit, ei of bloempapje en daarna door paneermeel wentelen en in de pan leg gen. De lapjes even laten liggen, zodat eiwit of ei of bloempapje kan stollen en het paneermeel zich kan vasthech ten. De lapjes voorzichtig keren en zachtjes gaar en bruin bakken in 20 minuten. Vooral geen water toevoegen, daar het korstje dan van het vlees zou vallen. De lapjes uit de jus nemen en eventueel bedruppelen met een weinig citroensap. De jus afmaken met een scheutje heet water en eventueel iets zout. De jus voor het opdoen door een zeefje schenken. Kerstklokkenpuddinkje!, 4 borstplaatvormen, by voorkeur ronde vormen met middellyn 8 cm, 1 flesje rood bessensap, inhoud bijna 4 dl, met water aangevuld tot liter, 100 g (bijna 1 kopje) griesmeel, 100 g (1/3 kopje) suiker; 2 handperen of 4 halve peren op sap, 75 g (5 eetlepels) suiker; y4 liter melk, 8 g (bijna 1 eetlepel) maizena, zout, 15 g (1 eetlepel) suiker, y2 pakje vanillesuiker, 2 groene gecon- fijte kersen. De borstplaatvormen nat maken en op bordjes leggen. Het verdunde bessen sap aan de kook brengen; het gries meel, met de suiker vermengd, erin strooien en onder roeren aan de kook laten komen. De massa 10 minuten zachtjes laten koken, evea^Tets laten afkoelen en in de 4 vormen gieten. De puddinkjes koud laten worden. De handperen schillen, in tweeën snij den en ontdoen van klokhuis en steel tje. De peren zo bijsnijden, dat ze de vorm van een Kerstklok krijgen. De rauwe peren 10 minuten in een oplos sing van 75 g suiker per dl water tegen de kook aanhouden. De peren uit het vocht nemen, laten uitlekken en af koelen. Bij gebruik van peren uit blik of glas deze eveneens laten uitlekken en bijsnijden. Voor de saus de maizena met een deel van de koude melk aan mengen tot een glad papje. De rest van de melk met zout aan de kook brengen. De melk binden met de mai zena. De saus even laten doorkoken en op smaak afmaken met suiker en va nillesuiker. De saus onder af en toe roeren laten afkoelen. De borstplaat vormen van de puddinkjes nemen, op ieder puddinkje een halve peer leggen met als klepel van de ldok een halve geconfyte kers. Om iedere pudding een hoeveelheid saus gieten. KERSTMENU II Kop tomatenbouillon Kip gebraden met kruiden Kropsla Aardappelcroquetten Appeltaart Pikante braadkip 1 braadkip, zout, 100 g boter of mar garine, 100 g verse champignons of een klein blikje champignons, 1 ui, wortel tjes, peterselie, foelie, peper, tijm, 1 eetlepel tomatenpuree. De kip in stukken snijden en zouten. De ui schoonmaken, fijn snipperen en in de boter of margarine smoren. De stukken kip toevoegen en bruin bak ken. De worteltjes en de peterseiie schoonmaken en kledn snijden en met een stukje foelie, peper en zeer weinig tym bij de kip voegen. Het geheel een door JORGEN CLEVIN NIEUW VLIEGTUIGMODEL Hierbij is een geheel nieuw vlieg tuigmodel afgebeeld. Kijk de teke ning maar eens goed aan en pro beer of je ze kunt natekenen. Voor de rechte lijnen gebruik je natuur lijk een lineaal. Probeer ook de juiste verhouding tussen lengte en breedte vast te houden. Je kunt de vogelkop uitknippen en op stevig papier plakken. Figuur 1 laat de vogel zien en figuur 2 hoe je hem moet vouwen. De twee vogelkopjes worden aan elkaar gelijmd; van te voren moet je precies onder de kop van de vogel een lucifer of een dunne spijker bevestigen. Daardoor wordt de vogelkop zwaarder en vliegt hij beter. Je moet zelf goed uitknobbelen of de spijker zwaar genoeg is. Zo neen, dan kun je nog een paperclip of iets dergelijks aan de snavel bevestigen. EEN