jlinister Algera opent viaduct Rijnsburgerweg Expositie: Zo zien zij ons geopend Padvinders vierden feest ft Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 28 Mei 1955 No. 28535 Hoe staat het er mee? (LIV) Spoorivegiverken beivijs van Nederlandse energie in na- oorlogse ja ren Btoriseh moment van grote voldoening Hoewel Lelden reeds enkele jaren aan de Rijnsburgerweg uit zijn isolement «lost 4 Mei 1953 reden de treinen hoog en belemmerde geen enkele ■boom meer het drukke wegverkeer heeft de Sleutelstad het toch nog jaar met een hulpviaduct moeten doen. Thans behoort ook dit viaduct verleden tijd. Sinds gisteravond negen uur vindt het verkeer zijn weg het nieuwe viaduct. Vier, des avonds oranje verlichte, verkeerskokers in iedere richting leiden de aan- en afvoer van de stad. Ofschoon rtn hier ter plaatse reeds in Mei 1953 de beschikking had over een vrije orwegkruising welk historisch feit ons Blad toen aanleiding gaf tot de jifte van een speciaal Spoorwegnummer achtte het Gemeentebestuur, tin gevolgd door de directie van de Ned. Spoorwegen, thans het ogenblik men om de officiële ingebruikstelling van dit viaduct te zien als een sym- I van de voltooiing van de Leidse Spoorwegwerken. Een werk, waarmede :l Januari 1949 een aanvang werd gemaakt en vermoedelijk over één jaar definitieve bekroning zal vinden. Behalve de gisteravond zo feestelijk zbfuikgenomen tunnel, omvatte het Leidse plan de aanleg van nog vijf cicten en de bouw van een nieuw Station, waarvan de totale kosten op f.25 millioen zijn geschat. Een overzicht van de verkeers- stoet. Geheel links het Tamboer- en Pijpercorps van K. en G. (Foto L.D./Van Vliet.) Spreker die er verder aan herinnerde, dat de beruchte overweg indertijd een niet onbelangrijk knelpunt voor het ver keer vormde, dankte alle instanties voor het aandeel, dat zij in de verwezenlij king van de plannen hebben gehad. Een woord van waardering, dat hij speciaal richtte aan het adres van ir D. IJ. Lem, adj. directeur van Gemeentewerken, die wat Leiden betreft zeer nauw by de wer ken was betrokkSen. Tijdens zijn toe spraak verraste de burgemeester mevr. Algera met een prachtig bouquet bloe men. Minister Algera. die de openstelling van het viaduct eveneens van bijzon dere betekenis achtte, zag de Leidse Spoorwegwerken als een bewijs van de Nederlandse energie in de na-oorlogse jaren. „Wij hebben een prachtig plan" Naar aanleiding van de uitspraak van ir Den Hollander t.a.v. de spoorwegkrulsing aan de Verlengde Lanunenschansweg, vroegen wij hem hoever het met de plannen staat. Zijn antwoord kon kort *Ün: „Wij hebben een prachtig plan, dat Leiden thans in portefeuille heeft". Zoals bekend wij schreven daar reeds uitvoerig over heeft dit plan betrekking op het omhoog brengen van de spoorlijn en het bouwen van een halte-plaats. In dien wij juist zijn ingelicht ligt de beslissing bij Leiden. Ziet spreker terug op de lange tijd van voorbereiding in 1920 werd reeds over de plannen gesprokendan komt hij tot de conclusie, dat een en ander wel met de nodige Nederlandse bedacht zaamheid is geschied. Mocht het lange wachten voor de overweg al een oefening in zelfbeheersing zijn geweest, dan ziet hij hierin toch nog een goede zijde, het geen niet wegneemt, dat spreker, met Leiden, verheugd is, dat dit obstakel nu voor goed tot het verleden behoort. Ten slotte wees de minister op de vele voor delen die