„Mama geeft eten!" beloofde
Anastasios Rogacos
Het ballet van Belgrado is
uiterst vitaal, jong en fris
Leraar gymnasium met f 125-
per maand geen uitzondering
Het beste: „Romeo en Juliette"
en „Het hart van peperkoek"
Straathoek in Sparta waar schoenpoetsers in actie zijn. Ze nemen o.a.
het schoeisel onderhanden van een gendarme. Op de achtergrond de
besneeuwde kam van de Taygetus.
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 11 JUNI - PAGINA 4
Grieken van vandaag (II)
Toch geen verlangen naar „communisme"
(Van een bijzondere correspondent)
Uit de tijd van de Duitse bezetting heeft de Griek de lof
tuiting „extra prima" overgehouden. Ontelbare malen is mij
als „Holandos" verteld, dat ik „extra prima" wns, waarop uiter
aard steeds (op Griekse rekening) geklonken moest worden.
Holandia was een soort paradijs der braafheid en inzake Bel
gië, Denemarken en Zwitserland ook „ongevaarlijke" lan
den hoorde ik eveneens veel goeds. Voor het overige hebben
de Grieken hun politieke bekomst van andere volken. Inzake
Amerikanen, Russen, Fransen en Duitsers haalt men cynisch
de schouders op, maar wat de Britten betreft, doet men nog
wat anders: men spuugt vuur. Aan de café-tafeltjes worden
per dag millioenen verwensingen aan het adres van Engeland
gericht en iedere Griek windt zich tegenwoordig waarlijk tot
het diepst van zijn gemoed op over het feit, dat Cyprus met
zijn driekwart Griekse bevolking nog steeds een soort Britse
kolonie is. Sinds maanden beheerst Cyprus de Griekse ge
dachten en als men op de conversaties afgaat zijn de Engel
sen eens Griekenlands beste vrienden thans zo gehaat
als de verachté Bulgaren Maar intussen kuieren de duizenden
Britse toeristen even welgemoed als vroeger over de Akro-
polis en ze schrijven naar huis, dat de mensen zo buitenge
woon charmant tegen hen zijn. En lezers, zo is het: diezelfde
Grieken die Britse consulaten in brand steken en om bloed
schreeuwen, diezelfde Grieken zijn nu eenmaal van nature
zulke volmaakte gastheren, dat ze zelfs in deze dagen geen
kwaad gezicht tegen een Brit kunnen zetten.
Ue Rogacos f 55 per maand op tafel
leggen. En daar de Griekse prijzen
ook overigens over de gehele Unie
bezien zeker niet ten gunste van de
Nederlandse afwijken, betekent dit,
dat het leraarsgezin Rogacos in
Sparta uitermate simpel moet leven.
Evenals vrijwel aUe Griekse Intellec
tuelen.
WAT ZIJN
DE VOORUITZICHTEN?
Mama Rogacos was niet fel. maar
enkele dagen later ontmoette lk tij
dens de bustocht van Sparta naar het
Noorden, een leraar oud-Grieks van
even in de dertig. Hij verdiende I 175
per maand en hij wond geen doekjes
om zijn oordeel: „Ons land is econo
misch ziek. De intellectuelen worden
met betaald. Er zijn genoeg jonge
leraren aan gymnasia, die niet meer
dan duizend drachmen (f 125) ontvan
gen. Een afgestudeerde dokter, die in
een staatshospitaal gaat werken, krijgt
geen cent. Alleen het leger wordt goed
betaald door de staat. Maar verreweg
het meeste geld wordt natuurlijk ver
diend door de handel, door een paar
families in Athene. Bodosaki is de be
kendste, die heeft de teugels overal in
handen of het nu wapenproductie of
olijven betreft. Intellectuelen schijnen
niet belangrijk voor Griekenland te
zijn. De universiteiten van Athene en
Salonikl zijn verre van modern en het
totale aantal studenten is hooguit
achtduizend. Wie kan 1500 drachmen
(f 185» per maand betalen in zijn stu
dietijd? En wat zijn dan bovendien de
vooruitzichten?"
