M
\y
„CHEVALIERS DU TASTEVIN"
oM
UW
SLEUTEL
ONS MENU
OP BEZOEK BIJ DE
Uniek wijnfeest in unieke omgeving
VAN DE WEEK
Be Jaargang No. 43
Saterdag 29 October 1958
hYXVT 1% IS T
n
[ERT
sr
a
31
IJ
M
GrSi
ZJ
De cour d'honneur" van het eeuwenoude Chateau Clos de Vougeot. dat de Confrérie
des Chevaliers du Tastevirf' tot imponerende zetel strekt.
Gastronomisch hoogtepunt van de hoogste
orde
(Van een bijzondere medewerker)
Chateau Clos de Vougeot, October 1955
Binnen de muren, die zes eeuwen geleden werden opgetrokken
door de Cisterciënsermonniken, metselend en beitelend in stilte en
in de geest Gods, heerst nu bij tijd en wijle de gebonden prachtlie-
vendheid van een wijnfeest.
Zo was het nu bij het honderd en twintigste kapittel van de Con
frérie des Chevaliers du Tastevin, dat tevens het Oogstkapittel was
van dit jaar. het „Chapitre des Vendanges" dat honderden oude en
enkele nieuwe ridders bijeenzag in het chateau Clos de Vougeot in
het gebied van de Bourgogne.
teren en kussen, wij bidden U verhoor
ons.
Dat de Botrytis cinerea een oogst
mogen geven van nobele zuiverheid, wy
bidden U verhoor ons.
Maar monsieur Camille Rodier, die
twintig jaar geleden deze edele Con
frérie stichtte en haar deze vorm gal,
liet zich ook met onbetuigd. Hij sprak
met alle Franse welsprekendheid,
waarover hij in overvloed beschikte
over het „verlangen" naar de wijn. het
„genot" van de wyn en de .smarten"
na de wijn. waarna hij met Frans3
zwier alle ridders een „goede nacht"
na afloop wenste.
sleutel is dezer dagen na
vraag bij U gedaan. U weet wel,
't is de actie voor vluchtelingen
hulp. Al is er sinds tien jaar
vrede over Nederland, toch .zijn
er ook in West-Europa nog
mensen, voor wie deze vrede
een bittei*e nasmaak heeft: de
politieke vluchtelingen in Duit
se en Oostenrijkse kampen op
genomen na een vlucht onder
een tyranniek bewind vandaan.
Ze wórden niet meer opgejaagd,
niet meer gekneed naar één
model van denken en leven. Deze
kampdirecties en hun regerin
gen doen wat zij kunnen, maar
zijn niet in staat deze mensen
een volwaardig bestaan terug te
geven met aparte behuizing en
kans om eigen toekomst op te
bouwen.
Uw sleutel, samen met andere
sleutels opgesmolten. heeft de
waarde van zoveel Hollandse
guldens om daarmee deze men
sen van dienst te zijn.
Ik ga van uw sleutel geen
zinnebeeldig verhaal maken.
Maar U hebt destijds die sleutel
gebruikt om uw eigen huisdeur
open en dicht te doen of om uw
privé-bezittmgen weg te bergen.
Ik weet van mensen, wier kind
ver van huis is en een huissleu
tel meekreeg ten teken: er is
een onderdak voor je en Je kunt
er bij dag en nacht in.
Die sleutel van je huisdeur
geeft het rustige gevoel dat je
je huisdeur achter je kunt dicht
doen om daarachter Je zelf te
zijn met alleen de eigen mensen
en de eigen dingen en het tik
ken van je eigen klok.
De actie voor vluchtelingen
hulp wil die kant uit: gevluchte
mensen weer iets eigens geven.
In de bijbel wordt dergelijk
hulpbetoon niet gelaten in het
vlak van algemeen-menselijke
vriendelijkheid en niet geme
moreerd alsof de hemel er bui
ten staat. Integendeel wordt
daar onze houding tot de mede
mens. vooral onze houding tot
de verdrukte medemens op veel
hoger plan gezet. Want op de
dag van het grote oordeel wordt
ook in rekening gebracht wat
wij deden met een medemens-
in-nood. Misschien zegt dit gro
te woord: „oordeel' en „dag de
oordeels" U niet veel. Misschien
vindt U Lucas van Leyden's
voorstelling over het laatste
MINNAARS VAN DE ZON
Een broederschap is het, een broe
derschap van minnaars van de goede
wijn, en eigenlijk zijn zij, als men deze
weidse ommuurde wijngaarden aan
schouwt, waar de wijn is gerijpt in
de zon. minnaars van de zon.
