GENTSE GILDE-TRADITIE BESTAAT SINDS 1300
„DIEREN KIJKEN U AAN!
malle gevallen
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 17 SEPTEMBER - PAGINA 4
Kruisboogschutters van St Joris bleven eeuwenlang de historie trouw
Geen tabak „smoren" tijdens 't schieten
(Van een bijzondere medewerker)
..Gij zult niet verschrikken als ge daar binnengaat", zegt
collega Berten de Keyzer met een glimlach als hij ons uitduidt hoe we
het domein van het vijl eeuwen oude ,.St Joris-gild van kruisboog
schutters te Gent kunnen bereiken. Het is gevestigd in een oud
Karmelieten-klooster, dat in een van de beruchte krotwijken van het
oude Gent staat. Dat ..beruchte" slaat meer op de erbarmelijke woon
toestanden dan op de bewoners, want die zullen ons geen haar
krenken. En bemoedigd door de geruststelling van Berten de Keyzer
zijn we onverschrokken de haveloze Vrouwe Broerssteeg ingegaan,
't deurtje van het klooster door en tenslotte vonden we op de tast de
toegang tot het lokaal van het Sint Joris-gild van kruisboogschutters.
Sinds veertig jaren is het gevestigd in de refter van het klooster en het
woord „privaat-club" op de deur toont overduidelijk, dat men er niet
op onbevoegden is gesteld. Introductie is een hele eer. Dat voelden
we, toen we onze handtekening plaatsten in het lijvige album van
geschept oud-Hollands, dat deken Cooreman ons ter tekening aan
bood.
Een andere rariteit heeft het gilde
te danken aan de toneelspeler Fran-
sonnier van de Academie Frangaise,
die niet afweek van de artistenge-
woonte om de eigen persoon met
vreemde activiteiten in het licht van
de publiciteit te plaatsen. De heer
Franfonnier verwierf zich roem als
tweede Willem Tell, door met een
kruisboog een appel van het hoofd van
een charmante vrouwelijke collega te
schieten. Bij de broeders van het
Gentse St Jorisgilde vertoonde hij dat
kunstje ook en schonk appel en pijl.
plus zijn portret en een geïllustreerd
verslag van één en ander in de „Il
lustration frangaise" van 15 Novem
ber 1902 aan zijn gastheren. Maar er
«ijn ook écht bijzondere zaken in het
museum te vinden, zoals een prach
tige tweezijdig geborduurde standaard
van het gilde uit 1730. Men wilde deze
destijds naar de tentoonstelling
„Vlaanderen Vlagt" te Middelburg
zenden, maar geen verzekeringsmaat
schappij durfde het risico te dragen.
Kostbare archivalia
De meest waardevolle elementen
van het museum zijn echter de ar-
chivalla. Ze bevatten een schat van
gegevens over het gildewezen in
oude tijden, waar menige gilden
kenner weken van in extase zou
kunnen raken.
De oudste folianten vermelden aller
hande over het gildebestuur uit de
14e, 15e, 16e, 17e en 18e eeuw en over
de schuttersfeesten, die men jaarlijks
met grote luister pleegt te vieren in
de maand Juni, op de eerste Zondag
na Sacramentsdag. In vroegere eeu
wen bleef het trouwens niet bij één
dag. Men vierde minstens 8 AIO dagen
feest met de afvaardigingen van de
gilden uit andere steden. Op het feest
ging het zo fris van de lever, dat het
stadsbestuur extra verlichting aanleg
de en speciale stadsdienaars aanstelde
om de geachte afgevaardigden des
avonds veilig naar huis te dragen.
Op de Graslei weerspiegelt
zich een rij oude gildehuizen in
het groene water van de Lei.
