Leids
tegen
Bij-
president - curator protesteert scherp
traagheid van
overheidsheslissingeii
opening van Gravensteen
studiecentrum
Minister Cals liet verstek gaan
als juridisch
Shaw's „Applecart" succesvol
in Leidse Schouwburg herleefd
slechts de tralies voor de Zeer oud in zeer modern gewaad
94ste Jaargang
Woensdag 7 December 1955
Tweede Blad No. 28698
St. Bureaucratius en St. Juttemis
(Ingez. Med.-Adv.)
Het heelt in de bedoeling gelegen, dat Minister J. M. L. Th. Cals van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gistermiddag het Leids Juridisch
Studiecentrum in het Gravensteen tussen Gerecht en Pieterskerlcplein zou
openen. Minister Cals was evenwel afwezig, waardoor de opening plaats vond
zonder ministeriële luister en buiten afwezigheid van een officiële ministeriële
vertegenwoordiger.
Niet van Ministeriële zijde, doch van de zijde van de Universiteit, bij
monde vooral van de president-curator, werden daardoor de meest opmer
kenswaardige woorden bij deze opening gesproken. Woorden die er geen
doekjes om wonden dat het Rijk tot in den treure getalmd heeft met beslis
singen, waardoor uiteindelijk lang tevoren ontworpen projecten voor veel
grotere bedragen dan eertijds benodigd waren tot stand kwamen. De tragiek
van deze tijd noemde hij de besluiteloosheid, die schatten gelds kost.
In zijn toespraak somde baron de Vos van Steenwijk talloze bouwprojecten
op, die op een overheidsbeslissing wachten. Dit lijstje bood hij op de verjaar
dag van Sint Nicolaas aan aan Sint Bureaucratius in de vurige hoop, dat
die laatste naam niet een pseudoniem mocht blijken te zijn voor Sint Juttemis.
Burgemeester dankbaar
Nadat prof. mr H. F. W. D. Fischer,
decaan van de juridische faculteit en
beheerder van het door de gemeente
aan de Universiteit tot het jaar 2000 in
gebruike gegeven Gravesteen, de aan
wezigen welkom had ge-heten in de
grote collegezaal (de voormalige vier
schaar), gaf burgemeester jhr mr F. H.
Van Kinschot een historisch overzicht
over het van eeuwen her daterende
Gravensteen, dat in het midden van de
vorige eeuw aan zijn oorspronkelijke be
stemming als centrum voor de recht
spraak en uitoefening van het recht
werd onttrokken om vervolgens uiteen
lopende bestemmingen te hebben, zoals
militaire magazijn en magazijn van een
antiquaire boekhandel.
Dank bracht spreker aan de uitvoer
ders en medewerkers van de restauratie
en de medewerkers aan de inrichting
voor de thans gevonden bestemming als
juridisch studiecentrum van de Leidse
Universiteit. Namens het gemeente
bestuur droeg spreker de zorg via het
Rijk aan de Universiteit over in de hoop
dat dit historische gemeentelijke com
plex bij zou mogen dragen tot de ver
steviging van de roemruchte naam der
Leidse Academie.
Aanloop tot aanklacht
De president-curator, dr J. E. baron
de Vos van Steenwijk. aanvaardde na
mens de Universiteit die bruikleengave
in grote dank.
Hij schetste in de geest van het ver
haal over Saidja en Adinda( met een
tonigheid en al) de moeizame onder
handelingen tussen gemeente. Universi
teit en Riik over de mogelijkheden, het
Gravensteen tot juridisch centrum van
de Leidse Academie te maken. Telkens
weer stuitten voorstellen af op besluite
loosheid van het Rijk of te lang uitstel
van beslissingen.
Daarbij merkte spreker op, dat in
1951 een voorstel van gemeentewege,
via de Universiteit aan het Ministerie
kenbaar gemaakt, o.m. verworpen
werd op grond van „ondoelmatigheid".
Spreker achtte het niet aan de Mi
nister een oordeel te vellen over doel
matigheid op wetenschappelijk en
onderwijskundig terrein, waar een
voorstel op dit terrein wordt gedaan
door de Universiteit op grond van ad
viezen en het oordeel van de juridi
sche faculteit.
Dank zij Leidsch Universiteits Fonds
en Moddermanstiohting, en vooral dank
zij het persoonlijk ingrijpen van prof.
