doe meer met kaas
Krijgt Leiden een extra bouwvolume?
Né)
Vijf lammetjes in een witte wereld
L
93ite Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Dinsdag 15 Februari 1955
No. 28450
Wethouder Jongeleen
„Ook zonder bouwvolume zullen ivij
plannen voorbereiden
Jn 1956 komt Leiden op liet bouwvolume
388 woningen tekort'"
De rede, welke het lid van Ged. Staten van Zuid-Holland, de heer A. C. A.
Deerenberg, Vrijdagavond in „Den Burcht" op uitnodiging van de K.V.P. voor
vele burgemeesters, wethouders en Raadsleden uit de omgeving hield en waar-
t deze Gedeputeerde een uiteenzetting gaf van de woningbouw in deze
provincie, vond gistermiddag „een staartje" in de Leidse Gemeenteraad.
Aanleiding tot deze discussie vormde de interpellatie van de heer Huurman
(Frot. Chr.), die, aanwezig bij deze lezing, B. en W. een aantal door ons reeds
gepubliceerde vragen stelde over het Leidse bouwvolume. Nam de gehele
«handeling van de gistermiddag aan de orde gestelde agenda slechts nauwe-
fjb één uur in beslag, de interpellatie, waaraan vertegenwoordigers van alle
rracties deelnamen, vroeg niet minder dan twee uur. Tijdens deze bespreking,
«aarbij het gehele woningbeleid ter sprake kwam, kon wethouder Jongeleen
«mededeling doen, dat hij verwacht, dat aan Leiden vermoedelijk een extra
bouwvolume zal worden verstrekt en dat hij voornemens is „ook zonder bouw-
lolume de plannen voor te bereiden".
Wethouder Jongeleen, die een uitvoerig overzicht gaf van de woning
bouwplannen in de komende jaren, berekende, dat Leiden het volgend jaar
-worden alle plannen verwezenlijkt 388 woningen op zijn bouwvolume zal
ojn vooruitgelopen.
Spreker, die in eerste instantie maar
ier oppervlakkig op de vragen van de
.ier Huurman inging, doch daarna door
imterpellant op vele punten „aan de
sad werd gevoeld", gaf een uiteenzet-
Bg van de redenen, die geleid hebben
o: een achterstand op het voor 1954
ee^wezen bouwvolume. In Maart, al
ts wethouder Jongeleen. wist Leiden „tcll iiuiauw
to? steeds met waar het met het bouw. te verstaan, dat een uitbreidingsplan.
LEIDEN LEEFT OP KLEIN
STUKJE GROND.
Nadat ook de heer Van Weizen iC.PJD
er op aangedrongen had. dat de moei
lijkheden tot het verkrijgen van bouw
rijpe gronden spoedig worden opgelost
en de woningbouwverenigingen meerdere
vrijheid van handelen verkrijgen, gaf
wethouder Jongeleen in tweede instantie I verklaarde de voorzitter deze interpel-
kort komt dit rapport in de Commissie
van Ojienbare Werken en dan in de
Raad.
De uitnodiging voor de vergadering is
van B. en W. uitgegaan. Het College
achtte het gewenst, dat de Raadsleden
kennis namen van deze lezing, temeer
daar de behandelde materie niet ligt in
de politieke sfeer.
De heer Jongeleen gaf toe. dat de
uitnodiging een leemte in zich droeg.
Persoonlijk voelt hij er voor. zulks op
deze wijze niet te hei-halen.
WIJ GAAN DOOR.
Nadat de heer Jongeleen nogmaals
de Raad te verstaan had gegeven, dat
B. en W. ten opzichte van de wo
ningbouw „alle zeilen bijzetten" en de
heer Van Weizen onder het oog had
gebracht, dat momenteel de Woning
bouwverenigingen geen vrijheid van
handelen (de keuze van architecten)
kan worden gegeven, wees hij er op.
dat het College „bouwvolume of geen
bouwvolume" door zal gaan met het
voorbereiden van woningbouwplannen.
GEEN CONSEQUENTIES.
De voorzitter gaf tenslotte te verstaan,
dat het vaststellen van een uitbrei
dingsplan een zeer moeilijke kwestie is,
omdat veelal Rijk en Provincie, met
name ln Zuid-West. een woordje wen
sen mede te spreken. Aan de „moment
opname" van de heer Deerenberg (op
dat moment, had Lelden ziin bouwvo
lume nog niet gerealiseerd. Red.), moet
men geen consequenties verbinden Dit
was een steekproef, welke dateert van
Augustus 1954.
