Toenemende mechanisering verhoogt betekenis van vakmanschap EERBIED VOOR HET LEVEN" Een Engelse verpleegster viel voor liet vuurpeloton 3e Jaargang No. 41 Zaterdag 15 October 1955 De besten nauwelijks goed genoeg Waardevol oordeel van tb' H. J. van Doorne (Speciale berichtgeving) „Twee jaar Ambachtsschool zal in do toekomst dikwijls meer waard blijken dan vijf jaar H.B.S.". Deze woorden opgetekend uit de mond van ere-doctor Huub van Doome, stichter van het op Amerikaanse wijze gegroeide bedrijf van de DAF (van Doome's Automobiel Fabriek) illustreren wellicht het duidelijkst, welke belangrijke plaats de vakman in de industrie inneemt. Een plaats, die bij het publiek nog ondergewaardeerd wordt, doch die bij de D.A.F. op hoge waarde wordt geschat, getuige o.a. het feit, dat niet minder dan 33.4 procent van het hogere personeel is gerecruteerd uit de vakman met werkplaatservaring. Een der zes grote wandplaten voor de scholen, die door Nederlands Fabrikaat" zijn uitgegeven om de belangstelling voor het Nederlandse vakmanschap onder de schooljeugd aan te kweken. Uit het boekje, dat bij deze wandplaten hoort, kan men lezen, dat de foto een reparatie-bankwerker voorstelt, die een tandwiel van een kostbare gereedschapsmachine bekijkt. Er zijn twee tanden afgebroken en hij overlegt hoe dit te repareren Hoe kunnen de vooroordelen tegen het werken in de fabriek worden weg genomen? Dit heeft de Vereniging „Nederlands Fabrikaat" zich afgevraagd. De waar dering voor het Nederlandse product hangt ten nauwste samen met de waardering voor de man, die dit heeft gemaakt. En waar „Nederlands Fabri kaat" streeft naar verhoging van het aanzien van het Nederlands product, is het niet verwonderlijk, dat zy in haar propaganda ook de vakman heeft betrokken. Met het doel de Nederlandse vak man in zijn werk te tonen en zijn be langrijkheid voor Nederlands industrie met voorbeelden te staven, heeft „Ne derlands Fabrikaat" daarom een aan tal journalisten een korte reis langs de grootste metaalverwerkende indus trieën laten maken. Bij de Koninklijke Machinefabriek Gebrs Stork en Co. te Hengelo, werd getoond hoeveel vak manschap te pas komt aan de ver vaardiging van een brandstofpomp en voor een enkel onderdeel van een Die selmotor, Heemaf in Hengelo liet zien hoeveel uren vakmansarbeid aan de serie-fabricage van een telefoontoestel met niet minder dan 554 onderdelen vooraf gaat. En D A.F. in Eindhoven toonde het zelfde bij de vervaardiging van een nieuw chassis. In vele toonaarden is hetzelfde herhaald: de toenemende mechani sering heeft de betekenis van de vakman niet verminderd. Integen- dyel. Bij de serie-fabricage heeft weliswaar zijn taak zich verplaatst naar de voorbereidende en leiding gevende functies, maar hjj is nodig. Meer dan ooit. De besten onder hen zullen in de toekomst nauwelijks goed genoeg zijn. De machines voor massa-productie moeten immers worden ontworpen, vervaardigd en op gang gehouden. Voordat bij Heemaf met de fabricage van een nieuw telefoontoestel waar van er thans ieder vijf minuten twee gereed komen kon worden begon nen, waren er voor de ontwikkeling van een nieuw model, de vervaardi ging van de matrijs enz. 3250 uren vak- arbeid vooraf gegaan. Waarbij in dit geval het fabricage-proces nog bekend was. Anders waren het vele uren meer geweest De belangrijkheid van de werk plaatservaring blijkt steeds weer by de constructie. Dit kon men constate ren by Stork, waar een kostenbespa rende kern voor het gieten van de Stork-Ricardomotor werd ontworpen. Voordat men daarmee klaar kwam, was men twee jaar bezig geweest De constructeurs gaven een oplossing aan, er