Herinneringen aan de Hongerwinter 1944- '45. Na een lange donkere nacht ging de zon weer op Voedsel - noch brandstofgebrek vermocht geestkracht te breken Voedseldropping begin van het einde We JaargangLEIDSCH DAGBLADWoensdag 4 Mei 1955Derde Blad No. 28516 Zo ging de jeugd geschoeid in de verschrikkelijke hongerwinter van 1044 - 1945. Maar vele kinderen moesten het zonder voetbedekking doen. De officiële bonnenlijst voor de week van 15-21 April vermeldde de volgende rantsoenen: 400 gram brood. I1/, rant soen vlees. 1 kg aardappelen. 3 kg suikerbieten. Voor kinderen van 0 t/m. 14 jaar waren er bonnen aangewezen, Op 29 April 1945, enkele dagen voor de Duitse capitulatie, zagen de Nederlanders in het westen met betraande ogen maar met een stralende lach op hun ver magerde gezichten vloten van geallieerde bommenwerpers laag over het trieste land vliegen. Tussen twee en drie uur gooi den Lancasters van de RAF op twee plaatsen bij Den Haag. bu Leiden en bij Rotterdam voed selpakketten af. die het einde inluidden van de ondraaglijk wordende honger die tot drama- sche ontwikkelingen dreigde aanleiding te geven. Reeds omstreeks Dolle Dins dag was er een regelmatige levendige telegramwisseling be gonnen tussen voedselcommissa- ris dr ir S. L- Louwes in het be zette gebied en de Nederlandse regering in Londen waarin voortdurend aangedrongen werd op maatregelen om voedsel naar Nederland te verzenden teneinde een afschuwelijke hongcrtragedie te voorkomen. Gedurende de hongerwinter resulteerden deze pogingen vanuit het bezette ge bied in de aanvoer van de be kende Zweedse broden en de Zweedse boter. Dit was echter in het laatste stadium van de oor log met voldoende, en na lang durige besprekingen en gedach- tenwisselingen achter de scher men. waar heel wat persoonlijke moed voor vele Nederlanders voor nodig was. en heel wat overredingskracht tegenover de onwil van de Duitsers, werd be sloten voedsel met vliegtuigen boven de ergste hongercentra in het Westen neer te werpen. Helaas kon eerst na de bevrij ding van Leiden met distributie van, de gedropte goederen een aanvang worden gemaakt, doch zonder deze droppings zou de eerste tijd na de bevrijding de voedselpositie in het Westen der mate zijn verslechterd, dat zich een ramp had voltrokken die voor ons volk gedurende de eer ste decennia onvoorstelbare ge volgen met zich mee zou hebben gebracht. Zowel voor hongerend Neder land als voor de vliegtuigbeman- nlngen. die nu voor het eerst zegen in plaats van dood en ver derf zaaiden, waren deze drop pings onvergetelijke gebeurtenis sen. Psychologisch was deze drop ping van voedsel het moment, dat West-Nederland de bevrij ding voelde, hoewel deze nog niet was gerealiseerd. Het uit bundig enthousiasme waarmede de voedselvliegtuigen werden begroet zonder enige reserve tegenover de meesmuilende be zetters werd dagen later slechts in geringe mate overtroffen door de hartverw n- icnr' r -gde bij de werkelijke bevrijding. die recht gaven op kindermeel, voe dingssuiker, tarwebloem en melk. Maar deze bonnen waren vrijwel waardeloos, omdat geen leverancier deze produc ten voorhanden had De zwarte handel tierde welig. Geld had geen waarde, grif werd voor een brood vijfenveertig gulden betaald. Toch is het verwonderlnk. dat on danks alle ellende, de geestelijke weer stand zo ongebroken kon blijven. Nie mand geloofde aan de beweringen der Duitsers, dat de hongersnood te wijten was aan de geallieerden, die de spoor wegstaking in September 1944 hadden geproclameerd. Als manna uit de hemel kwamen de voedselpakketten, die de Lancasterbom menwerpers in de April-dagen boven het benarde Westen uitwierpen De enige critiek, welke men had. was op de distri butie van het aangevoerde voedsel, welke een zo traag verloop had. Alles wat maar eetbaar was werd ver orberd. Gevochten werd er om suiker bieten. die van een weeïg-zoete smaak waren. Toen die op waren begon men bloembollen te eten welke bij velen maag- en darmstoomissen veroor zaakten Leegstaande huizen werden van alle hout ontdaan. Hout betekende: brandstof. Was er geen voedsel en geen brand stof. het verstoken ziin van verlichting de walmende oliepitjes maakten het lezen vrijwel »niet mogelijk bracht velen eveneens tot wanhoop. Bij dit alles kwam nog het brute op treden der bezetters die voortgingen met het houden van razzia's en met het roven der bezittingen der bevolking Onder die omstandigheden te blijven geloven aan een uitkomst, was moei lijk. Maar dat geloof was er Hoe had men anders die vreselijke hongerwinter van 1944'45 kunnen doorstaan? Toen de 'bevrijding eenmaal een feit was geworden vond de vreugde daarom haar uiting in geïmproviseerde straat, feesten. De zon straalde weer in veler haxt, al kon zit niet direct alle leed weg bannen. Maar zij wekte de hoop na een lange, lange nacht van helse verschrikkingen, voor een toekomst, die gespeend zou Als er een Duits bevel tot eva cueren kwam. zag men optochten als deze. Voor velen kwam dit per schip aangevoerde voedsel te laat. de spoorbanen werd naarstig gezocht naar kolen. Moeilijk is het om in woorden uit te drukken hoe groot de geestelijke-, pair vooral de materiële ellende was in die eerste maanden van het jaar 1945. Op alle gebied was een tekort ontstaan. Oud en jong hadden een leed te doorstaan, dat met de dag groeide. Zij, die daartoe de moed konden opbrengen en geen gevaar liepen als werkkrachten naar Duitsland te worden weggevoerd, ondernamen kilometerslange tochten om te trachten aan voedsel ta komen. Hoevelen hebben, uitgeput als zij waren, de reis niet gehaald. Op zoek naar brandstof. gingen, te aanschouwen gaf, is met geen pen te beschrijven. Uitgemergelde kinde. ren, geen schoenen aan de voeten en slechts ten dele gekleed, zag men door de straten lopen, bedelend om eten dat er niet was. Het was geen zeldzaam verschijnsel, oudere mensen te zien sterven op de openbare weg. Het hongeroedeem was een nieuwe vijand, die een tooh al zo geplaagd volk. van zijn laatste restje weerstand trachtte te beroven en daar ook op ontstellende wijze in slaagde. BEHALVE het nijpend voedselgebrek was er het gebrek aan brandstof. Dit leidde er toe. dat leegstaande aan van al het hout werden ontdaan. ®en in plantsoenen of langs de open- Ure weg staande, werden gekapt. De fctverungse Bosjes o.a. vielen ten poi aan het zo begrijpelijke verlangen es tot wanhoop gebrachte bevolking om Rr enige brandstof te kuDnen be nutten. (Het leed, dat bijv. Den Haag, in de Sfien. welke aan de capitulatie vooraf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 9