Het kabbelende watervlak speelt
met de weelderige vormen van
oude bouwstijlen en verbrokkelt
de torens, die machtig uit de
achtergrond oprijzen. Autobus
na autobus stopt er en werpt
zijn inhoud op de kade uit: een
horde gezonnebrilde camera
misbruikers. die zich als een
bende mnrktrovers op de foto
genieke objecten stortOf
wij het toerisme haten? Neen.
dat niet, maar één ding ergert
ons in dat jachtige gedoe. Hoe
zullen deze snel-kiekers ooit
beseffen welk een rol die stille
getuigen van een groot verleden
spelen in de harten van het
volk, dat thans in de hoofdstad
van Vlaanderland leeft en
werkt? Hoe zullen zij begrijpen
welk een ruggesteun de herin
neringen aan de oude gildetijd
dit volk geven, in de strijd te
gen zijn problemen van deze
tijd? En juist dat begrip heb
ben de Vlamingen zo nodig;
niet in de laatste plaats van ons
Nederlanders, gestoeld op de
zelfde wortel der historie, de
zelfde taal sprekende, door de
zelfde vrijheidsdrang bezield
Ook zijn niet alle „corporalia" van
het St. Jorisgilde in het eigen mu
seum te vinden. Er is bijvoorbeeld een
strijd tussen gilde en gemeente over
het gouden collier, dat de schutters-
koning droeg. Elke nieuwe schutters-
koning voegde er een gouden schakel
aan toe. In de Napoleontische tijd
werden de gilden verboden en hun
goederen door de staat in beslag ge
nomen. Ook het koningscollier van St.
Joris. Na de val van Napoleon kwam
het in Gent terug, doch niet bij het
gilde maar in het gemeentebezit. En
nog steeds betwist men elkaar het
eigendom.
bijvoorbeeld streng verboden onkn]w
taal te bezigen, liedekens ie zing,,
tabak te smoren, of zich van over!
lollige Inhoud te ontdoen bij de dot!
len of de muurkens daarnevens"
Het bestuur ziet er op toe! Maarte
ziet méér door de vingers.
De samenstelling van het
heeft nog de typische trekken
een „Middeleeuwse democratie' h
wordt niet door de leden gekozen ;l
2IJD di. ook 150 4 200 in
door de oudgedienden: 30 A 35 7Zr
frères. Het bestuur bestaat uit ^ün
Deken (soms boven hem nog fi*
euver-deken). een onderdeken ~n
griffier, een schatbewaarder en
leden-van-den-eed.
Met dit lange model kruisboog wordt door het eeuwenoude St. joris
gilde te Gent geschoten. Het vizier van het wapen ziet er nogal
modern uitmaar dat is dan ook het enige dat niet de indruk maakt
uit vroegere eeuwen te stammen. Bij het proberen van zo'n boog
(een eer. die men zelden aan een gast gunt) schoten we bijna in
de roos. Maar het lag meer aan het goed afgestelde vizier dan aan
onze ..spontane vaardigheid", geloven we.
Vorsten als lid
ook oujki uit aie arcmvaiia weiK
een belangrijke plaats het Gentse
St Jorisgilde ingenomen heeft in
het toenmalige leven van de Ne
derlanden. Alle vorsten waren er
lid van. Ook keizer Karei V en zelfs
Prins Willem van Oranje. Die tradi
tie zette zich tot op heden voort.
Koning Willem I was de laatste
vorst, die het gilde een legaat toe
zegde.
Toen hu overleden was. hadden in
middels de Belgische opstand en de
Tiendaagse Veldtocht een grens ge
trokken tussen de Noordelijke en de
Zuidelijke Nederlanden. Maar het le
gaat werd niettemin uitbetaald!
Koning Boudewijn is de jongste in de
rij van vorsten, die het lidmaatschap
van het oude Gentse St. Joris-gilde
heeft aanvaard. Over al deze zaken
vindt men gegevens in de archivalia
van het gilde.
Neen, niet over alle. Over verschei
dene perioden kan men slechts onder
auspiciën van de Stad Gent geïnfor
meerd worden. O a. zal men de oude
stadsrekeningen moeten raadplegen.
De eerste directe aantekeningen over
het St. Jorisgilde dateren van 1314.
maar uit directe gegevens kan men
afleiden, dat het gilde ook voordien
reeds heeft bestaan.
