doe meer met kaas Krijgt Leiden een extra bouwvolume? Né) Vijf lammetjes in een witte wereld L 93ite Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Dinsdag 15 Februari 1955 No. 28450 Wethouder Jongeleen „Ook zonder bouwvolume zullen ivij plannen voorbereiden Jn 1956 komt Leiden op liet bouwvolume 388 woningen tekort'" De rede, welke het lid van Ged. Staten van Zuid-Holland, de heer A. C. A. Deerenberg, Vrijdagavond in „Den Burcht" op uitnodiging van de K.V.P. voor vele burgemeesters, wethouders en Raadsleden uit de omgeving hield en waar- t deze Gedeputeerde een uiteenzetting gaf van de woningbouw in deze provincie, vond gistermiddag „een staartje" in de Leidse Gemeenteraad. Aanleiding tot deze discussie vormde de interpellatie van de heer Huurman (Frot. Chr.), die, aanwezig bij deze lezing, B. en W. een aantal door ons reeds gepubliceerde vragen stelde over het Leidse bouwvolume. Nam de gehele «handeling van de gistermiddag aan de orde gestelde agenda slechts nauwe- fjb één uur in beslag, de interpellatie, waaraan vertegenwoordigers van alle rracties deelnamen, vroeg niet minder dan twee uur. Tijdens deze bespreking, «aarbij het gehele woningbeleid ter sprake kwam, kon wethouder Jongeleen «mededeling doen, dat hij verwacht, dat aan Leiden vermoedelijk een extra bouwvolume zal worden verstrekt en dat hij voornemens is „ook zonder bouw- lolume de plannen voor te bereiden". Wethouder Jongeleen, die een uitvoerig overzicht gaf van de woning bouwplannen in de komende jaren, berekende, dat Leiden het volgend jaar -worden alle plannen verwezenlijkt 388 woningen op zijn bouwvolume zal ojn vooruitgelopen. Spreker, die in eerste instantie maar ier oppervlakkig op de vragen van de .ier Huurman inging, doch daarna door imterpellant op vele punten „aan de sad werd gevoeld", gaf een uiteenzet- Bg van de redenen, die geleid hebben o: een achterstand op het voor 1954 ee^wezen bouwvolume. In Maart, al ts wethouder Jongeleen. wist Leiden „tcll iiuiauw to? steeds met waar het met het bouw. te verstaan, dat een uitbreidingsplan. LEIDEN LEEFT OP KLEIN STUKJE GROND. Nadat ook de heer Van Weizen iC.PJD er op aangedrongen had. dat de moei lijkheden tot het verkrijgen van bouw rijpe gronden spoedig worden opgelost en de woningbouwverenigingen meerdere vrijheid van handelen verkrijgen, gaf wethouder Jongeleen in tweede instantie I verklaarde de voorzitter deze interpel- kort komt dit rapport in de Commissie van Ojienbare Werken en dan in de Raad. De uitnodiging voor de vergadering is van B. en W. uitgegaan. Het College achtte het gewenst, dat de Raadsleden kennis namen van deze lezing, temeer daar de behandelde materie niet ligt in de politieke sfeer. De heer Jongeleen gaf toe. dat de uitnodiging een leemte in zich droeg. Persoonlijk voelt hij er voor. zulks op deze wijze niet te hei-halen. WIJ GAAN DOOR. Nadat de heer Jongeleen nogmaals de Raad te verstaan had gegeven, dat B. en W. ten opzichte van de wo ningbouw „alle zeilen bijzetten" en de heer Van Weizen onder het oog had gebracht, dat momenteel de Woning bouwverenigingen geen vrijheid van handelen (de keuze van architecten) kan worden gegeven, wees hij er op. dat het College „bouwvolume of geen bouwvolume" door zal gaan met het voorbereiden van woningbouwplannen. GEEN CONSEQUENTIES. De voorzitter gaf tenslotte te verstaan, dat het vaststellen van een uitbrei dingsplan een zeer moeilijke kwestie is, omdat veelal Rijk en Provincie, met name ln Zuid-West. een woordje wen sen mede te spreken. Aan de „moment opname" van de heer Deerenberg (op dat moment, had Lelden ziin bouwvo lume nog niet gerealiseerd. Red.), moet men geen consequenties verbinden Dit was een steekproef, welke