Moderne kunst aan het Meer van Geneve ONDERGANG VAN DE „ONOVERWINNELIJKE" VLOOT malle gevallen W elk een verschil is er tussen de regering van Koningin Elisabeth en die van Filips II van Spanje Filips II, hóe zelfstandig hij ook leek, volgde de eerste jaren nauw gezet de richtlijnen die zijn grote vader hem nagelaten had. Karei V had gezegd: „Ik placht Duitsland en Spanje samen aan te voeren tegen Frankrijk; zorg jij dat Engeland in de plaats van Duitsland treedt." V WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN IIET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 20 AUGUSTUS - PAGINA 2 Interessante Utrillo-expositie in Vevey Opvallend veel goede iverken in Zwitsers bezit Schilderijen vol kracht en glans (Van een bijzondere medewerker) In het museum .Jenisch" te Vevey aan het Meer van Genève wordt een tentoonstelling gehouden van het werk van de Franse schilder Maurice Utrillo, naast enkele doeken van zijn intieme vriend Modigliani, van zijn moeder Suzanne Valadon en van zijn pleegvader André Utter. In het „Musée Cantonal des beaux arts" te Lausanne zijn werken bijeengebracht van de futuristen tot de abstracten en de nieuwe Amerikaanse kunsttechniek van Alexander Calder, de „mobiles". En zo heeft men daar op enkele kilometers van elkander'een beeld van de ongelofelijke dynamische ontwikkeling, welke de schilderkunst sedert 1900 heeft doorgemaakt. Zowel te Vevey als te Lausanne valt het op hoeveel goede werken van de meest vooraanstaande Europese schilders in de Zwitserse particuliere verzamelingen zijn te vinden. Zeer goede Dufy's. Utrillo's, Leger's en Paul Klee's zijn in Zwitserland. Hebben de Zwitsers - uitvinders van de koekoekklokjes - voor zover ons bekend geen grote schilders of beeldhouwers, zij hebben de Europese kunst gesteund en bevorderd. Want schilders zonder begrijpende en dur vende verzamelaars, zouden spoedig in een kleurloos burgerlijk bijbaantje hun originaliteit en visie, hun werkkracht en verbeelding, verliezen. De expositie-Utrillo ls een over zichtstentoonstelling welke in samen werking met de schilder zelf werd sa mengesteld. Men mag zeggen, dat de zestig beste werken van de schilder van de „Lapin Agile", tijdgenoot en kameraad van Braque, Lautrec en zovele anderen, hier bijeen zijn gebracht. Maurice Utrillo werd te Parijs gebo ren op 26 December 1883, in de Rue du Poteau op Montmartre. Daar schilder de hij onder de invloed van Pissarro en Sisley zijn eerste impressionistische doeken. Uit particuliere Zwitserse col lecties kan men van die periode de Ap pelbomen te Montmagny. gezichten op de bruggen 'an de Seine en de But te Pinson bewonderen. Maar spoedig maakte hij zich van de conformistische impressionisten los. Schitterend van licht Toen de oorlog van 1914 uitbrak, had hij het fijne penseel verwisseld voor het „schildersmes". Zijn gouache „Caserne" en de „Straat van Stains" vallen op door heldere witte en grijze kleuren, dik met het mes op linnen of karton ge smeerd. Typisch, schitterend van licht, zijn de „Afgrond van Presles" en de ..Molen te Sannois". Het „Cabaret Lapin Agile" waar hij Picasso en Modigliani leerde kennen, heeft hij vele malen geschilderd, even als de „Moulin de la Galette" die ook Renoir. Lautrec. Michel en Corot voor hem als thema hadden genomen. In de jaren-1920. wellicht zijn beste periode wijzigde hij zijn techniek op nieuw. Zijn „witte periode" werkte na. maar hij probeerde het in vele genres. Het resultaat kwam later met vele doeken in fel coloriet, dat hij sedert dien niet meer heeft verlaten. De invloed van zijn moeder, van wie hier een portret van haar zoon hangt, werd beslissend niet op zijn kunst, maar op zijn levenswijze. Utrillo begon een rustig evenwichtig leven. Suzanne huwde met de veel jongere schilder André Utter en zo vormde het gezin van de drie schilders een har monische eenheid. Zij leefden in een prachtige geheel nieuwe villa en de gehele zomervacantle werd doorge bracht in een 13de eeuws kasteel te Saint-Bernard in het departement van de Ain, een kasteel dat Suzanne ge kocht had. Amedeo Modigliani was de trouwe huisvriend. Het „Quai de la Tournelle," met zijn fel witte maga zijn, waarop het opschrift „Chaux, cl- ment, platre" zal waarschijnlijk het hoogtepunt blijven van een kunst, die de troosteloosheid van de straten en pleinen van de grote stad in zo'n per fecte vorm heeft weergegeven. Men vertelt, dat de 70-jarige mo menteel nog steeds verder werkt, maar dat zjjn kunst al haar glans en krach! heeft verloren. Laten wij constateren, dat zulks bij de meeste schilders het geval is. zelfs bij oerkrachten zoals Permeke. De gro te verdienste van de expositie in het museum „Jenisch" is niet alleen een zeer goede selectie van het werk van Utrillo, maar tevens dat de artist is ge plaatst' in zijn milieu van ouders en vrienden. De fijne ietwat gemaniereer- de portretten van Modigliani onder strepen het werk van Utrillo op een werkelijk originele manier. Groot contrast Van de streng onafhankelijke Utril lo naar de futuristen en de abstracten van het „Musée Cantonal" te Lausan ne is het een wereld van scherpe ver schillen en contrasten. De 167 werken van futuristische, cu- bistische, expressionistische en ab stracte schilders en beeldhouwers zijn geselecteerd en ingedeeld onder het motto: de beweging in de hedendaagse kunst. Bij de ingang van de zaal treft overigens al onmiddellijk het bronzen beeld van de Italiaan Umberto Boc- cioni. de leider en inspirator van de futuristische school, de man die op 5 Februari 1910 het beruchte eerste ma nifest van de futuristen ondertekende In dit manifest heette het o.m dat ..alle vormen van nabootsing moeten worden veracht en alle originele vorm geving moet worden verheerlijkt. Men moet in opstand 'romen tegen de ty rannic van de woorden .harmonie" en .goede smaak", te elastische begTippen op grond waarvan het zeer gemakke lijk is om het werk van Rembrandt, Goya en Rodin te vernietigen. De kunstcritici zijn ofwel nutteloos of schadelijk. Alle verouderde onder werpen moeten worden weggevaagd, opdat wij op onze beurt ons draaikolk leven van staal, hoogmoed, koorts en snelheid tot uitdrukking zouden kun nen brengen. Wij bestrijden het naakt in de kunst, het naakt dat zo walgelijk en verdwaasd is geworden in de schil derkunst als het overspel in de littera tuur." rug gekeerd aan de kunst der impres sionisten en ook de expressionisten vinden geen genade meer in hun scherp veroordelend oog. Wat zü van hun nieuwe kunst hebben terecht ge bracht, is niet altijd overtuigend. Maar de goedgezinde leek. die de ab stracten zonder vooroordeel benadert, zonder hen altijd te begrijpen, doet de wel zeer eigenaardige ervaring op. dat men vrij spoedig een .goede" van een „sleohte" abstracte schilder of beeld houwer onderscheidt. En dat men zich anderzijds afvraagt of de „Mobiles" van de Amerikaan Calder nog iets met kunst te maken hebben Die licht be- wczende toestellen waaraan tientallen stalen ronde plaatjes bengelen, die urenlang bewecen in verschillende rich tingen zijn vreemde verschijningen, men kan het misschien geen kunst Bronzen beeld van Boccioni Calders werk „kunst?" Vijftig jaren later vinden wij de he ren beeldstormers bijeen in de mooie statige zalen van het „Musée Canto nal" van Lausanne. Kandinsky. Klee. Delaney, Jacques Villon. Miro en de jongere Jean Baza ine hebben in onge veer dezelfde definitieve uitspraken de noemen, maar het zijn dan toch wel geniale vondsten, kleinkunst in de bes te betekenis van het woord. Jean Paul Sartre heeft over die „mo biles" van Calder enkele zinnen ge schreven: „Een voorwerp van Calder is zoals de zee bedwelmend en altijd nieuw. Het gaat niet aan de „mobiles" in het voorbijgaan te bekijken. Leef met hen en laat U door hen fasdn», ren. Dan verblijdt zich uw verbeeld!» in hun zuivere vormen die elkander doorkruisen, tegelijkertijd vrijblijvend en toch geordend." Van Leger, Klee en Kandinsky hw. gen hier werken, die tot de beste pt. riode va' het expressionisme behort^ maar voor het overige is het al ab stract wat de klok slaat. In tegenstelling met de verwaehtim is er voor deze tentoonstelling bij het Zwitserse en buitenlandse publiek te Lausanne en de a-idere zomerverblijf, plaatsen aan het Meer van Genè*. een enorme belangstelling. Ar beiden en kantoorbedienden komen in het middaguur eens kijken, ook naar het werk van monsieur Picasso, die hier overigens slechts met twee doeken u vertegenwoordigd. De eigenaar van hotel De Witte L»eu* in Great Longstone in Engeland heeft de laatste tijd niet over gebrek aan bezoekers te klagen. Zijn glim- lach is hier de schuld van. S'.