Nadat de heer Huurman („ik ben blij.
dat deze zaak middels deze interpellatie
uit de doeken is gedaan: het was niet
mijn bedoeling haar in de persoonlijke
sfeer te trekken") en de heer Meester
'..Laat het College de Raad toch steeds
op de hoogte houden met de moeilijk
heid van het aantrekken van gronden"!
nogmaals het woord hadden gevoerd.
toe was. Toen men het in
k loop van deze maand wist. was er een
officiële bouwstop, die oorzaak was.
v. men eerst in Juni tot aanbesteding
kó overgaan. Volgens de heer Jonge
ren was het de voorganger van de
Sff Deerenberg. die in deze maanden
feebare tijd verloren heeft laten gaan.
Ondanks deze handicap heeft Leiden
bet bouwvolume in 1954 weten te
realiseren.
Moöht Leiden, volgens het toegewezen
touwvolume in 1954 slechts 582 wonin-
fts bouwen, het zijn er 630 geworden,
tehalve 48 woningen te veel. Voor dit
jar is Leiden officieel een bouwvolume
jan 507 woningen toegestaan. Trekken
nj daar de in 1954 te veel gebouwde
wningen <48> af. dan blijft een totaal
na 459 woningen over. De gemeente
tsft voor 1955 echter plannen voor de
taiw van in totaal 728 woningen. Op
it toegestane bouwvolume geeft dit
ra tekort '728 min 459) van 269 wo-
^gen. Voor het volgend jaar heeft Lei-
ér. een bouwvolume van 466 woningen,
narbij echter rekening moet worden
jehouden met het feit. dat Leiden in
j» reeds 269 boven zijn bouwvolume
tolkt te gaan. Op deze wijze blijven
e voor het volgend jaar sleohts 197 op
:-t bouwvolume over. Indien men zich
lalijeert, dat in 1956 bouwplannen voor
Sb woningen op stapel staan, leert een
rarouaig aftreksommetje. dat men dit
<i' 388 woningen op het bouwvolume
'tot komt
Ka deze concrete gegevens deelde wet-
"ito Jongeleen op een vraag van de
■ff Huurman mede. dat Leiden nog
|at toe is aan het opstellen van een
gnictuurplan. hetgeen te begrijpen valt:
ons land zijn nog maar weinige ge-
Eenten, die hieraan toe zijn.
GEEN ONGERUSTHEID.
Hoewel spreker de aanvankelijke on
vastheid van de lieer Huurman na de
Seenzetting van de heer Deerenberg
jfcfhjpen kan (de heer Deerenberg
write met een momentopname van
Aigustus 1954). neemt hij aan. dat deze
ezenistheid plaats heeft gemaakt voor
•sn zeker vertrouwen Bovendien: het
twsrijpmaken van gronden is geen
cscure B. en W. hebben Juist de on-
«bandelingen afgesloten voor een
Itfa in Zuid-West. en dat terwijl de
uenaar de grond nauwelijks heeft vrij
hoven. Een ander stuk is nog in han-
.te ran de eigenaar en toch maakt dit
een bespreking in B. en W. uit.
De heer Huurman, die nog niet over-
hitd is, is van oordeel, dat de ge-
tonte er voor heeft te zorgen, dat de
jhnnen geheel in kannen en krui-
hn zijn. Bij een eerste contact kun-
deze dan aan G. S. worden over
legd Dit is thans niet mogelijk, ter-
bjl men weet. dat over een bouwvo-
tane in de toekomst valt te beschik-
ha Particuliere bouwers moeten
wn>s maanden wachten eer over een
(envoudige vraag wordt beslist. Wij
hebben, aldus spreker, veelal wel een
uitbreidingsplan, dneli daar komen nog
*ijiigingcn in. Niets het is spreker
meermalen gebleken. Ls klaar.
De heer Van It er son (Prot.-Chr.) is
set de heer Huurman van oordeel, dat
e heer Deerenberg op de vergadering
:in Vrijdagavond een voor Leiden on-
!®süge momentopname" gaf.
PLANNEN. DOCH GEEN GROND.