Van Eysinga is het uiteindelijk gelukt,
het Rijk zover te krijgen dat het ac-
coord ging met zeer schappelijke ge
meentelijke en Universitaire voorstellen,
waarvan de verwezenlijking het Rijk en
de andere betrokken instanties en in
stellingen overigens veel meer gekost
heeft dan het aanvaarden van overeen
komstige voorstellen jaren eerder.
De tragiek van deze tijd is, dat de
blijkbaar door die tijd gestimuleerde
besluiteloosheid handen vol geld kost.
Prof. Fischer
die als decaan
van de juridi
sche faculteit
het herboren
Gravensteen
als Juridisch
Studiecentrum
aanvaardde.
Een spreuk in dien zin zou de heer
De Vos van Steenwijk gaarne in alle
departementen verspreid willen zien,
en speciaal in het Departement van
Financien duidelijk zien opgehangen.
Op 13 Januari 1953 was het dan ein-'
delijk zover, dat overeenstemming werd
bereikt over het Gravensteen in dien
zin. dat het tot het jaar 2000 in bruik
leen door de gemeente zou worden af
gestaan aan de Universiteit om er een
juridisch studiecentrum in te vestigen.
De gemeente zou de uitwendige restau
ratie bekostigen, het Rijk de inrichting,
respectievelijk bedragen van twee en
drie-en-een-halve ton.
Trojaanse oorlog
Het slot van het langdradige liedje
was. dat de onderhandelingen over de
vestiging van dit ene instituut op be
schikbare grond in een beschikbare
ruimte negen lange jaren hebben gevor
derd. bijna evenlang als de gehele Tro
jaanse oorlog.
Het speet spreker, dit niet in tegen
woordigheid van Minister Cals te kun
nen zeggen, maar die was niet aanwe
zig, evenmin als een vertegenwoordiger.
De president curator hoopte echter van
harte, dat zijn woorden desondanks tot
het departement zouden mogen door
dringen
Waarschuwing
Hij verbond hieraan een ernstige
waarschuwing. In dit tempo kan z.i.
de ruimtelijke uitbreiding van de
Leidse Universiteit niet doorgaan.
Dit tempo is erbarmelijk en fataal.
De bouwstop kan niet als een excuus
gelden, want voor talrijke projecten
moet eerst nog een geschikte plaats
worden gevonden en moeten plannen
worden uitgewerkt. Daar kan men
zich, indien de overheid meewerkt,
reeds thans mee bezighouden.
De faculteiten hebben een verlang
lijstje ingediend op het gebied van de
ruimtelijke uitbreiding voor de ko
mende decennia. Dit verlanglijstje is
aan de overheid aangeboden. Spreker
hoopte, het woord voerend op deze
verjaardag van Sint Nicolaas, dat dit
verlanglijstje, aangeboden aan die
andere heilige Sint Buraeueratius,
vervuld zou mogen worden, als ten
minste niet de laatste naam een
pseudoniem mocht blijken te zijn voor
Sint Juttemis!
A rchitectonische
toelichting
Na een langdurig applaus als instem
ming met deze laatste woorden van de
president curator sprak ir H. van Oerle,
een van de architecten van de restau
ratie en inrichting, over de moeilijkhe
den die bij deze werkzaamheden moes
ten worden overwonnen. Toen hij twin
tig jaar geleden plannen voor restau
ratie moest opstellen, vond hij in het
gebouw negen kilometer volgeladen
boekenplanken van het antiquariaat
Templum Salomonis, benevens andere
obstakels die een opzet van plannen
ontstellend in de weg stonden. Uitvoerig
stond ook deze spreker stil bij de histo
rie van het gebouw, waarna hij het ini
tiatief van Oud Leiden roemde, in 1937
genomen, om tot restauratie van het
complex over te gaan.
Hij dankte alle medewerkers aan de
verwezenlijking van die plannen en
droeg het resultaat dier werkzaamheden
over aan de Universiteit.
Centrum en bibliotheek
Dr A. Kessen, bibliothecaris van de
Universiteitsbibliotheek, schetste de
moeilijkheden, aantrekkelijkheden en
mogelijkheden van een gecoördineerde
decentralisatie van het Universitaire
boeken- en tijdschriftenbezit en de
voordelen van een vak-specialistische
literatuurverzameling. Hij voelde zich
zeer voldaan over de prettige samen
werking, op dit gebied ondervonden van
de juridische faculteit.
