B. en W. OEGSTGEEST ONTZENUWEN ANNEXATIE-ARGUMENTEN Afwijzend voorstel a Over tien jaar nieuwe in Randstad Holland Schromelijke overvraging door Leiden en Rijnsburg Eigen positie ivordt ondermijnd bij geforceerd eenzijdig karakter probleemop lossingen Igemeen aanvaard Principiële - en detail - bezwaren Niet zo Maar zo 94ste Jaargang Vrijdag 14 October 1955 Vierde Blad No. 28652 Nadat de gemeenteraden van Leiden en Rijnsburg hun oordeel te kennen hebben gegeven over de door G. S. geopperde plannen tot wijziging van de gemeente grenzen van Oegstgeest, hebben thans B. en W. van Oegstgeest een scherp afwijzend oordeel over deze plan nen en over de door Leiden en Rijnsburg naar voren gebrachte argumenten geformuleerd in een prae-advies, op basis waarvan de gemeenteraad van Oegstgeest 26 October a.s. zijn definitieve oordeel over de plannen zal uitspreken. In dit prae-advies wordt de nadruk gelegd op het harmonisch opgebouwde eigen karakter van Oegstgeest, dat niet zonder gevaar voor de zelfstandige positie van de gemeente kan worden gewijzigd in een eenzijdig woonkarakter. Bovendien bestrijden B. en W. de argumen- Het gaat om 31 pet grondgebied en 11 pet der bevolking B. en W. van Oegstgeest vangen hun praeadvles, waarin tot verwerping van de plannen tot grenswijziging wordt ge. concludeerd, aan met een omschrijving van de voornemens van Ged. Staten. Indertijd sohreven wij hierover uitvoe rig. Die plannen komen neer op het toe kennen van 261 hectare Oegstgeester grondgebied met 746 inwoners aan Lei den, waardoor o.m. naar de Sleutelstad zouden overgaan de Hoge en Lage Mors- weg, de omgeving van de Slaagh, de landerijen Bouwlust en Veldheim, de be graafplaats Rhijnhof en een gedeelte van de Rhijnhofweg alsmede een strook gTond bij Pomona waarin ook de Leidse stadskwekerij is gelegen, terwijl naar Rijnsburg ongeveer 180 hectare grond gebied zou overgaan met 630 Oegstgees ter ingezetenen, namelijk het tuinbouw gebied rondom de Rijnsburgse dorps kern met de bedrijven langs de Rijns- burgerweg en het veilingcomplex Flora. In totaal zou Oegstgeest volgens die plannen 441 hectare met 1375 inwoners moeten afstaan. Daar de huidige opper vlakte 1403 hectare bedraagt, zou Oegst geest dius 31,4 procent aan Leiden en Rijnsburg verliezen met 11,3 procent van haar bevolking van 12.200 zielen. Geen exorbitante Leidse groei B. en W. laten hun oordeel en motive ring daarvan vooraf gaan door een his torisch overzicht, waarin wordt gecon cludeerd dat dit de derde gebiedsafstand aan Leiden in 60 jaar zou zijn. Inmiddels kan van een exorbitante groei van Leiden niet worden gespro ken. Reeds bü de annexatiedebatten in 1918 werd er op gewezen, dat de be volking van Leiden vrijwel stationnair bleef, terwijl Leiden gebrek aan bouw grond voor het huisvesten van de uitbreidende bevolking als voornaam ste argument voor gebiedsuitbreiding stelde. Na de jongste oorlog is het be volkingstal van Leiden met niet meer dan 1000 per jaar toegenomen. Niette min doet voor Leiden nog 6teeds het argument opgeld, dat de gronden in Oegstgeest het best voor uitbreiding van de bebouwing geschikt zijn! Alle reden tot critiek Ziet men echter naar de Leidse be bouwingswij ze van de bij vroegere ge legenheden geannexeerde Leidse gebie den. dat is er alle reden tot critiek, vooral als men b.v. de Vogelbuurt in ogenschouw neemt. Was dit gebied eer tijds niet geannexeerd, dan had Oegst geest hier ongetwijfeld een aantrekke lijke woonbuurt geschapen. Kerkelijk een maatschappelijk sluit dit gebied (nog steeds) voor een belangrijk deel bij Oegstgeest aan. B. en W. memoreren, dat 281 Leidse kinderen een lagere school in Oegstgeest bezoeken, dat velen uit de vroeger ge annexeerde gebieden