Koningin Emma reed in haar koetsje Moderne affichekunst in het Par ij se Louvre Elisabeth Andersen had groot succes in Wenen Reclame tegenwoordig ook artistiek erkend „Zelfs het Burgtheater kan hier iets leren!" WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 16 APRIL - PAGINA 4 Smaak van publiek niet onderschatten! Nog simpeler kan men een sigaret haast niet aanprijzen. (Van onze correspondent in Parijs) Er wordt op het ogenblik in het Marscm-paviljoen, een afdeling van "het Louvre in Parijs, een expositie gehouden van reclameplaten en andere typogralische uitingen van toegepaste kunst, waaraan elf landen met vier en zeventig inzendingen deelnemen. „Kunst en publiciteit" is de titel van deze tentoon stelling, die de grootste collectie affiches omvat, welke sedert 1937 ooit bijeen is gebracht. Maar belangrijker nog dan de kwantiteit is de kwaliteit. Bijna stuk voor stuk zijn alle platen, behalve uit een oogpunt van reclame, óók aesthetisch zó ge slaagd, dat men deze verzameling als een werkelijk belangrijke kunstmanifestatie kan bekijken. Men moet dat vooral niet onder schatten. De vindingrijkheid, intelligentie, goede smaak, techniek artisticiteit, geest en humor van deze collectie zijn indrukwek kend. En al die kwaliteiten liggen aan een kunst ten grondslag, die zich bewust, ja, functioneel tot de breedst mogelijke massa richt. Men dient de culturele invloed van het affiche in zijn beste vorm dan ook allerminst uit te vlakken. Sterker: men kan zonder gevaar zelfs vaststel len, dat de moderne schilderkunst de laatste tientallen jaren geen doelmati ger propagandist, en tevens voertuig, heeft bezeten dan de goede reclame plaat. Want ge behoeft nog geen spe cialist op het terrein van de heden daagse schilderkunst te wezen, om hier met een enkele blik de duidelijke in vloeden van verschillende picturale lichtingen op de reclame aan te kun nen wijzen. Vrijwel alle moderne kunstscholen hebben hun „uitlaat" in de affiches gevonden. Er hangen op deze expositie cubistische. surrealisti sche, primitivistische en folkloristische platen en ook In het gebruik van kleu ren valt herhaaldelijk op hoe een Ma- toon of geest verraadt, kan tegen woordig haar speciale functie nog ver vullen. Een reclameplaat moet zich onderscheiden om de aandacht nog te kunnen trekken. En een reclameont werper kin daarom geen naioper meer zijn. Op zijn techniek en zijn kleurge voel hebben de grote meesters van de „at»olute kunst", zoals gezegd, ech ter hun duidelijk stempel nagelaten. En langs deze. indirecte, weg heeft de moderne schilderkunst zo een plaats in het dagelijkse sociale leven ver overd, die nog voortdurend verder wordt verstevigd. Tot voor korte tyd had het woord .reclame" in de kringen van beelden de kunstenaars een niet al te gunstige klank. Men sprak daar van krijsende tam-tam-middelen, die door het doel geheiligd moesten worden. Maar se dertdien is de kunst van de publiciteit een heel andere toon aan gaan slaan. Men heeft begrepen, dat het pubhek op den duur door enkele grove effec ten voor alle reclame lmmuum zou worden gemaakt. Men is het toen meer in de originaliteit, de geest en zelfs in de verfijning gaan zoeken. En door die tendens werd tenslotte, de hele moder ne reclame beheerst. Klein mannetje De Engelsen onderschelden zich eer der door hun droge humor, hun in stinct voor de paradox en een heel ei gen gave. die men beeld-speling zou kunnen noemen. De reclameplaat van Eckersley voor een sigarettenmerk is daar een treffend voorbeeld van. De Denen blijven wat aan de behou dende