Plechtige inauguratie
De aanneming van nieuwe leden in
het gilde is een hele plechtigheid. Zij
moeten de eed afleggen met gebruik
making van het oudste formulier, dat
het gilde in bezit heeft. Dat werd in
1788 uitgegeven „tot Gend, bij Ber
nard Poelman op de Hoogpoorte in
het gekroonde Zweird". Typerend voor
de gemoedelijkheid van de Gentena
ren, die strijden met hun zin voor
traditie is het feit, dat uit de eedfor
mule met blauw potlood is weggekrast:
„de Catholyke Roomsche Religie t'
onderhouden ende vooren te staen".
We kijken hier niet naar religie
en politiek", lacht Deken Cooremons
mild. als we hem op de doorstreping
wijzen. „Daar praten we hier ook niet
over. Dat geeft alleen maar ruzie
Maar wel is de laatste zin blijven
staan:alsoo moet mij Godt hel
pen. alle sijne Heyligen, ende den
Edelen Ridder St. Joris".
Geen onkuise taal
Dat reglement geeft voorts een aan
tal voorschriften, die niet mals z(jn!
Tijdens de schietoefeningen Is het
De schutterskoning prijkt boven san
de lijst, maar heeft niets te zegren.
Die zich driemaal achtereen koning
geschoten heeft, wordt voor zijn leven
keizer, wat hem overigens evenmin
enige zeggenschap geeft.
't Gilde blijft bestaan
Rijk is het gilde niet. maar wel rijk
aan bekwame lieden tot allerlei hand
werk. In de oorlog vernielden twee
Duitse granaten het inwendige van
het gildedomein. Langzaam maar ze
ker (hoewel naar onze voortvarende
begrippen wel erg langzaam) wordt
het vernielde weer hersteld tegen kos
tende prijs. Op 't ogenblik is het er
nog vrij rommelig en wanordelijk; er
blijven zelfs leden om weg. Dat is heel
jammer, want het gilde telt verschei
dene vrij jeugdige leden, die er om
„telloren" (borden) schieten en er bo
men over allerlei, dat hen interes
seert, terwijl verscheidene andere
oude Gentse verenigingen de jeugd
niet meer schijnen te kunnen boeien.
„Maar ach", zegt het bestuur gemoe
delijk, „dat komt stilaan wel in orde".
Een land, dat zich werkelijk grot
voelt in zijn traditie behoeft geen
krampachtige handhaving daarvan.
De tegenpartij zou met één vinger er
naar uit te steken immers de traditie
met ongekende kracht doen herleven?
En ook in het St. Joris-gilde voelt de
Gentse Vlaming zich zoon der vade
ren. drager van een eigen cultuur, niet
los te slaan van wat hem historisch
bindt. Het staat boven de schietba
nen: „Leden komen, leden gaan. 't
Gild alleen blijft
Wanneer men in de lokaliteiten van het oude gilde rondscharrelt,
behoeft men er geen ogenblik aan te twijfelen, dat het aan Sint Joris
is toegewijd. Op allerlei wijzen legt men daar in beeltenissen ge
tuigenis van af. Er is een mooi gebrandschilderd raam met een
variant op de hierboven ook gevarieerdevoorstelling. Er is beeld
houwwerk. meer dan één stuk. van bovenstaand bloedig tafereel.
Zelfs vindt men er de schedels van de draak en het paard van Sint
Joris in het museum. ..Maar dat is voor de leuterkennen de
gildebroeders gul.
Vlaamse kunst: ge kunt het vinden
bij Sint Joris, bij een pint bier en bij
de scherpe, droge knallen van de
kruisbogen.
Cj ieuze instrumenten
Die kruisbogen zijn curieuze instru
menten. Bijna zolang als de schutter
zelf, loodzwaar en levensgevaarlijk.
De schietbanen, die apart zijn afge
schoten in het gildelokaal zijn 20 m.
lang en over deze 20 meter-baan ver
toont de gevederde pijl nagenoeg geen
boog Met een nijdige tik boort hij zich
in de tobbe met stijve klei, waarop de
schietschijf is geprikt en er is kracht
voor nodig hem er weer uit te trek
ken. Op twintig meter afstand schiet
men niet c-en kruisboog iemand mors
dood! - Het grootste deel van de boog
is een lange balk, die men over de
schouder neemt. Aan de voorzijde
heeft de balk een gleuf, waarlangs de
pijl vliegt, en een vizier. Dwars op
deze balk staat een ijzeren boog, die
de snaar gespannen houdt. De snaar
is van hennep, van katoen of van vlas.
en wordt door de schutter zelf ge
vlochten; dat vlechten behoort tot zijn
speciale kundigheden. Het spannen
van de boog geschiedt met een losse
hefboom, die ae snaar achter een ko
peren haak brengt die men op kan
lichten door de haan over te halen.