Ge moet daar met licht over den
ken. De Fransman zegt: ,X.e vieillisse-
ment du vin c'est sa decomposition. 11
sé depouille". En Keuls in zijn beroem
de boek van de wijn omschrijft dit al
dus, dat de wijn zich langzaam ont
doet van het materiële kleed, waarin
zijn „corps" is gehuld om in de vorm
van een geprononceerd bouquet, ge
paard aan een uiterst lichte constitu
tie, op het hoogtepunt van zijn ont
wikkeling nog slechts in hoofdzaak
geestelijk genot te schenken.
Dit geestelijk genot werd geschon
ken in het Clos dc Vougeot. En men
begrijpt deze geestelijke waarde nog
beter, als men weet, dat men drinkt
op het zieleheil van de twee eeuwen
geleden geboren gastronoom Brillat
Savarin, die dc minnaars van net
goede dezer aarde nu reeds bijna
twee eeuwen lang heeft begeesterd,
die boven de materie der spijzen en
dranken uitsteeg en deze een geeste
lijke waarde gaf.
Kort en goed: de auto's reden langs
de oude. ommuurde wijngaard naar
het oudé Cisterciënserklooster. dat nu
het stamslot is van de Chevaliers du
Tastevin.
In de loggia op het wijde binnen
plein bliezen bij de binnenkomst de
jachttrompetters van de Confrérie,
onder de patronage van de heilige Hu-
bertus hun joyeuze fanfares en in de
grote ruimten, waar vroeger de mon
niken in geweldige vaten, him ver
edelde druivensap bewaarden, zaten
nu aan lange tafels de ridders van de
wijn, 460 in getal, met het geel-rode
lint van hun waardigheid om de hals,
waaraan de zilveren tastevin hing, no
dig om de wijn te kernen op zijn zui
vere kleur.
Wéér bliezen de trompetters van St.
Hubertus en toen kwam de stoet van
koks lussen de lange tafels heenge-
schredcn. Voorop twee koksmaatjes
met brandende flambouwen en daar
achter de koks zelf, op baren de
spijzen dragend, die zg voor deze uil
gelezen dis hadden bereid. Baren
met speenvarkens, manden met
druiven en uitgelezen vruchten, ba
ren met grote wijnpersen in nougat
uitgevoerd. Statig schreed de stoet
door dc oude kloosterzaal.
En daar stond op het podium aan
het hoofd van de zaal monsieur Geor
ge Faivelay. de president du granr
Conseil „de notre illustre Confrérie
om voor de maaltijd de zegen uit t
spreken over de „toekomst van onzt
wijngaarden". Het werd een waar ge
bed, een litanie van gebeden, welke een
profanatie zou zijn geweest, als zij
niet met al de waardigheid en de luis
ter van de Grand Conseil ware om
huld geworden.
EEN MERKWAARDIG GEBED
George Faivelay stond daar in zijn
rode met geel afgezette toga, met de
rode muts op ihet hoofd en de staf in
de hand en vroeg de zegen over de
wijngaard van Clos de Vougeot en van
heel Bourgogne.
Van de luis in de druiven, verlos
ons Heer.
Van de mistral, verlos ons Heer.
Van de zonwerende wolken, ver
los ons Heer.
Dat zg mogen gedijen, tot volle
wasdom, wy bidden U verhoor ons.
Dat de zon de grond moge koes-
Intussen werd de eerste „vin blanc
de Chablis" geschonken, een geringe
Bourgonge Aligote, een jonge wijn,
omdat juist als ten tijde van de brui
loft te Kanaan de beste wijn voor het
laatst werd bewaard.
ETEN EN ZINGEN
Ge moet niet denken, dat een diner
van vijfhonderd gasten zo maar een
etentje is waar alles op tafel wordt
gesmeten. Dan kent ge Frankrijk
niet, dan kent ge de landstreek van
de Bourgogne niet en dan kent ge
vooral niet de geest van de oude
Cisterciënsers, die de gaven Gods
waardeerden als geen ander. Want
zy zgn het,, die de muren van deze
oude abdy in de dertiende eeuw op
trokken. zij zgn het die de wijnstok -
ken veredelden en die zwijgend rond
Ge moet de „cadets de Bourgogne"
horen zuigen. Dat zijn liederen van
wijn en liefde, die door Decca waardig
werden gekeurd voor een langspeel
plaat. Die „cadets de Bourgogne" zijn
de gewone keldermeesters en de wijn
gaardeniers, eenvoudige arbeiders in
de wijngaard. Zij zongen tijdens het
diner het lied van de kelder: „La
cave". Dóar kan men zo goed proeven
de goede wijnen, die de rode herfst
ons geeft, zo zongen zij. „Daarom ga
ik de kelder roemen, waar de vaten
staan en waar het voor een goede
proever moeilijk is om staande te bly-
Tussen deze zangen aten en dron
ken wij. De voorzanger van het koor
van de cadetten van Bourgogne was
een Cyrano de Bergerac, óók zo'n
neus, maar nu van de wijn. Zijn gelaat
was paars, en zou men hem aan oren
trekken, de wijn zou spuiten uit zijn
neusgaten En daar kwam het dan, ik
mag het U niet onthouden.