hun inkopen doen in het nabijgelegen Oegstgeest. dat de zwemvereniging Poelmeer vele Leidse leden telt, dat de enige lagere school in de vroegere Oegstgeester gebieden (Leidse Houtschool) staat onder een in Oegstgeest gevestigd bestuur. Argument als boemerang Ten aanzien van de grenswjjzigings- voorstellen met betrekking tot Rijnsburg wordt het argument, dat de betrokken ingezetenen sterk op Rijnsburg zijn ge oriënteerd, bestreden met de vraag, of dan het in 1920 aan Leiden toegewezen deel van Oegstgeest niet weer aan deze gemeente teruggegeven zou moeten wor den Eigen positie bij eenzijdig heid in gevaar In de brief van G.S. aan de betrokken gemeentebesturen wordt melding ge maakt van de grote waarde van het eigen karakter en de eigen plaats van Oegstgeest als zelfstandige gemeente. Daarbij wordt gesuggereerd, dat de ge biedsafstand dit eigen karakter (als woongemeente) zou versterken, doch B. en W. van Oegstgeest bestrijden die stelling ten scherpste door er op te wij zen. dat (vooral in ons land van diffe rentiatie op allerlei levensterreinen) eerst van een gemeenschap kan worden gesproken bij het samengaan van ver schillend geaarde bevolkingsgroepen en versohillend georienteerde maatschappe lijke richtingen. In den brede wordt aangetoond dat een eenzijdig woon karakter de eigen positie van Oegstgeest niet versterkt doch verzwakt. gTootst is n.I. 50 voor de man nen, Voor de Hoge Morsweg is dit 37 en hel thans aan Rijnsburg toege dachte deel van de gemeente 21. Vooral bij de agTarische groep van laatstgenoemd gebied is het forensen percentage uitzonderlijk laag. Van de 92 personen, die hier in de agrarische sector werkzaam zijn, werken er slechts 15 buiten het huidige Oegstgeester grondgebied. De verklaring hiervoor moet waarschijnlijk gezocht worden ln de omstandigheid, dat de agrarische be roepsbevolking slechts 22 arbeiders telt en dat de bedrijfshoof den en medewer kende familieleden op de bedrijfsge bouwen woonachtig zijn. In het Rijnsburgse grensgebied en in het gebied van de verspreide bebouwing vormen de bedrijf shoof den het belang rijkste element en in de Hoge Mors juist de arbeiders. Door annexatie van de voorgestelde gebieden door Rijnsburg en Leiden zou Oegstgeest op bestuursrechtelijk, eco nomisch en sociologisch gebied een geheel ander karakter gaan vertonen dan thans, doordat het dan vrijwel uitsluitend aangewezen zou zijn op het karakter van woongemeente. Een dergelijk eenzijdig karakter is onge wenst. Leidse behoeften zijn beperkt Uitvoerig met cijfermateriaal toege licht bestrijden B. en W. van Oegstgeest de door Rijnsburg en Leiden aangevoer de argumenten op het gebied resp. van veiling- en tuindersbelangen en woning bouw. Vooral wordt betwijfeld, of de „on gedekte behoeften" van Leiden aan bouwgelegenheid zo groot zijn als wordt voorgegeven, en of de toevoeging van het voorgestelde Oegstgeester grondge bied nuttig is ter dekking van deze be hoefte en of anderzijds die toevoeging niet een overbevrediging dier behoeften betekent. Bovendien wordt opgemerkt, dat on beperkte groei in eigen gemeentelijk ge bied in het dichtbevolkte Holland nu eenmaal niet steeds mogelijk is. Leiden heeft zo grote behoefte aan mooie aantrekkelijke woon wijken (zegt Leiden) maar Oegst geest vraagt zich af. waarom men dan in het in 1920 geannexeerde gebied die onaantrekkelijke Vogel- buurt uit de grond heeft gestampt, waarvan deze foto van de bebou wing van de Merelstraat een beeld geeft. Als contrast een hoekje in het Oranjepark te Oegstgeest. waarnaar Leiden naijverig lonkt. 