ötrt kort is het gebit waarmee die glim lach geproduceerd wordt, gerestau reerd en dit gebeurde nu eens niet met normale vullingen en ook mtt met gouden. Nee. voor het herstel- werk werden dit keer diamanten ge- bruikt. Vooral de voortanden zien er nu erg rijk uit. Maar liefst vijf grote diamanten fleuren de glimlach Tan de hotelier op. Op dit zor.derlina idee is hij gebracht door zijn hroè:, die vertelde dat hij op een van tja reuen gezien had dat een Perrü potentaat zijn gezicht ook op der- gelqke wijze versierde. Wij konden het haast niet geloven toen we dat berichtje voor u uitknipten, maar het speelt zich af in Oostenrijk (en wij kennen Oostenrijk), dus dat deed alle twijfel verdwijnen. In Reutte beweren vader en moeder Engel, dat ze het muzikaalste geza van de wereld hebben. Samen be spelen hun zeven kinderen 120 (dat is geen drukfout, beste mensen) in- strumenten. De jongste telg, de vier jaar oude Paul, neemt er zeven voor zyn rekening. We kunnen ons voor stellen, dat de buren de kinderen vaa het echtpaar Engel tijdens de toon- ladderrepetiies geen engelen vinden. Mocht u aan de waarheid van dit muzikale wonder-gezin toch nog twij felen, verzuim dan niet eens naar de Duitse televisie te kijken, waarvoor het gezin regelmatig optreedt He: is de vraag echter, of al die 120 in strumenten in dat kleine matglazen venstertje passen. Maar kom vrien den, we kijken niet op een instru mentje. De hoofdzaak is, dat er nie mand uit de toon valt. Beivogen Leven CXXXVII „Gods ademverstrooide de schepen ENGELAND WERD HEERSER TER ZEE In die weinige woorden had de Keizer veel gezegd. Duitsland, het heilige Roomse Rijk, was immers naar zijn broer Ferdinand gegaan en niet naar zijn zoon. Tenge volge van deze politiek was Filips met Maria de Bloedige gehuwd en liet hij later Maria Stuart jaren lang links liggen: zij was hem eerst teveel met Frankrijk bevriend. Eén fout maakte Filips bU dit alles: hU onderschatte Engeland. In wezen begreep hij totaal niet wat zich er in dit eilandenrijk voltrok ten tijde van Elisabeth. Hij zag te laat in. dat het dit land zou zijn dat hem de rol van wereldheerser zou ontroven. Bijna twintig Jaar had hi) met Elisabeth geschermutseld, zonder oorlogsverklaring en in die twintig jaar had de met de ban beladen vrouw hem enorme schade toegebracht. Ze had zilvervloten laten roven, oorlogsschepen in Spaanse havens laten verbranden En na afloop speelde ze altijd de onnozele. Ze bood haar excuses aan, voor wat onverant woordelijke elementen gedaan hadden, doch later sloeg ze hen tot ridder. STEEDS met meer klem wezen de raadgevers van Filips erop dat Engeland vernietigd moest worden, zoals eens Kartago De beroemde admiraal Sancta Cruz was het uitvoerigst ln zijn beschrijvingen. Hij toonde on omstotelijk aan dat niet meer Frankrijk, doch Engeland de macht van Spanje zou kunnen fnuiken en daarom moest een geweldige vloot Engeland en de Nederlanden tegelijk onderwerpen. Engeland voedde het vuur van de opstand in de Nederlanden ook. Had er zelfs Leicester heen gezonden met hulptroepen. De vloot moest snel ge reed zijn en snel uitzeilen. Parma kon troepen in de Zuidelijke Nederlanden verzamelen waarmee hij naar Londen zou kunnen wandelen. Want Engeland had geen leger en ook geen vloot. Alleen wat particuliere piraten schepen. waarvan er enkele het eigendom van de Koningin waren. Maar Elisabeth zou onmogelijk in staat zijn een grote oorlogsvloot te formeren op korte termijn, omdat ze er geen geld voor had. En het Parlement zou niet gemak kelijk grote sommen geven I Men zou de ganse tocht als een soort kruistocht moeten zien. Een tocht ter verdediging en uitbreiding van het Rooms-Katholieke geloof. Spaanse spionnen hadden