Niets over Hollandse Toestanden Een Amerikaanse huisvrouw ZO ZIJN DE VROUWEN „Tijd is geld" voor Hollandse VAN HET GEWONE WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCII DAGBLAD - ZATERDAG 12 FEBRUARI - PAGINA 4 huisvrouw een onbekend begrip Onze service heeft ook haar voordelen Na een dertigjarig verblijf in Amerika heeft een oud-stad genote kort geleden gedurende enige maanden haar familie in Leiden en elders opgezocht. Teruggekeerd in haar woonplaats, geeft zij ons in een uitvoerig en vaak vermakelijk schrijven haar verwondering te kennen over de naar Amerikaanse begrippen merkwaardige omstandigheden waaronder de Hollandse huis vrouwen in het bezit komen van de voor haar huishouding benodigde dagelijkse behoeften, zoals brood, melk, groenten en vlees. Wij ontlenen aan haar brief het volgende: alles in grote zakken of in een doos en biedt aan het pakket naar de auto te dragen. Of je rolt de doos op het wa gentje naar de auto en laat het wagen tje achter op het parkeerterrein. De melk wordt om de dag thuisbe zorgd; de melkboer kan op die manier twee routes bedienen. HU zet de beno digde hoeveelheid flessen op de stoep of bU de keukendeur, en twee maal in de maand of zoveel vaker als men dat zelf wil ligt de rekening onder een van de flessen. De chèque of het geld stopt men in een van de flessen, met de rekening, die hU dan voor ..vol daan" aftekent. Op die manier zie ik de goede man nooit, en wil ik meer of minder melk, dan leg ik een briefje onder een fles. Ik vertrok uit Holland, en iedereen zeide: „Tenminste één Amerikaanse die ons niet altUd vertelt dat daar alles beter is". Maar nu kan ik het toch niet langer onder me houden! Naschrift van de Redactie Met alle waardering voor de Amerikaanse „effi ciency". blUkt uit het bovenstaande dat de Hollandse Service toch ook haar grote voordelen heeft. Trouwens de specialisatie in de middenstand, ook wat de consumptie-artikelen betreft, is hier te lande veel groter dan aan de overzUde van de Oceaan, waar de warenhuizen in het dagelUkse leven een veel grotere rol spelen. WU menen te mogen concluderen, dat het Ameri kaanse begrip der ..personal attention" (persoonlijke aandacht) in het Neder landse klantensysteem sterker leeft dan daarginds. Ook al kunnen we instem men met de opmerking van onze brief- schrüfster, dat „in Holland winkeliers zowel als klanten engelen van geduld zUn" Zó gaat het in Holland In de ogen van de winkelier en de in de groentenzaak aanwezige cliënten heb ik me bepaald a-sociaal gedragen toen ik op een dag, dat ik twee sla- kropjes nodig had, deze uit de straat- uitstalling uitkoos en mee naar binnen nam om ze te betalen. Zes mensen wachtten daar hun beurt af. Onmid- dellUk toen ik binnenkwam, voelde ik blikken koud als staal op me gericht en een dame zeide: „Mynheer, mag ik óók nog twee kropjes sla hebben?" De munheer liep van achter de toonbank naar het trottoir, pikte daar twee krop jes sla uit een kist, liep weer door de winkel naar zUn plaats achter de toon bank en rolde de twee kropjes sla in een papiertje. Toen woog hy een half pond suiker af. en zoveel erwten, een onsje kaas, dat hu eerst in fijne plakjes moest snUden. en een paar plakjes vlees, dat eerst in de machine gezet moest worden. Toen moest hij alles op tellen. De mevrouw had veel moeite met narekenen en had vervolgens geen gepast geld in haar beurs, maar einde- lijk kwam de transactie voor elkaar. Alle pakjes en zakjes gingen in een tas en dat was één klant weg. Onderwijl stond ik daar alsmaar te wachten met die twee kropjes sla in mijn hand. Enfin, ik overleefde dat en ging naar de slager. Daar bedienden drie Hollan ders twee mannen en een vrouw, maar het wachten niettemin duurde weer lang, en mUn arm vol met kruideniers waren, die ik al eerder had gekocht, werd steeds vermoeider. Er waren ook hier weer zes acht klanten. Een dame kocht twee ons ge hakt en vroeg de juffrouw n.b. of zij tijd had die in zoveel balletjes te ver delen, en dan spek eromheen winden. De juffrouw kon natuurlijk niet weige ren. want dan zou zij misschien een goede klant verliezen. Terwyl we daar dus allemaal stonden te wachten, wer den die zes balletjes bekleed, en in een papiertje gedaan. Weer kwam de beurs met geld te voorschijn en na een hope loos gezoek, verdween die dame zeer tevreden over de goede bediening. Daarna moest ik broodjes kopen en ik wilde wat gebak, want boven Hol lands gebak gaat niets. Weer kwam ik in een winkel, waar al vyf of zes me vrouwen