De heer Meester (P. v. d. A.) oordeelt
'f niet juist, dat de uitnodiging voor
4 vergadering van de heer Deerenberg.
u van B en W. is uitgegaan, niet
van een bijeenkomst van de
*VP Voorts spreekt spreker ziin onge-
sheid uit over het niet aanwezig zijn
.'"•voldoende bouwrijpe gronden in
•®*n. Een euvel, dat spreker toe-
aan het feit. dat deze in wezen
58 beschikbaar ziin.
In dit verband doet spreker de sup
ple om tot een samenspreking met
J^fe gemeenten te komen. Straks
hbben wij wel plannen, doch geen
Pond.
heer Van Dijk (K.VP.) zou van de
"houder Precies willen weten of Lei-
l*3 beschikt over een goedgekeurd uit-
JtHngsplan. En voorts: wat is de
^tie van G. S. geweest op de motie
Wn tekort aan bouwvolume?
De heer Hagens (V.V.D.) die het met
heer Meester eens is. dat de uitnodi-
fan j.i. Vrijdag wat onelegant was
peld (voor zloh persoonlijk heeft hy
^bezwaar een vergadering van de
yp by te wonen), is van mening.
men bij deze interpellatie langs
•hjder heen redeneert. Is. zo wenste
te weten, het bouwvolume voor
waaraan veelal ook de regering en de
provincie willen „dokteren" vele voeten
in de aarde geeft.
Telkens, aldus spreker, moeten wij
rekening houden met het kleine stukje
grond, waarop wij in Leiden leven. Een
klein stukje, waarin ook scholen (zijn
collega Kan Schaik heeft een ver
langlijstje van 18 scholen en zeven
gymnastieklokalen) moeten worden
geprojecteerd.
Hoewel spreker het niet de aangewe
zen plaats aöht „de scholen horen
hier niet thuis" heeft de Gemeente
voor de Chr. Huishoud- en Technische
school geen andere plaats, dan in het
Zuid-Westen der stad. Wethouder Jon
geleen zag deze scholen liever in het
centrum der stad. doch dit is een on
mogelijkheid.
Het reorganisatierapport van de
Dienst van Gemeentewerken, waarby
reeds by de behandeling van de begro
ting over is gesproken is thans ten
dele door B. en W. behandeld. Binnen-
latie als afgehandeld.
RONDVRAAG.
By de rondvraag bracht mej. Van Nie-
nes de plaatsing van een abri by de
eindhalte van de stadstram aan de Hoge
Rijndijk onder de aandacht van het
College. De heer Aalderszag gaarne een
bestrating van het Ruime Conscientie-
plein. Wethouder Jongeleen zegde in
beide vragen een onderzoek toe.
De schoolmelkvoorzieninq
Naar aanleiding van de interpella
tie van mevr. BraggaarDe Does in
zake de tegemoetkoming in de kosten
van verstrekking van schoolmelk,
deelde wethouder Van Schaik mede,
dat deze kwestie heden in de verga
dering van het College van B. en W.
aan de orde zou worden gesteld. Ver
moedelijk zal in de volgende Raads
zitting een voorstel, dat deze materie
regelt, in behandeling komen.
Afrika-Instituut te Leiden
Er komt een Symposium over
Afrikaans gewoonterecht
De Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek heeft
aan het Afrika-Instituut te Leiden een subsidie verleend voor het organiseren
van een internationaal symposium over de toekomst van het gewoonterecht in
Afrika, dat op initiatief van dit Instituut wordt voorbereid en in samenwerking
met het Koninklijk Instituut voor de Tropen op 13 April en volgende dagen
zal worden gehouden. Met het oog op de accomodatie zal het symposium in
Amsterdam, in het gebouw yan laatstgenoemd Instituut, plaats hebben.
Internationale deelneming
verwacht
In een onderhoud met de directeur
van het Leidse Instituut, mr P. J.
Idenburg, die tevens docent is aan de
Rijksuniversiteit alhier in de staatkun
dige geschiedenis van Afrika, vertelde
deze ons iets over de opzet en het doel
van dit Instituut (Studiecentrum).
De plannen voor het in het leven
roepen van een Afrika-Instituut hier te
lande, aldus mr Idenburg. werden ge
durende de tweede wereldoorlog uitge
werkt Kort na de oorlog werden zy
gerealiseerd. Uitgegaan werd van de
gedachte, dat Afrika ongetwyfeld een
veel belangryker plaats dan tot nu toe
in de wereld zou gaan Innemen en dat
Nederland tijdig erop bedacht diende te
zijn. om zich te dien aanzien te doen
gelden. Te Rotterdam wordt aandacht
gegeven aan commerciële en practisch-
economische vraagstukken, te Leiden
ligt de nadruk op wetenschap en cultuur.