Een gespannen snaar heeft een kracht
van 200 kg.!
De Vlaming is in twee dingen sterk:
m zin voor traditie en in vryheidszin.
Over het algemeen hanteert hij beide
eigenschappen met zeer grote gemoe
delijkheid. Maar men moet hem toch
ook weer niet te na komen. De strijd
om de erkenning van de Vlaamse taal
en de schoolstrijd bewijzen, dat hij
wel degelijk in beweging komen kan,
als men hem dreigt onder de voet te
lopen. Op de samenkomsten van het
Sint Jor:s-gilde wordt zo weinig moge
lijk over deze zaken gesproken omdat
men er de gemoedelijkheid zeer hoog
heeft. Maar het bestaan en floreren
van dit gilde op zichzelf, kunnen we
toch niet anders zien dan als een
uiting van een sterk Vlaams gevoel
van eigenwaarde. Een zich recht
streeks verbonden weten met de rijke
historie, die deze Nederlands-spreken
de onderdanen van de koning der
Belgen in cultureel opzicht een pré
geeft.
Van de gilden, de machtige organi
saties van vak- en beroepsgenoten, die
eens zetelden in de prachtige gildehui
zen langs de Graslei en elders in de
stad. vindt men weinig meer terug.
Maar in talrijke Belgische steden
(Gent, Brugge, Leuven) leven de gil
den van wapendragers nog voort. D.k-
wijls hebben zij slechts een slapend
bestaan. Vaak ook zijn zij volledig om
gezet in gezelligheidsverenigingen
Maar in enkele gevallen wordt het
schieten naast de gezelligheid nog in
ere gehouden. Eens waren de wapen
dragersgilden zoveel als legerenheden.
Thans Is het schieten slechts als sport
overgebleven.
Van de vier Gentse gilden, die eens
het prinselijk vaandel volgden, zijn
de gilden van St. Mlchiel (scher
mers), St. Sebastlaan (handboog
schutters) en St. Joris (kruisboog
schutters) nog In bloei. Het gilde
van St. Antonius (haakbus-schut
ters) is een slapende vereniging.
Eigen museum
Frans Coppejans
Ook het St. Joris-gilde, waar wij te
gast waxen, is een tijdlang een sla
pende vereniging geweest. Maar ln
1904 trad de kunstschilder Frans Cop
pejans op als de prins, die de schone
slaapster wakker kuste, en een kring
van Gentenaren om zich heen verza
melde, die als in vroeger eeuwen de
kruisboog weer ter hand nam.
Deken Frans Coppejans staat bij
het gilde deswegen in hoge ere en ln
de oude refter van het Karmelieten
klooster prijkt zijn bronzen borstbeeld
Het artistieke beroep van deze herop
richter heeft niet nagelaten zijn stern
pel op de - thans 150 A 200 leden tel
lende - schuttersmaatschappy te druk
ken. Vele artisten zyn er lid van, en
wilt ge een degelijk gesprek over de
Nieuwe kruisbogen worden er vrij
wel niet meer gemaakt. Er is zeer
veel werk aan en het vereist gespecia
liseerde vakkennis, waardoor het in
strument uiteraard heel duur wordt.
De meeste schutters hebben hun bogen
geërfd of antiquarisch gekocht.
Vroeger werd er ook wel met lich
tere en kleinere typen kruisbogen ge
schoten.