stonden te wachten. Een dame had een partytje en bestelde vier cro- quetten, of pasteitjes. Omstandig ver haalde deze dame, dat deze lekkernyen op het laatste nippertje moesten wor den opgewarmd. Zij had echter geen oven in de keuken en vroeg uitvoerige Instructies hoe zulks te doen. Het leek wel of er tien verschillende manieren van verwarming en opwarming waren, maar geen één kon genade vinden in haar oog. Onderwijl stond ik te wachten met mijn twee kropjes sla, wat vlees, appe len en eieren, etc. en de lading werd steeds zwaarder. ElndelUk kwamen de andere klanten aan de beurt en tenslotte ook ik. Ik had ruim de rijd gehad rond te ldjken, en bestelde een aantal van die lekkere harde broodjes en cadetjes, die in een hoek op een tafel lagen O, nee, die waren al verkocht. Appelbollen, o nee. gisteren had men een bestelling gehad en die twee in de uitstalling, waren Juist een paar extra, maar al verkocht. Het is kwart voor twaalf en mUn zuster ontdekt dat er geen vlees voor de koffie in huis is. Zy rent naar de telefoon. „Mijnheer, wilt direct één ons rookvlees bezorgen, maar onmid dellijk, want ik moet terug naar mUn werk". Vyf minuten later is er de sla gersjongen op zyn fiets met een pakje zo groot als een brief. „Gelukkig, daar is het rookvlees, als ik het niet op tijd gekregen had. zou ik nooit naar die man teruggegaan zijn", zegt myn gast vrouw. Dan komt de melkboer, tingelingeling. Sprotje opent de deur. „O. mevrouw, daar is de melkboer, hoeveel hebben we vandaag nodig?" „Even kUken" Mevrouw loopt naar de kelderplank. „O, twee liter is dunkt me genoeg". Sprotje zoekt een kannetje op en dren telt naar de voordeur. Onderwijl staat de melkboer bij zijn wagen uit te rusten, hetgeen hU zeker nodig heeft. „Twee liter, alsjeblieft". Dan komt het betalen. .Hoeveel is het?" Sprotje wandelt terug in het huis. „Mevrouw, het kost 50 cents". „O", zegt de mevrouw, „waar is nu weer mUn beurs? Kind, loop even naar boven, ik heb hem zeker in de slaap kamer laten liggen". Onderwijl leunt de melkboer alweer op zUn wagen. Dat tUd geld is, heeft de Hollandse huis vrouw blijkbaar nooit gerealiseerd. Sprotje vindt de beurs, mevrouw neemt het geld eruit. Sprotje loopt naar de voordeur, en na enig gepas en ge- meet met-geldstukjes, is de melkboer klaar om naar zUn volgende klant te lopen. Dan de bakker. De bel tinkelt en Sprotje loopt naar de voordeur. Eerst moet zU nog haar schort afnemen en daar is de bakker met het brood. Sprotje komt vragen: „Mevrouw, hoe veel brood zullen we vandaag nemen?" „Oh, kind kUk eens even in de brood trommel". Sprotje loopt langzaam maar zeker naar de eetkamer, opent de kast en kUkt in de broodtrommel. Terug naar Mevrouw: „Er is nog een half broodje en twee sneedjes en een stukje roggebrood". „Wit of bruin brood?" vraagt Mevrouw. Sprotje weet het niet precies, tippelt dus weer terug naar de eetkamer, kijkt in de broodtrommel en vertelt Mevrouw dat het bruin is. Onderwijl staat de bakkersjongen een liedje te fluiten naast zUn fiets met volgeladen broodmand. Tijd is geld, maar wie denkt daar aan? Eindelijk wordt zijn lied verstoord want Sprotje vraagt hem om een half wit brood, niet te donker Na een derde tocht naar binnen volgt eindelijk de betaling. En zó gaat het bij ons.... Ik ben een hele gewone Amerikaanse huisvrouw; ik heb in de laatste jaren nooit hulp gehad en ik heb een huis met drie slaapkamers, twee badkamers, eet- en huiskamer, keuken, plus tuin. Een jongen van de Hogere Burgere School knipt regelmatig het gras en voor dat geld ging hU deze zomer twee weken in een kamp met vacantie. Om drie uur ben ik klaar met myn huishoudelUk werk. ik heb een auto en ryd dan naar mijn geliefde warenhuis. Daar neem ik een wagentje van Uzer- draad, dat twee manden boven elkan der heeft en sommige ook nog een bankje voor de eventuele baby. Door een tourniquet treed ik binnen in een waar kruideniers paradijs. Eerst rijd ik langs de tUdschriften en kinder boekjes; een paar kinderen zitten op de grond één van die boekjes te lezen, terwijl Ma haar inkopen doet. Er is ook een hobbelpaard, waarop je voor een stuiver automatisch vyf minuten kunt hobbelen. Dan neem ik uit open ijskasten myn lunchvlees, keurig gepakt in cellophaan by vier of acht sneedjes. Wil je meer, dan neem je meer pakjes. Naam en prijs per pakje staan er allemaal op aangegeven. Dan kom ik aan de reuzen ijskast met melk, boter, yoghurt, sinaas appelsap, bier, limonade, etc., melk vet-vrij, karnemelk, extra-vet, alles