ANNA BOLEYN:
„Vrouw van het grote avontuur"
zou zij de koning
een zoon schenken?....
Een Zoeklicht
MENSEN en HONDEN
wi
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 2 JULI - PAGINA 2
Beivogen Leven CXXX
TC He klokken luiden. In het ganse land. Maar in de straten van Londen zwieren en
zwenken de tonen zo dicht bijeen, dat ze de atmosfeer beheersen.
Het is Mei. De parken worden al weer groen en in de weiden zijn reeds duizenden
lammetjes geboren. De Koning heeft zijn ganse Rijk met vreugdeklanken laten vullen,
ter ere van zijn gemalin die weldra gekroond zal zijn.
Anna Boleyn beleeft haar grote dag Gisteren is ze naar hier gevaren, naar de
Tower, over de Theems, die zich in feestgewaad had gestoken als nog nooit te voren.
Overal rijkversierde sloepen, die haar begeleidden, met mensen er in wier kledij de
ontzaglijke betekenis van de dag demonstreerden.
Gisteren had ze reeds het gevoel dat ze Koningin was.
zy was het centrale punt. Alles draaide om haar. En
datdat vond ze heerlijk! Een kanonneerboot voer
voor haar uit, voortdurend salvo's gevend, zó verkondi
gend dat Hare Majesteit in aantocht was. Het gedreun
van de kanonnen gaf haar een gevoel van veiligheid. Nu
was ze al geen gewoon mens meer. Nu had ze al macht
over millloenen. zy is in de statiesloep van de ex-koningm
Catharina van Arragon, naar de Tower gevaren. De Ko
ning wist het niet. Ze heeft die sloep heimeiyk voor zich
zelf in orde laten maken. Het wapen van Catharina er af.
dat van de Boleyns er op. ZIJ is nu immers Koningin?
Engelse geestelijken hebben de schelding uitgesproken.
Nu is Catharina niets meer. Het stak Anne zeer dat de
ex-koningin zich by dit alles zo waardig heeft gedragen,
en de sympathie van duizenden daardoor heeft gewon
nen.
Maar zy, Anne Boleyn, eens gruweiyk beledigd door die
hooghartige Spaansce prinses, heeft nu de strijd gewon
nen. Weldra zal zy gekroond zyn, en dan?Dan zal
ze de Koning een troonopvolger schenken; over een paar
maanden reeds.
DE mensen langs de oevers gaapten haar gisteren zo
nieuwsgierig aan. Niet sympathiek. Ze keken zoals
Je een vreemdsoortig dier aankykt. En velen namen
niet eens de mutsen af toen ze voorby voer. Dat stak haar
zéér en als ze geweten had hoeveel moeite het de Koning
had gekost al deze pracht en praal ten toon te spreiden,
met georganiseerde hoeraschreeuwers dan zou zy
zich minder vast in het zadel hebben gevoeld. Dan zou ze
ook beter hebben kunnen verstaan waarom de Koning
deze morgen woedend op haar schipper was, die de sloep
van zyn vroegere gemalin voor zyn tweede vrouw had
laten veranderen.
De Londenaars kenden die sloep. Het zien van Nan
Boleyn daarin, een kleindochter van een Londens koop
man, zon op hen werken als een rode lap op een stier.
Hun sympathie was nu eenmaal aan de kant van de
verstoten gemalin.
De Koning heeft zyn woede niet op haar gekoeld. Doch
zy hoorde hem beneden haar ramen tekeer gaan en ver
bleekte.
De Koning Is alleen maar verliefd op haar. Deze ver
langt alleen maar naar de weelde van haar wezen. Doch
nooit heeft hU moeite gedaan om haar te begrijpen.
Weldra zal de tocht naar Westminster een aanvang
nemen. Haar haren zijn reeds geborsteld en geparfumeerd.
Men heeft haar reeds in een gewaad gestoken van zilvex-
brocaat, afgezet met hermelijn. De rode wyde statieman
tel. afgezet met ontelbare diamanten, ligt klaar. Buiten is
hoorngeschal. Nu niet meer dralen.
LONDEN is gereed haar te ontvangen. Overal zyn
erebogen verrezen en hangen tapyten uit de ramen.
