AUSTRALIE's LAATSTE WILDEN
..BREKEN" WILDE PAARDEN
D'
Menotti's „Heilige van de Bleeker-street"
I MEVROUW PUZHAK WERD 122 JAAR!
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 1 OCTOBER - PAGINA 4
Een tweejarig paard, dat tot dusverre slechts de vrijheid kende, wordt voor het eerst opge
tuigd. Een gevaarlijk werkje, dat de voortdurende aandacht eist...
Des avonds dansen zij oeroude
dansen bij de didjeridoo
Laatste Nomaden van Arnhem-land
Gisteren leefden zij nog in het Steenen Tijdperk, die lenige,
donkere ruiters, die in de eindeloze gebieden van Noord-Australië
dienst doen als veehoeders. Vandaag zijn zij het, die Australië's
veeteelt op peil houden. De blanke cowboys van weleer kozen andere
beroepen en andere woonplaatsen, die een beter loon en meer gezel
ligheid boden. De inboorlingen echter behoren bij het land. Zij zijn er
evenzeer mee vergroeid als de bomen, struiken en wilde dieren. En
die inboorlingen zijn geboren ruiters. Sierlijk is hun houding. Zij
kennen hun paarden en beheersen ze. Zij genieten van de opwinding
van een galop over de vlakte. Zij zijn één met hun rijdieren. Zij zijn
ruiters naar hun aardl
BESWICK
NA 1945 steeg de wereldvraag naar
vlees. De „vlucht naar de stad"
der blanke cowbuys en de toege
nomen behoefte aan vlees plaatsten
Australië voor een moeilijk vraagstuk.
Het was nodig geworden om méér
weidegronden en méér herders te vin
den. De autoriteiten in het Noordelijk
Territorium besloten om weidegron
den te maken door bronnen aan te
boren. Zij besloten in het cowboy-te-
kort te voorzien door de opleiding van
rasechte inboorlingen tot herders. In
1949 kochten zij de boerderij Bcswick
aan. gelegen ruim 400 km ten Zuid
westen van Port Darwin en dicht bij
de grens van Arnhem-Land. een in
boorlingenreservaat en een der laatste
nog maagdelijke gebieden van Austra
lië. Arnhem-Land. een doolhof van
ravijnen en kammen, is het vaderland
van vele duizenden inboorlingen. Zij
leven er in aloud stamverband, naar
de trant van het Stenen Tijdperk. Zij
Jagen er met speer en boemerang. Zij
hebben hun tovenaars en geheime ge
nootschappen. En toch kregen zij
langzamerhand enig denkbeeld van de
aantrekkelijkheden van de „moderne
tijd", als daar zijn stalen messen, vol
doende voedsel „lappie-lappie" om zich
te versieren en andere nuttige en pret
tige dingen.
Beswick werd de „school", waar veel
inboorlingen uit Arnhem-Land het
herders- en paardenvak hebben ge
leerd en nog leren. Er is vee op Bes
wick. ruim drieduizend stuks. Er zijn
ook paarden. En de donkere mannen,
die nog kort geleden op kangeroes
jaagden met hun boemerang, ontpop
ten zich als uitstekende herders en
hartstochtelijke ruiters. Zo goed doen
zij hun werk. dat menig ervaren blan
ke cowboy en veeboer er openlijk zijn
bewondering over uitspreekt.
TOT hun liefste werkzaamheden
behoort het „breken", het africh
ten van paarden. Soms komt er
een aantal gevangen wilde paarden
(brumbies) op Beswick, soms ook zijn
het vrij jonge dieren, geboren op
Beswick of een andere boerderij.
Ik heb kunnen gadeslaan, hoe de
„Zwarte Ruiters" te werk gaan.
„Paard vriend goed voor gaan
overal maak", zei een rasechte
.Arnhemmer". Joe was zijn naam.