In de ban van Justitia
De heer T. J. Bierman sprak een kort
woord als praeses van de medische stu
denten faculteit, waarin hij dank bracht
namens de studenten voor de inrichting
van dit centrum in Gravensteen, dat
indertijd als gevangenis bekendheid
verwierf doch waarvan hij hoopte, dat
het in de toekomst velen als gevange- j
nen in de ban van Vrouwe Justitia zou
mogen herbergen.
Juridisch laboratorium
De decaan van de juridische faculteit
prof. Fischer herinnerde er aan, dat
prof. Meijers reeds onmiddellijk na de
bevrijding aangedrongen had op de
vestiging van een ..juridisch laborato
rium" waarin leeskamers, een leeszaal
en vooral ook kleinere ruimten voor
groepsbijeenkomsten een plaats zouden
vinden. Niet alleen voor onderwijsdoel
einden, ook voor de beoefening der
rechtskundige wetenschap zelve achtte
spreker de tot standkoming van dit
centrum van buitengewoon groot belang.
De bibilotheek van wijlen prof. Meij
ers zal in dit gebouw een aparte'plaats
verwerven, die zeker zijn instemming
zou hebben gehad. Spreker betreurde,
dat niet alle juridische vakken hier een
onderdak kunnen vinden (zoals straf
recht en sociologie met aanverwante
vakken) doch achtte dit niettemin een
centrum van onschatbare waarde.
Hjj bracht tot slot dank aan alle
medewerkers en initiatiefnemers.
Na de toespraken maakten de aanwe
zigen een rondgang door het gebouw,
waarna in de benedenvertrekken ver
versingen werden genuttigd tijdens een
genoeglijk samenzijn.
f Ingez. Med.-Adv.)
De inrichting van het
GRAVENSTEEN
verzorgde
Fa. H. Pracht Zn.
Woninginrichting sinds 1868
VLIET 9 - LEIDEN - TEL. 20311
Subliem spel der
Nederlandse Comedie
De Nederlandse Comedie heeft nog
eens gegrepen naar Shaw's „Apple
cart". In 1929 schreef Shaw deze satire
op de democratie, reeds in 1930 door
Cor v. d. Lugt Melsert hier gebracht
met het Hofstadtoneel en met hem
zelf in de rol van koning Magnus. Nu,
na 25 jaar komt dit blijspel weder
om onder de titel „De keizer van
Amerika" opnieuw ten tonele.
En, hoe vreemd het mag klinken, deze
satire boeit nog altijd. Enkele strophen
slaan zelfs scherper aan, dan ten tijde
van het ontstaan van het stuk, dat fei
telijk de naam toneel niet verdient.
Want er is geen handeling van enige be
tekenis. er wordt alleen maar gepraat en
nog eens gepraat, tot zelfs in zeer lange
monologen. Niettemin houdt het de
Gravensteen 1955
De vierschaar is tot collegezaal
jebouwd. een licht lokaal met
blank-beuken banken en katheder.
de oor-
i vaarin
vensters herinneren aan
spronkelijke bestemming.
(Foto L.D./Van Vliet.)
rr .nrrrimifirS
««ifrfSl fggggpl
mik
v*r*mÊÊÊ mHMH
«ww «luiHJuiiu .li
in WÊÊ
De schepenkamer boven de I
oorspronkelijke vierschaar is om*
getoverd in een aantrekkelijke i weinig herinnert aan het oorspron-
moderne leeszaal, waarin slechts kelijk karakter van het gebouw.
1 (Foto LD./Van V11«M
I eel verloren bij grote winst
Het is buitengewoon moeilik, een oordeel te vellen over het nieuwe Graven
steen. Het Gravensteen is nu eenmaal niet nieuw, het is oud in de eerste plaats.
Maar het is in een nieuw gewaad gestoken, om een nieuw doei te dienen. Niet een
nieuwe geest, maar een nieuw doel. Indertijd was het een plaats van rechtspraak
en voltrekking van vonnissen. Nu is het een plaats geworden van beoefening der
rechtswetenschap en opleiding van dienaren van het recht. Die doeleinden liggen
heel ver uit elkaar, hoezeer zy elkaar ook raken. En de t\jden van het Gravensteen
van weleer en het Gravensteen van nu liggen eveneens hemelsbreed onmeetbaar
van elkaar. Men vergelijke slechts de enkele intact gebleven kerkers van toen met
de heldere, aantrekkelijke grote collegezaal in de voormalige vierschaar van thans.