Als ze zich naar buiten begeeft is haar het klokken
gebeier een grote vreugd. De dag, die een leven waard is,
is voor haar begonnen, zy klimt in haar draagstoel en
weldra verlaat ze de Tower. Omstuwd door fiere edelen,
vergezeld van Jonge en bekoorlijke edelvrouwen, begint
zy haar triomgtocht door de machtige stad. Alles wat
macht bezit en belangryk is. rydt in haar stoet.
Nu gaat ze langs duizendkoppige menigten die ze toe
moet knikken. Doch zy moet éérst gunstbetoon, eerst zul
len de duizenden blijk moeten geven van hun vreugde,
voordat zij reageren kan.
zy voelt een grote triomf in zich. maar voelt ze zich
ook werkeiyk Koningin? Een van haar biografen heeft
geschreven dat het haar was alsof er een schaduw over
haar graf gleed toen ze de plek passeerde waar ze eens
zou worden onthoofd. Wy geloven niet dat dit zo geweest
kan zyn. zy was geen vrouw om zich door dergeiyke
schaduwen te laten overheersen, zy leefde in het mo
ment. zy dronk nu deze dag in. waarop ze langs Londen's
scharen ging, als Engeland's vorstin.
Hier en daar georganiseerd gejuich. Overal honderden
gezichten vlak by haar, die haar nieuwsgierig aanstaarden.
En toen plotseling, welke hulde werd haar daar bereid?
In vele straten hadden kinderen reeds voor haar gezon
gen en gehuurde muzikanten hadden gespeeld, doch nu
naderde zy de berg Parnassus, waarop Apollo zat temidden
van de Muzen. De Helicon-fontein spoot Rynwyn op en
de Muzen verkondigden lulde haar roes.
Maar wat was dat, daar aan de overey? Waarom let
ten plotseling de mensen zo scherp op haar? Daar aan
de overkant waren blazoenen geplaatst op de berg. Bo-
l OP DE BOEKENMARKT
Abel J. Herzberg. Herodes". N.V,
De Arbeiderspers. Amsterdam 1955.
Abel Herzberg. de auteur van „Amor
fati" en „Tweestromenland", heeft
zich met deze beide boeken doen ken
nen als een oorspronkeiyk denker en
een goed schryver. Men zou hem niet
kunnen onderbrengen onder de roman
ciers en ook niet onder essayisten en
toch heeft hy van beiden iets. Dat zyn
oorspronkeiyke werkwyze zich ook over
de vorm van zyn werk uitstrekt, toont
hy in dit nieuwe boek ..Herodes, de
geschiedenis van een tyran". De oor
spronkelijke opzet van dit werk toch
6chynt het toneelstuk, de tragedie,
geweest te zyn. die het middengedeelte
vormt. Het werd geschreven in op
dracht van de gemeente Amsterdam
en is ook opgevoerd. In zijn voorwoord
zegt de schryver dat hU het voornemen
koesterde het gehele leven van Hero
des dramatisch te verwerken, doch dat
het spelen van een trilogie nu eenmaal
tot de onmogelykheden behoort.
In deze tragedie is het thema, de
achterdocht die het verraad zoekt om
zyn eigen wantrouwen te rechtvaar
digen. Levendig en beeldend is de dia
loog en helder is het conflict gesteld
van de parvenu Herodes. die niet kan
geloven in de tTouw van zijn vrouw
Mariamme, de koningsdochter. Hy is
bereid iedere laster het oor te verlenen,
een gesteldheid waarvan Salomé. Hero
des' zuster, die Mariamme haat uit
liefde voor haar broer en om haar
superioriteit, terdege gebruik maakt.
Herodes komt er toe Mariamme te
laten onthoofden. Maar hy is de man
die „liefheeft wat hij nodig had", en
daar hy Mariamme niet moe was.
wordt de frustratie van deze liefde de
oorzaak van zyn bandeloze tyrannie
na de dood van zyn vrouw, die zal
eindigen in de moord op zyn drie
zonen.