En wèg bokte Joe op zijn jonge
hengst. Eerst had hij met een band
van ossenhuid het linkcr-achterbecn
van het dier vastgebonden om trap
pen te voorkomen. Behendig was
dat geschied. En even behendig had
hij het dier een zadeldek op de rug
gelegd Hoe dat paard bokte en
sprong! Het was een lust voor het
oog. Voor Joe en zijn kornuiten was
dit „gewoon". Als volleerde dans
meesters zaten zij op de rug der
dieren. En zij dirigeerden de vurige
paarden zoals een dansmeester zijn
leerlingen dirigeert, met begrip en
met zacht, overtuigende, nooit af
latende dwang.
Elders waren ruiters bezig de „leer-
lingpaarden" te laten lopen tussen
palen om de dieren gewillig en teugel-
gevoelig te maken. Joe sprong langs
me heen en lachte mij stralend toe.
alsof hij wilde zeggen: „Weet je, dat
is nou pas écht leven!"
EEN andere Arnhemmer Hinkler
is zijn naam heeft als paar
dentemmer nog groter reputatie
dan Joe. Hij is namelijk kampioen
„buckjumping" van Noord-Australië.
dus „Bokkensprongen-Koning". De
wildste paarden neemt hij voor zijn
rekening. Ik zag hem enige toeren
maken en ik hield mijn adem in. En
dit ondanks het feit. dat ik zelf toch
ook de nodige duizenden kilometers te
paard heb afgelegd in mijn leven.
Bokken dat Hinkler's paard deed! Ik
was zo geboeid, dat de foto's, die ik
nam. mislukten.
Toen ik dit 's avonds aan de „Baas"
van Beswick zei. troostte hij me en
gaf me een foto van een buckjumper,
die inderdaad een brokje op heterdaad
betrapt leven was. En daarnaast legde
hij een foto van een schattig meiske
van een jaar of vijf op een lief paard.
Alle twee ruiters, zei de Baas.
'S AVONDS
TEGEN zonsondergang, als het werk
gedaan is. schijnt het alsof er
een magische verandering op
treedt in de koene ruiters en herders.
Want dan keren ze terug tot hun eigen
leven, tot hun oude gewoonten en ge
bruiken. Ik zat voor het raam in de
woning van de Baas. Door de duister
nis bereikten de vreemde monotone
klanken van de didgeridoo mijn oor.
Zelfs in mij, volbloed Europeaan uit
de twintigste eeuw riepen die klanken
gevoelens van onrust wakker. En er
gens op een zandige strook tussen de
bomen of was het in de droge bed
ding van een kreek? zag ik in de
§loed der vuren de donkere gestalten
er dansers Joe. Hinkler en de andere
ruitersDe didgeridoo (een inheems
instrument van bamboe of uitgehold
hout) met zijn dwingend rhythme
hield in het duister de indruk van
eindeloosheid, die Noord-Australië bij
dag wekt, levendig, ja. versterkte hem
zelfs nog En ik dacht aan de woorden
van de Baas. namelijk, dat Beswick
de plek is. waar Australiër's laatste
wilden worden opgenomen in de be
schaving.
Beswick ls inderdaad een trefpunt
van twee beschavingen. De eorrobo-
ree wordt er in ere gebonden Maar
de arts en de veearts ook. Bijgelo
vige vrees voor de natuur en diep
Paard vriend-goed voor gaan
overal maak", zei de volbloed
inboorling Joe. En wèg bokte hij
op een ongebroken jonge
hengst, die hij moest opvoeden
tot een bruikbaar rijpaard.
tK heb wel méér een praatje T.n?Fr-'-T~
v I met gemaakt over de héél f-fc\-- 'FSP. c* ^Êk.
r J- oude mensen. AI*, Tm' -
Die worden tegenwoordig
maar ouder en ouder tot stok- 'W P 'JwCki ><-• -f UxTf- ■KjSA
oud toe en of't nu in de Wl**'. 7,.v J aH1- -
yoghurt zit vanouds een pro- SA h i' *(lt7^ r«
'baat middel' of in het niet
of wél roken, of drinken, of wat
dan ook. die oudjes moeten toch
tot de „sterken" behoren, om 't
in deze opgehitste wereld opge
wekt vol te houden.
Ze behoren beslist niet tot de
piekeraars of nerveuzen. anders
zouden ze allAng 't loodje er bij
neergelegd hebben!
