Helden der zee -T- Op zoek naar de zilverschatten van Oud-Hollandia-koopvaarders 400 WEELINGEN VAN 13 NATIONALITEITEN KOMEN NAAR OIRSCHOT WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 14 MEI - PAGINA Australische expeditie boekte succes Verder onderzoek in Nederland? WE Aanvankelijk hadden zich 900 tweelingen gemeld Een der merkwaardigste Europese congressen, die. ooit zijn gehouden rt(lRCrtliON Rivier. head li AU6TRAUE. "PERTH (Van onze correspondent im Australië) EEN Australisch dagblad in Perth heeft een expeditie gefinancierd naar een verlaten plek in het Noorden van West-Australië, waar een Australische schapenboer, Tom Pepper, bijna 20 jaar geleden een oud scheepsrompbeeld, een sluitstuk van een 17e eeuws kanon, knopen, riem en schoengespen, stukken glas en aardewerk en zilveren munten heeft gevonden, die hij sindsdien in zijn huis in de eenzaamheid der wildernis had bewaard, zonder er veel naar om te kijken. De expeditie, die dezer dagen van haar tocht is teruggekeerd, heeft vermoedelijk het spoor gevonden van het in 1712 spoorloos ver dwenen schip „Zuytdorp", dat In genoemd jaar de haven van Kaap de Goede Hoop verliet om koers te zetten naar Batavia, maar daar nooit is aangekomen. Er zijn in de 16 en 17e eeuw vele Nederlandse schepen van ontdekkingsreizigers en koopvaarders vergaan. Van vele werd nooit meer iets vernomen. Maar het staat wel vast dat tal van schepen, notedopjes van een paar honderd ton, op de Indische Oceaan uit de koers geslagen, schipbreuk leden aan de Australische kust lijn tochfc was vergeefs. Hij kon de plek niet meer vinden en keerde on- verrldhterzake terug. Dat was in 1898. Jaren later zocht een schapenboer naar verloren schapen. Hij kwam toe vallig op de plek, die Burt zo naarstig had gezocht, maar zijn schapen waren belangrijker dan stenen in een twee meter wijde kring en hy schonk er Sindsdien zijn er fortuinzoekers ge weest, die opnieuw hebben getracht de schat van de „Vergulde Draeck" te vinden. Niemand echter nog heeft de «tenen, die vermoedelijk de oplossing kunnen geven, weer gezien en het in 1931 gevonden skelet geeft evenmin nadere aanwijzingen. Ergens Lussen de Moore-rivier en de Murchison, waar de Playford-expeditie zo juist haar belangrijke ontdekking heeft gedaan, moeten meer geheimen sluimeren. Gouden munten en zilveren staven zijn hun gewicht „in goud" waard, maar wij zijn dode materie, die niet kunnen spreken over de 68 en mis schien wel meer dan honderd Hollan ders, wier lot aan de woeste Australi sche Westkust in een dichte mist lijkt gehuld. INBOORLINGEN MET BLOND HAAR Het staat echter vast, dat Hollandse schipbreukelingen hun invloed hebben nagelaten op de nakomelingen van Australische inboorlingen. Er zijn be paalde Hollandse trekken geconsta teerd bij de inboorlingen in de streek tussen de Moore en de Murchison, waar de „Vergulde Draeck" en de .Zuyt dorp" zijn vergaan. Reeds in 1900 schreef een der toen grootste autori teiten in de volkenkunde: „Ik heb zowel in de streek van de Murchison als de Gascoyne (d.i. enkele honderden kilometers naar het Noor den bij Carnarvon) typen inboorlingen ontmoet, die Hollandse eigenschappen vertoonden. Zij vertoonden het uiterlijk van het patte brede Hollandse gelaat, waren kort en stevig gebouwd en had den gekruld blond haar". In 1943 werd opnieuw gewag gemaakt van inboorlingen met Hollandse ken merken in de omgeving van de Mur chison. Er waren daar Abo's (inboorlingen) met vlasachtig haar en blauwe ogen. Onder hen bevond zich een Abo, die luisterde naar de naam Pieter, de