Een WINTERMUTS van EIGEN FABRIKAAT HET PAARD, dat naar de stad wilde ONS MENU VAN DE WEEK Ons KNUTSELHOEKJE malle gevallen WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 1 OCTOBER - PAGINA 3 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand Parijs, Sept. '55 Baretten zijn er in de Franse wintermode zonder tal. Niemand minder dan de grote Dior heeit er massa's in zijn collectie. Ze zien er die baretten vaak dóódsimpel uit Ze zijn soms heel „gewoontjes", zó van „nou, dat kun je zeil ook maken". Dior maakt ze. zoals overigens ook de andere modevorsten, van dezelfde stof als het pakje waarbij zij behoren. Veel van zijn baretten zijn dus van tweed, van diagonaal- of visgraatstof of van pied de poule. Maar ook worden modieuze baretten van bont gemaakt. - leer of imitatie suède, en vooral ook van fluweel, dat er heel populau materiaal voor is. De baret wordt van de vroege och tend tot 's avonds (zelfs by het gekle de tollet!) gedragen. In het laatste geval la hy doorgaans van fluweel en soms zelfs geborduurd met pareltjes of strass briljanten, ofwel gegarneerd met een (of meerdere) mooie clips. Ook temidden van de daagse baretten ontbreekt overigens de fluwelen versie niet, maar overdag ls hy meestal don ker en 's avonds vaak licht, al ls dit dan ook geen verbindende regel. In fantasiemodellen wordt de entreeband soms van contrasterend materiaal ge maakt Als garnering van de daagse baret dienen soms een 6trlk, een scheerkwast „veer", een lange fasan- tenschacht of een byoux, doch de on- tenschacht of byoux, doch de on- venhand. Omdat baretten zo zeer ln tel zyn, en omdat vele modellen er uit zien alsof je ze zelf maken kunt geven we U vandaag twee modellen die ge zelf in elkaar kunt priegelen. Voor beide hebt ge niet meer dan 50 centimeter stof nodig (van 50, respectieveiyk 70 centimeter breedte; en die schieten misschien wel over van de tailleurstof die ge Juist hebt gekocht!). Voor het eerste model kunt ge leer, peau de pêche of tailleurstof gebruiken en zelfs mantelstof komt er voor ln aanmerking. Ge tekent het patroon op ware grootte op papier na (elk hokje van het schema is 5 centimeter hoog en breed!) en als ge het patroon uit de stof naknlpt. snijdt ge lA centimeter voor de naden aan. behalve langs de kant van het entree waar ge 1 centi meter byvoegt Uit gaas knipt ge ver volgens nogmaals de bol na Ge hecht het gaas zo op de binnenkant van de bol dat de steken aan de buitenkant niet te zien zyn. Pers eerst de bof, voordat ge de halfronde rand aan de bol stikt. De naad tussen bol en rand wordt opengelegd en van een stikseltje voorzien. In het entree wordt vervol gens een 1 centimeter breed ribslintje genaaid, dat op hoofdmaat werd af gemeten. Ge kunt deze baret al dan niet van een voerinkje voorzien. Voor het tweede model wordt het patroon op dezelfde wyze gemaakt. (In het schema ls elk hokje 10 centi meter hoog en breed!). Ook voor dit model maakt ge een bol van gaas. Deze gaasbol wordt echter 5 centime ter kleiner gemaakt dan de stoffen bol Hecht het gaas op de stof en leg vervolgens langs de ronde buitenkant van de bol twaalf even diepe plooitjes ln. Naai de geplooide bol op de en tree- boord, vouw deze laatste naar binnen dubbel en zoom om. Voor deze tweede baret kunt ge fluweel gebruiken, even als elke wollen stof. De entreeboord kunt ge naar keuze ook van andere materiaal maken of onder een ribs- Unt verbergen. Verhaal voor de