RAADSEL Peter zegt: „Als je mij een koe geeft, heb ik er tweemaal zoveel als jij." Hierop antwoordt Hans: „Het zou eerlijker zijn wanneer jij er mij een gaf; dan hadden we beiden evenveel." Hoeveel koeien had ieder •jflA SUDJJ us U0A9Z ie prnj Jejej rpiooMjuy EEN KERSTGESCHENK Een étui voor de sleutels of de poederdoos vormt een leuk geschenk voor onder de Kerstboom en bovendien is het niet moeilijk te maken. Het materiaal bestaat uit een stuk gekleurd vilt ter grootte van 17 bij 19 centimeter en een gordijnring met een door snede van 2 a 3 c.m. Het vilt kun je o.a. verkrijgen uit een oude hoed, waaruit je een stuk van de gewenste grootte knipt. Het vilt moet eerst terdege schoongemaakt, bevochtigd en gestreken worden. Daarna wordt het vilt dubbel gelegd, figuur 1 van de teke ning uitgeknipt en aan één zijde een aardig monogram geborduurd. Vervolgens wordt de gordijnring omwonden met een smalle strook vilt, die zorgvuldig wordt vastgemaakt en dan wordt hij in een 9 centimeter lange lus getrokken, die als hengsel dienst doet. Het dubbele vilt wordt in de hand in elkaar gestopt, waarbij het hengsel gelijktijdig wordt inge naaid, zoals fig. 2 aangeeft. De buidel wordt gesloten, door de opening samen te vouwen en door de ring te trekken, (figuur 3). half uur zachtjes laten braden met een deksel op de pan. De stukken kip uit de pan nemen, water toevoegen en de jus zeven. Alles weer in de pan doen en nog 15 minuten stoven met schoon gemaakte en in stukjes gesneden champignons (of champignons en vocht uit een blikje) en een eetlepel tomatenpuree. De jus goed proeven en op smaak afmaken met zo nodig zout en peper. Aardappelcroquetten 10 stuks) 1 kg aardappelen, zout, 2 eieren, 100 g boter of margarine, 2Vz dl melk, noot muskaat, peper, paneermeel, frituurvet. De aardappelen schillen, wassen en gaarkoken in weinig water met zout. De aardappelen afgieten, even droog- stomen en fijnstampen. Met de melk en de boter of margarine een gladde luchtige puree maken. De puree op smaak afmaken met zout, peper en geraspte nootmuskaat. De aardappel puree dient goed pittig van smaak te zijn. Wanneer de puree iets afgekoeld is, een ei erdoor kloppen. De puree koud laten worden. Van de puree cro- quetten vormen en deze door paneer meel wentelen. De croquetten goed rollen en zorgen, dat ze geen barstjes vertonen. Een ei los, maar niet schui mig, kloppen en met een weinig water of mtelk verdunnen. De croquetten door het eimengsel wentelen en daarna weer door paneermeel. De aardappelcroquetten in heet fri tuurvet snel warm en bruin bakken. Verhaal voor de kleintjes die niet gewassen wilde worden Er was eens een sok, een witte sok met een rood-groen randje, die niet gewassen wilde worden. Het water was hem te nat en de zeep vond hij akelig. Dat vind je misschien wat vreemd, maar dat is het toch niet. Er zijn ook heel veel kinderen, die water te nat en zeep akelig vinden waarom een sok dan niet? De sok was van Anneliesje, een klein meisje, en omdat kleine meisjes en kleine jongetjes natuurlijk even goed —nu eenmaal twee voeten hebben, be hoorde bij deze sok nóg een sok één voor elke voet van Anneliesje. Toen Anneliesje de sokken een paar dagen had gedragen, waren ze een beetje vuil geweest, en daarom moes ten ze worden gewassen. De éne sok nu vond dat helemaal niet erg. hij wou graag weer schoon worden, maar. zoals ik je al verteld heb. de andere vond het verschrikkelijk. En nadat het dienstmeisje nog eens flink het water uit hem had geknepen en hem daarna aan de waslijn had