dateert van Augustus 1954. Nadat de heer Huurman („ik ben blij. dat deze zaak middels deze interpellatie uit de doeken is gedaan: het was niet mijn bedoeling haar in de persoonlijke sfeer te trekken") en de heer Meester '..Laat het College de Raad toch steeds op de hoogte houden met de moeilijk heid van het aantrekken van gronden"! nogmaals het woord hadden gevoerd. toe was. Toen men het in k loop van deze maand wist. was er een officiële bouwstop, die oorzaak was. v. men eerst in Juni tot aanbesteding kó overgaan. Volgens de heer Jonge ren was het de voorganger van de Sff Deerenberg. die in deze maanden feebare tijd verloren heeft laten gaan. Ondanks deze handicap heeft Leiden bet bouwvolume in 1954 weten te realiseren. Moöht Leiden, volgens het toegewezen touwvolume in 1954 slechts 582 wonin- fts bouwen, het zijn er 630 geworden, tehalve 48 woningen te veel. Voor dit jar is Leiden officieel een bouwvolume jan 507 woningen toegestaan. Trekken nj daar de in 1954 te veel gebouwde wningen <48> af. dan blijft een totaal na 459 woningen over. De gemeente tsft voor 1955 echter plannen voor de taiw van in totaal 728 woningen. Op it toegestane bouwvolume geeft dit ra tekort '728 min 459) van 269 wo- ^gen. Voor het volgend jaar heeft Lei- ér. een bouwvolume van 466 woningen, narbij echter rekening moet worden jehouden met het feit. dat Leiden in j» reeds 269 boven zijn bouwvolume tolkt te gaan. Op deze wijze blijven e voor het volgend jaar sleohts 197 op :-t bouwvolume over. Indien men zich lalijeert, dat in 1956 bouwplannen voor Sb woningen op stapel staan, leert een rarouaig aftreksommetje. dat men dit <i' 388 woningen op het bouwvolume 'tot komt Ka deze concrete gegevens deelde wet- "ito Jongeleen op een vraag van de ■ff Huurman mede. dat Leiden nog |at toe is aan het opstellen van een gnictuurplan. hetgeen te begrijpen valt: ons land zijn nog maar weinige ge- Eenten, die hieraan toe zijn. GEEN ONGERUSTHEID. Hoewel spreker de aanvankelijke on vastheid van de lieer Huurman na de Seenzetting van de heer Deerenberg jfcfhjpen kan (de heer Deerenberg write met een momentopname van Aigustus 1954). neemt hij aan. dat deze ezenistheid plaats heeft gemaakt voor •sn zeker vertrouwen Bovendien: het twsrijpmaken van gronden is geen cscure B. en W. hebben Juist de on- «bandelingen afgesloten voor een Itfa in Zuid-West. en dat terwijl de uenaar de grond nauwelijks heeft vrij hoven. Een ander stuk is nog in han- .te ran de eigenaar en toch maakt dit een bespreking in B. en W. uit. De heer Huurman, die nog niet over- hitd is, is van oordeel, dat de ge- tonte er voor heeft te zorgen, dat de jhnnen geheel in kannen en krui- hn zijn. Bij een eerste contact kun- deze dan aan G. S. worden over legd Dit is thans niet mogelijk, ter- bjl men weet. dat over een bouwvo- tane in de toekomst valt te beschik- ha Particuliere bouwers moeten wn>s maanden wachten eer over een (envoudige vraag wordt beslist. Wij hebben, aldus spreker, veelal wel een uitbreidingsplan, dneli daar komen nog *ijiigingcn in. Niets het is spreker meermalen gebleken. Ls klaar. De heer Van It er son (Prot.-Chr.) is set de heer Huurman van oordeel, dat e heer Deerenberg op de vergadering :in Vrijdagavond een voor Leiden on- !®süge momentopname" gaf. PLANNEN. DOCH GEEN GROND. De heer Meester (P. v. d. A.) oordeelt 'f niet juist, dat de uitnodiging voor 4 vergadering van de heer Deerenberg. u van B en W. is uitgegaan, niet van een bijeenkomst van de *VP Voorts spreekt spreker ziin onge- sheid uit over het niet aanwezig zijn .'"