Het gilde van St. Joris heeft een
eigen museum, dat een zeer bijzon
dere verzameling bogen bevat. Som
mige van zeer oude datum en bege
leid door de stoutste legenden. Nie
mand van de gildebroeders gelooft
ze, maar ze geven sfeer aan het
merkwaardige museum, waar zaken
van grote historische waarde en on
nozele rariteiten in vrede tezamen
existeren. Men vindt er de boog.
waarmee hertogin Isabella van
Bourgondië, dochter van Maxlmili
aan van Oostenrijk, eens een ko
ningschot loste. Men vindt er de res
pectieve schedels van het paard van
Sint Joris en van de draak
IN DE realistische film „Rear
window" („De stille getuige")
kijkt een man naar het leven
van anderen.
Ook U zult zichzelf er wel eens
op betrapt hebben naar ande
ren te kijken.
Bijv. tijdens Uw avondwande
ling: alleen of met Uw hondje.
Dan gluurt U door de ramen
der buren of zij die verderop wo
nen en U krijgt inééns een mo
mentopname van hetgeen zich
bij hen afspeelt.
De één zit rustig in zijn krant
je verdiept, een ander helpt zijn
kinderen bij het huiswerk, weer
anderen zitten smakelijk te eten
of zijn, wild gesticulerend, in
heftige gesprekken gewikkeld.
In ieders leven spelen zich
dingen af, blijspelen of drama's,
waar de voorbijganger niets van
weet. maar die zich dikwijls ra
den laten
Ware ik literator, dan zou er
een boekwerk mee te vullen zijn
DOOR de „open-venster-po-
litiek" van de laatste jaren
de meeste mensen bezit
ten immers geen Alles-afsluiten-
de-gordijnen meer of willen die
niet hebben is véél van de in
timiteit van vroeger verloren ge
gaan.
Vooral nu duizenden in dichte
woonwijken met torenhoge flats
hutje-mutje op elkaar gesmeten
zyn. ïykt het er op, alsof de héle
wereld één broederlyk gezin ge
worden is.
In feite is dat natuuriyk hele
maal niet zo. omdat de meeste
mensen, ondanks al hun groei
end sociaal besef, in de grond
nog altyd even individualistisch
zyn als ln de eerste tyden van
het liberalisme.
En omdat iedereen zyn eigen
geheimen in het leven mee
draagt. is het maar beter dat de
voorbyganger. recht voor zich
uit kykt en niet als een stiekum,
klein spionnetje naar binnen
loert en zich bemoeit met zaken,
die hem geen snars aangaan.
„Laat ieder met rust, de we
reld is al onrustig genoeg" zou
het parool moeten zyn, een pa
rool waaraan helaas weinigen
zich houden.
HET „mensen kyken U aan"
is ditmaal gewyzigd in
„dieren kyken U aan",
i i Het plaatje trof me, omdat ik
al zo dikwyis gedacht heb: „Hoe
zou ik nu de mensen bezien, a'.s
ik een dier was?" Deze twee gi-
I raffen kyken naar de mensen
II voor het hek, even diep geinte-
i1 resseerd in hun wonderiyk doen
i1 en laten als wy het zyn in he,
i hunne.
i1 Er ligt zelfs een intelligentc-
,i blik in hun ogen. het zouden
(i zélf mensen kunnen zyn in hun
nieuwsgierige afwachting van
dingen, die gebeuren of gebeu-
11 ren kunnen, gelijk wij van de
1 ene dag op de andere het we-
1 reldgebeuren met gepaste
nieuwsgierigheid volgen, on-
i machtig intussen er ook maar
J iets aan te veranderen, hóe
graag we het ook zouden willen
Kent U het verhaal van een boer in
Italië, die door een bedrag van een
millioen lire (zes duizend gulden)
tegen de grond werd geslagen? De
man stond by een overweg te wach
ten tot een trein gepasseerd zou zijn.
Er ging langzaam een raam open in
de naderende trein en plotseling
vloog er een aktetas tegen hem aan.
Er zat een millioen lire in. Genoeg
om de boer enige dagen hoofdpijn te
bezorgen: de onvoorzichtige verliezer
in de trein óók. Toen de hoofdpijn
van de boer over was en hij de tas
aan de eigenaar terug kon brengen,
was alles weer goed.