Mevrouw KamebeekBacks
uit Eibergen wordt morgen 106
jaar en deze feesteling kan dan
met trots zeggen, onze oudste
inwoonster te zijn.
Dat is nog niets vergeleken bij
mevrouw L>-ubow—Valentinova
Puzhak uit Moskou, die onlangs
volgens de Russische Burgerlijke
Stand 122 jaar is geworden en
er óók nog patent uitziet.
gaande kennis van de natuur komen
er samen. De „wilden" spreken
slechts hun eigen stamtaal en drie
of vier woorden gebroken Engels,
maar zij stellen belang ln vee en ln
paardenen in de stoffelijke
voordelen der blanke beschaving.
Australië heeft ziin laatste „wilden"
nodig om zijn veeteelt op peil te
houden. Beswick ligt op een kruis
punt.
Dan zie ik. des anderen daags, de
dansers en didgeridoo-spelers uitrij
den. volmaakte ruiters op vurige
paardenhet vee en een nieuwe
dag tegemoet.
(Nadruk verboden)
7AAROM ze nu Valentino
va heet, weet ik niet.
Het heeft beslist niets te
maken met de diep betreurde
Rudolph Valentino, eens een der
sterren van het witte doek,
wiens verscheiden op jeugdige
leeftijd indertijd op alle film
enthousiasten een hevige indruk
maakte.
Mevrouw Puzhak intussen
dénkt er nog niet aan het tijde
lijke met het eeuwige te ver
wisselen.
Ze doet zélf haar Moskous
huishoudentje, ze borduurt veel
om haar lege uren te vullen en
wandelt nog graag. Bovendien
houdt ze ervan met jonge
vriendjes en vriendinnetjes ge
zellig te babbelen over dit en
dat. waarbij de politiek wel bui
ten schot zal blijven.
Of het nu onder het regime
der Tzaren was of onder dat der
Bolsjewisten is: in beide geval
len zal 't voor haar zaak geweest
zijn en nóg zijn. haar mond
over de machthebbers te hou
den.
Dèt is 't verstandigste!
oude dame ziet er patent
Benijdenswaardig al zullen
nieuwe tijden nieuwe problemen
brengen zó de ouderdom te
mogen beleven!
Mee te gaan met de tijd. niet
tobben, genieten van de natuur
en af en toe een lekker hapje:
daar kan een mens vér over de
100 mee worden. Mevrouw
Puzhak kan ervan mee praten
en ze vertelt er haar vriendin
netjes smakelijk van. zonder
jaloers te zijn op hun jeugd en
zonder zich te ergeren aan de
nieuwe denkbeelden, die in deze
jonge hersentjes rondspoken.
TEVREDENHEID siert de
mens!
Ik geloof, dat mevrouw
Puzhak tevreden mèg zijn: lek
ker in 't zonnetje zitten, bij de
Siberische kou achter een
loeiende kachel en dan maar
romen van een „goed" verle
den
Hóe dan ook: het ziet er uit,
alsof ze zich bij haar groente
tuin bést in haar knollentuin
voelt.
En of dat nu mét of zonder n
geschreven wordt, daar heeft zij
geen zorg over.
Duitse première te Wenen
(Van onze Weense correspondent)
Gian-Carlo Menotti is ondanks zijn
Amerikaans paspoort een echte
Italiaan van het romantieke slag
gebleven en geniet als zodanig een
vrij grote bekendheid in Wenen door
de opvoering van ziin „Consul" ln
de Staatsopera en van zijn „Me
dium" in de Volksopera. Ziin jong
ste werk „De heilige van Bleeker-
street" beleefde eerst kortgeleden
zijn wereldpremière in New York en
is daarna t: Milaan eveneens in het
Engels opgevoerd. Intussen werd het
door Sonja Stehelin in het Duits
vertaald en nu heeft het in deze
vorm zijn eerste vertolking gevon
den in de Weense Volksopera.
Het Weense publiek kent Menotti's
muziek als een merkwaardige menge
ling van Italiaanse standaard-melo
dieën en van modern-Amerikaans
rhythme. Het heeft zelfs een zekere
waardering voor de door hem behan
delde thema's met him ongewone dra
matische spanning, maar het toont
geen bijzondere bewondering voor zijn
vlotte en vooral aan Puccini ontleende
melodieën.