•voldoende bouwrijpe gronden in •®*n. Een euvel, dat spreker toe- aan het feit. dat deze in wezen 58 beschikbaar ziin. In dit verband doet spreker de sup ple om tot een samenspreking met J^fe gemeenten te komen. Straks hbben wij wel plannen, doch geen Pond. heer Van Dijk (K.VP.) zou van de "houder Precies willen weten of Lei- l*3 beschikt over een goedgekeurd uit- JtHngsplan. En voorts: wat is de ^tie van G. S. geweest op de motie Wn tekort aan bouwvolume? De heer Hagens (V.V.D.) die het met heer Meester eens is. dat de uitnodi- fan j.i. Vrijdag wat onelegant was peld (voor zloh persoonlijk heeft hy ^bezwaar een vergadering van de yp by te wonen), is van mening. men bij deze interpellatie langs •hjder heen redeneert. Is. zo wenste te weten, het bouwvolume voor waaraan veelal ook de regering en de provincie willen „dokteren" vele voeten in de aarde geeft. Telkens, aldus spreker, moeten wij rekening houden met het kleine stukje grond, waarop wij in Leiden leven. Een klein stukje, waarin ook scholen (zijn collega Kan Schaik heeft een ver langlijstje van 18 scholen en zeven gymnastieklokalen) moeten worden geprojecteerd. Hoewel spreker het niet de aangewe zen plaats aöht „de scholen horen hier niet thuis" heeft de Gemeente voor de Chr. Huishoud- en Technische school geen andere plaats, dan in het Zuid-Westen der stad. Wethouder Jon geleen zag deze scholen liever in het centrum der stad. doch dit is een on mogelijkheid. Het reorganisatierapport van de Dienst van Gemeentewerken, waarby reeds by de behandeling van de begro ting over is gesproken is thans ten dele door B. en W. behandeld. Binnen- latie als afgehandeld. RONDVRAAG. By de rondvraag bracht mej. Van Nie- nes de plaatsing van een abri by de eindhalte van de stadstram aan de Hoge Rijndijk onder de aandacht van het College. De heer Aalderszag gaarne een bestrating van het Ruime Conscientie- plein. Wethouder Jongeleen zegde in beide vragen een onderzoek toe. De schoolmelkvoorzieninq Naar aanleiding van de interpella tie van mevr. BraggaarDe Does in zake de tegemoetkoming in de kosten van verstrekking van schoolmelk, deelde wethouder Van Schaik mede, dat deze kwestie heden in de verga dering van het College van B. en W. aan de orde zou worden gesteld. Ver moedelijk zal in de volgende Raads zitting een voorstel, dat deze materie regelt, in behandeling komen. Afrika-Instituut te Leiden Er komt een Symposium over Afrikaans gewoonterecht De Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek heeft aan het Afrika-Instituut te Leiden een subsidie verleend voor het organiseren van een internationaal symposium over de toekomst van het gewoonterecht in Afrika, dat op initiatief van dit Instituut wordt voorbereid en in samenwerking met het Koninklijk Instituut voor de Tropen op 13 April en volgende dagen zal worden gehouden. Met het oog op de accomodatie zal het symposium in Amsterdam, in het gebouw yan laatstgenoemd Instituut, plaats hebben. Internationale deelneming verwacht In een onderhoud met de directeur van het Leidse Instituut, mr P. J. Idenburg, die tevens docent is aan de Rijksuniversiteit alhier in de staatkun dige geschiedenis van Afrika, vertelde deze ons iets over de opzet en het doel van dit Instituut (Studiecentrum). De plannen voor het in het leven roepen van een Afrika-Instituut hier te lande, aldus mr Idenburg. werden ge durende de tweede wereldoorlog uitge werkt Kort na de oorlog werden zy gerealiseerd. Uitgegaan werd van de gedachte, dat Afrika ongetwyfeld een veel belangryker plaats dan tot nu toe in de wereld zou gaan Innemen en dat Nederland tijdig erop bedacht diende te zijn. om zich te dien aanzien te doen gelden. Te Rotterdam wordt aandacht gegeven aan commerciële en practisch- economische vraagstukken, te Leiden ligt de nadruk op wetenschap en cultuur. De instituten in de Maasstad