WOORD
VAN
BEZINNING
oordeel in de Lakenhal, te Mid
deleeuws. Ik sta niet op die uit
beelding ervan. Maar de mens
van die dagen geloofde in elk
geval aan het beslissend exa
men; dat de mens. zoals hij is en
leeft, afhankelijk is van hoger
gezag De ene. grote vraag voor
heel veel mensen (zijn wij er
zelf ook niet bij?) is de vraag
of wij slagen succes hebben in
het leven het examen vitae. het
examen van het leven dus. De
bijbel stelt daar boven het
„examen mortis", het examen
van de dood. waardoor het leven
diepgang krijgt en hoger waar
de en spanning.
In dit verband stelt de bijbel
daarom ook ons gedrag tot de
naaste-in-nood. Vanuit deze
visie komt Calvijn m zijn hoofd
werk tot een hoofdstuk, getiteld:
„de overpeinzing van het toe
komstige leven" en dat volgt vlak
na de bespreking van „het leven
van de christen Ons dagelijks
doen en laten onder de hoogste
critiek gezet, onder de critiek
van de hoogste Rechter.
Dan is de aandacht voor de
vluchteling en de zorg voor zijn
welzyn niet enkel een aardse,
humane aangelegenheid, maar
een taak van veel hoger orde.
Niet de zogenaamde strenge of
radicale apostel Paulus, maar
Jezus zelf heeft het zo gezegd.
In het vijf-en-twintigste hoofd
stuk van het Mattheiis-evangelie
spreekt Hij over de volken, die
samen voor zijn troon gedaagd
worden. Niet het éne volk rich
tend over het andere, maar Hij
richtend over ajle volken. En
dan zegt Hij, dat Hij solidair is
met de armen, de gevangenen,
de zieken en berooiden
Dit is wel het alleronver
wachtste. „Ik heb honger gele
den. ik ben ziek geweest, ik was
een vreemdeling, ik ben in de
gevangenis geweestZo
tekent Hij de situatie. En dan
blijken er te zijn. die aan zijn
rechterhand mogen zitten, om
dat ze Hem in zijn armoede en
eenzaamheid hebben bijgestaan.
Het komt hunzelf als een won
der voor. Wanneer moet dat dan
wel gebeurd zijn' Dan zegt Hij
in zover gy dit aan één van deze
mijne minste broeders hebt ge
daan. hebt gij het Mij gedaan
van deze minste niet gedaan
hebt. hebt gij het ook Mij niet
gedaan". Ga niet vragen: waren
die noodlijdenden dan christen?
We mogen de liefde tot geloofs
genoten en die liefde tot een
mens-in-nood niet tegenover
elkaar uitspelen. Want de liefde
van deze grote Herder gaat uit
naar elke berooide, die geen weg
naar zyn medemens ziet. Vóór
we iemand helpen, kunnen wij
niet gaan vragen: hoort U wel
bij Christus?
Het leken domme mensen
daar ter rechterkant: ze hadden
hun brood en kleding weggege
ven aan personen, die niets
konden teruggeven. En aan
vreemden onderdak verlenen en
gevangenen opzoeken gaf dit
niet rare connecties? Wij men
sen willen ons eigen koninkrijk
je stichten. En die mensen daar
horen opeens, dat zij juist daar
door gezegenden des Vaders
.zijn. omdat ze in die momenten
gewerkt hebben in een heel
ander koninkrijk. En vreemd
dat die anderen nooit gevange
nen of zieken hadden gezien.
Toch is 't niet zo wonderlijk.
Want wie altijd naar zichzelf
kijkt, naar de groei van zijn
eigen prettig rijkje, heeft geen
oog voor het rijk van Christus,
die naast de armen en vluchte
lingen staat.
J. DE WIT.
Herv. predikant te Leiden.
Het was een dis beschreven in het
oud-Frans van Rabelais als een „Dis-
née baillé en les celliers clsterciëns du
ehéteau du Clos de Vougeot" en waar-
by het menu „Escnteau" heette.