Uit die vergelijking spreekt duidelijker dan boekdelen historie- en restauratie
geschiedenis de moeilijkheden, waarvoor de restaurateurs gesteld werden om met
behoud van het verleden een voor de moderne tijd bruikbaar geheel te scheppen.
van <ie restaurateurs en architecten,
doch van het feit, dat men met bestaan
de vormen rekening diende te houden.
Zeer verdienstelijk lijkt ons het alge
mene streven, om een moderne doelstel
ling te verwezenlijken in een passende
historische sfeer, maar teveel is naar
onze mening daarbij als uitgangspunt
genomen, dat interieur en aankleding
modern dienden te zijn. desnoods met
opoffering van het karakter van het
gebouw.
Samenvattend: de vormen zijn behou
den. de nieuwe doeleinden gediend, maar
de historie (wat het inwendige betreft)
ontluisterd.
Details
Van de grote zalen als de vierschaar
en de schepenkamer zijn een collegezaal
en een grote leeszaal gemaakt, beide
voortreffelijk naar moderne begrippen
geoutilleerd. De eerste uitgevoerd in een
zakelijk maar niettemin aantrekkelijk
blank beukenhout, de laatstgenoemde
met toepassing van de moderne inzich
ten in een verhoging van de aantrekke
lijkheid in architectonisch opzicht van
boeken-galerijen en strakke leestafels
Deze beide zalen zou men een onderdeel
kunnen achten van een nieuw-project,
en dit is enerzijds een grote verdienste,
doch anderzijds een aanklacht omdat dit
een sfeer-verlies betekent.
Noodzakelijk offer
Niet overal zijn de architecten Van
Oerle en Schrama er in geslaagd, de
oude sfeer te handhaven. Hoe kon dat
anders?
De bestemming als juridisch studie
centrum vereiste nu eenmaal, dat er
modern ingerichte, modern verlichte vlot
toegankelijke, practisch hanteerbare
ruimten ontstonden, die aan de juridi
sche wetenschap ten goede zouden ko
men.
Bij een rustige beschouwing van de
nieuwe aanblik van het interieur van
het Gravensteen blijkt, dat aan de
oorspronkelijke opzet van het gebouw
en de voornaamste architectonische
lijnen geen geweld is aangedaan. Maar
in detail is de eerbiedwaardige ouder
dom in sterke mate verdrongen door
de moderne zakelijkheid.
De ..vierschaar", een juweeltje van
zeventiende eeuwse interieur-harmonie,
is herschapen in een op zichzelf archi
tectonisch zeldzaam aantrekkelijke col
legezaal, die echter op geen enkele wijze,
noch in behoud van het bestaande, noch
in vormgeving van het nieuwe, iets van
het roemrijke verleden laat zien
In vele opzichten is men er in ge
slaagd, de oude sfeer van het Graven
steen te handhaven, doch dit lijkt ons
ln eerste Instantie niet de verdienste
aandacht volkomen gespannen vast. het
geen wel by uitstek pleit voor het bril-
lante en tegelyk speelse vernuft van
deze Eengelse auteur van wie niettemin
vele stukken door de tyd zyn achter
haald, Men moge aanvoeren, dat Shaw
de democratie wel byzonder scherp op
de korrel neemt en het koningschap
daarentegen ophemelt tot en met. beide
af en toe zelfs tot in het belachelijke,
maar het geheel is zo gekruid en geestig,
dat toch steeds blijft overheersen het
begrip met een satire te doen te heb
ben, hetgeen trouwens geen moment
vergeten dient te worden, anders zou
men tot een verkeerd oordeel komen.
Welk een prachtige figuur heeft Shaw
getekend in de persoon van koning
Magnus en hoe fijntjes laat hij deze
overwinnen in zijn strijd met de demo
cratie! En tevens doorzien het zo fa
meus gevonden voorstel van Amerika
om terug te keren tot het Britse Geme
nebest met de bedoeling zodoende het
oude Engeland te veroveren, naar welke
korte episode het stuk zijn Hollandse
titel heeft gekregen.