kant, in tegenstelling met de Zweden en de Nederlanders - hier door Sandberg, Wim Brosse. Elf- fers en Treumann vertegenwoordigd - die aan de spits staan van de moder ne typografie. De Fransen, die hier in de meerder heid zijn. zoeken het speciaal in anec dotes, beeldrijmen, spirituele teksten en vergelijkingen, die men in andere landen te gedurfd zou vinden. Zo zien ze er helemaal geen gat in een loopje te maken met hun eigen zwakheden of nationale kwalen. Een verffabrikant heeft het zo eens bestaan een affiche te laten ontwerpen, waar op men op de voorgrond een rij schil ders ziet. die eikaars ruggen schilde ren. met er achter, eveneens in de rij, vier Mariannes. De tekst luidde: onze republikeinen komen en gaan. maar onze verf is standvastiger. Soms ook wordt het voorwerp, waarvoor recla me moet worden gemaakt, niet eens op de plaat afgebeeld. Van de bekende ontwerper Jean Collin hangt hier een affiche met een man met een ouder wets besnord gezicht, die ln een ge streept badpak, dat tot over zijn knieën reikt, zichzelf uit een lampet kan water over de leden giet. Het com mentaar: zo deden onze ouders het in 1900, Maar vandaag nemen we een douche. Het zijn dus velerlei wegen, die de reclame-ontwerpers vandaag mogen bewandelen, daarbij geleid door hun fantasie. Het is opwekkend te kunnen constateren, dat de „captains of in dustry" deze kunstenaars die zich vrij. willig in dienst van de publiciteit heb ben gesteld, hun die vrijheid laten by de uitwerking van hun speelse gedach ten. Er blijkt uit. dat de intelligentie en de smaak van het grote publiek niet worden onderschat. En daardoor kan de affiche kunst een dubbele taak vervullen: ten bate van de handel en ter opvoeding - als we dat eigenwijze woord mogen gebruiken - van de mas- Natuurlijk is het intussen nog altijd waar, dat met een simpel volmaakt uitgevoerde reclame campagne vrijwel iedr product aan de man kan worden gebracht. De uit- en nawerking van publiciteit is in onze tijd overweldigend geworden. Een paar jaar geleden werd in heel Frankrijk een actie gelanceerd met behulp van een klein gedrongen man netje, dat Garap werd gcno.-md. Overal, in metro's, bussen, op de mu ren, in de kranten, kwam men het mannetje Garap tegen. Iedereen sprak over hem en de obsessie was tenslotte zo groot geworden, dat men vermoede lijk elk product, ongeacht de kwaliteit onder het merk Garap had kunnen verkopen in iedere gewenste hoeveel heid. Tot eindelijk bekend werd ge maakt dat Garap helemaal niets be tekende. Het was enkel een campagne van de verenigde reclame-bureaux ge weest. met het doel de grote betekenis van de publiciteit in onze tijd nog eens overduidelijk te onderstrepen. De affiche-kunst staat overigens niet alléén ln dienst van commerciële be langen. Haar werd ook een sociale, en zelfs ideële rol toebedeeld. Het Roode Kruis, de kankerbestrijding, de weder opbouw, internationale organisaties, hebben tegenwoordig allen een uitge breid apparaat voor publiciteit, voor lichting en propaganda tot hun be schikking. waarbij de verworvenheden van de moderne affiche-kunst psycho logisch worden gebruikt. Een goed voorbeeld van deze vorm van massa- beinvloeding is het affiche van de Zwitserse auto-club. waarbij op sug gestieve wijze de chauffeurs op hun verantwoordelijkheid gewezen wordt met de oproep de jeugd tegen zichzelf te beschermen. Nederand en Zweden aan de spits van typografie Onder de nationale inzendingen is Japan vermoedelijk wel de grote open baring geworden. Prachtige platen hangen hier, die de fijnzinnigheid van oude