'Woto L.D./Van Vliet.) Merkwaard ige forensencijfers ten, die tot het toewijzen van belangrijke delen van Oegstgeest aan de buurgemeenten zouden leiden. Vooral de Leidse motieven worden critisch weerlegd. Een pleidooi wordt gevoerd voor het bewandelen nieuwe wegen tot intercommunale samenwerking zonder grenswijzigingen ter oplossing van de bestaande proble men. Deze wegen zullen in het dichtbevolkte Westen in de komende tien jaar zeker algemeen moeten worden aanvaard wil men niet tot de situatie komen, dat op den duur slechts een of twee grote gemeenten zullen ont staan die zich over verschillende provincies uitstrekken. Annexatie en grenswijzigingen worden in dit licht voor de Randstad Holland gebrandmerkt als verouderde begrippen, die nog slechts tot schade van de gemeen schap kunnen worden gehanteerd. Als argument wordt door Leiden ook gebezigd, dat een stad om haar eigen lijke bebouwde kom enige ruimte moet hebben. Dat zal steeds zo blijven, zo lang ons land niet geheel is volgebouwd- Maar is het daarom nodig, zo vragen B. en W. van Oegstgeest zich af. dat deze vrije ruimte ook tot het grondge bied van de stad behoort? B. en W. zijn van mening, dat voor het Westen van ons land annexatie of grenswijziging als verouderde begrippen aangemerkt moeten worden. Leiden miste kans In het prae-advies wordt de schrifte lijke gedachtenwisseling tussen de be trokken instanties geciteerd over de door Leiden in 1953 voorgenomen grondaan kopen langs de Rijksweg (Slaagh-ge- bied> waaruit de bereidheid van Oegst geest bleek, met Leiden samen te wer ken op het gebied van de oplossing der woningbouwproblemen der Sleutelstad. Leiden bleek echter indertijd niet tot die samenwerking bereid. Nog 9teeds is het gemeentebestuur van Oegstgeest van oordeel, dat in ge meenschappelijk overleg een oplossing is te vinden voor deze en andere pro blemen. en juist hierin had men De gemeente Lelden, die er zich op mag beroemen binnen haar grenzen een der meest vermaarde Universiteiten te huisvesten, had ook op dit gebied een lichtend voorbeeld kunnen geven, doch het is helaas anders gelopen Krachteloze argumenten B. en W. verwerpen gedocumenteerd de Leidse argumenten, als zou in het Leidse Morskwartier geen ruimte zijn voor verscheidene openbare gebouwen en als zou de Wassenaarse weg niet kunnen worden doorgetrokken omdat dit op Oegstgeester grondgebied zou dienen te geschieden. In het Morskwar tier worden scholen en kerken gebouwd en de wegdoortrekking stagneert door het uitblijven van definitieve plannen van het Rijk ten aanzien van het ver loop der Rijkswecen in deze omgeving. Door dit laatste konden de Oegstgees ter uitbreidingsplannen nog geen defi nitieve vorm en goedkeuring krijgen. Het argument, dat uitbreiding van het Academisch Ziekenhuis bezwaarlijk zou zijn op Oegstgeester terrein kan wor den ontzenuwd door Vast te stellen, dat het Acad. Ziekenhuis een Rijksinstel ling is, ten aanzien waarvan deze be zwaren moeilijk in het geding kunnen worden gebracht. Ook de Rijnsburgse woningbouwar- gumenten worden door B. en W. in hun praeadvles gedocumenteerd bestreden Deze gemeente heeft elders bouwgele genheid te over zonder opoffering van Matiging der verlangens De argumenten die worden aange voerd om tot grondafstand aan Leiden en Rijnsburg te geraken, zijn naar het oordeel van B. en IV. van Oegstgeest niet voldoende steekhoudend een dergelijk belangrijke en voor de gemeente Oegstgeest ingrijpende stap over te gaan. Oegstgeest mag er aan spraak op maken in de Randstad Hol land het typisch karakter van platte landsgemeente met daarnaast het bij zonder karakter van woongemeente te behouden. Het mag verlangen dat het een dergelijke volwaardige gemeente blijft, d.w.z. een gemeente waarin naast haar bevolking die tot de genaamde parkbevolking gerekend wordt ook plaats over blijft voor hen die in land- en tuinbouw, in