en in de Sleutelstad vormen onderdelen van één organisatie. Het „Studiecentrum" te Leiden houdt zich bezig met de wetenschappelyke be studering en bevordering van de kennis van Afrika op het gebied der geestes wetenschappen. alsmede met de verster king van de culturele betrekkingen met de Afrikaanse gebieden. Aan aspecten van internationale samenwerking wordt hierby byzondere aandacht gegeven. Aan de Leidse Universiteit verzorgt het Leidse Instituut de studie van de Bantu-talen. waartoe het een byzondere leerstoel in het leven riep. die door prof. dr H P. Blok wordt bekleed. Prof. dr Sj. Hofstra doceert als by zonder hoogleraar vanwege het Leids Universiteitsfonds de Afrikaanse vol kenkunde. Mr Idenburg neemt voor het Afrika-Instituut het eerder vermelde docentschap waar. Een reeks kleinere geschriften gewyd aan actuele onderwerpen betreffende een Kring Rijnland Holl. Mij van Landbouw De melkprijs moest wel omhoog Goede bedrijfsvoering de beste garantie Er zijn ontzettend veel problemen in de landbouw: er is een arbeidsprobleem, een melk- en suikerbietenprobleem, er zyn problemen, die de toekomst van de boeren raken. Deze laatsten zyn natuurlijk het belangrijkste, en daarover heeft de heer A. v. d. Hoek, voedselcommissaris van Zuid-Holland, dan ook voorna melijk gesproken op de gisteravond in „Het Gulden Vlies" gehouden bijeen komst van de Kring Rijnland van de Hollandse Maatschappy van Landbouw. Er zijn dan twee zeer belangrijke pun ten: wy, dat zijn de boeren, zyn heel slecht te spreken over de regering en ten tweede, de publieke opinie keert zich tegen ons. Als bewijs hiervoor voerde spreker alle discussies over de melkprys aan. waarover het Nederlandse volk als geheel slecht te spreken is. Toch is het billijk, dat de boer op zijn minst de kostprys betaald krygt. De regering wil dit bewerken, maar tegen de publieke opinie in is geen landbouwbeleid te daardoor waren de pryzen hoog. De Nederlandse boer profiteerde niet ten volle van deze gunstige conjunctuur door de politiek van de regering, die de juiste blykt te zyn geweest, daar anders de kosten van levensonderhoud aanmer- kelyk hoger hadden gelegen. De regering is toen gekomen met garanties en in ae practyk is gebleken, dat men zyn belof ten ls nagekomen. Dit is vooral gunstig geweest toen het punt van verzadiging van levensmiddelen was bereikt en de markten flauw werden. Waren er ln deze tyd geen monopolieheffingen geweest dan zou'ons de das zyn omgedaan. Vervolgens behandelde spreker de melkprijs verhoging, waarbij hij er op wees. dat de kostprys was gestegen en de prijs dus eveneens naar boven moest gaan. Ook hierbij heeft de regering aan de garantiebelofte vast gehouden. Maar al deze garanties en of meer gebieden van Afrika, in het byzonder aan de jongste politieke ont wikkeling. in hoofdzaak van de hand van dr L. Adam, wetenschappelyk medewer ker aan het Instituut, zag het licht. Voor een aantal wetenschappelyke verhan delingen en academische proefschriften werd veel materiaal geleverd. Men kan zeggen, dat sommige zonder het instituut hier te lande niet tot stand zouden heb ben kunnen komen. In het byzonder vermelden wy de dissertaties van dr J. D de Roock betreffende „Sociale aan passingsproblemen in Kenya" en van dr P. J. van Dooren .De sociale ontwikke ling van de inheemse samenleving in Uganda". Om een en ander te effectueren heeft het Afrika-Instituut een zo rijk moge- lyke bibliotheek en documentatie opge bouwd, die o.m. ruim honderdzestig periodieken en een zeer groot aantal overheidspublicaties uit de verschillende Afrikaanse gebieden bevat. BELANGRIJK INITIATIEF Voor het verkrygen van voldoende gegevens over een werelddeel, waarin Nederland