PIJP, SIGAAR EN SIGARET ZIJN UITGEVONDEN IN AMERIKA PAGINA 4 Beringstraat vormt grens tussen tabak en opium ZATERDAG 29 OCTOBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL Tabak, symbool van vrede K._ Cayuga's. Seneca's en Iroquezen verbranden hun heilige tabak op een vaartje, terwijl hun opperhoofd gebeden richt tot het Opperwezen. Meest verbreide genotmiddel ter wereld (Bijzondere medewerking) „Onze familie Is steeds matig geweest", schreef John Nairne lang geleden aan zRn oudste zoon, „en gaf zich nooit over aan de verfoeilijke losbandig heid van tabak roken. een aanloop tot leeglo- perR en dronkenschap. Daarom, Jack, mijn zoon, schrijf mij nooit meer, dat Je een pijp rookt...". Zonder weerga in de geschiedenis is de zegetocht van de tabak over de aarde in de loop der laatste twee a drie eeuwen. Alom ter wereld is tabak thans een dagelijks gebruiks artikel en voor ettelijke millioenen mensen zelis een onmisbaar iets. Zó opzienbarend is de verovering der aarde door de tabak, dat een ern stig geleerde, de volkenkundige Barthold Laufer, die verovering bestempelde als een der be langwekkendste verschijnse len uit de cultuurgeschiedenis. Lauier voegde er aan toe, dat geen gewas zó bevorderlijk is geweest aan de gezelligheid als de tabak, die daardoor zijn oorspronkelijke functie Symbool van Vrede trouw bleef. En een vakgenoot van Laufer. professor Linton, noemde de tabak zelfs „een der grootste geschenken van de Nieuwe Wereld aan de Oude Wereld." Nog heden ten dage kweken de Indianen gewijde tabak voor hun samenkomsten en godsdienstige plechtigheden ln dorp en wildernis. VANOUDS TEGENSTANDERS WIE zich verdiept in de geschie denis van de tabak en het rookgenot, bemerkt al spoedig, dat er van meet aan af tabaksvijanden waren en dat menigeen de tabak veel eer een bron van ergernis en kwaad dan van genot vond. John Nairne, Heer van Murray Bay, vatte de be zwaren der 18de eeuwse antl-tabak- mensen aardig samen, toen hij zijn oudste zoon Jack, die in Gibraltar ln garnizoen lag, schreef: „Onze familie is steeds matig geweest en gaf zich nooit over aan de verfoeilijke losban digheid van tabak rokeneen aan loop tot leegloperfj en dronkenschap. Daarom, Jack, mijn zoon, schrijf me nooit weer, dat Je een pijp rookt!" On geveer tezelfdertijd decreteerden de autoriteiten in Massachusetts op poe ne van een boete van een daalder, dat niemand ln het openbaar of thuis met verwanten of vrienden een pijp mocht roken. Niettemin rookte in Massachu setts iedereen, die er lust ln had. En de verbodsbepaling ging de weg van vele soortgelijke bepalingen: Zij werd niet gehandhaafd en geraakte in het vergeetboek. En hoe is er, zelfs tot voor kort, gestreden tegen de rokende vrouw! Toch ls thans ln vele kringen een vrouw, die niet rookt, een zeld zamer verschijnsel dan een vrouw, die wel een sigaret aanvaardt. DE VREDESPIJP DE tabak deed als vredessymbool zijn intrede ln de geschiedenis en wel bij de Noord-Amerikaan se Indianen. Toen de eerste Europea nen ln Canada doordrongen, kenden en verbouwden de Inboorlingen, voor al de Huron-Iroquois Indianen, de ta bak reeds. De Bleekgezichten verna men van hen, dat het sedert oeroude tijden een Indiaans gebruik was ge weest, dat leden van verschillende stammen, die elkaar ontmoetten, een pijp tabak de vermaarde vredespijp samen rookten. De Europeanen na men dit gebruik bij hun contacten met de Indianen over. Drie eeuwen geleden waren er dan ook geen besprekingen onderhandelingen of andere vriend schappelijke samenkomsten tussen In dianen en Blanken, waarbij de vredes pijp geen rol