Japanse prenten bezitten, terwijl ze ln doeltreffendheid de meest spec taculaire Westerse affiches evenaren. Wij kunnen een vroegere bewering niet op haar juistheid beoordelen namelijk of het zuiverste Hollands nog altijd in of rondom Delft wordt gesproken. Maar wel weten wij dat men, zelfs volgens de Pruisen en de Rijnlanders, naar het Weense Burgtheater moet gaan om het zuiverste Duits te horen. Wat een zelfoverwinning moet het dus geëist hebben van een Nederlandse actrice om niet alleen naar Wenen, maar juist naar de dépendance van het Burgtheater te gaan om er op te treden. Toch heeft onze landgenote Elisabeth Andersen van de Haagse Comedie dit gewaagd en ze heeft het zo voortreffelijk, zo feilloos en charmant gedaan dat het talrijke publiek haar enthousiast heeft toegejuicht en na afloop minutenlang bleef applaudisseren Geestige inleiding de a.s. herfst voor het voetlicht zal komen De Nederlandse actrice legde in haar charmant overzicht natuur lijk niet de nadruk op deze achter stand van Oostenrijk, maar wat ze wel deed is het volgende: zij sprak een zo welluidend Duits, zonder accent en zo feilloos, dat niet alleen het publiek in de zaal en op het balcon, maar ook de Weense toneelspelers op de eerste rij daarover zo verbaasd waren, dat zij elkaar het woord „Burgtheater-Duits" toefluisterden. Er waren namelijk ver schillende bekende leden van het Burgtheater verschenen om hun vrou welijke collega uit Nederland te be groeten. Wij zagen er immers niet al leen de Nederlandse gezant te Wenen, mr E. Star Busmann en zijn dochter (die intussen ook al de meest bekende toneelschool in Wenen, het z.g. Rein- hardtseminar bezoekt), maar ook Inge Konradi. Judith Holzmeister. Alexan der Trojan en vooral de oude maar nog altijd elegante Raoul Asian, die het als een grote eer beschouwde om deze gast uit het bevriende Nederland met een paar vriendelijke en echt col legiale woorden bij het publiek in te leiden. Nadat het Burgtheater vorig jaar tijdens het Holland-Festival in ons land was opgetreden, had de directie van deze schouwburg in samenwer king met de Vereniging. Holland-Oos tenrijk op haar beurt een Nederlandse toneelspeelster uitgenodigd om in We nen te laten zien, hoe er in ons land geacteerd kan worden. Elisabeth Andersen heeft deze uit nodiging aangenomen. Zij is in het Akademietheater. de dépendance van het Burgtheater, opgetreden en begon met het geven van een geestige schets over hei toneelleven in ons land. Nadat de directeur van het Burg theater zelf. dr F. Scheyvogel. een over. zicht had gegeven van de culturele be trekkingen tussen Nederland en Oos tenrijk. wees de actrice er op dat wij ondanks Vondel en Heyermans toch eigenlijk arm zijn aan toneelschrijvers, zodat niet alleen de vrije, maar ook de gesubsidieerde toneelgezelschappen bij ons grotendeels op buitenlandse wer ken zijn aangewezen. Wanneer wij echter van de Oostenrijkse schrijver Hochw&lder en diens stuk „Het Heilige Experiment" afzien, blijkt dat ook het tegenwoordige Oostenrijk ongeveer in eenzelfde situatie verkeert. Niettemin is er een groot verschil: ons land is er bijna altijd het eerste bij om een nieuw buitenlands stuk te kopen en op te voeren. W(j denken daarbij o a. aan „Port Royal" van Montherlant, dat in ons land allang is opgevoerd en dat in Oostenrijk pas bij de heropening van het Burgtheater in tisse, een Dérain, een Dufy de affiche ontwerpers kennelijk inspireerden. Trouwens heel wat schilders van be tekenis hebben zich tevens op het ge bied van de publiciteit bewogen Een Picasso heeft imposante