zich eerst langzamerhand een plaats van betekenis gaat verwer ven. is het onderhouden van nauwe buitenlandse betrekkingen uiteraard noodzakelijk. Het Instituut is evenwel verder gegaan: het heeft het initiatief genomen van een reeks internationale bijeenkomsten van een beperkt aantal deskundigen, waar vraagstukken aan de orde worden gesteld betreffende de ontwikkeling van Afrika. Neder landers hebben daarbij in het bijzon der hun ervaringen in het Verre Oosten ter tafel gebracht, die dikwijls voor de Afrikaanse deskundigen van nut konden zyn, doch gewoonlijk voor hen zonder deze persoonlyke gedach- tenwisseling onbekend zouden zyn gebleven. DE SYMPOSIA Door de publicatie van de verhande lingen van de symposia, in de wereldta len Engels en Frans, heeft het Instituut, naar telkens weer blijkt, een ruime be kendheid gekregen Tegelyk ls daarmede bekendheid gegeven aan Nederlandse prestaties in Indonesië, in kringen waar zij anders niet onder de aandacht zou den zyn gekomen. In 1950 werd het eer ste door het Instituut georganiseerd# Internationale symposium gehouden. en wel te Amsterdam, waarby „Agrarisch recht" als onderwerp werd gekozen Het tweede werd in 1952 te Leidei) gehouden. Daarby werd van gedachten gewisseld over „Volksontwikkeling" Het derde over .De coöperatieve beweging in Tropisch achtergebleven gebieden" werd in het zelfde jaar. in samenwerking met de Rykslandbouwhogeschool te Gent. al daar gehouden. Grote medewerking werd by al deze bijeenkomsten van Belgische. Franse. Engelse en Nederlandse deskun digen verkregen. HET A.S. SYMPOSIUM VINDT INTERNATIONALE WEERKLANK Zoals bekend is voornameiyk onder de bezielende leiding van de vroegere Leidse hoogleraar prof. mr C. van Vollenhoven, de beoefening van het gewoonterecht in Indonesië tot grote bloei gekomen. Nu by de snelle ingrijpende verande ring van de structuur van de Afrikaan se maatschappy de vraag, wat er ln Afrika van het traditionele gewoonte recht zal worden, brandend is, was er alle aanleiding voor het volgend symposium als onderwerp te kiezen: „De toekomst van het Afrikaanse ge woonterecht". Mogelyk kunnen Nederlandse deskun digen uit de school vap Van Vollenhoven nog iets uit hun ervaring bydragen met betrekking tot de problemen, waarvoor men zich in Afnka t.a.v. dit onderwerp gesteld ziet. Het initiatief heeft internationaal gro te weerklank gevonden en zonder overdryving kan worden gezegd, dat personen, die tot de grootste deskun digen kunnen worden gerekend uit België. Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland zullen deelnemen. Portugezen zyn tevens uitgenodigd, doch omtrent hun medewerking bestaat nog geen zekerheid. De komst van Zuid- Afrikanen zal afhankeiyk zyn van de vraag, of er zich ten tyde van het symposium een of meer deskundigen in Europa bevinden, daar moeilyk te ver wachten is. dat er speciaal iemand uit Zuld-Afrika voor overkomt. In ieder geval zullen ook Inheemse deskundigen aan het symposium deelnemen. In verband met dit symposium moge eraan worden herinnerd, dat in 1954 het initiatief werd genomen tot de publicatie van een bloemlezing uit Van Vollenho- ven's werk in het Engels met een uit voerige Inleiding omtrent arbeid en betekenis van deze geleerde. De keuze van de bloemlezing geschiedt door een leerling van Van Vollenhoven prof. dr F. D. Holleman, thans hoogleraar te Stellenbosch <Z. Afr.). De inleiding zal door prof. mr C. Tj. Bertling worden geschreven. Ook voor deze uitgave heeft de Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappe lyk Onderzoek een subsidie beschikbaar gesteld. Leidse Jeugd-actie en de film geuouaen. maar ai ara garamm i ST..