gehangen met een dag haar oma bezoeken. De sok die niet gewassen wilde worden vond het niet erg wat Anneliesje hem aandeed daar was hij tenslotte sok voor. Sokken zijn er nu eenmaal om te worden gedragen, 's Avonds, voor ze neer bed ging, trok Anneliesje haar sokken uit en moeder zei: „Ze zijn al weer vuil. Anneliesje. Geef ze maar mee. dan kunnen ze morgen gewassen worden." Anneliesje gaf de sokken aan haar moeder, die ze op 'n kastje in de keuken legde. „Daar heb Je het al weer!" zuchtte de sok die niet gewassen wilde worden. Hij keek wanhopig om zich heen en zag, dat hij op de rand van het kastje lag. Dat bracht hem op een idee: voorzichtig schuifelde hij naar het uiterste randje en liet zich plof! op de grond vallen. Daar lag hij nu. met links van hem een bezem en rechts een keukenstoel. „Weet Je wat ik doe? dacht de sok. „Ik kruip achter de be zem. Dan ziet niemand me en dan kan ik ook niet gewassen worden." grote houten knijper, dacht de sok die niet gewassen wilde worden: „Dat nooit weer!" Het leek er op, alsof het inderdaad niet meer nodig was. De twee sokken met de rood-groene randjes werden in elkaar gevouwen en in een la gelegd, waar nog veel meer sokken lagen. Dat vond de sok, die niet gewassen wilde worden, heel plezierig. Hij lag laar rustig met zijn tweelingbroertje te dommelen en hij bedacht dat hij heel gelukkig en tevreden zou zijn. als hij maar zeker wist, dat hij nooit meer gewassen hoefde te worden. Als hij zich die nare tobbe water weer herin nerde. waarin hij had moeten rond dobberen. rilde hij van afschuw. Hij schrok dan ook heel erg, toen na een dag de la werd opengetrokken en een grote hand hem en zijn broertje beetgreep. Maar gelukkig, de hand 'iet hen weer los en een stem zei: „Doe de blauwe sokken liever aan. Anneliesje die zijn niet zo gauw vuil!" De hand pakte de blauwe sokken en de la werd gesloten De sok die niet gewassen wil de worden, zuchtte van opluchting. De volgende morgen echter ging de la weer open. „Mag ik nu de nieuwe sokken aan. die witte met het rood groene randje?" vroeg een meisjes stem. „Dat zijn echte Zondagssókkcn!" En zo werden de sokken uit de la ge haald Anneliesje trok ze aan en wan delde er trots als een pauw mee naar grootmoeder. Want ze ging elke Zon- Dat was wel wat dom gedacht au de sok. want als het dienstmeisje de bezem wegnam, zou ze de sok zien en hem natuurlijk toch wassen. Maar dat gebeurde niet. Er gebeurde iets anders. Woebie, de kleine hond. die Anneliesje op haar verjaardag had gekregen, kwam de keuken binnen- snuffelen. Hij zocht iets om mee te spelen en zag de sok. Hij gromde er naar, maar de sok deed natuurlijk niets terug. Hij zette zijn tanden erin, liet de sok los. beet nog eens. liet weer los om even hard te blaffen, en dat spelletje ging zo nog een poosje d>r, tot moeder in de keuken kwam. „Wat maak Jij een lawaai", zei ze tegen Woebie. „wat heb je daar? O, jou stoutert, een nieuwe sok van An neliesje. Je hebt hem zelfs kapot ge beten!" Moeder pakte de sok en legde hem op het kastje, naast zijn tweeling broertje. Daar bleef hij wat versuft liggen. En de volgende ochtend werd hij dus toch gewassen, en hij vond dat het deze keer best meeviel. Maar nu moest hij gestopt worden, omdat Woebie hem kapot gebeten had. Dat vond hij akelig: telkens prikte de scherpe naald door zijn witte garen lijfje en telkens riep de sok: „Au! Maar dat hoorde niemand. En het ergste was nog. dat hij die pijn aan zichzelf te wijten had! M. F B.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 13