deze vrije kruising oplevert. „IK HEB U VEEL OVERLAST BEZORGD" Ir Den Hollander, president-directeur van de N.S., was deze avond met enige schroom vervuld. In het verleden, aldus spreker, heb ik U veel overlast bezorgd. Dagelijks moesten ongeveer 20.000 voet gangers, 15.000 wielrijders, 3.700 automo bilisten en circa 400 trams voor de over weg wachten. Thans is dit alles verle den tijd. Spreker verwacht, dat de tijd, welke thans niet meer voor wachten moet worden besteed en dat zijn in totaal zeer vele uren Juist zal worden aangewend. Met de minister is ir Den Hollander het eens dat sinds 1920 over de plannen is gedacht, sedert 1949 is echter aan de verwezenlijking der plan nen gewerkt en daarvoor brengt spreker het personeel van hoog tot laag zijn bij zondere dank. Een woord van waarde ring. dat nog te meer spreekt indien men zich realiseert, dat het verkeer vrijwel normaal doorgang vond. ER ZIJN NOG BARRIÈRES Hoewel ir Den Hollander met Lei den verheugd is, over de opruiming van een aantal obstakels, zijn er nog enkele barrières, die voor het ver keer hoogst onaangenaam zijn. In dit verband doelde spreker o.m. op de noodzakelijke verbinding met de Ver lengde Lammenschansweg terwijl hij het tevens betreurt, dat de verhoogde baan niet is doorgetrokken tot voorbij de Vink. DRIE TEGELTABLEAUX Ir J. J. Jurrissen, directeur van de N.Z.H.V.M., die eveneens zijn blijdschap en waardering over de opening van het viaduct niet onder stoelen of banken stak, bood minister Algera, burgemees- ter Van Kinschot en ir Den Hollander j een foto van een ontwerp van een tegel tableau aan, dat hen binnenkort ter hand zal worden gesteld. Zó boeiend is nu ,.\e) $0* PA\ORAMA Wethouder J. Jongeleen, die de rij der sprekers sloot, achtte de ingebruikne ming van dit viaduct een moment van grote voldoening en één der grootste werken, die na de bevrijding zijn vol tooid. Hoewei het niet altijd gemakke lijk was om tot een bevredigende oplos sing te komen vele instanties spraken een woordje mee is men daar uitein delijk in geslaagd met een voor Lelden gunstig resultaat. Spreker sprak de verwachting uit, dat de N.S. in de toekomst nog eens zullen overgaan tot het aanbrengen van een beeldhouwwerk op het ge opende viaduct. Na deze toespraak werd de feest vreugde verplaatst naar de Stadsge hoorzaal, waar B. en W. de genodig den een ontvangst aanboden. Rijksmuseum voor Volkenkunde In tegenwoordigheid van een groot aantal genodigden werd gistermiddag in het Rijksmuseum voor Volkenkunde de tentoonstelling „Zo zien zij ons; de Europeaan gezien door andere volken'' geopend. lang voordat de minister van en Waterstaat, mr J. Algera, avond het viaduct officieel zou o, dromden honderden Leidenaars 'f. Stationsplein en de Rijnsburger- umen om toch vooral van dit mo- :maar niets te ontgaan. Onder de ^nodigden, die zich op het gere nde en met vlaggen omzoomde ter- bevonden, merkten wij o.m. op het M Ged. Staten van Zuid-Holland, Wf A. C. A. Deerenberg, de rector- ülicus, prof. dr J. N. Bakhuizen v. hnk, de heren T. van Waveren en - P. G. Knibbe, resp. voorzitter en seris van de Kamer van Koophan- n Fabrieken voor Rijnland de bur- -"ers uit tal van omliggende ge il, tal van hoofden van gemeen- takken van dienst, de garni- ttommandant, luit.