laatste overlevende van de stam der Ingarra's. „Hij had", volgens een ooggetuige, „een grote blonde baard en stevige gespierde ledematen en een klein beetje o-benen (sic), maar bovendien had hij een geweldige hartstocht voor de zee, allemaal eigenschar»» geen enkele Abo daar bezit getoond". Het staat vast, dat de eerste |i die ooit op Australië hebbe woond, Hollanders waren. Hjj schipbreukelingen van de Bat» 1628, maar er zijn er ook, j latere jaren, na schipbreuk u ben geleden en de vaste hebben bereikt, landinwaarts^ en dan naar het Noorden tm redding te vinden. Er zal nog veel wetenscln, onderzoekingswerk moeten t verricht voor iets meer aan hu zal komen over hun lot, dat c den aan de barre kusten gouden continent. Australië ba nog vele geheimen en vormt gebied voor anthropologen zoekers. Eén daarvan moet de „Zuytdorp" zijn geweest, waarvan thans overblijfselen zijn gevonden door de stoutmoedige expeditie van drie man, Phillip Play- ford. die werkzaam is bij de West Australian Petroleum Maatschappij. John Stokes, duiker van beroep, en een Australische medewerker van het genoemd dagblad. Zij trokken per auto en jeep 800 kilometer naar het Noorden, de ver latenheid en de wildernis tegemoet en keerden na drie weken terug met 62 muntstukken. Vermoedelijk zijn deze afkomstig van het „zilverschip" Zuyt dorp. dat destijds geladen was m-et kisten zilvergeld, waaronder „Spaanse achten". GEVAARLIJKE TOCHT Maar dit was niet alles wat de drie mannen na veel moeite en inspanning vonden. Zij maakten het zich niet ge makkelijk. Het woeste landschap aan de kust bestaat hier en daar uit 30 tot 300 meter hoge kalksteenrotsen, die levensgevaarlijk zijn om te beklimmen en doorsneden worden door diepe ravijnen. Grote rotsblokken liggen hier en daar verspreid. Er moest dynamiet aan te pas komen om de plekken te bereiken, waarvan men dacht dat zij de schatten van de „Zuytdorp" verbor gen hielden. Soms waagden de mannen zich in de grotten onder de zee. Ook daar vonden zij muntstukken en over blijfselen van een vergaan schip. De ..oogst" was groot: stukken van een mast, een sluitstuk van een kanon, navigatie-instrumenten, delen van een musket, kisten, gespen, knopen, aarde werk en stukken glas, juist zoals Tom Pepper in 1927 had gevonden en die Phillip Playford er toe hadden ge bracht het onderzoek voort te zetten EIKEN SCHEGBEELD Het schegbeeld, dat Tom Pepper nog altijd bewaarde, is van pracht gebeeld houwd eikenhout en weegt 100 pond. Het is meer dan een meter groot en ruim 30 centimeter breed. Het stelt een kleine vrouw voor met een breed ge zicht en een krans achter haar hoofd. Onder haar kin is een leeuwenkop ge beeldhouwd met geopende bek. Als men schapenboer is in het onmetelijke uitgestrekte West-Australië, behoeft men nooit veel bezoek te verwachten. Het is dus geen wonder, dat Tom Pepper's vondsten geen opzien baar den. Met de komst echter van de Amerikaan in West-Australië om er naar olie te boren nu ruim anderhalf jaar geleden, is het niet verwonderlijk, dat een of andere geoloog in die stre ken verzeilt. Zo ontmoette Playford Tom Pepper en diens gevonden schat. Het was de aanleiding tot een poging het mysterie van de „Zuytdorp" op te lossen. Volgens de laatste berichten heeft de teruggekeerde Playford-expe ditie thans stappen ondernomen het onderzoek naar de herkomst der ge vonden overblijfselen in Nederland te doen voortzetten. Maar daarmee zijn de mysteries van vergane schepen aan de Australische Westkust nog niet ten einde. Want er zijn méér Nederlandse schepen in de 