VRIJHEID EN ARMOEDE
Dit cynisme, deze critische instelling
ten opzichte van de gang van zaken in
eigen land heb ik bij veel jongeren
aangetroffen.
Toen lk twee jaar geleden door
Joegoslavië reisde, ontmoette lk tel
kens weer jonge ambtenaren, Jour
nalisten, juristen enzovoort, die ge
loof in de toekomst hadden, die me
vol trots de nieuwe ziekenhuizen,
bibliotheken, hospitalen, schouw
burgen toonden, die m hun steden
werden gebouwd. Iets dergelijks ls
me in Griekenland niet overkomen.
In de eerste plaats worden er veel
minder ziekenhuizen, theaters en
wat dies meer zij gebouwd dan in
Joegoslavië en de keren, dat lk een
nieuw gebouw ten algemene nutte
zag. kreeg ik als commentaar te ho
ren: „Dat wordt neergezet van hei
geld van een evergetis, van een naai
Amerika geëmigreerde Griek, die
zijn vaderland niet kan vergeten
Niet door de staat".
Denk echter niet. lezer, na het bo
venstaande, dat vele Griken thans be
treuren, dat de strijd tegen de door
Russische satellietlanden gesteunde op
standelingen geëindigd is met een com
munistische nederlaag. Er zijn zeker
velen, die critiek hebben op de econo
mische tactiek van de regering-Papa-
gos, die linkse kranten kopen en
weinig enthousiasme opbrengen inzake
Griekenlands toekomst, maar van een
verlangen naar een Russische invloeds
sfeer. naar een of ander communis
tisch geheten systeem met alle tota
litaire gevolgen van dien heb ik niets
kunnen merken. De Griek is gesteld op
zijn persoonlijke vrijheid, al wordt die
dan thans helaas door een derde van
de bevolking in bittere armoede ge
noten.
Byzantijns kerkje in Mystra en daarachter de vlakte van Sparta.
Gastvrijheid zonder
grenzen
In Spanje en Joegoslavië had ik al
vroeger ondervonden hoe sommige
volken een eer stellen in het gastheer
schap. In Griekenland bleek die gast
vrijheid nog spontaner, nog uitgebrei
der. Zeker, in Athene en Saloniki. de
beide grote steden dus. ben ik wel eens
afgezet in een winkel als lk niet in de
stemming was om af te dingen, maar
dit waren uitzonderingen. Voor het
overige heb lk geen ogenblik het gevoel
gehad, dat de Grieken het principe
huldigen: hoe wordt lk beter van de
vreemdeling?
Daarom is het volkomen overbodig
argwaan te koesteren, wanneer men
op straat of in een café door een
willekeurige passant wordt aange
sproken, die Engels of Frans blijkt
te kennen. Hij zal U een glas wijn of
een maaltijd aanbieden, oren lang
bereid zijn als leidsman te fungeren,
op alle mogelijke vragen met animo
antwoord geven. Dit Is me tientallen
malen overkomen en lk heb me af
gevraagd wat de psychologische oor
zaak was. Wilde zo'n hartelijke Griek
zijn kennis van een Westeree taal
weer eens wat ophalen? Wilde hij
een ..Interessante intellectuele fi
guur" schijnen tegenover zijn beken
den? Was het nieuwsgierigheid? Of
bovenal natuurlijke hartelijkheid?
Waarschijnlijk speelt meer dan één
motief een rol, maar het resultaat is
ln elk geval, dat de vreemdeling, on
danks zijn onkunde Inzake modern-
Grieks, zich geen ogenblik ln een
luchtledig voelt. In geen enkel land is
contact met de bevolking zo gemakke
lijk als in Griekenland. Althans ao heb
ik het ondervonden.