-kolonel H. W. ■Jvan Wijk, vrijwel alle raadsleden, vertegenwoordigers van het Industriële- en verenigingsleven, '■ddse middenstand, leden van de asthe staf van de Ned. Spoorwe- •3 de N.Z.H.V.M., terwijl voor deze v-^held ook sir W. Schaly, die zulk Ptot aandeel heeft gehad in de funlijking der Leidse Spoorweg en, uit Groningen was overgeko- JRlSTER ALGERA LEIDT TRAM 'OOR VIADUCT ®a»ter Algera. die deze avond zijn si bestuursfunctie had ingeruimd *"en plaats aan de „stuurknuppel" J' bet versierde driewagenstel van VZJLV.M. vond daarbij in zijn Jkdellijke nabijheid het voltallige *fe Tan B. en W. van Leiden, de ®wtesecretaris, mr J. Bool. de ""kot-directeur van de N.S.. ir F. Hollander, terwijl de directeur 1 de X.Z.H.V.M., ir J. J. Jurrissen, "knijde toekeek of minister Alge- Ie tram „goed in zij nhand had". *«s half acht trok minister Alge- Ie handle over, waarna de tram ■JJ matig gangetje, komende uit de Oegstgeest. het viaduct in- Toen.plotseling een knal. [Uwkwolk en de laatste barrière ■'bindernis, die de uitgang van het I'd afsloot was genomen. JTRKEERSSTOET TROK DOOR VIADUCT later kondigde tromgeroffel de net Tamboer- en Pupercorps en Genoegen" aan. Het corps de stoet die het gevarieerde dat dagelijks doorhet viaduct wken symboliseerde. Voorop de Mie de gedachte aan een gelukkig lüd nog even levendig wenste .^Jen (ze kwamen aandragen met >3siatuur spoorboom). Achter deze '«gden kinderen op een auto- Set daar weer achter wielrijders, motorfietsen, personen- en Quito's er. autobussen. Kortom een •tnenstelling van het verkeer. Jje avond geen blijk gaf het zeer t nemen met de anti-lawaai- nemen Woorden van dank en t waardering ►/"de verkeersstoet zich rond het ^leln had opgesteld, nam d Overkapping onvoldoende ZESTIG METER MOETEN ER 250 WORDEN! Hoewel financiële omstandighe den oorzaak zijn, dat de overkap ping van de perrons momentcel slechts zestig meter beslaat, gaf ir Den Hollander, president-directeur van de N.S. ons gisteravond als zijn mening te kennen, dat een Station als Leiden vraagt om een overkap ping van 250 meter. Uiteraard is hiervan op dit moment nog geen sprake, doch met de noodzakelijk heid wordt in Utrecht terdege rekening gehouden. Wij zijn dus niet zonder hoop.... Het deed de burgemeester genoegen, I dat de minister van Verkeer en Wa- i terstaai. ir Vos, die in 1947 na lang- deze avond „het laatste restje van i verzet te willen opruimen," waarmede j h(j tevens de kroon zet op een werk I van jaren: de practische voltooiing; van de Leidse Spoorwegwerken. Hul- de bracht spreker in dit verband aan I de oud-minister van Verkeer en Wa- j terstaat, ir Vos, die in 19947 na lang durige onderhandelingen, de knoop doorhakte en de basis legde voor dit milliocnenplan. Jammer Ofschoon wjj ons met velen ver heugen over de opening van het viaduct aan de Rijnsburgerweg, is het ons gisteravond opgevallen, dat een één dezer dagen geplaatst hek het vrijwel onmogelijk maakt, dat voetgangers en wielrijders, komende uit de richting Schuttersveld, een doorgang zij het provisorisch vinden naar het Stationsplein, Rijnsburgerweg en Acad. Zieken huis. Met weinig moeite (en kosten) ware o.i. hierin te voorzien. Boven dien zou dit het toch al drukke verkeer op de Rijnsburgersingel en Stationsweg ontlasten. Jammer Tijdens de ontvangst in de Stads gehoorzaal. V.l.n.r.: burgemeester jhr mr F. H. van Kinschot, de minis ter van Verkeer en Waterstaat, mr J. Algera. de president-directeur van de N.S.. ir F. Q. den Hollander en de directeur van de