bloemen teelt, in bioembollenbedrijven en in Industrie werkzaam zijn. Het is onjuist Oegstgeest een eenzijdig karakter op te dringen cn dit is ook niet in het algemeen belang te achten. Hoewel grenswijziging principieel word! afgewezen, menen B. cn W. van Oegstgeest toch enige opmerkingen te moeten maken over het voorgestelde verloop der nieuwe grenzen, indien hogere instanties deze principiële af wijzing niet zouden erkennen of ho noreren. Met verwondering is er kennis van genomen, dat de grens van Leiden zo ver in Westelijke richting zou worden opgeschoven, dat zij zelfs ver voorbij de Rijksweg tussen Haagsche Schouw en Slaagh zou komen te liggen. Dit wordt hiermede gemotiveerd, dat deze gron den in de toekomst moeten worden be stemd tot recreatieterreinen ten be hoeve van de bewoners van het nieuwe Morskwartier. Hier wordt dus over bestemming van terreinen beslist zonder dat er een uit breidingsplan tot stand is gekomen land een voorbeeld kunnen geven hoe zonder dat is aangetoond, dat de nodige een stad zich zonder annexatie kan landbouwgrond hiervoor opgeofferd uitbreiden. m o e t worden. Dit alles past. aldus het praeadvles. wel in de politiek, die de gemeente Lel den reeds ccn groot aantal jaren voert, getuige de aankopen die enkele jaren geleden ln deze omgeving door Leiden zijn geschied- doch daarmede is nog niet gezegd, dat dit juist is. Een woord van protest achten B en W. hier dan ook gerechtvaardigd. cultuurgrond en geeft daarvan in de laatste Jaren telkenmale blijk Juist uit breiding in de richting Oegstgeest en op Oegstgeester gebied zou ten koste van cultuurgrond gaan. Bovendien streeft de planologische dienst er naar, de gronden ten Westen van de Rijks weg ongerept te laten en de woningbouw aldaar tot het uiterste te beperken. Daarop heeft ook Oegstgeest zijn uit breiding in andere richting gebaseerd. Het grensgebied bij Rijnsburg moge economisch, kerkelijk en sociaal op Rijnsburg zijn georiënteerd, daarte genover staat dat de in 1920 door Lei den geannexeerde gebieden in die opzichten nog steeds op Oegstgeest georiënteerd zijn, hoewel hier geen historische motieven meespreken. Voorts bestrijden B. en W. nevenar gumenten, b.v. ten aanzien van riole ringskwesties, verplichtingsproblemen, brandweerregelingen etc. aangetoond, dat een eventuele grens wijziging zich tot een zo gTote opper vlakte zou moeten uitstrekken. Waarom gronden, waarvan is aan te nemen dat deze nimmer voor bebouwing in aanmerking zullen komen, naar RÜnsburg moeten overgaan, is niet dui delijk. Wanneer men van oordeel is, dat aanleiding bestaat dat het direct aan sluitende bebouwde gedeelte bij Rijns burg dient te komen - iets wat B. en W. overigens ten sterkste ontkennen - dan Het volgende voorstel wordt 26 October, toegelicht door het hierbü geciteerde lijvige praeadvies, door de Oegstgeester gemeenteraad behan deld: De Raad der gemeente Oegstgeest spreekt na uitvoerige bestudering en overweging van alle facetten van het probleem der grenswijziging tus sen de gemeenten Leiden, Oegstgeest en Rijnsburg verbonden, als zijn mening uit. dat deze grenswijziging in genen dele noodzakelijk of urgent is te achten; meenl dat grenswijziging zeker in het zich snel ontwikkelende Westen van ons land een verouderd begrip Is te achten, daar langs andere weg de moeilijkheden tussen de gemeenten opgelost kunnen worden; verzoekt het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland met grote nadruk af te zien van het voornemen tot Hare Majesteit de Koningin een verzoek te richten, strekkende tot wijziging van de grenzen van de gemeente Oegstgeest. Hoeveel werkelijk nodig? Mocht men van oordeel zijn, dat Oegstgeest grond aan Leiden moet af staan, dan ware