RECHTSBACK, ADVOCAAT
EN SCHOOLJONGEN
Tientallen voorbeelden inzake die
spontane gastvrijheid zou ik kunnen
geven. Voor de vuist weg noem ik de
rechtsback van Apollon, die met deze
voetbalkampioensploeg uit Athene twee
wedstrijden in het op 500 km afstand
gelegen Jannina (Epirus) moest spe
len. Een eenvoudige Jongeman van 22,
die elke week voor een dollar een uur
Engelse les neemt, die me in een res
taurant ontdekte en twee dagen lang
mijn (steeds weer de rekening beta
lende) metgezel wilde zijn.
Ik denk aan de advocaat Jerochris-
tos uit Saloniki. juridisch adviseur van
verscheidene kloosters in de monni
kenrepubliek Athos. Drie dagen lang
was hij mijn raadsman en gids op mijn
tocht door Athos en in deze periode
was het my niet vergund één drachme
uit mijn beurs te halen voor boot, bus,
mullezeltochten, voor wijn, eten of wat
dan ook.
Ik denk aan Anastasios Rogacos, 15
Jaar. leerling van het gymnasium in
Sparta (waarover ik elders iets meer
vertel). Een donker Grieks jong met
een korte broek en het daar gebruike
lijke schoolpetje, die me aansprak toen
lk ln de hoofdstraat 's middags om één
uur naar een eethuis speurde.
Hij zei: „Helloh sir! Go to my ho
me?"
Ik vertelde hem. dat ik eerst wat
wilde eten, waarop hy repliceerde:
..Mama give food. Mama speak Ame
ricano!"
Hy keek me zo smekend aan, dat ik
hem volgde naar zyn huis.
KOFFIE EN OUZO
Mama, als iedere normale hulsvrouw,
schrok even van de plotselinge gast.
maar binnen twee minuten stond er
naar Griekse welkomsttraditie een
bord met een kop Turkse koffie, een
glas water, een glaasje ouzo (anisette)
en confituren voor me op tafel. En
voor we tien minuten verder waren,
werden me twee gebakken eieren, spa
ghetti met tomatensaus, wyn en kaas
toe gepresenteerd.
Daarna had mama, die in Amerika
had gewoond, tijd om met me te pra-
tj. Papa Rogacos, zo vertelde ze me,
was leraar aan het gymnasium van
Sparta. Iiy was achter In de vyftig
en verdiende f 340 per maand. Voor
hun heel, heel eenvoudige huls (drie
kamers plus keuken) moest de fami-
We maakten kennis met een China,
dat volkomen overeenstemt met de
voorstelling, die Europa omstreeks 1890
zich van het exotische Verre Oosten
maakte: de muziek houdt het midden
tussen Puccini's „Turandot" en Smeta-
na's „Verkochte Bruid". De costuums
waren doorgaans niet al te fraai, maar
we kregen weer de verrassing van uit
stekende dans. vooral van de karakter
danseres Iovanka Begovitsj. Het ver
haaltje duurde drie korte tableaux met
een kostelijk ouderwets „divertisse
ment-' aan het Chinese hof. iets als de
laatste acte van ..De schone slaapster".
Er viel veel voortreffelijke dans te be-
wonderen en dus bleek het publiek, dat
iedere avond het. theater tot de aller
laatste plaats vulde om de dansers te
zien. ook dit wel heel ouderwetse geval
zonder meer te waarderen.
Het programma werd die avond be
sloten met, een ander ballet van Par-
litsj, alweer op muziek van Barano-
vitsj: „Het hart van peperkoek".
Dit bleek een charmant geval, gro
tendeels folkloristisch, maar met hier
en daar kleine gedeelten klassieke
dans, die er op aanvaardbare wijze in
waren ondergebracht: circusdansers op
Jacques d'Amboise en Tanaquil Leclercq van het New York
City Ballet in Western Symphony".
De Joego-Slavische danser
..Romeo
lük klein, allerliefst misschien niet
helemaal een „prima ballerinamaar
dat kan ook aan de choreografie lig
gen. die voor haar vrywel geen enkele
„pas d'elevation" bevat. De heer Par-
litsj geeft voor zijn danseressen de
voorkeur aan wat gelükvloerse bewe
gingen met een overmatig gebruik van
de „pas de bourree". Het ballet bevat
gedeelten die een diepe indruk maken,
vooral de tweede acte.