N.Z.H.V.M.. ir J. Jurrissen. (Foto LD./Van Vliet.) De Leidse jeugd trekt door het viaduct. (Foto LJX/Van Vliet.) Waingunga-groep bestaat 10 |aar i Daverend - ook in de meest letterluke zin van het woord - hebben de pad vinders van de Waingunga-groep gis teravond in „Den Burcht" het tienja- rig bestaan van hun groep gevierd. Na de opmars van de groep, onder tromgeroffel en trompetgeschal, het visgbreken. de padvinderswet, de horde- roep en de welpenwet en na het zingen van „Hoort, zegt het voort", sprak akela J. Zilverentant. de leidster van de wel- I pen. een uitgebreid welkomstwoord. Waarom een gelegenheid als deze. waar ook vele niet-padvinders aanwezig waren, niet aangegrepen om wat nader op doel en streven van de padvinderij in te gaan. Akela Zilverentant zag haar kans! Zij wees er op, dat juist deze jeugdbeweging zoveel mogelijk aan de jongens zelf wil overlaten, sjreciaal bijv. in het kampleven, waar iédere patrouil le een zelfstandig geheel vormt, en elke jonggn zijn eigen taak krijgt toebedeeld. De voorzitter van de Ouder-commissle de heer A. W Taselaar. liet zijn geluk wens vergezeld gaan van allerlei nutti ge zaken, die in een kamp goed te pas komen Onder de cadeaux was ook een prachtige electrische straalkachel, die in de wintermaanden het clubhuis zal gaan verwarmen. Hiermede was een eind gekomen aan het min of meer officiële gedeelte van dc avond. Het woord was verder aan de welpen en aan de verkenners Nu. die hebben zich danig geweerd De welpen voerden een alleraardigst spel op. dat gebaseerd is op het boek van R. Klpllng. Het ging over hoe het mensenjong Mow- gli in de horde wordt opgenomen en tenslotte, die toch weer verlaat. Tussen de bedrijven door deden de jongens en kele spelletjes, waar ze kennelijk wel zin in hadden! Na de pauze kregen we eerst een demonstratie Judo te zien en vervol gens een schets uit het kampleven, ge titeld „Een avontuur aan de grens" Met het zingen van twee coupletten van ons volkslied werd dit deel van de avond besloten. De kleintjes moesten naar huis. Het was half elf Echter nog was het einde niet daar. Enkele uren werd er gezellig gedanst. En toen het eindelijk tijd werd om naar huLs te gaan. hadden de Walngunga's het twee de lustrum van hun groep op waardige wijze gevierd. Naar wij nader vernemen wordt de benoeming van mr A. G. de Blécourt tot secretaris van de Kamer van Koophan del te Haarlem eerst op 1 October van het volgend Jaar van kracht. De tegen woordige functionaris, jhr mr J. C Mollerus bereikt namelijk eerst in de loop van 1958 de pensioengerechtigde leeftijd. GOEDE PLAATSINGSMOGELIJK. HEDEN IN BEDRIJVEN. Ook gedurende de periode van 16 t/m 21 Mei zette de daling van het aanbod van werkkrachten zich verder voort en wel van 430 tot 400. De vraag onderging geen wijziging van betekenis en bedroeg op 21 Mei JJ. rond 380 openstaande aanvragen, waarvan ongeveer 50 procent betrekking had op jeugdigen (leeftijd 15 t/m 18 laar». Ove rigens bestaat In vrijwel alle sectoren van het bedrijfsleven goede plaatslngs- mogelijkheid. Ook dit Jaar verliep de plaatsing van leerlingen van de Ambachtsscholen zeer vlot. Zeer goede resultaten konden, in nauwe samenwerking met schoolhoofden CU instellingen, worden geboekt, zodat er De directeur van het Museum, dr P. H Pott. gaf allereerst een uitgebreid overzicht van het hoe en het waarom van deze tentoonstelling. Hu memoreer de de in