Daarom verwachtte het ook geen
verrassingen, maar het was toch wel
nieuwsgierig naar het thema, dat on-
Maar toch weer kinderspel in vergelijking tot de halsbrekende toeren, waarmede de
eerste rit gepaard gaat...
tegenzeglijk iets groots heeft, name
lijk de idee dat mensen naast elkaar
kunnen leven en elkaar te gronde
richten, ofschoon ze van elkaar hou
den en slechts het goede willen.
De hoofdpersoon van deze opera is
een ziekelijk en hysterisch meisje, dat
naar het klooster wil en daarin door
haar broer gehinderd wordt, omdat hij
haar wil beschermen en op een zo op
dringerige manier van haar houdt, dat
zijn verloofde hem van bloedschande
verdenkt. Het meisje zet haar wil door
en gaat inderdaad naar het klooster,
maar het sterft voor de poort van het
convent. De broer echter vermoordt
zijn verloofde, omdat hij haar verden
kingen en jaloezie niet kan verdragen.
De bedrijven zijn goed opgebouwd en
bereiken op sommige punten een zeer
grote climax, waarin de hoofdpersonen
tegen elkaar opbotsen met het gevolg,
dat er slachtoffers vallen.
IN EEN WOORD „KITSCH"
Het merkwaardige is echter dat de
toeschouwer ondanks alles toch niet
onder de indruk komt en zelfs geen
medelijden voelt, noch met het on
schuldige slachtoffer, noch met het
arme hysterische kind dat de aanlei
ding is tot deze tragedie.
De verklaring moet gezocht worden
in het feit dat deze traditionele,
overbekende en veel te gemakkelijke
muziek het toch niet meer „doet",
vooral niet wanneer ze zoals hier
gebruikt wordt ter illustratie van
een gegeven, dat in velerlei opzicht
te gezocht en overdreven is, is één
noord „Kitsch" moet worden ge
noemd.
Er komen hierin namelijk zoge
naamde religieuze scènes voor. bij
voorbeeld de opname in het kloos
ter en de stigmatisering op Goe
de Vrijdag, die religieus-voelende men
sen als onwaarachtig afwijzen en die
meer liberale toeschouwers als pijnlijk
veroordelen, omdat daarin het „heili
ge" veel te veel wordt prijsgegeven en
van de andere kant toch doortrokken
is van een erotische atmosfeer. Het
voornaamste bezwaar is echter niet
zozeer de profanatie van het heilige
als wel het Kitsch-karakter van de
sentimentele en romantische muziek,
die niets eigens of origineels bezit en
waardoor het werk op het niveau te
recht komt van een operette of van
een revue. Toch moet deze Duitse
première te Wenen gedeeltelijk een
succes worden genoemd, en dat is dan
voornamelijk te danken aan de prach
tige vertolking van het zieke meisje
door de neger-zangeres Camila Wil
liams. aan Josef Gostic als haar broer
en aan M. Kennedy als zijn geliefde.
Daarbij komen dan de prachtige deco
raties van Hlawa en de uitstekende
leiding van de dirigent Hollreiser. die
met al zijn medewerkers aan deze
opera een eer heeft bewezen, welke
zij eigenlijk niet verdient.
net Weense experiment heeft ons
echter één ding geleerd: wij aan
vaarden in Europa weliswaar de
oude. echte opera's met al hun goe
de en zwakke eigenschappen als een
uitdrukking van de traditionele
operastijl, maar wanneer men ons
een zogenaamde moderne opera
voorzet, stellen wij andere en veel
hogere eisen en vooral verdragen wij
van een moderne componist geen
vals pathos en in ziin muziek geen
epigonendom, al is het nog zo han
dig gecamoufleerd en nog zo ver
lokkend. Met andere woorden: over
twintig jaar zullen wij hoogstwaar
schijnlijk nog altijd veel liever naar
„Tosea" en „Tnrandot" luisteren
dan naar icze „Heilige van de Blec-
kcr streel", die volgens onze Euro
pese opvattingen geen heilige, maar
een arme hysterica is.
Prof. dr NICO GREITEMANN.