werden proefmodelletjes ge maakt. de staf van de gietery gaf er zyn mening over. er werden verande ringen aangebracht, er kwamen nieuwe proefmodelletjes, en nieuw overleg, vaak ook met het constructiebureau voor motoren. Het resultaat mocht met recht een accumulatie van vakmanschap worden genoemd Ook Heemaf gaf een voor beeld: by een nieuw telefoontoestel hadden de constructeurs een balans ontworpen, die in zes arbeidsgangen kon worden vervaardigd. Het ontwerp ging naar de werkplaats. De mannen van de praktyk ontdekten dat door een kleine wyziging eenzelfde balans in twee arbeidsgangen kon worden ge maakt. Resultaat: een besparing van 23 proceent. De taak van de vakman in de werk plaats is. zo bleek steeds weer, belang rijker. en verantwoordelyker gewor den. Aan zyn intelligentie en inzicht worden hoge eisen gesteld, zyn advie zen zyn by de ontwikkeling van nieu we ontwerpen van grote betekenis. Hy heeft zyn taak by de bouw van een proto-type, wanneer het gaat om serie-fabricage, by de productie-voor bereiding, by de productie-planning en de technische werkvoorbereiding, by het maken van het ingewikkelde gereedschap, dat voor de serie-fabri cage nodig is. Dr H. J van Doorne zei niet teveel toen hy aan het slot van deze rede constateerde dat de Ambachtsschool dikwijls belangryker zal blyken dan de HBS NIET VUIL NAAR HUIS Hoe neemt men echter het voor oordeel dat by gTote lagen van de bevolking tegen de fabrieksarbeid bestaat in de kortst mogeiyke tyd weg? Dr Van Doorne gaf een wenk In dc goede richting: „Ik zou willen dat niemand de fabriek verlaat", »o zei hy, „zonder eerst behoorlijk gewas sen en gekleed te zyn. Moeder de vrouw krygt niet graag de vuiligheid van de fabriek thuisbezorgd". Er zal veel opvoedingswerk voor nodig zyn ook om In de fabriekscan- tlne hetzelfde bestek te kunnen uit delen als ln de kantoorcantlne, maar daar moet het toch heen. En dan zullen ook de schoolhoofden, zo vond dr Van Doorne, meer practlsch be grip moeten tonen. Op dit ogenblik nog wordt in vele gevallen de be langrijkheid van de lagere school af gemeten aan het aantal leerlingen dat naar HBS en ULO gaat. Voor vijftig procent van de jongens loopt dit op een teleurstelling uit. Het Is niet juist dat alleen de minder be gaafden naar de Ambachtsschool gaan. Integendeel. De boekhouding wordt door de mechanisering steeds een voudiger, maar de productie wordt door diezelfde mechanisering en ver betering der productiemethoden zo veel moeliyker. Het beetje administratieve kennis, dat bügeleerd moet worden om van de werkplaats hoger op naar een kantoorbaan te klimmen, Is gemak- keiyker verworven; werkplaatserva ring haalt men op latere leeftyd nooit meer in Met deze conclusies van een man, die getoond heeft te weten hoe hy een Industrie moest opbouwen en die een warm pleidooi voor de arbeid van de vakman inhouden, willen wij deze impressies van onze korte industriële rondreis besluiten. DEZE slagzin ls meer dan een leus of een reclame stunt. Het is een eeuwen oude levensregel van uit een an dere cultuur dan onze Westerse. Een man als Albert Schweitzer heeft zich door deze levensregel laten leiden in zyn houding tot mens en dier. Deze houding van eerbied komt niet neer op het afpalen van een reeks plichten, maar ..legt de mens de verant woordelijkheid op voor alle le ven, dat onder zyn bereik is en dwingt de mens zich helpend voor over te buigen tot dit le ven". Aldus Schweitzer in een van zyn publicaties. Eer. concrete toepassing van deze levensregel op een bepaald punt is wel dringend nodig ge worden in ons dicht bevolkte land nl. het verkeer op de straat. Geen dag gaat