de Koning al lang bericht dat het Protestantisme in Engeland nog helemaal niet diep geworteld zat en dat een 'landing van Spaanse troepen duizenden Engelse Katholieken in actie zou brengen tegen Elisabeth en haar bewind. FILIPS, die nog nooit in zijn leven haast had gehad, die veel meer de bewaarder was geweest van wat hij gekregen had. dan veroveraar van nieuwe gebie den. begon plotseling met koortsachtige ijver te werken aan zijn plannen. Engeland en de Nederlanden in één slag veroverd! In Engeland voelde men in 1587 reeds dat er iets dreigde. Had niet de Koningin zelf tegen haar vertrouwelingen gezegd: „Het doodvonnis mag alleen aan Maria Stuart worden voltrokken als er binnenlandse onlusten zijn, of r er vreemde troepen op onze kusten landen? Dit dreigen kwam nader. Telkens nieuwe verhalen over een fantastisch grote vloot, die onoverwinnelijk zou zijnWee de Protestanten, zo Spanje de baas in Engeland zou worden. Men behoefde maar naar de Nederlanden te kijken om te weten wat er gebeuren zou. De Koning en de zijnen stookten dit vuurtje nog aan. op die wijze hoopte men een deel van het Engelse volk Veel meer om politieke, dan om godsdienstige redenen: aan hun kant te krijgen. Eindelijk zouden de Engelse Katholieken gered worden uit de klauwen van hun opnieuw met de ban beladen vorstin. ELISABETH, de ideaalloze. hield haar hoofd koel. In deze dagen was het een voordeel dat ze geen idealen had. Ze was nu veel meer ongebonden dan de Koning en zag alles veel objectiever en dus beter. Filips. in zijn fanatisme, vond het vanzelfsprekend, dat de Engel se Katholieken met ongeduld uitzagen naar zijn komst, hun bevrijder. Filips had de oorlog immers ook niet aan het Engelse volk verklaard, alleen aan dat mens dat zich wederrechtelijk de troon had toegeëigend. Een leger van Spaanse spionnen vond zijn weg naar Engeland. Hard zou de hand van hun Koning neerkomen op de hoofden van hen die het „Ware Geloof" hadden vertrapt. Zie wat „een goede" propaganda vermag. De Engelse Protestanten namen die over en overdreven nog sterk wat Filips reeds overdreven had. Zij schilderden aan hun vol gelingen de vreselijke toestanden, die zouden komen als Spanje won. De Jezuïeten hadden zich al ingescheept: de meest gruwelijke folterwerktuigen waren reeds ingeladen! Indien de Engelse Katholieken dit alles goedkeurden, ver dienden ze hun plaats in het eilandenrijk niet. Voor de Protestanten was er maar één mogelijkheid om te winnen: Ieder moest bereid zijn, zijn leven te offeren voor de Godsdienst en de vrijheid. Beter dóód dan overwonnen! Elisabeth gaf aan dit vuur voedsel. Zij prikkelde de Katholieken niet, liet zo nu en dan zelfs blijken dat zij als vanzelfsprekend aannam dat ook de Engelse Katho lieken de Spaanse gruwelen zouden afkeuren, zo goed al eens de Nederlandse Katholieken dit hadden gedaan. De Armada kwam, voorafgegaan door de meest fan- tistiscbe geruchten. Nooit was de wereld zó gespannen geweest. De Armada kwam, met circa twee honderd schepen, doch onder een prul van een admiraal: Medina Sidonia. FILIPS II was, zonder dat hij het zelf voldoende door had. bang voor zelfstandige en bekwame mensen. Geen grote persoonlijkheid, die hem gediend heeft, is met zijn gunst ten grave gedaald. Santa Cruz kon wel eens door vergif gestorven zijn en Parma, die zijn ganse leven de Koning trouw diende, hem gewaarschuwd had voor het krankzinnige Armadaplan, zag zijn dood verhaast door het wantrouwen van zijn vorst. Medina Sidonia had geweigerd, hij had in een uitvoerig schrijven zijn onkunde gedemonstreerd, ook zijn onwil. Doch als men de mooiste naam van het land heeft, en de Koning roept, wie kan dan weigeren? Uiteindelijk be stuurde de Koning de Armada toch, vanuit Madrid. En het ging in de eerste plaats om het ware Geloof. Dan zou God toch met hem zijn? Wanneer wij de instructies nalezen die Filips aan Medina schriftelijk gegeven heeft, dan moeten we ons over twee dingen verbazen: In de eerste plaats zijn enorme werkkracht: hg had zich precies op de hoogte gesteld van alle havens aan de Engelse kust en die van het Continent. Hij had zeer