speelde. Pelshandelaren, Jagers, voortrekkers, ambtenaren, zij allen rookten dan mede. Samuel de Champlain, die ln 1615 een reis maak te langs de Ottawa-Rivier, stelde zijn ervaringen als volgt te boek: „Elk der aanwezige Indianen stopte zRn pijp De ene na de andere bood mij zijn pijp aan. Op deze wijze bracht lk een hall uur zoek zonder een woord te zeggen, want het gebruik schrijft zwijgen voor. Pas na zwijgend volop te hebben ge rookt, maakte lk de krijgers duidelijk, dat het doel van mijn reis was, hun te verzekeren, dat lk hun goed gezind was en de wens koesterde, hen ln hun oorlogen te helpen." Ook „rouwe" tabak gebruikten de Indianen en wel als offerande voor de Geesten. Champlain beschreef zulk een tabaksoffer eveneens: „Nadat de In dianen hun kano's bij de voet van een waterval hadden gebracht, dromden ze samen. Eén hunner ging rond met een houten schaaL Iedere aanwezige legde er wat tabak op. Nadien plaatste de collectant de schaal midden ln de groep. Alle Indianen begonnen vervol gens te dansen en te zingen. Daarna hield een der hoofden een toespraak. Deze tabaksoffers zei hi) bevei ligden de stam tegen zijn vijanden. Nalatigheid zou ongeluk brengen. Toen nam hij de schaal met tabak en wierp deze in een grote pot. Alle aanwezigen stieten een wild gehuil uit." GEWIJDE TABAK ER was ln de 17de eeuw ln Canada zelfs een Idianenstam, die het „Tabak-Volk" heette. Champlain zegt van deze stam, dat zijn leden ta bak verbouwden en een levendige han del in dit kruid dreven met andere stammen. Een halve eeuw geleden brachten de Seneca-Indlanen nog ta baksoffers aan de Grote Geest. Eens per Jaar plaatsten zij een witte hond (speciaal voor dit doel gefokt) op de brandstapel. Vervolgens nam het op perhoofd uit een mandje een handvol gewijde tabak (speciaal verbouwd), verpulverde deze, wierp de tabak in het vuur en sprak gebeden uit tot de „Vader van de Zon", terwijl de stam genoten oude rltuële liederen zongen. Hij hoopte aldus te bereiken, dat de ziel van de hond met de gebeden door de tabaksrook hemelwaarts zou worden gedragen. Heden ten dage verbouwen de Cayuga's, de Seneca's en andere In dianenstammen In Canada en de Verenigde Staten nog steeds een spe ciale soort tabak, die als gewijd at heilig geldt en die z*j bi) plechtige of godsdienstige samenkomsten ge bruiken. Die velden met gewijde ta bak vereisen bijzondere zorg. De boze geesten moeten op tijd worden ver dreven. Storende invloeden moeten worden geweerd. De kweker gaat herhaaldelijk gemaskerd naar het veld om te zorgen, dat de geesten en demonen hun handen afhouden van het gewas. BLANKE ROKERS ANVANKELIJK was het gebruik van tabak beperkt tot samen komsten met een officieel en re ligieus karakter. Na de komst der Blanken werd dit andera Want er is geen twijfel, dat het roken van tabak als gewoonte of ontspanning een uit vinding der Bleekgezichten was. De Spanjaarden waren er na hun komst in Amerika al vrR spoedig mede begon nen. Toen de Franse kolonisten en Ja gers zich in Canada vestigden, namen ook zfj de gewoonte aan van pijp ro ken. Zij beperkten zich niet tot de vredespijp, doch rookten ook ais zij op him sneeuwschoenen en gewapend mat geweren tegen de Indianen ten strijde trokken. De Roodhuiden namen op hun beurt het roken voor genoegen allengs van de Blanken over. Het was André Thévet, die de tabak in Zuid-Afrika ontdekte. De "Fransman Jean Nicot van Nlmes was een der gersten, die er „proeven" mee "«m De naam van Nicot leeft nog voort ln de wetenschappelijke naam van de ta baksplant, te weten: 1. Nicotians ta- bacum, de somt, die de Europeanen