kleintjes Op een zekere dag bedacht het paard, dat dag-in dag-uit ln de wei holde of stil stond te kijken, dat het graag eens naar de stad zou willen. Want het begon het paard een beetje te vervelen in die wel. Op zichzelf was het een heel aardige wei met fris groen gras en mooie bloemen, maar als Je de hele dag niets anders te doen hebt dan er in te staan te lopen of te lig gen kyk dan gaat zo"n wei je toch vervelen, ook al bloeien er honderden boterbloemen En dus wandelde het paard de weg op om naar de stad te gaan. Hy kwam een boer tegen die niets zei, e> het paard zei evenmin Iets. „Het gaat Je niets aan." dacht hy. Maar de koe, die een eindje verder in een andere wei lag te herkauwen, zei wel iets. ..Hé paard," loeide ze, „waar ga Je naar toe?" Het paard bleef staan en hinnikte dat het naar de stad wilde. .Hat ls een aardig idee", vond de koe Daar voel ik ook wel Iets voor. Ik heb genoeg van dat eeuwige graskau- wen. Ik geloof, dat ik met Je mee ga. Vind je dat goed?" Nu. het paard vond het best want alleen is maar alleen. En daarom maakte hy het hek voor de koe open zodat ze haar grasveld kon verlaten. Samen wandelden ze welgemoed voort. Het paard hinnikte nu en dan eens en sloeg met zyn staart ln het rond van louter levensvreugde. D-rn keek de koe hem met haar grote ogen vriendelijk aan, want loeiend instemmen met zyn gehinnik kon ze niet, omdat ze haar bek nog vol gras had. Ze hadden al weer een heel eind ge lopen toen ze op een modderig veldje een varken ontwaarden. Het beest zag er vies uit. zoals een varken er hoort uit te zien. Het paard trok er een beetje zyn neus voor op en het schrok bepaald toen het varkentje naar hem en de koe toeholde er knorde: „Waar gaan jullie heen? Wat gaan Jullie doen? Mag ik mee?" „WU gaan sdmen naar de stad," ant woordde het paard afgemeten n nlj legde de nadruk op dat sdmen. Maar dat hoorde het varken niet eens. „Wat is dat: de stad?" wilde hy we ten en het paard (dat het zelf ook niet precies wist) zei: „Een plaats waar markt is en waar heel veel dieren wo nen." „Ach, dit ïykt me gezellig!" knorde het varken uitgelaten. „Want ik vind het hier verschrlkkeiyk eenzaam." Het paard vond het toch wel goed dat het varken meeging omdat het be merkte dat het varken een vrlendeiyk dier was. Ze hadden met z'n drieën een kleine afstand afgeleg het varken vroiyk knorrend toen ze een geit zagen «iie stond te mekkeren by het beekje. Voor de geit iets kon zeggen, gilde het varken: .We gaan naar de stad. Ga je mee. geitje?" Maar nadat ze een paar uur gelopen hadden, werd het geitje moe geiten zyn geen goede wandelaars, moet Je weten en het vroeg aan het paard: .Haard waar biyft die stad nu?" „Daar zyn we zo," beloofde het paard, ofschoon hy het zelf niet wist. Helaas, ze waren er niet z en na een poosje liet het varken zyn oren treu rig hangen Want ook hy werd zó moe dat htf niet meer kon. „Waar is die stad dan?" vroeg de goedige koe, die met de twee kleinere dieren te doen had. Het paard 6chudde zyn manen: hy zag geen stad maar hy zag wel iets anders: een klein aardig huisje dat leeg langs de weg stond. Er bloeiden bloemen rondom en het zag er heel vrlendeiyk uit. „Hoe ïykt Jullie dat?" vroeg hy. Het geitje vond het best en trippelde rustig achter de koe, het paard en het varken aan. Het paard, dat vond dat de geit wel wat erg langzaam liep, ga loppeerde soms eens een flink eind voor de andere uit en bleef dan hy- gend