nauwkeurig de zeestromen bestudeerd en hij wist door zijn spionnen precies hoe de Engelsen en Nederlanders zouden vechten. In de tweede plaats de opzienbarend-kinderlijke manier waarop hij zichzelf met Spanje vereenzelvigt. Hij is Spanje. Een bevel van hem moet dus altijd beter zijn dan van wie ook en hjj is bovendien de Verdediger vaa het Ware Geloof. Deze oorlog is een oorlog van de Geest! INDIEN allen het zo hadden gevoeld, zou hij de oorlog zeker gewonnen hebben. Doch kan men van een bij elkaar geronselde bemanning zo iets verwachten? Vóór de Armada uitvoer huilden er twee honderd Gallcische boeren aan dek, omdat ze gewoon waren opgelicht, omdat hun vrouwen daar op het strand liepen, renden, en luid weeklaagdenDe Admiraal liet ze nog naar het strand brengen. Wat héd hij aan hen? En daarna werden de zeilen gehesen en ging het op Engeland aan! Volgens de koers die de Koning had voorgeschreven. Elke matroos, elke soldaat had van te voren gebiecht; opdat een ieder rein van ziel zou zijn, opdat Gods Goedheid en niet Gods Toorn hen geleiden zou. Op vloeken stonden de zwaarste straffen. Met zo'n bemanning en met zo'n begin kon de Koning toch niet twijfelen aan de afloop? In zijn in structie lezen we precies wat er gebeuren moet na een overwinning, of na de landing ln Engeland. Ook wordt er nog in gezet dat men het eiland Wight veroveren moet wanneer men de Engelse vloot niet ln één slag vernietigen kan. Precies wordt aangegeven hoe men de haven binnen varen moet. Maar nergens vindt men een bepaling wat er gebeuren moet na een nederlaag, of op de vlucht. Was twijfelen aan de einduitslag met God verzoeken, tot Wiens eer dit alles in de eerste plaats gebeuren zou? De anders zou bedachtzame Koning had nu alle wijze raadgevingen van Parma in de wind geslagen. Parma had gezegd: Onderwerp eerst de Nederlandse opstandelingen maar. Doch als alles toch gelijk gebeuren moet, verover dan eerst een Nederlandse haven, waarheen men in tijd van nood vluchten kan en van waaruit men de grote operatie beginnen kan. DE wereld hield haar adem In. Wat zou een Innerlijk verdeeld Engeland kunnen tegen deze macht? Wat zouden de kleine Nederlandse gewesten, verarmd door een jarenlange opstand, voor steun kunnen bieden? Engeland was niet zo verdeeld als de werld dacht. De Engelse Katholieken waren helemaal niet gebrand op een hernieuwde regering van Filips IIen duizenden steunden Elisabeth. Haar grote tüd was gekomen. Zon der zichzelf geweld aan te doen kon zü nu verenigen w»t eens verdeeld was geweest. In wezen Het haar de Alleen zaligmakende Kerk van Rome, zowel als de alleenwirt kerk van Calvijn, onverschillig. Sterker nog: zü ha*1" dit zo positieve, maar ook zo subjectief-dogmatisch», omdat ze er zelf diep van overtuigd was dat niemind de Grote Waarheid ooit zou kennen. Haar overtuiging was nu een zekere garantie voor de Engelse Katholieken, die mede beïnvloed waren door de gruwelverhalen welke er verteld werden over de inquis- tie die weldra voet aan wal zou zetten. OOR ons heeft het geen zin een minutieuze besotór ving te geven van de ondergang der Grote viooi Men kan die uitvoerig vinden bij Dr. J Brou'«r „De Onoverwinnelijke Vloot". Ieder weet nog Nederlanders Parma het uitvaren beletten en dat Armada, op de vlucht voor de veel snellere Engelse scar pen, door de storm te pletter liep op de Schotse en ïow kust. Het ongehoorde was gebeurd. God had niet Spanje, <1®^ Engeland en Nederland de overwinning bezorgd. Maar wat dat mogelijk! Waren dan Alle mensenkinderen Here even dierbaar? En niet alleen zij, die behoorden Zijn Uitverkoren Kerk? In één slag was Spanje gedegradeerd van eerste ranp- mogendheid naar tweede. Ondanks dc kalmte waarmee Filips II dit alles opvatte, was het een feit, d»t bij in de eerste plaats op zijn geweten had. Na de vernir ging der Armada, niet eens door de Engelse vloot, d door „Gods Adem", die de schepen verstrooid had, Engeland heerser ter zee en Koningin Elisabeth fW met volle zeilen Engelands grootheid en daarmee baf onsterfelijkheid tegemoet! REIN BROUW**

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 6