platen ge maakt (die hier helaas niet aanwezig zijn). En mannen als Collin, Cassan- dre, Maclès bedienen zich beurtelings van beide media: de absolute en de toegepaste kunst. Volwassen kunst De reclame is een volwassen kunst geworden en niet langer meer het jachtterrein van na-apers. Integendeel is het Juist de originaliteit, die vooral zo sterk op de voorgrond is getreden. Alleen een plaat, die iets onvervang baar eigens, iets oor;pronkel(jks in de HET DEN HAAG van vroe ger is vol goede herinne ringen. Niet dat er in het tegenwoor dige Den Haag geen goeds te waarderen zou zijn. maar het réchte, dót is 't toch niet meer. Daarvoor is het te onoverzich telijk geworden, te veel „Den Hagen" liggen er nèèst elkaar, die niets van elkaar afweten. De ene Hagenaar kent de andere niet meer. Ze groeten elkaar als vreemdelingen, de een komt immers uit een streek, die wel een uur of langer van de ander af ligt. Vroeger was dat héél Anders- ledereen kende iedereen, het was nét een dorp. Bovendien had Je als Hagenaar geen last van een minderwaardigheids complex. Je vormde zelfs een aparte clan tegenover Rotterdammers, Amsterdammers bijvoorbeeld. Dat herinner ik me nog uit stekend Nil is 't allemaal één pot nat of je Hagenaar. Rotter dammer. Amsterdammer bent of voor mijn part iemand uit Buiksloot of Lutjebroek ont moet. Dat maakt geen verschil meer: we ziln naar men zegt immers allemaal één gewor den? ta vroeger I De Hagenaars kenden in het J bijzondei héél goed dat vrien delijke. oude dametje in haar vlgelante. met twee palfreniers op de bok. Zelfs de strakke gezichten van die palfreniers zie ik nog voor me. Het dametje reed van het Voorhout naar het Haagse Bos of door de Scheveningse Bos jes naar de Boulevard en plot seling zAgen we dan het koetsje. Dat was iets gewéldigs! We hadden het niet horen aankomen, omdat de wielen met rubberbanden bedekt wa ren: iets héél aparts toenter tijd! Dan inééns. was het ogen. blik gekomen waarop we aan de kant van de weg eerbiedig ons petje afnamen en dat we er trots op waren dit te mó ?n doen: het was immers Ko ningin Emma. die daar voorbij reed, onze „eigen" Koningin- Moeder! Als een symbool van eerbied waardigheid, van lieflijkheid van goedheid reeds Zij door de Haagse straten en we kenden Haar allen. ZOALS Haar hele persoon- liikheid mede-leven uit straalde. zo is daarvan toen als tastbaar be.wiis voor leder een geboren de idee van de Emma-bloem Het Emma- bloempje, dat nu vijftig jaar geleden voor het eerst werd aangeboden, om T.B.C.-lijders beter te maken. Al moge dan de T.B.C.-be- strijding niet meer zo urgent •zijn als in de tijd dat Konin gin Emma Haar naam aan het nieuwe bloempje gaf: laat U niet misleiden! Er is nog veel leed te stillen, er zijn steeds wonden te helen. Koningin emma rijdt niet meer in Haar koetsje door Den Haag Dat is slechts een lieve herin nering Maar ieder jaar nog tovert Zij ditmaal van 18 tot en met 22 Apwil met op Zaterdag 23 April de straatinzameling het Em- mabloempje. Haar Emma- bloempje voor het oog van ieder, die met de ander mee wil Mede-leven met anderend&t was Koningin Emmas grote parool! Mede-leven heeft Zij tijdens Haar lange en gezegende leven veelvuldig op rijke wijze be toond. Ieder jaar opnieuw was Zij een der eersten, die zich met het door ons allen zo geliefde en graag gedragen Emma- bloempje tooide en er een vor stelijke gift voor over had. Na 50 jaren behoort het nog altijd tot de meest begeerde voor jaarsbloemen Ge kunt er fier op zijn het te mogen dragen, ge kunt er dank baar voor ziln. er iets voor