in Mexico, West-Indlë en Zuid-Ame- rlka aantroffen en die de „stammoe der" is van alle hedendaagse tabak ken; 2. Nicotlana rustics, de soort, die —sterker dan de Nlootiana tababcum aangetroffen werd ln het Oosten van Noord-Amerlka en aldaar door de Inboorlingen werd verbouwd. Aanvankelijk pasts men ln Europa de tabak vrijwel uitsluitend toe als medicijn tegen sommige kwalen. In 1566 leerde de Engelse zeeman John Hawkins zijn beste vrienden de kunst van roken. Raleigh, eveneens een zee man en veroveraar, was de man, die het rookgenot „deftig" maakte en het ingang deed vinden ln de eerste krin gen der Engels» samenleving. Let wel: Alleen voor mannen! In Virginia, een der oudste kolo niën van Engeland ln de Nieuwe We reld, kwam het gebruik van pijp roken omstreeks 1600 ln zwang. In 1608 had een Engelse pijpenmaker, Robert Cotton, ej bloeiende pRpen- makerU in Virginia. Tot op de hui dige dag zijn de woorden „Virginia" en „tabak" zeer nauw verbonden ge bleven. Pijpen behoorden van 1600 af tot de goederen, die de Indianen ontvingen als betaling voor de stuk ken grond, die de Engelsen kolonis ten van h enkochten. Oe „eigenbouw" (Nicotlana rustica) der Indianen in Oostelijk Noord-Ame rlka was zo zwaar, dat hij niet ln zui vere vorm kon worden genoten. Daar om vermengden zowel de Indianen als de eerste blanke rokers hem met bla deren en bast van andere gewassen. Het mengsel noemde men kinnlklnick, een naam, die men thans ln Canada nog hier en daar aan de tabak geeft. Een indiaanse medicijnman bezweert de kwade geesten ter bescherming van de tabaksoogst* bruikeHJke pijp. Pijpen en tomahawks leverden de blanke pelshandelaren en kolonisten aan de Indianen ln ruil voor pelzen en land. Zowel in Europa als, na 1800, ln Amerika waren er tal van bedrijven, die zich speciaal toelegden op de vervaardiging van pijpen en strijdbijlen (tomahawks) voor de han del met de Indianen. N' SNUIF EN COCA AUW verwant met het pijp-roken was het gebruik van sommige Indianenstammen om een gat in de grond te graven, hierin een vuur te stoken en vervolgens droge tabak te strooien op de gloeiende as. De stam genoten bogen zich dan voorover mi r* Fraai bewerkte tabakspijpen van de Eskimo's In de Beringzee. Deze bejaarde Indiaanse vrouw laat zich haar. pijp nog goed smaken. PIJP, SIGAAR, SIGARET DE Nicotians tabacum leverde op den duur het materiaal voor pijptabak, sigaren en sigaretten. Opmerkelijk Is het, dat Amerika werelddeel, waar de eerste tabaksro kers, namelijk de Indianen, leefden eveneens de drie vormen uitvond, waarin bet tabaksgenot heden ten dage voornamelijk gemaakt wordt: D» pijp, de sigaar en de sigaret. D» sigaar behoort tot West-Indlë, als mede tot het Noorden en Midden van Zuid-Amerika. De Spanjaarden na men de sigaar over van de Inboor lingen aldaar. Later vond hij zijn weg naar het Zuiden der Verenigde Staten en naar Europa, zR het, dat bij ln Engeland en Frankrijk de beide andere grote moederlanden van Amerika nooit bijzonder vee! opgang maakte. Het roken van sigaretten overheer ste van den beginne af in Mexico (waar ook pRpen werden gerookt) en Midden-Amerika. Het gebruik om si garetten te draaien kwam, in betrek kelijk recente tijden, van Mexico naar Europa en vond van hier zRn weg terug na«r Amerika. Thans is het ro ken van sigaretten vrijwel overal op aarde in zwang en ziet het er naar uit, dat de sigaret de sigaar en de pijp goeddeels zal verdrijven. Het roken van een pijp is van oor sprong een Noord-Amerikaanse ge woonte. De Indianen waren de uitvin ders. De blanken, vooral In Virginia en Frans-Canada, namen