voorby waarin de krant 's-avonds niet melding moet maken van diverse ver keersongevallen. Ouders laten met bezorgdheid hun kinderen WOORD VAN BEZINNING leeft, heeft gevoel van vreugde en pyn. En zo'n leven met zijn vele mogelijkheden en vooruit zichten kan door de slordigheid van een ander op straat voor goed afknappen. Ik hoef in deze rubriek niet in te gaan op al lerlei dat de verkeersdeskundi- gen te berde brengen over oor zaken van verkeersongevallen Strenge straffen zullen nodig zyn voor wie zich misdraagt op straat. En nog meer besef van de verkeersregels enz., enz. Maar daarachter in elk geval het be sef dat ook een ander recht heeft om te leven op straat. Eer bied dus voor het leven van de ander. En deze eerbied function- ult willen, zó snel dat deze tech nische snelheid ons vermogen, onze geest de baas wordt. En aan deze snelheid wordt dan in tientallen gevallen het leven van de mens van de medemens op straat ondergeschikt gemaakt. Waarom deze oneerbiedigheid deze verregaande slordigheid van het leven van een ander? Wy hebben een natuuriyke af schuw van moordenaars. Kain en David staan in het «Oude Testament als zondanig ge brandmerkt. zy traden welbe wust over het zesde gebod heen: ge zult niet doden. Maar als wij een flets, een motor onder de knieën hebben, vergeten we zo licht in onze vaart en snelheids- roes dat wy elk ogenblik op weg kunnen zyn moordenaar te worden. Want de weg is niet van ons alléén. Ook niet alléén van de voetgangers, die op een gevaarlijke hoek blijven staan praten. Ook niet van de fietsers, die kriskras de weg oversteken. naar school gaan, als ze een drukke weg langs of over moe ten gaan. De verkeerspolitie doet wat ze kan, maar kan het niet voldoende aan. Het Verbond van Veilig Verkeer is ln deze maand October begonnen met een groot-opgezette actie, waar in natuuriyk vooral de jeugd is betrokken. Prinses Wilhelmina heeft al eerder en nu ook weer via radio en televisiescherm de vraag ons voorgelegd: moet deze toestand zo Wijven? „In deze actie aldus onze vroegere Landsvrouwe wordt een dringend beroep op ieder gedaan, eerbied te hebben voor het leven, en daarbij ver- gete men ook de dieren niet. Die eerbied te betonen op onze stra ten en wegen". Eerbied voor het leven daarmee wordt attent gemaakt op het wonder dat „leven" heet. Voor een knap-geconstrueerde machine heb je geen eerbied; die leeft niet. Een mens, een dier neert niet genoeg: functlonne- ren is eigeniyk nog te dor ge zegd. Het gaat hier veeleer om een uiting van aandacht te hebben voor het leven van de andere mens op straat. Mijn collega ter plaatse, dr Oppenheimer heeft onlangs uitvoerig in een week blad de zaak zo gesteld„de weg is een levensbehoefte, wy ge bruiken hem allen. Ieder heeft hier recht van spreken. En juist hier nu blykt, tot welk een ongehoord en nimmer gekend barbarisme de technische be schaving van onze tyd leidt". De aartsbisschop van York zei on langs: „t is met elkaar in stryd dat men enerzijds de verachting van het mensenleven in de to talitaire staten afkeurt en an- derzijds gelaten het hoge aantal slachtoffers van de verkeers ongevallen aan zich laat voorbij gaan Het is byna een ziekeiyk verschynsel van onze tyd, dat wy nu altyd maar sneller voor- 40 jaar geleden stierf Edith Cavell voor de Geallieerde zaak „Zolang Duitsland niet diep in het hart schaamte en wroeging zal hebben gevoeld over deze misdaad, is er geen vrede mogelijk tussen dat land en de mensheid". Deze uitspraak kon niet lang geleden zijn gedaan, maar dateert in werkelijkheid van de 28e November 1915 en komt op naam van de Franse Minister van Onderwijs uit die