te kunnen neerleggen, gezond als ge bent! leven: in dit geval met degeen die ziek is. maar éénmaal hoopt gezond te worden. Help die hoop te vervullen! Daarmee doet ge prachtig werk En wanneer ge straks met Uw „gouden" bloempje door de straten gaat. zal het zijn, alsof Koningin Emma langs U rijdt en U vriendelijk toeknikt Zoals in de goede tijd van vroeger Toen het voorbij rijden van Haar koetsje hét evenement van de dag voor U was FANTASIO. Een buitengewoon goed geslaagde Itohaanse waarschuwing voor het verkeer: let op de kinderen. Onze dichters in het Duits Een overzicht van het toneelleven is echter iets anders dan het voorlezen of declameren van Hollandse gedichten in Duitse vertaling. Het was voor de aanwezige Oostenrijkers een sensatie om het Nederlandse volk dat zij voor namelijk als een natie van schilders en kooplui meenden te kennen, hier op eens te ontdekken als een volk van diepzinnige en grotendeels zwaarmoe dige dichters. Ingetogen en in zichzelf verzonken, zoals het bij deze ge dichten paste, declameerde Elizabeth Andersen met versluierde stem o.a. Leopolds „O. als ik- dood zal. dood zal zijn", Bloems „In de trein". Marsmans „Afscheid" en „De laatste briefvan Aafjes. Het was geen declameren, zelfs geen spreken meer. doch eerder een fluiste ren dat de luchthartige Weners ervan overtuigde, dat onze dichters zich bij voorkeur met de grote vragen van het leven en de dood bezig houden. Met groeiende bewondering hoorden zij deze verzen eerst in de Duitse verta ling (van de hand van onze corres pondent verschenen bij Rohrer te Wenen) en daarna telkens in de oor spronkelijke Nederlandse tekst, die met zijn donkere klanken nog zwaarmoedi ger werkte. Het was een bijzonder óharmant ge baar dat de kunstenares ook gedichten van twee Oostenrijkse schrijvers voor droeg, namelijk het navrante „Kas- sandra" van H. Nüchtern en daarna als een uitbundige kreet het „Loflied op Wenen" van Josef Weinheber. Vergelijking De eigenlijke en grote begaafdheid van Elisabeth Andersen ligt echter op het dramatisch terrein. Dit bleek toen zij een tafereel voordroeg ult-Chr. Fry's ..Venuseerst in het Duits en daarna overweldigend losbarstend in het Hol lands met de hymne op de vocalen en consonanten en op het onuitsprekelijke levensgeluk, waarover men niet uitge sproken raakt. Dan volgde alleen in een vlekkeloos en klankvol Duits de klacht en de wanhoop van de vrouw uit Lorca's .Yerma" die naar een kind hunkert en er om schreeuwt. Tot slot versoheen zij in de simpele middel eeuwse soldatendracht als Jeanne d Arc uit „De Leeuwerik" van Anouilh, doch nu alleen sprekend in een vrij. onge dwongen en hartstochtelijk Nederlands, een tekst die de meeste toehoorders zeker niet woord voor woord hebben verstaan, wat echter niet wegnam, dat zy op het rhythme van de dramatische spanning iedere gemoedsbeweging kor den volgen elke nuance aanvoelen en iedere gedachte konden aflezen op dit expressieve gelaat. En dan was er nog de herinnering als een dankbaar aanvaarde hulp. want deze rol was destijds hier in deze schouwburg door Inge Konradj gespeeld, die daar op de eerste rij vóór het toneel zat. en onwillekeurig maakte men een vergelijking. Toen wü na afloop voor de kleedkamer op de actrice stonden te wachten, ter wijl het in de zaal nog dreunde van het applaus, en groepen van jonge meisjes naar de zijdeur liepen om een autogram te krijgen, hoorden een oude Weense toneelcriticus tot een collega zeggen: „Zelfs het Burg; theater kan hier nog wat leren!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 14