De instituten in de Maasstad en in de
Sleutelstad vormen onderdelen van één
organisatie.
Het „Studiecentrum" te Leiden houdt
zich bezig met de wetenschappelyke be
studering en bevordering van de kennis
van Afrika op het gebied der geestes
wetenschappen. alsmede met de verster
king van de culturele betrekkingen met
de Afrikaanse gebieden. Aan aspecten
van internationale samenwerking wordt
hierby byzondere aandacht gegeven.
Aan de Leidse Universiteit verzorgt
het Leidse Instituut de studie van de
Bantu-talen. waartoe het een byzondere
leerstoel in het leven riep. die door prof.
dr H P. Blok wordt bekleed.
Prof. dr Sj. Hofstra doceert als by
zonder hoogleraar vanwege het Leids
Universiteitsfonds de Afrikaanse vol
kenkunde. Mr Idenburg neemt voor het
Afrika-Instituut het eerder vermelde
docentschap waar.
Een reeks kleinere geschriften gewyd
aan actuele onderwerpen betreffende een
Kring Rijnland Holl. Mij van Landbouw
De melkprijs moest wel omhoog
Goede bedrijfsvoering de beste garantie
Er zijn ontzettend veel problemen in de landbouw: er is een arbeidsprobleem,
een melk- en suikerbietenprobleem, er zyn problemen, die de toekomst van de
boeren raken. Deze laatsten zyn natuurlijk het belangrijkste, en daarover heeft
de heer A. v. d. Hoek, voedselcommissaris van Zuid-Holland, dan ook voorna
melijk gesproken op de gisteravond in „Het Gulden Vlies" gehouden bijeen
komst van de Kring Rijnland van de Hollandse Maatschappy van Landbouw.
Er zijn dan twee zeer belangrijke pun
ten: wy, dat zijn de boeren, zyn heel
slecht te spreken over de regering en ten
tweede, de publieke opinie keert zich
tegen ons. Als bewijs hiervoor voerde
spreker alle discussies over de melkprys
aan. waarover het Nederlandse volk als
geheel slecht te spreken is. Toch is het
billijk, dat de boer op zijn minst de
kostprys betaald krygt. De regering wil
dit bewerken, maar tegen de publieke
opinie in is geen landbouwbeleid te
daardoor waren de pryzen hoog. De
Nederlandse boer profiteerde niet ten
volle van deze gunstige conjunctuur
door de politiek van de regering, die de
juiste blykt te zyn geweest, daar anders
de kosten van levensonderhoud aanmer-
kelyk hoger hadden gelegen. De regering
is toen gekomen met garanties en in ae
practyk is gebleken, dat men zyn belof
ten ls nagekomen. Dit is vooral gunstig
geweest toen het punt van verzadiging
van levensmiddelen was bereikt en de
markten flauw werden. Waren er ln deze
tyd geen monopolieheffingen geweest
dan zou'ons de das zyn omgedaan.
Vervolgens behandelde spreker de
melkprijs verhoging, waarbij hij er op
wees. dat de kostprys was gestegen
en de prijs dus eveneens naar boven
moest gaan. Ook hierbij heeft de
regering aan de garantiebelofte vast
gehouden. Maar al deze garanties en
of meer gebieden van Afrika, in het
byzonder aan de jongste politieke ont
wikkeling. in hoofdzaak van de hand van
dr L. Adam, wetenschappelyk medewer
ker aan het Instituut, zag het licht. Voor
een aantal wetenschappelyke verhan
delingen en academische proefschriften
werd veel materiaal geleverd. Men kan
zeggen, dat sommige zonder het instituut
hier te lande niet tot stand zouden heb
ben kunnen komen. In het byzonder
vermelden wy de dissertaties van dr J.
D de Roock betreffende „Sociale aan
passingsproblemen in Kenya" en van dr
P. J. van Dooren .De sociale ontwikke
ling van de inheemse samenleving in
Uganda".
Om een en ander te effectueren heeft
het Afrika-Instituut een zo rijk moge-
lyke bibliotheek en documentatie opge
bouwd, die o.m. ruim honderdzestig
periodieken en een zeer groot aantal
overheidspublicaties uit de verschillende
Afrikaanse gebieden bevat.