vorige jaren gehouden tentoon stellingen waarin op ongezochte wijza de aandacht werd gevestigd op de tech niek waarmede vreemde volken bepaalde problemen hebben opgelost en waardoor duidelijk werd gemaakt, dat ook deze volken vaak blijk geven van een vernuft en technisch inzicht, zodat het onmoge lijk is hen ondoordacht als primitieven te kenschetsen. De twee jaar geleden gehouden tentoonstelling „Vertrouwd bezit van vreemde herkomst" gaf eer. overzicht van de herkomst van al d.e voorwerpen uit het dagelijks leven, die wij beschouwen als uitingen van ons eigen cultuurbezit, die echter niettemin hun oorsprong bleken te vinden in lan den en streken over de gehele aanfe verspreid. Een dergelijke tentoonstelling, aldus dr Pott. kan er alleen maar toe bijdragen een zekere mate van beschei denheid te leren en de weg te banen tot een beter begrip voor de waarde van de cultuur van andere volken. Misschien, zo ging spreker voort, heeft de tentoonstelling, welke wij nu op het punt staan te openen, een nog duidelij ker tendens om vooroordelen op te rui men en besoheldenheld te leren; Immers wanneer wij zien hoe vreemde volken ons Europeanen in hun kunst uitbeel den, dan houden wij ons als het ware een spiegel voor, die ons dwingt ons reken schap te geven van de vraag: Zo zien zU ons. zijn wij werkelijk zó? Vervolgens zette dr Pott uiteen wat de grondslag ls voor de weergave van bepaalde vreemde volken en hoe daarin ln het algemeen ln historische zin ver schillende trappen van ontwikkeling aan te wijzen zijn. De vraag naar het waar om van het maken van een afbeelding van een vreemdeling, zei hij, ls verre van eenvoudig te beantwoorden. Tenslotte moeten de voorwerpen zelf maar hun taal spreken. Aan het eind van zijn rede bracht d« directeur dank aan allen, die op eniger lei wijze aan het tot stand komen ?n aan de inrichting van deze tentoonstel ling hebben medegewerkt. Hierna nodigde dr Pott het Hoofd van de afdeling Oudheidkunde en Natuur bescherming van het Ministerie vaa Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen, mr F. P. Th. Rohllng. uit de expositie te openen. In een kort en geestig speechje sprak mr Rohling o.a. de wens uit. dat de schooljeugd in groten getale deze tentoonstelling, die ons vooral be scheidenheid leert, zal komen bezoeken. Onder de genodigden bevonden zich de burgemeester van Leiden. Jhr mr f. H. van Kinschot, de rector-magnificus der Universiteit, prof. dr J N. Bakhuizen van den Brink en de oud-directeuren van het Museum, dr W. H. Rassers en prof. dr G. W. Locher. Ook een aantal directeuren en leraren van middelbare scholen gaven van hun belangstelling blijk. De tentoonstelling ls voor het publiek toegankelijk op werkdagen van 10 tot 17 uur en op Zon- en feestdagen van 13 tot 17 uur Zij zal geopend blijven tot en met 2 October a.6. alle redenen ls tot tevredenheid, of schoon het aantal afgestudeerden niet voldoende bleek om ln de behoefte te voorzien. Het aanbod van vrouweliike arbeids krachten daalde van 75 tot 65. terwijl ook de vraag iets afnam n.l. van 320 tot 290. De cijfers spreken een duidelijke taal en wijzen uit. dat de vraag verre het aanbod overtreft. Veel verandering ln de naaste toekomst valt niet te ver wachten. Eerst ln Juli/Augustus kan van toevoer van enige betekenis spraJce zijn, wanneer n.l. de ex-scholleren zich aan melden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 3