Met het Britse vrachtschip „Starling"
was het onlangs mis. De lenspompen
van dit schip begonnen plotseling
sherry en port te spuien. Voor de
zeelui was er dus enige keus. Zelfs
bracht een pomp nog een hoeveel
heid rum naar boven. Een onderzoek
in de ruimen van dit „drankschip
bracht aan het licht dat er enige
vaten waren gebarsten. Vandaar d«
drankgespuit.
De rytulgmakers in Amerika hebben
het byitje er by neergelegd. Voor de
75ste maal was men byeengekomen
om de positie van het rijtuig in het
huidige verkeer te bespreken. De vier
afgevaardigden, die op deze vergade
ring byeen waren, hebben besloten
de vereniging op te heffen. Men was
van mening dat de automobiel een
vaste plaats onder de zon heeft ver
overd en dat ry tuigen toch wel enigs
zins uit de mode zyn geraakt....
Operabezoekers in Napels hebben tij
dens de opvoering van Massenet s
opera „Manon" een tussenacte aan
schouwd, die beslist niet in het pro
gramma was opgenomen. Met donde
rend geraas stortte namelijk plow-
ling een door paarden getrokken n)-
tuig, dat by de voorstelling hoorde,
van het toneel. De toeschouwers za
gen mèt paard en wagen ook de tenor
en de sopraan van het toneel ver
dwijnen. De schrik was groot, tos
ieders opluchting kropen beide on-
gers echter ongedeerd uit het omge
slagen en vernielde rijtuig. Toende
restanten van de wagen en de w
geschrokken paarden uit de zaai wa
ren gebracht, kon de voorstelling
worden hervat.
Een Hindoe in India maakte zich de
zer dagen zorgen, toen hy voor n"
eerst na lange tyd zyn huis in
hore weer betrad, waar zich «a
rijkdommen bevonden, die hij mj zu
overhaaste vlucht uit Pakistan ze
ven jaar geleden na bloedige botsin
gen tussen de Mohammedanen
Hindoes had moeten achterlaten
Toen hy een paneeltje in de kei»'
wegschoof, waarachter hij «J
waardevolle voorwerpen destijds naa
verborgen, trof hy tot zyn grote ver
bazing zyn schatten ter waarde y
f. 2.000.000 gulden aan. De spannms
voor de nu weer zeer rijke Hin«*
was echter te groot geworden, n»
ging heel gewoon van zyn stokje.
Voor de Mohammedaanse bewoners
die het huis zeven jaar als het min
ne beschouwd hadden, was de ver-
bazing nog groter. In elk geval nw*
ben zy uitstekend op de scha«™
van de (zeven Jaar) zeer arme om
doe gepast.
Ge moet met dieren omgaan
om te beseffen hoe belangstel
lend ze een hond of een poes
byv. kunnen zijn in de men
selijke handelingen „al gaat het
er by hen in hoofdzaak om. te
weten of ze eindeiyk „uit" mo
gen of dat er een stukje bief
stuk of een vis. vers gebakken
in de pan, voor hen klaar ligt."
WANNEER wy „mensen"
elkaar aankyken gaat het
meestal om iets Anders.
Wij doen het vragend, bestraf
fend. vriendelyk. woedend of
wanhopend en niemand zal ont
kennen. dat we er dan afge
zien van ae lange hals anders
uitzien dan deze twee goedaar
dige giraffen, die overigens toch
bevangen zyn door een haast
mgeloofwaardige menselykheid.
Ware het nu maar zó dat alle
mensen elkaar even goedaardig
bekeken als deze twee langhal
zen het óns doen. dan zou het
met deze wereld nog niet zo
kwaad gesteld zyn.
Helaas is dat niet het geval en
ik zou graag willen weten hoe
Adenauer en Boelganin elkaar
wèrkelyk hebbenbegluurd.
Zodra de mens de kans krijgt
iets van de ander te „ontdek
ken", loopt hy vliegensvlug naar
huis, om er het zyne van te
denken en het anderen toe te
fluisteren.
Wanneer hy dan Als hy
gordynen heeft die veilig af
sluit. voelt hij zich al gauw een
stukje beter dan zyn buurman.
Ziet: dat zal de giraffen niet
zo gauw gebeuren!
Hoogstens denken ze „Wat
dóen die mensen gek"En ze
hebben nog gelijk óók!
FANTASIO