VERFIJND MENU
Ja waarlijk, er kwam achtereenvol
gens: koud speenvarken en paté, waar
by een Bourgogne Aligoté geschonken
werd van de oogst 1954. Daarna kwam
een gegratineerde zalm, vermengd
met enige koksgeheimen, onze tongen
strelen, vergezeld van een Meursault
Genevrières 1953. En toen legden wij
onze hoofden in het zachte „Kussen
van de schone dageraad", want deze
„l'oreiller de la belle Aurore" was een
combinatie van klem gehakt rund
vlees met appelmoes, zij aan zij gaan
de met een edele Beaune 1949. Een ge-
truffeerde kip vergezeld van een nec
tar gelijkende „Nuits les Richemones
1952", gevolgd door een keur van
Franse kaas met een Musigny 1949 en
alles wat daar achter pleegt te komen
werd besloten - versta mij wel - be
sloten met een Champagne Brut Veuve
Cliquot Ponsardin.
INDRUKWEKKENDE
RIDDERSLAG
En aangezicht in aangezicht met
deze weduwe stond daar op het po
dium monsieur George Faivelay, de
président du Grand Conseil, met een
knoestige wijnstok in de hand. Hij
en alle leden van de Grand Conseil
waren gekleed In hun lange rode
met geel afgezette gewaden, mon
sieur Faivelay met hermelijn.
En daar schreden door de oude abdy
de nieuwe ridders naar voren, bege
leid door de trompetters van de Con
frérie onder patronage van St. Hu
bertus. Voorop de heer Keuls uit
Amsterdam, die van ridder bevor
derd werd tot commandeur. Daarna
de ridder Walter Couwenberg uit
Leiden, de eigenaar van café-restau
rant „In den vergulden Turk", en
de heer Frans Rouppe van der
Voort uit Zandvoort. Meer niet.
Want men is zuinig met dit ridder
schap.
Zy stonden voor de president,
monsieur Faivelay, die hen met een
slag van de wynstok op de schouder
tot ridder sloeg.
Daarna een accolade van alle leden
van de Grand Conseil en plechtig de
handtekening in het gulden boek.
dat een der leden ln zyn handen
hield opgeheven.
Zg werden omhangen met het brede
rood-gele lint met de zilveren taste
vin.
Diep in de nacht schreden de rid
ders langs de wijngaarden van de
oude abdy, beschenen door het
maanlicht.
In de donkere nacht reden zy terug
langs de eeuwrenoude wyngaarden
naar Dyon.
En in onze oren klonk nog het lied
van de „cadets de Bourgogne":
„Verse mol de Bourgogne"
FRANK VAN LEUVEN
tyden afwisseling brengen door dc groenten op
bereiden. Van kool, witlof of prei kunnen wy b.v
maken door toevoeging van geraspte kaas.
verschillende manieren te
een zeer smakelijk gerecht
DINSDAG
WOENSDAG
Bloemkoolsoep; gebakken kaaspannekockjes, witte kool, aard
appelen.
(Voor R.K. Vastendag: fruit).
Runderlapjes, winterwortel, aardappelpuree; havermoutpap.
Recept: Gebakken kaas panne koekjes
In de kelders van het kasteel Clos de Vougeot wordt met de diepste toewijding door de Chevaliers
du Tastevin. gekleed in ceremonieel gewaad met toga en baret, het edele nat geproefd. De ridder
rechts op de foto Is een Commandeur, kenbaar aan zijn hermelijnen bontgarnering en een knoestige
wijnstok bij wijze van maarschalksstaf.
S ln de pan met
VRIJDAG Gebakken bokking, sla van geraspte selderyknol. biet en
fijngesneden lof, aardappelen, bruine botersaus; broodschoteltje
met rozynen.
ZATERDAG Stamppot van zuurkool, rookworst; griesmeclpap.
Recept: Warme bitterkoekjespudding
(5 personen)
Va liter melk. 2 eieren. 75 gr. suiker,
zout, 150 175 gr. brood (zonder korst).
100 gr. bitterkoekjes. 100 gr. rozynen.
geraspte citroenschil.
De bitterkoekjes en het brood af
zonderlijk weken in een mengsel van
losgeklopte eieren, suiker, melk en
zout De rozynen wassen en deze
samqp met de geraspte citroenschil
roeren door het geweekte brood. Een
warme puddingvorm of hoog trom
meltje bestrijken met boter en be
strooien met paneermeel, dan vullen
met de puddingmassa, laag om laag,
zodat brood onderop en bovenaan
komt. De vorm duiten en gedurende
plakjes gesneden, zout, aroma, boter.
Van zelfrijzend bakmeel en melk
een glad beslag maken, door toevoe
ging van een ei worden de pannekoek
jes fijner. Aroma en zout by het be
slag voegen. In een koekepan boter
verwarmen en enige lepels beslag erin
scheppen (als voor 3 in de pan). Op
het beslag een plakje kaas leggen en
dit weer bedekken met het beslag. De
pannekoekjes bruin bakken, keren en
daarna warm opdienen.