17de en de 18de eeuw aan deze woeste kust vergaan. In 1931 werd in een rots holte aan de mond van de Moore rivier een skelet gevonden met er naast 35 gouden munten, die blijkens de in schriften in Holland waren gemaakt tussen 1612 en 1648. Waren dit aan wijzingen dat hier in de buurt de „Vergulde Draeck" was vergaan op 28 April 1656. nu bijna 300 jaar geleden? SPOORLOOS VERDWENEN Zeven opvarenden van de „Vergulde Draeck" hebben destijds Batavia be reikt en meegedeeld dat minstens 68 mensen bij Greenhead als schipbreu kelingen waren achtergebleven, hopen de dat de naar Batavia terugkerenden hen later zouden ophalen. Maar toen Abraham Leeman met een nieuw schip, de ..Waeckende Boey" bij Greenhead landde, vonden zijn mannen er niets anders dan wrakhout en scheepsbenodigheden. Van de 68 schipbreukelingen is sindsdien nooit meer enig spoor ge vonden. Tweehonderd jaar later echter, in 1858. trokken twee Australische ont dekkingsreizigers, Burt en Ogbourne, dwars door een dichte wildernis van accaciastruiken. Zij stieten plotseling op een open plek, waar een groot aan tal stenen, juist zo groot en zwaar dat één man ze met twee handen kon dragen, in een kring van twee meter middellijn lagen. Daar er in deze streek geen stenen voorkomen, moesten de ontdekkers wel tot de conclusie komen dat mensen ze van de kust af naar hier hadden gebracht en ze met een bepaalde bedoeling om iets te marke ren. hadden neergelegd. Burt en Ogbourne hadden echter niet veel tijd om er lang over na 11 denken. Ze moesten haast maken naar de kust te komen, waar een schip hen zou op pikken. Veertig jaar later las Burt een ver haal over de „Vergulde Draeck" die mpt 72000 gouden guldens en ijzeren kisten vol met zilverstaven en 197 man aan boord ter hoogte van Greenhead moest zijn verdwenen. Hij organiseerde onmiddellijk een expeditie om opnieuw naar de kring van stenen te zoeken, want daar, zo meende hij. lag de schat van^e „Vergulde Draeck". KILOMETERS N6. -RIVIER, IEDERE kustplaats kent haar helden der zee. Wanneer de storm loeit, de wind giert, de elementen losbar sten, staan zij op hun post, kij ken uit over de wilde wateren, ziin niet tevreden vóór ze weten wat er aan de horizon aan de hand is en of ze op redding uit moeten. De boten liggen klaar: één sein en men gaat de zee op, om hulp te bieden. ryO IS DAT door de eeuwen heen gegaan. In ieder vissersdorp kent men de mannen van de Red dingsmaatschappij, de stoere mannen, op wie zij in nood en ontij rekenen kan en mag. Mannen, zó sterk en gestaald, dat ge op hen bouwen kunt in vol vertrouwen. Ze zullen geen krachten sparen, wanneer het er om gaat. de medemens te vrijwaren van de dood. In Katwijk, in Noordwijk op Texel en Schiermonnikoog kent men ze: ja. overal waar de kus ten liggen, de golven spatten en breken, de stormbal gehesen wordt. DORUS RIJKERS. Toxopeus, Coen Bot: dat ziin slechts enkelen van de onafzienbare stroom der mannen die paraat stonden en nog steeds paraat staan: gebruind en met spieren van staal. Ze staan daar niet in de eer ste plaats voor de eer of voor de medaille. Ze staan er voor de róeping: helpen, waar helpen geboden is! Het gaat immers om hun „mak- kers"' van de zee. om hen, die van de zee moeten leven en er niet de dood moeten vinden. WAAR ter wereld zal men een leger vinden, dat zijn opdracht met meer liefde, meer opoffering en meer daad kracht volvoert, dan dit leger der redders, dat niets onbe proefd laat, om. zonder ellendige baatzucht, thuis de komen en tegen moeder de vrouw te zeg gen: „Het is gelukt!" Vraag niet