BELANGRIJK INITIATIEF
Voor het verkrygen van voldoende
gegevens over een werelddeel, waarin
Nederland zich eerst langzamerhand
een plaats van betekenis gaat verwer
ven. is het onderhouden van nauwe
buitenlandse betrekkingen uiteraard
noodzakelijk. Het Instituut is evenwel
verder gegaan: het heeft het initiatief
genomen van een reeks internationale
bijeenkomsten van een beperkt aantal
deskundigen, waar vraagstukken aan
de orde worden gesteld betreffende
de ontwikkeling van Afrika. Neder
landers hebben daarbij in het bijzon
der hun ervaringen in het Verre
Oosten ter tafel gebracht, die dikwijls
voor de Afrikaanse deskundigen van
nut konden zyn, doch gewoonlijk voor
hen zonder deze persoonlyke gedach-
tenwisseling onbekend zouden zyn
gebleven.
DE SYMPOSIA
Door de publicatie van de verhande
lingen van de symposia, in de wereldta
len Engels en Frans, heeft het Instituut,
naar telkens weer blijkt, een ruime be
kendheid gekregen Tegelyk ls daarmede
bekendheid gegeven aan Nederlandse
prestaties in Indonesië, in kringen waar
zij anders niet onder de aandacht zou
den zyn gekomen. In 1950 werd het eer
ste door het Instituut georganiseerd#
Internationale symposium gehouden. en
wel te Amsterdam, waarby „Agrarisch
recht" als onderwerp werd gekozen Het
tweede werd in 1952 te Leidei) gehouden.
Daarby werd van gedachten gewisseld
over „Volksontwikkeling" Het derde over
.De coöperatieve beweging in Tropisch
achtergebleven gebieden" werd in het
zelfde jaar. in samenwerking met de
Rykslandbouwhogeschool te Gent. al
daar gehouden. Grote medewerking werd
by al deze bijeenkomsten van Belgische.
Franse. Engelse en Nederlandse deskun
digen verkregen.
HET A.S. SYMPOSIUM VINDT
INTERNATIONALE
WEERKLANK
Zoals bekend is voornameiyk onder de
bezielende leiding van de vroegere Leidse
hoogleraar prof. mr C. van Vollenhoven,
de beoefening van het gewoonterecht in
Indonesië tot grote bloei gekomen.
Nu by de snelle ingrijpende verande
ring van de structuur van de Afrikaan
se maatschappy de vraag, wat er ln
Afrika van het traditionele gewoonte
recht zal worden, brandend is, was er
alle aanleiding voor het volgend
symposium als onderwerp te kiezen:
„De toekomst van het Afrikaanse ge
woonterecht".
Mogelyk kunnen Nederlandse deskun
digen uit de school vap Van Vollenhoven
nog iets uit hun ervaring bydragen met
betrekking tot de problemen, waarvoor
men zich in Afnka t.a.v. dit onderwerp
gesteld ziet.
Het initiatief heeft internationaal gro
te weerklank gevonden en zonder
overdryving kan worden gezegd, dat
personen, die tot de grootste deskun
digen kunnen worden gerekend uit
België. Frankrijk, Groot-Brittannië en
Nederland zullen deelnemen.
Portugezen zyn tevens uitgenodigd,
doch omtrent hun medewerking bestaat
nog geen zekerheid. De komst van Zuid-
Afrikanen zal afhankeiyk zyn van de
vraag, of er zich ten tyde van het
symposium een of meer deskundigen in
Europa bevinden, daar moeilyk te ver
wachten is. dat er speciaal iemand uit
Zuld-Afrika voor overkomt. In ieder
geval zullen ook Inheemse deskundigen
aan het symposium deelnemen.
In verband met dit symposium moge
eraan worden herinnerd, dat in 1954 het
initiatief werd genomen tot de publicatie
van een bloemlezing uit Van Vollenho-
ven's werk in het Engels met een uit
voerige Inleiding omtrent arbeid en
betekenis van deze geleerde. De keuze
van de bloemlezing geschiedt door een
leerling van Van Vollenhoven prof. dr
F. D. Holleman, thans hoogleraar te
Stellenbosch <Z. Afr.).
De inleiding zal door prof. mr C. Tj.
Bertling worden geschreven. Ook voor
deze uitgave heeft de Nederlandse
Organisatie voor Zuiver Wetenschappe
lyk Onderzoek een subsidie beschikbaar
gesteld.