Maar. zoals gezegd, zat de auteur na
de voltooiing van dit drama nog met
een overmaat van stof en belangstel
ling en dit is de reden waarom hy zyn
toneelstuk een proloog en een epiloog
in de vorm van een kroniek heeft mee
gegeven. Deze stoutmoedige daad heeft
het goede resultaat gehad, dat het
toneelstuk niet is gaan lyden aan een
teveel en de tragedie de monotonie van
de kroniek op aangename wyze onder
breekt.
Herodes is gewoonlyk slechts bekend
door de legendarische kindermoord te
Bethlehem. Herzberg zegt dat deze
kindermoord inderdaad een legende is.
die haar ontstaan te danken heeft aan
de moord op zyn eigen zoons, "erzberg
ziet in Herodes de man die in zyn to
meloze willekeur mede de weg gebaand
heeft voor het christendom. Het is niet
zyn bedoeling geweest een parallel te
trekken tussen verleden en toekomst,
maar wel wijst de schryver op „de
actualiteit van het verleden". Hy ziet
Herodes als het symbool van het
schuldgevoel dat zyn uitweg zoekt in
het geweld. En hij ziet hem in vele
vormen en in vele tijden teruggekeerd
Deze „vreemdeling in Jerusalem" zal
altyd opstaan wanneer de honger naar
macht en heerszucht de overhand gaat
krygen. Hij zal de wet verzetten, hy
zal de beschaving vervangen door een
6chyncultuur, hy zal regeren door
▼enaan, groot en geweldig, de Keizerlijke adelaar, met
op zyn borst de wapens van Arragon en CastllUë. Verder
naar beneden zag men het wapen van de Koning, en
het laatst van allemaal het wapen der Boleyns! De Ko
ningin z&g het en begreep het. Erger had men haar niet
kunnen treffen. Van dat ogenblik af was de glimlach
om haar lippen voor niemand bedoeld en haar nUgen
en nikken waren de bewegingen van een pop.
Men had haar goed getroffen. Hoe durfde men. Hoe
kon haar gemaal dit toelaten!
Duitse kooplieden, die verbolgen waren op de rege
ring, omdat die hen verplicht had mee te doen en mee
te bietalen aan de Kroningsfeesten, terwijl de Spaanse
kooplieden waren vrijgesteld die wilde men niet mee
laten betalen aan de kroning vak haar die Catharina
van Arragon verdreven hd hadden har die kool ge
stoofd. En de burgers van Londen zagen met leedver
maak toe, hoe Nan Bullen, zo noemden ze haar, in het
ootje genomen werd.
DE stoet ging verder, met trompetgeschal.
Hall vertelt ons in zyn Chronicle, dat haar meer
dere onaangenaamheden niet bleven gespaard. Er
gens aan haar weg droeg een kind een ellenlang gedicht
voor. Vlak by haar was een monumentaal voetstuk waarop
de Heilige Anna zat. Het meisje vertelde haar met een
onschuldig stemmetje dat zy, Anna Boleyn, vergeleken kon
worden met de Heilige Anna, en dat zij hoopte dat de
nieuwe vorstin even gezegend zou zyn in haar kinderen
als de moeder van deze.
Het kind had het hoogdravende gedicht van buiten
geleerd, het begreep de porteé der woorden niet. Doch de
omstanders wisten wel dat de moeder van Sint Anna
slechts één dochter had gebaard en dat deze Anna ont
zettend graag een zoon wilde hebben. Die misgunde men
haar. Het volk zei het haar duideiyk aan en niemand
kon ze straffen. Nieuwsgierig keek men toe hoe zy rea
geerde. Voor het oog van de wereld reageerde ze niet.
Doch binnen in haar groeie de haat
OP de morgen van Pinksterzondag, op de eerste Juni
van het laar 1533, dat is het Jaar waarin op de
Dillenburg Willem de Zwyger werd geboren, werd
Anna Boleyn in de Westminster Abbey, zittend tussen
koor en altaar, door Aartsbisschop Cranmer. tot Ko
ningin gezalfd en gekroond. Hier by de dienst waren geen
boze stemmen die iets beledigends konden schreeuwen.
Hier kon zy volledig opgaan in de plechtigheid ter harer
eer. Toen opeens het Te Deum om haar ruiste, trok er
een vreemde ontroering door haar.