hoeveel inspanning het gekost heeft voordat ze ein delijk die woorden konden spreken. Vraag niet, hoeveel angsten ze „thuis" doorstaan moesten, voorda/t Vader eindelijk weer veilig aan wal kwam. Hoog spatte het schuim, gie rend raasde de wind over de boot, tienmalen zag hij de dood voor ogen en dan het: „Met Gods zegen. Vrouw, het is ge lukt". fE KENNEN die mannen: in onze onmiddellijke om geving. in Katwijk en Noordiwijk. Maar ze zijn overal: in alle landen, langs alle wereldzeeën. Dat ze zo af en toe welver diend gehuldigd worden, wie zou dit niet toejuichen? De een heeft een borst vol medailles. De ander misschien maar één. De éne medaille kan méér waard zijn, dan een borstvoL Wie weet. wat er verricht moest worden om die ene te verdie nen?.... Hier zien we ze lopen, arm in arm: een groep Franse redders. Dank zij hen werden in de loop der jaren 2545 schepen en 24.559 mensenlevens gered. DAT is géén grapj«, waarheid. Ze hebber op eerbetoon. Ze «fa weg naar de Franse vice-acr raai DHarcourt. die hen in Sorbonne gezamenlijk toes^ en opnieuw een ridderorde oj; borst speldde. Ook zonder die ridder^ zouden ze gedaan hebben deden. Het ging immert altfol on j medemens? En wie zou deze „kerels* stavast" er niet om benijde' Katwijkers of Noordwii® Uw beurt komt ook nog eens. Arm in arm naar de mb ter toe! Daar maken we dan bet* óók een plaatje van! FANTAS» sen zullen inderdaad op dit Congres aanwezig zijn, maar de tweelingen moeten er zo weinig mogelijk van merken. Ja, die brieven ziin soms een bron van humor voor het Comité. Een Moeder uit Duitsland meldde, dat ze twee aardige dochtertjes had, die ech ter zo geïsoleerd woonden, dat ze nooit met behoorlijke jongens in aan raking kwamen. Als het Comité kan garanderen, dat er op het Tweelingen- Congres jongens waren, die aan haar dochters een oogje wilden wagen zou ze zich subiet aanmelden. (Van een bijzondere medewerkster) DE LAATSTE NIEUWTJES UIT HET TWEELINGDORP Op het zonnige terras van „De Zwaan", tegenover Oirschots verruk- kelijk-mooie marktplein, waar de zon ieder ogenblik de kaarsen in ao kastanjebomen kon ontsteken, heb ben we van initiatief-nemer Johan Louwers. geflankeerd door een groot gedeelte van de Gemeenteraad, de laatste nieuwtjes van het Europees Tweelingen-Congres gehoord. Het Congres wordt gehouden van 19 tot 22 Mei, dat wil zeggen, dat op Donderdag 19 Mei. de buitenlandse deelnemers worden ontvangen en dat deze Vrijdag een tocht door Noord- Brabant gaan maken. o.a. om zich te spiegelen in de Oisterwtjkse vennen en te dwalen over „De Efteling" in Tilburg. Tot grote schrik van het Comité meldden zich niet minder dan 900 tweelingen en dat was dan nog an derhalve maand vóór het Congres. Dit zou zo ongeveer op een „twee lingen-plaag" gaan lijken, maar het blijkt nu. dat velen dachten, dat, behalve de logieskosten, ook de reiskosten en de deelname aan de Brabantse koffietafel gratis waren, en toen dit niet juist bleek te zijn. deinsden velen terug, wat aan de intimiteit en overzichtelijkheid van het Congres wel ten goede komt. Ondanks dit. verwacht men nog ruim vierhonderd tweelingen, die voedsel en onderdak moeten hebben. Maar voor ieder van hen staat nu al een bed gereed. DIE OUDJES TOCH.... Alle vierhonderd tweelingen stuur den een aanmeldingsformulier in met twee foto's, waarin wordt verteld wie en wat zij zijn en aan welke wedstrijd zij meedoen. Uit deze formulieren blijkt, dat voorlopig dertien verschil lende nationaliteiten aanwezig zullen zijn: België, Frankrijk, Italië Portugal