wachten. Ja, het was een byzon- der gezellige wandeling en de dieren genoten alle erg „Daar gaan we wonen!" "riep de koe, en het varken knorde en de geit mek kerde. alsof ze zeggen wilden dat ze het een heel mooi plan vonden. Zo gebeurde het dus. De vier dieren gingen in het huisje wonen. Ze leef den er gelukkig en tevreden en dach ten nooit meer aan de stad. M. F. B. Wy willen allen graag dat onze kinderen opgroeien tot gezonde mensen. Hiervoor heeft het kind veel voedsel nodig waarin voldoende bouwstoffen voorkomen, zoals in eieren, vlees of vis en niet te vergeten melk en kaas. Dus voortaan: bij de boterham een glas melk en erop een plak kaas. Bovendien zal ook by de warme maaltüd een kaasgerecht zeer ln de smaak vallen. ZONDAG Schelpje of ragoütpotje met eiragoüt; blinde vinken, prin- cessebonen, aardappelen; schuimige citroen- of sinaasap pelvla met waaierw3fels. door JORGEN CLEVIN DIERENTUIN VAN PAPIER De grote dieren kun je met cal- ceerpapier op gekleurd papier overtrekken en dan uitknippen. Daarna kun je ze beschilderen. Als je goed kunt knippen en een kleine, scherpe schaar bezit, kun je ook kleine beesten uitknippen, zoals je ze links ziet. Op die ma nier kun je een hele dierentuin van papier fabriceren. TENNISBAL Uit twee stukken stevig linnen knip je twee delen, net zoals de tekening laat zien. Naai ze met stevig draad tezamen en stop er houtwol of oude restjes wol of lappen in, voordat je de laatste steken naait. DINSDAG Riblap. bietjes, aardappelpurée, gebakken griesmeelpunten met bruine suiker. WOENSDAG Kaaspannekoekjes; selderüknol, aardappelen, fruit. DONDERDAG Gebonden seldergsoep, bloemkool saucysjes, aardappelen. VRIJDAG Gebakken visfilets, andijviesalade. gebakken aardappelen; hangop met beschuit en suiker. ZATERDAG Nassigoreng met omelet te-reepjes, 'ruit. Recepten: Schuimige citroen- of si naasappelvla 4 eieren. 100 gr. basterdsuiker, sap van 2 citroenen samen met 1 dl water of sap van 4 sinaasappels en citroen. Herfstige maaltijden Het voorlichtingsbureau van de voe dingsraad meldt: Om het nieuwe peulvruchtenseizoen in te luiden beginnen we met een oo- nenmaaltyd: een soep aangepast aan het seizoen, want er zyn èn paprika èn verse tomaten in verwerkt. Verse groenten in een bonen- of erw tensoep verschaffen ons het zo nood- zakeiyke vitamine C, dat in de ge droogde peulvruchten niet meer voor komt. Witte bonensoep (4 personen) 400 g. witte bonen, 2 liter water, een flinke paprika, 1 kg. tomaten, peter selie of seldery, 100 g. gehakt, zout. De bonen een dag tevoren uitzoeken, wassen en in ruim water zetten. De bonen aan de kook brengen in het weekwater, de warmtebron temperen en de bonen zachtjes gaar koken in ongeveer VA uur. Wanneer de bonen niet voldoende stuk gekookt zyn, het water afgieten en de bonen fynstampen. Het bonennat by scheutjes tegeiyk door de verkregen bonenpuree roeren en de soep weer aan de kook brengen. De groenten schoonmaken en klein snyden de tomaten ontvellen tn in stukjes verdelen. Va.i het gehakt klei ne balletjes vormen. Groenten en vlees by de soep voegen en het geheel nog ongeveer vyf minuten laten doorkoken. Desgewenst de soep op smaak afma ken met een weinig aroma of pikante saus. In ons tweede menu: Stamppot rauwe andyvle, klapstuk, perencompóte, wordt de andyvie dus rauw verwerkt en gegeven in combi natie met klapstuk. Door de vleesbouil lon krygt deze stamppot een heeriyke smaak. Zet klapstuk met kokend water op en kook het vlees zachtjes gaar. U kunt er gerust 2 uur voor rekenen. Neem wat meer klapstuk dan U nodig hebt, b.v. een stuk van een halve kilo en bewaar een deel van het gare vlees in de bouillon tot de volgende dag. Van deze rest kunt U de vleeskoekjes maken, die op het volgende menu prU- ken: Groentesoep, vleeskoekjes, aardap pelen, rode bieten. Vleeskoekjes (4 personen): Ongeveer 200 g. gaar vlees. 