De dood van Mercutio, gedanst door
Stefan Grebeldinger. een danser van
demi-caraitère van zeldzame kwaliteit,
behoort tot de meest grootse en meest
aangrijpende balletscènes, die We ooit
hebben gezien. De kracht van het ge
zelschap schuilt stellig in de groep
van niet minder dan zes uitstekend"
manneiyke dansers, alle heel jong en
allen uitstekend geschoold. Trininic is
van die zes natuurlij K verreweg d?
beste en dient in één adem te worden
genoemd met dansers als Skibine
Youskevitsl of Babilé.
Het corps de ballet 50 man sterk
is goed gedisciplineerd.
IN EEN ANDER programma zagen wij
een Chinees verhaal, muziek van
Baranovitsj en choreografie van
Parlitsj, die kennelijk ten nauwste heb
ben samengewerkt.
us jan Trninic als Romeo in
n Julia".
een Jaarmarkt, een jong zigeunerpaar.
dat als straatdansers optreedt (weer een
prachtrol voor Trininic en in de tweede
acte. die de droom is van een jong
boerinnetje, een aardige „pas de deux'
van twee peperkoeken herten. In tegen
stelling met de anderen heeft dit bal
let aan-.rekkelijke bijzonder kleurige
costuums, en een décor dat weliswaar
sterk aan Bakst herinnert, maar dat
gezien mag worden.
MEN kan niet anders zeggen, dan
dat het ballet van Belgrado,
waarvan zoveel uitstekende dan
sers deel uitmaken, zeer de moeite
waard is: een uiterst fris. vitaal en
jong gezelschap. Het vormt een aar
dige tegenhanger tegen de wat al te
cerebrale kunst van choreografen als
Balanchine en Ashton en geeft ons te.
vens een indruk van de hedendaagse
danskunst in Sovjet-Rusland, waar
mee het stellig nauwe handen onder
houdt. in die zin dat het precies als
de Russische balletten de ontwikkeling
in West-Europa niet heeft meege
maakt.
Als geheel heeft het zóveel jeugd,
zóveel charme, zóveel vaart en beko
ring, dat men het enkele tekortkomin
gen, vooral op muzikaal gebied, gaarne
vergeeft.
DANS IN DE FLORENTIJNSE MEI
(Van onze correspondent te Rome)
p de Amerikanen volgde een balletgroep, die wel heel erg
het tegenovergestelde was: die van de Staatsopera te Belgrado.
Na de slechte critieken uit Londen, die het ballet van Zagreb
betroffen, waren we doodsbenauwd, want we houden van de
dans en we houden van Joegoslaven.
De eerste avond met een folkloristisch ballet „Legende van
Ochrid" was heel matig. Maar daarna toonde dit gezelschap
inderdaad het beste te zijn van Joegoslavië en wel degelijk op
Festivalpeil te staan.
Zijn „Romeo en Juliette" op muziek van Prokofieff, gezet
door Dimitri Parlitsj, is natuurlijk sterk verwant aan het gelijk
namige Russische ballet.
Parlitsj vertelt zyn verhaal op 19de het beste deel van de Belzraadse opera,
eeuw» vee, «lm** het
geheel doet wat ouderwets aan. Daarbij toneelopvoering dan voor het ballet. Er
komt dat de muziek vrij mat werd uit- was een aantal solisten, zoals men zeer
gevoerd Het orkest is kenneiyk niet zelden te zien krijgt.
De nog heel jonge „premier dan
seur". die Rome danste. Dus jan Trini
nic. is met zijn 20 jaren een der aller
grootste klassieke dansers, die we ooit
zagen, technisch volmaakt en met een
uitdrukkingsvermogen waaraan geen
enkel danser van Sadlers Wells of
andere Noordelijke gezelschappen tip
pen kan. Zijn ranke lichaamsbouw en
de grote charme, die van ziln gehele
persoon uitgaat, maken hem een gebo
ren vertolker juist van die Romeo-rol.
Julia was Dusjanka Sifinios bekoor-