Zy had het bereikt! Nu was zy Koningin!
Maar op het moment dat zy tot grote dingen geroepen
werd, werd zyzelf niet groot. Haar ziel smolt niet samen
met Engeland en zyn eredienst. In het moment van de
diepste wyding verloor zy zich niet om opnieuw geboren
te worden.
Daarom kon ze dan ook na afloop de verliefde Koning,
die in vervoering dit alles gevolgd had en zich de groot
ste ridder van zyn tijd gevoelde, omdat hij zijn geliefde
dit alles geschonken had, slechts een stuurs gezicht ge
ven en méér niet. Ja, tóch nog meer. Ze vroeg aan haar
Heer en Gebieder of degenen die haar op haar triomf
tocht zo gruweiyk beledigd hadden, niet nóg gruweiyker
konden worden gestraft.
Dit nu nam de Koning, die zelf duizend zonden had,
haar heimeiyk zeer kwaiyk, omdat het wees op klein
heid van ziel. Weldra begreep de pas gekroonde dat geen
aardse macht, hoe groot ook, de mens tegen teleurstel
lingen en nederlagen kan behoeden. Er zyn immers!
nederlagen waartegen men zich niet wapenen kan.
ONGEVEER een maand na de Kroning, zo vertelt
Frledmann ons. kreeg de ex-Koningin bevel om naar
Bugden te verhulzen, waar ze, onder zeer verne
derende omstandigheden moest leven. Doch op haar weg
daarheen stroomden duizenden te zamen om haar eer
biedig te groeten. Luide riepen de scharen dat zy nog
Koningin was en dat zy het zou biyven, in hun harten,
tot haar dood. Zo werd de een door 's levens stryd ge
adeld en de ander slecht gemaakt.
De nieuwe Koningin had geen enthousiaste schare. Ty-
dens haar Kroning had er maar één schare langs haar
weg spontaan gejuicht. Dat was de schare die de nieuwe
godsdienst beleed. Het aantal was nog zo klein, de me
ningen waren nog zo verward, enmen had haar niet
toegejuicht uit eerbied voor haar persoon, of haar levens
wandel; alleen omdat zy hoopten door haar meer vryheid
te krygen.
Nee. Anna Boleyn zat nog helemaal niet zo best, of
schoon er voortaan in de kerken voor haar gebeden werd.
ZOU de vrouw van het grote avontuur, die kans
gezien had een kroon te veroveren, én de liefde
van een Koning, in staat blyken een goede ge
malin te zyn?
Dit zou van vresciyk nuchtere dingen afhangen,
waarvan een der belangrijkste was of het kind dat ze
weldra de Koning zou schenken, een zoon zou zyn.
De Koning had geen zoon, geen echte.
Wel een bastaard, maar deze kon Immers niet rege
ren. Het werd de Koning zo langzamerhand een obsessie
dat hij geen zoon had. geen opvolger, die zUn voetspo
ren drukken kon. Daarom vertelde hij aan ledereen die
het maar horen wilde: „Spoedig schenkt de Koningin
my een zoon. Zy is er de vrouw voor om my een zoon
te schenken en dan zullen we héél gelukkig zyn!"
Hoe vreseiyk voor een vrouw, om, als haar uur ge
komen is, zich neer te moeten leggen onder het zwaard
van Damocles.
REIN BROUWER.
Kijkjes in de Natuur
Tie nog nooit een hondententoonstelling bezocht, zal, wanneer
w J hij na een verblijf van enige uren temidden van de luid
ruchtige viervoeters, tot de slotsom komen, dat hij een zeer bijzondere
evaring is rijker geworden. Hij mag op kynologisch gebied gerust een
leek zijn. Als hij ogen en oren maar de kost geeft en met aandacht
volgt, wat er in „de ring" gebeurt en wat er door de kenners op het
terrein van de hondensport ter tafel wordt gebracht.