Leidse Jeugd-actie en de film
geuouaen. maar ai ara garamm i
ST..* Hollywood400 films per jaar
de openbare mening is tegen ons.
Garanties die veel geld kosten zijn niet
populair. De grootste kracht en de
beste garantie ligt by de boer zelf. Hij
moet zorgen dat zyn kinderen vak
onderwijs krijgen, dat er gebruik wordt
gemaakt van de voorlichtingsdienst,
dat men op de hoogte blyft van de
huidige stand van zaken. Een goede
bedryfsvoering leidt tot lagere kost
prijs: men wordt economisch sterker
en de concurrentle-mogclijkheden ne
men toe. Dat is het beste wapen tegen
een vijandige openbare mening. De
enige redmiddelen zyn: goede en
hechte organisatie en goede bedrijfs
voering. aldus spreker.
De vergadering werd door de voorzit
ter, de heer C. Heyboer 'Ter Aar) met
een enkel woord 'een half uur te laat)
geopend. Na de pauze werden verschil
lende vragen gesteld, waarop de heer v.
d. Hoek uitvoerig antwoordde. Met een
woord van dank aan de spreker, werd
deze goed bezochte vergadering, ge
sloten
(Foto LD./Van Vliet)
Men hoede zich voor valse romantiek
en sentimentaliteit
Gisteravond werd onder auspiciën van
de Stichting Leidse Jeugd Actie in het
Volkshuis de eerste voordracht in het
kader van de filmscholingscursus voor
tal van jeugdleiders (sters) gehouden
door de heer H Wielek, die echter aller
eerst begon met de vertoning van de
reeds 20 jaar oude, maar nog steeds de
beste, Nederlandse documentaire „De
ballade van de hoge hoed" van Max de
Haas Dit filmwerkje, dat ook ln het bui
tenland (oa. in Amerika) zeer gewaar
deerd wordt is en blyft ongetwijfeld een
juweel van Nederlandse cinematografie,
zy het dan in de afdeling documentaires.
Vooral de uiterst knappe en geraffineer
de montage is verbluffend! Nadezevoor-
treffelyke filmvertoning vertelde de heer
Wielek in het algemeen iets over de
filmindustrie, die in 60 jaar van kermis
kind uitgegroeid is tot een economische
macht, die men niet moet onderschatten.
Alleen al in Hollywood worden per jaar
I 400 films a.hw. aan de lopende band ge
produceerd. zodat deze stad zonder be
zwaar een Industriestad op dit gebied
genoemd kan worden. Dat hierdoor van
kunst geen sprake kan zyn spreekt wel
haast vanzelf, daar alles vanuit commer
cieel oogpunt wordt beschouwd.
De gemiddelde kosten van een nor
male speelfilm werden door spreker
geschat op drie millioen gulden, terwul
de film „Quo Vadis" zelfs dertig mil
lioen gulden heeft gekost.
Voorts toonde spreker de enorme in
vloed aan, die de film heeft op andere
industrieën, oa. ook op de mode, op de
handel in cosmetische artikelen en op de
boekenmarkt. In de V S. is het zelfs zo
ver gekomen, dat de Bybel door de ver
toningen van diverse films met een
bybels onderwerp een tyd lang een
..best-seller" is geweest.Aan de hand
van enkele cyfers wees spreker er op.
dat het allergrootste deel van de Neder
landse bevolking haar ontspanning zoekt
in de bioscoop, terwyl. naar sprekers me
ning. toch een groot aantal van de ver
toonde films weinig waarde, op welk ter
rein dan ook. bezit. Spreker betreurde
i deze vlucht uit de werkelykheid ten
zeerste en noemde het critiekloos zien
van een film in vele opzichten noodlottig.
Men verwart, zo vervolgde spreker, valse
sentimaliteit nog maar al te dikwyls met
financiers. Het ls steeds weer de tra
giek die in de Chapllnfllms achter de
humor schuilt en hierdoor is deze
kleine man, die nooit als overwinnaar
te voorschijn is gekomen, zo groot ge
worden.
Als een voorbeeld van zelfstandige
filmkunst noemde de heer Wielek voorts
het meesterwerk van Orson Welles „Citi
zen Kane". Vervolgens trachtte spreker
duideiyk te maken wat onder het begrip
filmkunstenaar moet worden verstaan
Een filmkunstenaar, aldus spreker, is een
kunstenaar die geheel in beelden denkt
en de verwezenlijking van deze gedach
ten zoekt ln de rhythmen der beelden.