Duitsland, Oostenrijk. Tsjecho-Slo- wakije, Joego-Slavië. Finland. Zweden Engeland en (uiteraard) Nederland. De oudste deelneemsters zijn twe zusters uit Tilburg, die 82 jaar zijn maar deze twee vitale oudjes zuller zich beslist niet eenzaam voelen, want er meldde zich ook heel wat Zeventi gers, o.a. een tweeling van 77 jaar ui' Nice en één van 72 uit Parijs. De anti-rheumatiek-dekens. die een firma uit Duitsland ter beschikking stelde voor de het-meest-door-rheumatiek geplaagde tweeling, zullen dus wel nie* ongebruikt in de kast blijven ligger MERKWAARDIGE DINGEN. Merkwaardige dingen vindt men ii die aanmeldingsformulieren. Gevraago naar hobbies, schrijft er één dood leuk: witte muizen („verzoek thuis te laten", schreef het Comité er achter) „Kunt U. behalve muziek en zang nog iets anders brengen?" „Ja. schreeuwen was het ant woord. En dat formulier kwam nie' eens uit Duitsland. Op de vraag naar vermeldenswaar dige bijzonderheden, schreven twe Duitsers trots: „Allebei een grote neus' En wat zegt U van die Duitse ge leerde, die fluks naar Oirsohot wilde komen om schedels van tweelingen te komen meten? Echt een karweitje voor een vrije dag. Wetenschapemen- De gebroeders Steiner uit Oostenrijk, die samen meer dan zestig instrumenten bespelen. Ze brengen hun eigen piano mee naar Oirschot. BONT ALLERLH. Daar zijn de gebroeders Steine Oostenrijk (samen meer dan 60)t ziek-instrumenten bespelend), i maar eventjes hun eigen piano brengen, omdat ze daar nu eec aan gewend zijn. Daar ziin twee ai uit Marken in klederdracht, daar ii pastoor uit Roozendaal met terdaar zijn die twee Estüa ingenieurs, die uitweken naar ?r; Alles bij alles een bont en boeier; zeischap, waarop zioh natuurlijk grote schare binnen- en buiteid persmensen zal storten. Johan Lo^ heeft daar ook op gerekend: er 1 een perstent van 16 X 6 me:? schrijfmachines, telefoons, ei* warme worstjes en sigaretten, nooit weer weg te gaan.... Voor de deelnemers is er«n* waar de dames o.a. de ladders in i nylons kunnen laten ophaler waar men zijn schoenen kan I repareren, geld kan wisselen e boordeknoopjes kopen. Verder rjni 34 tolken en spreeekt de omroep?,' al Lourens geheten (hij waseersp vangenen van de communisten) a talen. OPEN LANDAüB Voor de oudjes, die slecht ter zijn, worden open landauers gechtf om hen van en naar het feest» te brengen. Daar kunnen ze ge^ van Thom Keiling. Frans van to Eddy Christiani. de Ramblers »i natuurlijk ziin er vendelzwaaln schutters en dansers en BrateJ muziekcorpsen-in-klederdracht. Maar de wedstrijden zullend' meeste belangstelling trekken. M is de sympathiekste tweeling'4 de oudste? Welke de muztkutf1 Welke de verstkomende en de minstgelijkende tweeling? Er zijn aparte jury's voördft» sieke en de lichtere muziek-»* ling. In de algemene jury vind»1 vrijgezel No. 1 de heer Grein1 Grevenbicht en het kan heel gebeuren, dat ook Fanny Blanketv Koen, die een zwaak plekje in hart heeft voor Oirschot. in jury zitting neemt. Ongetwijfeld zullen er zonue:> vreemde situaties ontstaan me: tweelingen. Er is een tweeling waarvan de vader op hun verjM» tweemaal dezelfde zoon felicitee» Hoe zullen vreemden hen dan<*- elkaar kunnen houden? In ieder geval komen er goede&* voor Oirschot. En we gunnen hun* want ze hebben ook iets aan K den: gulle gastvrijheid, organlsat^ lent en ongelofelijk mooi schoon. Tot nu toe vielen zowel de sten als de uitgaven hard mee, het comité 's avonds rustig het hoofd op het kussen kan ld#® M van tweelingen te dromen. Waf -1 doe je op 't laatst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 16