* Hollywood400 films per jaar de openbare mening is tegen ons. Garanties die veel geld kosten zijn niet populair. De grootste kracht en de beste garantie ligt by de boer zelf. Hij moet zorgen dat zyn kinderen vak onderwijs krijgen, dat er gebruik wordt gemaakt van de voorlichtingsdienst, dat men op de hoogte blyft van de huidige stand van zaken. Een goede bedryfsvoering leidt tot lagere kost prijs: men wordt economisch sterker en de concurrentle-mogclijkheden ne men toe. Dat is het beste wapen tegen een vijandige openbare mening. De enige redmiddelen zyn: goede en hechte organisatie en goede bedrijfs voering. aldus spreker. De vergadering werd door de voorzit ter, de heer C. Heyboer 'Ter Aar) met een enkel woord 'een half uur te laat) geopend. Na de pauze werden verschil lende vragen gesteld, waarop de heer v. d. Hoek uitvoerig antwoordde. Met een woord van dank aan de spreker, werd deze goed bezochte vergadering, ge sloten (Foto LD./Van Vliet) Men hoede zich voor valse romantiek en sentimentaliteit Gisteravond werd onder auspiciën van de Stichting Leidse Jeugd Actie in het Volkshuis de eerste voordracht in het kader van de filmscholingscursus voor tal van jeugdleiders (sters) gehouden door de heer H Wielek, die echter aller eerst begon met de vertoning van de reeds 20 jaar oude, maar nog steeds de beste, Nederlandse documentaire „De ballade van de hoge hoed" van Max de Haas Dit filmwerkje, dat ook ln het bui tenland (oa. in Amerika) zeer gewaar deerd wordt is en blyft ongetwijfeld een juweel van Nederlandse cinematografie, zy het dan in de afdeling documentaires. Vooral de uiterst knappe en geraffineer de montage is verbluffend! Nadezevoor- treffelyke filmvertoning vertelde de heer Wielek in het algemeen iets over de filmindustrie, die in 60 jaar van kermis kind uitgegroeid is tot een economische macht, die men niet moet onderschatten. Alleen al in Hollywood worden per jaar I 400 films a.hw. aan de lopende band ge produceerd. zodat deze stad zonder be zwaar een Industriestad op dit gebied genoemd kan worden. Dat hierdoor van kunst geen sprake kan zyn spreekt wel haast vanzelf, daar alles vanuit commer cieel oogpunt wordt beschouwd. De gemiddelde kosten van een nor male speelfilm werden door spreker geschat op drie millioen gulden, terwul de film „Quo Vadis" zelfs dertig mil lioen gulden heeft gekost. Voorts toonde spreker de enorme in vloed aan, die de film heeft op andere industrieën, oa. ook op de mode, op de handel in cosmetische artikelen en op de boekenmarkt. In de V S. is het zelfs zo ver gekomen, dat de Bybel door de ver toningen van diverse films met een bybels onderwerp een tyd lang een ..best-seller" is geweest.Aan de hand van enkele cyfers wees spreker er op. dat het allergrootste deel van de Neder landse bevolking haar ontspanning zoekt in de bioscoop, terwyl. naar sprekers me ning. toch een groot aantal van de ver toonde films weinig waarde, op welk ter rein dan ook. bezit. Spreker betreurde i deze vlucht uit de werkelykheid ten zeerste en noemde het critiekloos zien van een film in vele opzichten noodlottig. Men verwart, zo vervolgde spreker, valse sentimaliteit nog maar al te dikwyls met financiers. Het ls steeds weer de tra giek die in de Chapllnfllms achter de humor schuilt en hierdoor is deze kleine man, die nooit als overwinnaar te voorschijn is gekomen, zo groot ge worden. Als een voorbeeld van zelfstandige filmkunst noemde de heer Wielek voorts het meesterwerk van Orson Welles „Citi zen Kane". Vervolgens trachtte spreker duideiyk te maken wat onder het begrip filmkunstenaar moet worden verstaan Een filmkunstenaar, aldus spreker, is een kunstenaar die geheel in beelden denkt en de verwezenlijking van deze gedach ten zoekt ln de rhythmen