de pijp over en exporteerden het pijp-roken naar Europa. De Indianen hadden in den beginne twee typen pRp. De ene was recht als een sigarettenpijp, alleen langer, met een verbreding aan het eind om de tabak in te stoppen. Het tweede type was de „elboogpRp", het prototype van de thans alom ter wereld meest ge- inhaleerden met welbehagen de rook van de smorende tabak. Het .snuifje" is een vorm van ta baksgenot, die eveneens van Indiaan sen huize ls. Vooral de Inca's in Peru en de Azteken in Mexico reeds zeer beschaafde naties, toen de Spanjaar den in Amerika kwamen waren ver zot op snuiven. Wij weten, dat in vroe ger eeuwen het snuifje ook in Europa aftrek ln Peru en ie ook ln gering» hoevelheden aanwezig ln sommige niet* alcoholische dranken, die vrijwel over al op aarde worden gedronken. Ter Westkust van Noord-Amerika voor al bU de Haida-Indianen op de Queen Charlotte Eilanden leverde een door de Inboorlingen verbouwde plant, de wlndan, een narcoticum, dat gemengd met schelpenkalk op een schaaltje werd gebrand. De Indianen Inhaleer den de rook. Merkwaardig ls het, dat deze windan thans niet meer te vin den ls en dat geen geleerde er ooit ln is geslaagd om de plant te deter mineren. OOST Azië kwam reeds vroeg via de Europeanen in contact met do tabak. In Japan rookte reeds menigeen in het begin der 17e eeuw een pijpje. De Chinezen begonnen al in 1573 met de verbouw van tabak. Toch ls Oost-Azië, vooral China, lange tijd het land van het opiumgenot ge bleven. Thans ls dit anders, doch ge ruime tijd viel de grens tussen tabak en opium samen met de Bering-Straat tussen Oost-Azië en Noord-Amerika. Ter weerszijden van de Bering-Straat zijn pijpen in gebruik, die uitmunten door grote kunsteinnigheid en prach tig snijwerk. Het voorbeeld voor deze pijpen, die de Eskimo's thans nog ge bruiken, ls de Aziatische opiumpijp. Ten Oosten van de Bering-Straat roken de Eskimo's er tabak ln (als Amerika nen), ten Westen van de Bering- Straat dienen de pijpen voor opium roken (Azië). Opium gemengd mei rendierhaar vervangt in het Noordoos» ten van Azië veelal de tabak. Wie zot waarlyk zware pijp rookt, bezorgt zich zelf een roes en vult het vertrek, waarin hR rookt, met een stinkend® atmosfeer. Trouwens, er mogen dan be. zwaren zyn tegen het roken van tabak, veel en veel groter zRn de gevaren en bezwaren, die verbonden zRn aan het opiumgenot. SLOTACCOORD TABAK ls in de loop van drie eeuwen geworden tot een alom op aarde begeerd goed. De roke- rR heeft in vele landen zowel de landbouw als de industrie tot ont plooiing helpen brengen. Tabak be- Houten pijp van het opium-type. in gebruik bij de Eskimo's in Alaska. gaarne genoten werd. En tot voor enige Jaren stond er ln de zaal van de Se naat ln Ottawa (Canada) een snuif doos, waaruit de binnentredende se natoren vrRwel zonder uitzondering hun „prise" plachten te nemen. Roken werd pas na de komst der Europeanen een algemeen verbreid ge not (of euvel) in Amerika. Andere ge notmiddelen kenden de Indianen ook. Ter Westkust van Zuid-Amerika bij voorbeeld was dit vooral de coca. Dit narcoticum vindt nog heden ten dag» hoort, thans tot de vRftien wereld handelsgoederen met de hoogste om- zetwaarde. BRna veertig landen voe ren tabak uit. Veel meer gebieden verbouwen hem. Had de mens de oorspronkelRke functie van de tabak, die van stichter en symbool van de vrede, in ere gehouden, dan zou er thans, gezien de reusachtige omvang, die het roken heeft verkregen, geen sprake meer zRn van oorlog of strRd. Edoch (NIVANO - Nadruk verbode»)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 16