dagen. Monsieur Painlevé. De „misdaad" was de executie van Edith Cavell op 12 October 1915. Vele jongeren zullen de naam Edith Cavell niet kennen, voor anderen is zij alleen „een standbeeld in Londen", terwijl voor hen, die haar geschiedenis wel kennen, het aureool van haar dapperheid is verbleekt door de gebeurtenissen in de tweede Wereldoorlog. En toch is eens - en terecht - de wereld in beroering geweest door wat de Duitsers deze rechtschapen vrouw hebben aangedaan. VERPLEEGSTER In 1896. toen ze dertig Jaar oud was. verliet Edith Cavell Engelse van geboorte haar ouderlyk huls om ln de Londen se ziekenhuizen als verpleeg ster te gaan werken. Ze viel al spoedig op door haar intelligentie, vakkennis en organisatietalent en haar naam kreeg niet alleen in Engeland, maar ook op het Continent een bekende klank. Toen er in Brussel een school voor verpleegsters werd gesticht, werd dan ook aan Edith Cavell gevraagd hiervan directrice te willen worden. In 1914 toen de Duiters hun „frissche fröllche Krieg" begonnen, had het In stituut Berkendael al negentig leer lingen. De Duitse bezetters van Brus sel waren zeer genadig en gaven Edith Cavell en nog zeventig andere Engelse verpleegsters toestemming om België te verlaten. Maar Edith Cavell had dezelfde mentaliteit als haar latere collega Geneviève de Gallard: ze bleef liever in de bezette stad, waar veel werk te verzetten was voor een verpleegster. In de geest van het Rode Kruis fin het kader waarvan ze een ambulance stichtte) was er voor haar geen ver schil tussen Belgische en Duitse ge wonden, maar daarnaast vond ze een andere taak, waaraan ze zich als En gelse van ganser harte wydde. Er was een organisatie gesticht, die de naam „La libre Belgique" kreeg. Het doel was om Franse en Engelse soldaten, die afgesneden waren van hun onderdeel en ook Belgen, die wilden doorvechten, over de grens te brengen, zodat zy konden trachten zich »eer by de Ge allieerde legers te voegen. Het was dus een illegale organisatie, die op een soortgeiyke mtnier werkte als onze L.O. ln 1940—1945. Edith Cavell's huls was een contact-adres, waar vele sol daten wachtten tot er een gunstig ogenblik kwam om hen over de Ne derlandse grens te brengen. Maar het verraad is zo oud als de wereld. Een Fransman die voor de Duitsers werkte, maar zich binnen drong inde illegale organisatie, schynt de verrader te zyn geweest. Reeds op 5 Augustus 1915 werd de slanke, al gry- zende Edith Cavell, samen met ver schillende medewerkers gearresteerd. Haar wereld was vanaf dat ogenblik een scnemenge cel ln de militaire ge vangenis van St. Gilles. Ze kreeg een Duitse advocaat toege wezen, die de beklaagde vóór de rechts zitting niet mocht zien en zelfs geen inzage mocht hebben van de dossiers. BEDANKBRIEVEN De zaak. die op 7 en 8 October voor kwam, was voor de Duitsers niet moel- lyk. Miss Cavell had nameiyk een schrifteiyke bekentenis afgegeven. Haar rechtiynige karakter kon niets tegenover intriges stellen en haar open aard sloot iedere mogelykheid tot lie gen uit. Het aloude verhaal, „dat ze maar alles moest vertellen, omdat men toch al precies op de hoogte was" werd door haar niet doorzien en ze viel ty- dens de verhoren in alle strikken van de geslepen ondervragers. Het resul taat was: nog meer arrestaties. Daar- by kwam nog, dat ze openly k voor de Krygsraad verklaarde brieven uit En geland te hebben ontvangen, waarin ontvluchte soldaten haar voor de hulp bedankten. Hierdoor was bewezen, dat zy „dem Feinde Mannschaffen zuge- fiirt hatte", waardoor men haar vol gens het Duitse Militaire Recht ter dood veroordelen kon. De eis wès dan ook de doodstraf. ZELFS