Het zal hem, om te beginnen, al niet erg moeilijk vallen, de hon
denhallen te vinden, want als hij let op de hondjes op straat, behoeft
hij niet lang in onzekerheid te verkeren. Tentoonstelling honden
dragen in hun wezen iets, dat moeilijk is te beschrijven, maar ze
dragen het. je leest op hun gezicht: „Laat me in 's hemelsnaam gaan,
ik moet en zal naar „de show"! Je ziet het aan hun haast, aan hun
drift, aan hun rode lekkende tongen en de vaste wil om de baas
of bazinne aan de riem voort te sleuren naar het verlangde doel.
Zelfs het bastaardje aan de ingang, dat natuurlijk zonder geleide
niet naar binnen mag, komt zichtbaar onder de indruk, als al die
groten der aarde hem zo rakelings passeren. Hij mag dan geen deel
hebben aan wat er in de hondenhallen zich afspeelt, iets van de
belangrijkheid van zijn soortgenoten komt toch over hem en over zijn
trillend rasloos staartje.
WAT onmiddelUJk by het binnen
treden opvalt is het geweld, dat
onvermydeliik aan zo'n honden-
congres is verbonden. Zo iets moet je
hebben gehoord, want Je kunt 't je
niet voorstellen! Een cacofonie van ge
luiden. een zee van stemmen die er
gens in een verre hoek plotseling los-
pootjes. die op breken staannee,
dat gaat niet. Laat zon zwaarge
bouwd man een gevlekte dog in z'n
greep hebben, zo'n geweldenaar met
een stem om bang van te worden. Een
pracht kerel! Zo'n hond.
En zie nu eens. hoe die twee by
elkaar passen: een hazewindhond
„voorgebracht" door een slanke Jonge
dame. in kleding en houding een
elegante verschyning, één met haar
gestroomlynde metgezel, in wie alle
mogelijkheden voor de lange Jacht in
de perfectie aanwezig zyn.
vrees en dood te verspreiden en met
het einde van zyn leven zal de tyran-
nenburcht weer vallen.
Deze oorspronkeiyke opvatting van
Herzberg betreffende de Herodes-
figuur geeft dit boek naast zUn
historische en literaire kwaliteiten,
de waarde van een nieuwe belichting
zowel op die historisch weinig be
kende figuur als op de fenomenolo
gie van de staatkunde.
Johan Fabrlclus. ,,Het duistere
bloed". H. P. Leopold, Den Haag
1954.
In de bergen van Java woont de
oude weduwnaar Bart Jonkers met zyn
trouwe baboe Sarinem. Zyn huwelijk
is gelukkig geweest hoewel kinderloos,
hy heeft het Javaande land liefge-
kregen en na een kort verblyf in
Nederland met rondhangen doorge
bracht. is hy weer op de boot gestapt
om in de tropen zijn laatste levens
jaren te siyten. Hy leeft gelijkmoedig
en tevreden en Sarinem ogenschijnlijk
evenzo. Maar de slang in dit paradys
van de oude dag verschynt in de vorm
van een aangetrouwde en gescheiden
nicht van Bart. een vrouwspersoon
van lichte allure, die na een liefdes
drama in Tegal. zich „oompje" in de
bergen herinnert. Bepakt en gezakt
arriveert zy om wat op haar verhaal
te komen. Eenmaal goed en wel op dat
verhaal, komt de aap uit de mouw en
haar verleidelijke pogingen oompje nog
over te halen tot een laat tweede hu-
weiyk. jagen aller ust op de vlucht
Men begrijpt wat er komen gaat
Sarinem, primitief en bezeten van be-
zitszucht ten opzichte van haar toewan
een tropische regennacht, oom toch
byna verleid, bloed en geheimzinnig
heidHet is de oeroude geschiede
nis, die echter door Fabricius' gere
nommeerde verteltalent weer nieuw
wo.dt.
CLARA EGGINK.
Hondenhoofden werden met zachte
drang omhoog geheven weerbarstige
staarten teruggebogen (heet dat niet
„topping and tailing"?). Alles om
genade te vinden in de strenge ogen
van de onverbiddelilke keurmeesters
Soms zie je ineens iets aardigs. B(j-
voorbeeld twee deelnemers die elkaar
feliciterend, de hand drukken, terwyi
hun beider honden, prachtige kezen,
van de schone kans gebruik maken om
elkaar bliksemsnel gauw!! in de lurven
te nemen. Dat vind ik bil honden altyd
iets raadselachtigs, die flitsende anti
pathie en die snelle rechtspleging.