Voorts toonde spreker aan. dat het dik-
wyis niet de regisseur is. die de film ver
knoeit. maar de vele onhandelbare film
sterren.
Een van de voornaamste (en moei
lijkste) taken van de regisseur is vol
gens spreker de montage i verbinding
tussen de verschillende beelden l en de
fotografie, die de film levendig moet
maken. De heer Wielek kon de vraag
óf er wel goede films zijn bevestigend
beantwoorden en verklaarde, dat zelfs
Hollywood in staat kan zijn om de we
reld te verrassen met harde, maar voor
treffelijke filmwerken (Sunset Boule
vard en Lost Weekend).
Het belangrykste filmproducerende
land noemde spreker Frankrijk, terwyl
ook enkele Engelse rolprenten van uit-
zonderiyk goed gehalte kunnen zyn."
Italië is na de oorlog voortgegaan op de
oude Russische weg en heeft, dank zy
het vakmanschap van de regisseurs
Zampa en de Sica. uitstekende neo
realistische films vervaardigd. Het is te
betreuren, dat de Italiaanse filmindustrie
echter meer en meer er toe overgaat
„kitsch" te produceren <Anna> Spreken
de over de Nederlandse speelfilms kon de
heer Wielek zyn gehoor de verzekering
geven, dat met de vervaardiging va»
„Het wonderlijke leven van Willem PareP
de filmindustrie in ons land haar diepte
punt heeft bereikt
Na nog een opsomming te hebben ge
geven van enkele voortreffelijke Neder
landse documentaires, eindigde de heer
Wielek. chef van de culturele afdeling
van de Gem. Dienst voor Sociale Zakc-F
Officiële publicaties
Wanneer de landerijen en weilan
den bedekt zijn met sneeuw en de
wegen met een vieze, glibberige
brei. denkt men niet zo gauw aan
het voorjaar. Maar toch is het in
aantocht: of is een vijftal lammetjes
geen voorbode? Zij kijken nog wat
vreemd de besneeuwde wereld in en
aan hun geblaat is het te horen dat
zij die sneeuw maar matig kunnen
waarderen: zij horen immers bij het
voorjaar! Alleen de melkfles en de
warme stal. waar hun moeders resp.
op hun drieling en tweeling wacht
ten. interesseren hun.
Het is een plaatje met tegenstel
lingen: lammetjes in de sneeuw; een
boer. die juist gisteren zijn 80ste
tedere gevoeligheid en banale dramatiek te Amsterdam, zyn interessant betoog,
i met de zuivere tragiek, die ojl in de
films van de geniale filmkunstenaar
Charles Chaplin tot uiting komt Vooral
voor de jeugd, die over het algemeen een
te klein onderscheidingsvermogen op dit
gebied heeft, kan een film dikwyls min-
I der prettige gevolgen hebben. In dit ver- I
i band wees spreker op de Italiaanse film Aanvangende 16 Februari 1955 zal voor-
Bittere Ryst" (zg sociaal getint) en loplg op Iedere Woensdag var. 14 tot
I het Amerikaanse filmwerk „De klokken i& uur. ln het gebouw van de G G en G D
van St. Mary" <z.g. religieus getint), die Nieuwe Mare 13A, gelegenheid worden ge-
echter van nul en generlei waarde zyn ®even tot koateloze
-a inenting
2 jaar;
b. herinenting (d w
van hen. die reeds eerder n
zyn Ingeënt) van oudere personen
(kinderen en volwassenen)
Trouwboekje of andere identiteitspapier
omdat zy ieder kunstzinnig gehalte vol
komen missen. Eerstgenoemde film aldus
spreker, verheerlykt in feite een walge-
vcrjaardag vierde het is de heer P. W* soort gangsterdom en in de tweede
nii j i wordt misbruik gemaakt van godsdlen-
Ramp te W armond) en \tjf jonge I stjge opvattingen: zy kan byna als gods-
diertjes van nog geen week oudj lasterlijk beschouwd worden.
Maar juist daardoor een vrolijk Grote bewondering had spreker echter
plaatje, dat vertelt van het naderend v00r 'l0 v.a? ChapHn, die thans
voorjaar en het nieuwe leven.
kinderen beneden de
opnieuw Inenten
meebrengen
LEIDEN. 15 Februari 1955
De Directeur van de G.G
C. R. ZIJERVELD