der beelden. Voorts toonde spreker aan. dat het dik- wyis niet de regisseur is. die de film ver knoeit. maar de vele onhandelbare film sterren. Een van de voornaamste (en moei lijkste) taken van de regisseur is vol gens spreker de montage i verbinding tussen de verschillende beelden l en de fotografie, die de film levendig moet maken. De heer Wielek kon de vraag óf er wel goede films zijn bevestigend beantwoorden en verklaarde, dat zelfs Hollywood in staat kan zijn om de we reld te verrassen met harde, maar voor treffelijke filmwerken (Sunset Boule vard en Lost Weekend). Het belangrykste filmproducerende land noemde spreker Frankrijk, terwyl ook enkele Engelse rolprenten van uit- zonderiyk goed gehalte kunnen zyn." Italië is na de oorlog voortgegaan op de oude Russische weg en heeft, dank zy het vakmanschap van de regisseurs Zampa en de Sica. uitstekende neo realistische films vervaardigd. Het is te betreuren, dat de Italiaanse filmindustrie echter meer en meer er toe overgaat „kitsch" te produceren <Anna> Spreken de over de Nederlandse speelfilms kon de heer Wielek zyn gehoor de verzekering geven, dat met de vervaardiging va» „Het wonderlijke leven van Willem PareP de filmindustrie in ons land haar diepte punt heeft bereikt Na nog een opsomming te hebben ge geven van enkele voortreffelijke Neder landse documentaires, eindigde de heer Wielek. chef van de culturele afdeling van de Gem. Dienst voor Sociale Zakc-F Officiële publicaties Wanneer de landerijen en weilan den bedekt zijn met sneeuw en de wegen met een vieze, glibberige brei. denkt men niet zo gauw aan het voorjaar. Maar toch is het in aantocht: of is een vijftal lammetjes geen voorbode? Zij kijken nog wat vreemd de besneeuwde wereld in en aan hun geblaat is het te horen dat zij die sneeuw maar matig kunnen waarderen: zij horen immers bij het voorjaar! Alleen de melkfles en de warme stal. waar hun moeders resp. op hun drieling en tweeling wacht ten. interesseren hun. Het is een plaatje met tegenstel lingen: lammetjes in de sneeuw; een boer. die juist gisteren zijn 80ste tedere gevoeligheid en banale dramatiek te Amsterdam, zyn interessant betoog, i met de zuivere tragiek, die ojl in de films van de geniale filmkunstenaar Charles Chaplin tot uiting komt Vooral voor de jeugd, die over het algemeen een te klein onderscheidingsvermogen op dit gebied heeft, kan een film dikwyls min- I der prettige gevolgen hebben. In dit ver- I i band wees spreker op de Italiaanse film Aanvangende 16 Februari 1955 zal voor- Bittere Ryst" (zg sociaal getint) en loplg op Iedere Woensdag var. 14 tot I het Amerikaanse filmwerk „De klokken i& uur. ln het gebouw van de G G en G D van St. Mary" <z.g. religieus getint), die Nieuwe Mare 13A, gelegenheid worden ge- echter van nul en generlei waarde zyn ®even tot koateloze -a inenting 2 jaar; b. herinenting (d w van hen. die reeds eerder n zyn Ingeënt) van oudere personen (kinderen en volwassenen) Trouwboekje of andere identiteitspapier omdat zy ieder kunstzinnig gehalte vol komen missen. Eerstgenoemde film aldus spreker, verheerlykt in feite een walge- vcrjaardag vierde het is de heer P. W* soort gangsterdom en in de tweede nii j i wordt misbruik gemaakt van godsdlen- Ramp te W armond) en \tjf jonge I stjge opvattingen: zy kan byna als gods- diertjes van nog geen week oudj lasterlijk beschouwd worden. Maar juist daardoor een vrolijk Grote bewondering had spreker echter plaatje, dat vertelt van het naderend v00r 'l0 v.a? ChapHn, die thans voorjaar en het nieuwe leven. kinderen beneden de opnieuw Inenten meebrengen LEIDEN. 15 Februari 1955 De Directeur van de G.G C. R. ZIJERVELD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 3