DE KEIZER NIET.... Landgenoten en vrienden in Brussel geloofden niet, dat het einde de dood straf zou zyn. omdat dit in een der- EDITH CAVELL Eerbied voor het leven En toch loert het gevaar door mensen, die zich zelf hoger taxe ren dan het leven van een me demens en doen alsof ze het middelpunt van de wereld zyn. De medemens op straat is ook Gods schepping. De Schepper heeft de bedreiging van het door Hem geschapen leven willen be schermen door het Goddeiyke gebod: ge zult niet doden. Dit gebod wordt meestal alleen by oorlog in geding gebracht. Een man als Luther heeft het ook zo gelezen, dat wy met dit gebod uitgaan uit ons huis en onder de buren, om te leren hoe wij onder elkander leven moeten. Eerbied voor het leven is geen sentimenteel gepraat, maar de opdracht van God aan de mens om het leven van de medemens niet eigenhandig af te breken. J. de Wit, Herv. Pred. to Leiden. geiyk geval nog niet eerder was ge beurd. Maar hardnekkig dook plotse ling het gerucht op. dat Edith Cavell ln de morgen van de 12e October zou worden doodgeschoten. De Belgische advocaat Gaston de Leval, de Secretaris van de Ameri kaanse Legatie Hugh Gibson (de Ge zant was ziek) en de Spaanse Gezant hebben in de nacht vóór de terecht stelling (de Duitsers hadden na vele ontkenningen eindeiyk toegegeven, dat Edith Cavell, samen met de Belg Philipe Baucq zou worden gefusilleerd i alles gedaan om de sympathieke ver pleegster, die 's-avonds om 7 uur het vonnis ln de cel tegen zich had horen uitspreken, te redden. Zelfs werd het plan geopperd de zaak aan de Duitse Keizer voor te leggen. „De procedure is nu al zover gevorderd, dat zelf de Keizer niets meer doen kan." was het koude Duitse antwoord (dit bleek later pertinent onjuist: de Keizer had wél gratie kunnen verlenen). Het was al middernacht, toen Leval, Gibson en de Spanjaard terneergesla gen in de auto stapten om de Engelse vrouwen, die in het gebouw van de Le gatie wachtten, het slechte nieuws te brengen. Ze hoefden niets te zeggen: aan de bleke, moedeloze gezichten van de mannen zag men wat Edith Cavell over enkele uren te wachten stond. De Engelse geesteiyke Gahan kreeg op het laatste moment toestemming enkele ogenblikken by de ter dood veroordeelde door te brengen. Hy vond haar zo kalm als alleen zy kun nen zyn. die weten, dat zy sterven voor een rechtvaardige zaak. „Ik wist, dat ik deze risico's liep," zei ze, „als ik weer in dezelfde omstandigheden was. zou ik precies hetzelfde doen. Ik dank God voor deze weken van ge vangenschap: bet zyn de rustigste dagen geweest, die ik in myn leven heb meegemaakt." Na de Heilige Communie zei ze: „Ik weet. dat vaderlandsliefde niet ge noeg is. Ik mag haat noch bitterheid koesteren voor wie dan ook." Toen Gahan wegging, zei ze: „We zien el kaar weer." Rechtop en kalm liep ze daarna naar de binnenplaats, waar het vuurpeloton wachtte. Toen men haar echter naar de stoel wilde brengen, waarop zy moest gaan zitten, begaven haar de krachten en zonk zy op de grond ln elkaar. In de2e genadige bewusteloos heid werd zy gefusilleerd. MATA HARI Twee dagen na Edith Cavell's dood begon de Duitse propaganda te spre ken over „de spionne Cavell." hoewel het woord „spionnage" tijdens de rechtszitting nooit genoemd ls. Jaren later ontzag de Duitse pers zich zelfs niet haar in één adem te noemen met een Mata Harl. Wie niet op de Duitse film en de Duitse publicaties over Mata Harl is afgegaan, maar objectief deze overbe kende zaak heeft bestudeerd, begrUpt welke smet door deze verklaring ge worpen werd op de nagedachtenis van Edith Cavell.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 11