4 gekookte aard appelen, een uitje, bouillon, zout, desgewenst peper, nootmuskaat of gemengde vleeskruiden bloem, ooter, margarine of vet. Vlees, ul en aardappelen zeer fyn snyden of malen. Er zo nodig onder toevoeging van een weinig water of bouillon een stevig samenhangend mengsel van maken zout en speceryen naar smaak toevoegen. Van de massa afgeplatte ballen vormen deze door bloem wentelen en kort voor het ge bruik ln hete boter, margarine of vet bruin bakken. De eierdooiers met de suiker klop pen. het vruchtensap toevoegen en dit samen onder goed roeren verwarmen tot de massa gaat bmden (vooral niet koken). De eiwitten styfkloppen en luchtig door de vla mengen, nog even op een zacht vuur verwarmen om het eiwit gaar te laten worden. De vla nu laten afkoelen en overdoen ln een vla- schaal of kleine schaaltjes. Kaaspannekoekjes. 250 gr zelfryzend bakmeel, 2 eieren, 3 dl melk, 150 gr oude geraspte kaas, peper, aroma (zout), oohjrif:: :Le Doe het meel ln een kom. breek hier in de eieren en roer alles met de melk tot een glad beslag. Roer door het be slag de kaas. peper, zout en aroma. Bak nu ln de koe te pan kleine koekjes zoals voor 3 ln de pan. Presenteer ze by diverse koolsoorten, spinazie, koolraap of selderyknol. In Parijs waa 't niet helemaal in ords met de opera. De bariton André Phi lippe produceerde Juist de hoogste noten van zyn party toen hy plotse ling, als was hy ln het niets opge lost, van het toneel verdween. De toe schouwers waren met stomheid ge slagen. Waar bleef de bariton? Toen men op zoek ging vond men Philippe in de kelder van het gebouw Juist bezig met zyn laatste aria en turend naar het valluik waardoor hy naar beneden was gevallen tienjarige Harold Stover echter hele maal geen beletsel om zonder Jaa naar school te komen, zyn vriendje* hadden diep medelijden met de Jon gen en vroegen of hy het niet koud had. Ook de onderwijzeres wist niet wat ze zag. „Maar Harold" vroeg ze „waar heb Je Je winterjas gelaten?" „Thuis, juf" was "t laconieke ant woord van de nu niet bepaald dik ge klede knaap De onderwijzeres wilde het naadje van de kous weten en vroeg hem natuuriyk waarom hy zyn lekkere dikke Jas niet had aange trokken. „Niet nodig" was het triom- fanteiyke antwoord. Vol trots toonde hy de Juffrouw en zyn klasgenootje# de negen hemden, die hy over elkaar had aangetrokken. By het laatste menu: Aardappelen met kaas en bloemkool doet een wortelslaatje het uitstekend. Het verleent de maaltyd kleur, fleur en frisheid, al is het een eenvoudig slaatje, bestaande uit geraspte wortel met slasaus of citroensap en wat aroma. Van de aardappelen en kaas kunt U een gezellige schotel maken door dikke plakken gekookte aardappel laag om laag met plakjes kaas ln een Ingevette vormvaste schaal of 'an te leggen en er fyngesneden peterselie tussen te strooien. Het gerecht wordt een paar minuten zachtjes gebakken, zodat de kaas kan smelten. De bloemkool kan er apart bU wor den opgediend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 13