ernstig na te gaan hoeveel werkelijk voor woningbouw nodig is; en dan zou als conclusie niet verwonderlijk zijn indien bleek, dat met een aanzienlijk kleinere opper vlakte kan worden volstaan. Hierdoor zou het mogelijk zijn het aantal in woners dat naar Leiden overgaat, tot een geringe omvang te beperken en dan zou het Morskwartier ongetwij feld tot het grondgebied van Oegst geest kunnen blijven behoren. Ten aanzien van Rijnsburg is evenmin Het rapport van bet Economisch Technologisch Instituut (onlangs ver schenen) behandelt het forensenwe- i zen In Oegstgeest en constateert, dat 't percentage forensen in het dorp het I zou deze grenswijziging zich tot een aan zienlijk kleinere oppervlakte kunnen be perken. Pleidooi voor nieuwe vormen De laatste jaren is, mede onder in vloed van de sterke uitbreiding van de bebouwing niet alleen in de steden maar vTijwel overal, van verschillende in vloedrijke zijden gepleit voor een samen werking tussen gemeenten met behoud van de gemeentelijke zelfstandigheid Het praeadvies geeft o.m. enige cita ten van Minister Beel die eveneens het bewandelen van die samenwerkingsweg suggereren of zelfs expliciet propageren. B. en W. herhalen als vervolg hierop en op het verleden de bereidheid om langs de weg van intercommunale sa menwerking met Leiden en Rijnsburg tot overeenstemming te geraken. Wacht ontwikkeling af! Zy menen daarom het recht te heb ben om te vragen, dat de voorstellen tot grenswijziging aan een scherp critisch onderzoek worden onderworpen en dat de vraag ernstig onder ogen wordt ge zien of het niet juister is af te wachten hoe in de naaste toekomst rich de ge dachten ten aanzien van de gemeentelij ke samenwerking zullen blijken te ont wikkelen. De grenswijziging van Oegstgeest Is niet urgent te achten, zodat er geen be zwaar tegen behoeft te bestaan deze voorlopig aan te houden en bijv. over tien of vijftien jaar - bij een meer gecon solideerde toestand - nog eens nader te bezien. B. en IV. spreken de stellige verwach ting uit. dat men dan aan grenswijziging niet meer zal denken. Holland zal tegen die tijd grote aaneengebouwde gebieden hebben, zich uitstrekkende over meer dan één provincie. Een voortgaan op de verouderde weg van annexaties zou ten slotte tot het ontstaan van slechts enke le of uiteindelijk één enkele gemeente leiden B. en W. concluderen hun praeadvies met de hoop. dat de gemeenteraad na gedegen onderzoek in genen dele van de noodzaak van grenswijziging zal zijn overtuigd, doch dat de raad integendeel grenswijziging en annexatie zal onder kennen als verouderde begrippen en ook voorts voldoende argumenten naar vo ren zal kunnen brengen om de voorstel- le volledig af te wijzen. Het drama in de Veenestraat Leids advocaat voert verdediging Naar wü vernemen zal de 19-jarige Rotterdamse behanger, die op Za terdagavond 24 September in de Vee nestraat tc Den Haag het vreselijke verkeersongeluk veroorzaakt heeft, zich moeten verantwoorden terzake van doodslag (maximum straf 15 jaar) cn zware mishandeling (maxnium straf indien dit feit zwaar lirhamrlijk letsel tengevolge heeft 4 jaar). Sub sidiair zal de Haagse Officier van Justitie, mr Kemper, overtreding van art. 36 der Wegenverkeerswet (dron kenschap achter het stuur, maximum straf, indien dit de dood tot gevolg heeft. 3 jaar, bij zwaar lichamelijk letsel 2 jaari ten laste leggen. Verdachte zal worden verdedigd door de Leidse advocaat mr M. D. de Haas. medewerker aan het kantoor van mr dr Hugenholtz. Nog niet be kend is wanneer de terechtzitting zal plaats vinden. Het bevel tot voorlopige hechtenis is gisteren door de Raad kamer van de Haagse Rechtbank met 30 dagen verlengd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 3