Maar dat deze satire een zo gunstige
terugkeer te beurt valt in plankenland,
moet voor een niet gering deel. mis
schien zelfs wel voornamelijk, worden
toegeschreven aan de sublieme vertol
king, door de Nederlandse Comedie er
aan geschonk.en. Over vrywel de ganse
linie.
In de eerste plaats brengt Han Bentz
van den Berg. koning Magnus zo ko
ninklijk ten tonele, dat het een lust is
deze meesterlijke creatie te volgen. Het
is werkelijk een topprestatie, die de aan
net slot speciaal hem geldende ovatlfc
ruimschoots verdiende. Hoe fijntjes v?n
Ironie en zelfs ln de enige monologen
pittig en overtuigend! Aan zyn vele
glansrollen heeft Han Bentz v. d. Berg
er weer een toegevoegd!
Naast hem willen we in één adem
noemen de minister-president van Paul
Huf. die. hoe gewiekst ook, toch het
spel teeen de koning verliest, en de ech
te volksmenner Boanerges van Johan
Fiolet. die misschien nog innerlijk het.
fatsoenlijkst is en blyft temidden van
net corrupte en alleen op eigen voordeel
bedachte ministerie, beheerst door de
„slooptrust". Ook deze ministers werden
stuk voor stuk krachtig getypeerd; spe
ciaal de beide vrouwelijke Speelde Mi
mi Boesnach ook in 1930 niet Amanda?
Ietwat zwakker waren de koningin en
koning's maitresse Orinthia, resp. in
handen van May Vollenga en Andrea
Domburg De eerste bleef ietwat schools,
de tweede, hoewel verleidend, en verlei
delijk, bleef o.i. wat te uiterlijk. Ameri-
ka's gezant André v. d. Heuvel was
Ietwat te luidruchtig. Het was een keu
rige vertoning, de serie Groot Toneel
van K. en O., waarvoor het werd ge
bracht, volkomen waardig.
Vesseur had voor goede decors gezorgd.
M.
De Stichting „Oud Poelgeest" te
Oegstgeest. organiseert van 2 tot 7 Ja
nuari een Pantomime- en Mimecursus.
De cursus staat onder leiding van C.
M. Bsse van Heemstra en ds J. M.
Hoekstra. Artistiek leider is Jan Bronk,
directeur van de Stichting Nederlandse
Pantomime te Amsterdam.
Het dualisme van dit oordeel tekent
de gehele inrichting. Dit dualisme be
staat uit een moderne ..Sachlichkeit" in
nieuwe zin met alle verdiensten van het
(in veler ogen ten onrechte verouderde)
begrip der aanpassing aan de etsen des
tyds, en anderzijds een handhaving van
het bestaande in grove vorm. Noch de
tail noch bestemming der onderdelen
strookt met wat het Gravensteen eens
was. Een uitzondering hierop vormt mis
schien het tentamen-kamertje, dat ln
een van de voormalige cellen Ls onder
gebracht. Hier is zowel de sfeer behou
den als de bestemming aangepast
Men kan moeilyk volhouden, dat de
vierschaar van weleer iets te maken
heeft met de collegezaal van thans, noch
dat de schepenkamer daarboven over
eenstemming vertoont met de leeszaal
van het ogenblik Een deel van de ker
kers is ingericht als plaats voor de cen
trale oliestook-verwarming, gevangenis
cellen z(jn ln magazjjnen omgetoverd.
Conclusie
Zoals wy reeds schreven: het ls moei
lijk geweest een synthese te vinden tus
sen oud en nieuw. Nemen w(j aan dat
dit een onmo2elyke opgave is geweest,
dan kunnen wy niet anders concluderen,
dat men er in is geslaagd iets voortref
felijks samen te stellen.
Het is van harte te hopen, dat de
Universiteit een vorm vindt waarin het
voor een breder kring dan die harer
cives mogelijk is, kennis te nemen van
de nieuwe gedaante van het Graven
steen, een van de oudste monumenten
van de Sleutelstad. Die kennisneming
*al ongetwijfeld de confrontatie zl]n
•net vooruitstrevend modern alswel
indrukwekkende historie. Moge uit die
combinatie voortvloeien, dat de doel
stelling van dit complex in verleden
*n heden hetzelfde ideaal tracht te
genaderen, dat onafhankelijk van de
tjjd ls: het recht, mede waaraan Lel
den als Academiestad haar wereld
faam ontleent.