RLLE gangen ben ik doorgewan
deld alle hokken heb ik bekeken.
Foeileiyke zinkplaathokken met
in elk een wonder van lyn. van kleur,
van vorm. Van schoonheid. Grey
hounds. gebeeldhouwde lichamen,
waarin de snelheid ligt bedwongen]
herders uit vele landen, de waakzame
blik in barnstenen ogen; Afghaanse
honden, gefriseerd, gepruikt hun fyne
anstocratenkop omiyst met glanzend
geel en bruin, terriers, grove en forse,
ook fyngemodelleerde. maar alle
prachtig van snit. compleet met baard
en snor.
En bedlingtons. kleine „schaapjes",
kunstig geknipt, een heel koppel gryze
ranke diertjes in smaakvol gekozen
groene tuigage.
Zwartbruine teckels, spitsgebekte col.
lies en boxers, even zacht van huid
als van aard.
Daar! nee maar. zijn dat niet m'n
oude vrienden uit onze Jeugdroman,
het meerdere malen verslonden „Al
leen op de wereld"? Onze Jeugd van nu
leest het niet meer, onze generatie
weet niet wie Capi was en Dolce, de
zwarte en de witte poedel van Vitalis,
die prachtflguur uit dat beroemde boek.
Daar staan ze beide, keurig gescho
ren. en gekroesd. Even elegant ge
kapt als de dame. die de wacht houdt
bij haar honden.
O. dat geduld en die toewilding van
al die mannen en vrouwen; twee
lange dagen in die hekselketel zitten^
staan en drentelen, de hitte trotseren
het publiek aan Je voorby laten schul.'
felen. Alleen maar om le hond de tyd
barst, aanbruist en weer weg ebt, maar
die nooit volkomen in rust is Dat ge
weld biyft de aanvankelijk verbysterde
bezoeker vergezellen van het eers'e
gillende Pekineesje af tot een met de
zware bas uit het laatste hok. waar een
machtige St Bernard rechtop staat
overziet.
Ach, die Pekineesjes in hun satij
nen kooltjes, fluwelen diertjes met
platgedrukte mensengezichtjes en don.
ker omfloerste ogen. Is het wonder,
dat vrouwen eT mee rondwandelen en
ze als babies tegen zich aandrukken?
Bij zo'n troetelkind hoort toch zeker
zeen man in kniebroek en brede
choenen met profielzolen!
Je moet een hond kiezen naar Je
persoon. Je type. Zo'n zeer zware en
gevulde heer met een dwergplnchertje
onder de arm. een frèlc figuurtje met
een ruggetje als een draaimolen en
71 ONDOM de ring
veel geleerd. Over afstamming en oor
sprong der rassen, over goede en ver
keerde gangen, over houding, over oren
neuzen en staarten. Daar hebben we
behalve de dieren ook de mensen ge
zien. Transpirerende nerveuze men
sen. Stappende, dravende mannen en
vrouwen met eveneens „nerveuze"
drentelende, draaiende honden in alle
afleveringen.
We hebben mensen zien knielen voor
hun dieren, hun zorgenkinderen, die
werden opgedoft, opgekamd, geborsteld
en met liefderijk gebaar van voor
zichtige handen opgetild.
te helpen doden, hem moed inspreken,
hem excuus vragen, hem uitlaten.
Tenslotte was mijn laatste rond
gang gekomen. Myn oog viel op een
ruime kooi. waarin geen hondjes wa
ren. Wel twee aardige jonge meisjes,
die wat met elkaar zaten te babbelen,
onder het genot van een flesje en een
rietje. Boven hun hoofden hing een
bordje: .Pups te koop".
THUIS gekomen, heb ik ons buur-
hondje. een lief bastaardje, over
z-n gemengd hooofd geaaid en hem
een hart onder de riem gestoken„Kop
op. kerel! Moed en vertrouwen" hoewel
ik zeker weet. dat hit nooit in de ring
zal uitkomen.
SJOUKE VAN DER ZEE.