verpakt in kartonnen vierkante flessen, die je niet terug behoeft te geven, en waar je geen statiegeld voor betaalt. Links van me zUn ryen planken met suiker, thee. hondevoer, papieren hand doeken, servetten, zeep, etc. Alle meel spijzen zijn verpakt in zakken of car- tonnetjes van één, twee. vyf of tien pond. Dus geen afwegen terwijl je wacht. Dan kom ik in de hoek waar de bezems, schuurmiddelen, wassoorten, dweilen, etc. opgeborgen zyn. Ik neem wat ik nodig heb. zet het in mijn wa gentje. en onderwül pik ik hier en daar een blikje op, of een extra flesje toilet artikelen, alles gaat in dat wagentje. Dan de groenten nog, en als ik groot vlees wil. een kip of een kalkoen, dan kan ik kiezen tussen de slager, of de kast waar alles hardbevroren in ligt. By de slager krijgen we nummertjes, zodat iedereen op zyn beurt wordt ge holpen. En dan, by de kassier betalen. Op elk artikel staat de prijs, doch de meeste prUzen kent hy uit zyn hoofd, zodat de optelsom gauw gemaakt is. Dan nog een bloemetje voor myn zieke buur, en ik ben klaar om naar huis te gaan. Een Jongen naast de kassier pakt Spiegeltje, spiegeltje aan de wand Fath geeft andermaal de toon aan Parijs, Februari 1955 Niet alleen de boulevardkrant en de film, maar ook de mode heeft het nodige te bieden aan de liefhebsters van sensatie. Immers, naast de wijze, gedegen en draagbare mode-voor- iedereen, die lichte fantasietjes en bescheiden originaliteitjes toestaat, is er een heel andere (en minder bekende) mode, die zich op het aparte, het exotische, ja, het extravagante toelegt. Het is uiteraard een zeer spectaculaire mode, die hier en daar haar aanhangsters en volgelingen heeft en die ook voor de niet- adepten een sensatie is. Een sensatie, in het kader der extravagante modedingen, is dan ook de collectie accessoires, die het Maison Fath een paar dagen voor de presentatie van de „grote collectie" toonde en waarin de originaliteit ten top is gevoerd, gecombineerd, gelukkig, met „goede smaak". Het is een opwindende collectie waarvan de allerapartste stukken misschien nooit zullen worden gedragen, waarvan de meer bescheiden apartigheden nooit grote mode zullen worden, maar waarin talloze ideetjes en tips zijn verwerkt, die de handige, vindingrijke en fantasierijke vrouw op haar eigen manier zou kunnen interpreteren en toe passen. Fath's acoessoire-collectie omvat een bont. bont-allerlei van tassen, kousen, parasols, zomer- en zonnehoeden, bi joux en handschoenen, en laat zowel plaats aan het heel extravagante als het meer bedaagde en draagbare gen re. Reeds verleden jaar lanceerde Fath een opzienbarend nieuwtje: de nylon kous met Chantilly kant applicatie, een applicatie die nu eens op de hiel, dan weer op de wreef, en andermaal op de boord was aangebracht, en die alleen in zwarte kant werd uitgevoerd. Dit seizoen echter werden kousen met witte, bleu, turquoise en roze kant- boord uitgebracht, opdat lingerie van diverse kleur met een nylon in pas sende tint te completeren zU- (Een ander nylon-nieuwtje, dat niets met Fath's accessoire collectie uit staande heeft, zyn de oranje en gele nylons, enkele dagen geleden door Maggy Rouff gelanceerd!) Fath's met kant versierde kousen zyn niet het hoogtepunt (noch de minste attractie) van zyn accessoire- collectie. Talloze andere toebehoren zUn de moeite van het noemen (en zien) waard. Zo byvoorbeeld de gro teske raffia-zonnehoed, die met zyn lange, ietwat wanordelijke franje bo ven de hals niets van de draagster zichtbaar laat (figuur 4). Opmerkehjk ook zyn de jersey strand- (en bad) pakken met flatteuze boothals en korte mouwen en., vrij lange pijpen- creaties die, ondanks hun modem raf finement, o zo veel aan de decente badpakken uit de tyd der badkoetsjes doen denken, ook al lijken ze er geen gTeintje op; een van die pakken werd uitgevoerd in turquoise, wit gestreepte jersey en past als een dansers tricot, een ander is van effen zwarte jersey en heeft een doorgeregen gele cein tuur ter hoogte van de heupen. Fath's collectie omvat originele, even opvallende als flatteuze strand- hoeden, die als een dunne schoor steen naar de hemel streven, hoeden waarop een Middeleeuwse heks jaloers zou zyn geweest en die in onze tijd tot genoegen van een enkele draagster en vermaak van menig toeschouwer zul len dienen (figuur 3. hoed uit zwart bandstro). Een andere „hoed", die de aandacht trekt, is een creatie die het midden houdt tussen badmuts en zon- nehoofddeksel (figuur 8); hij is ge maakt uit zwarte jersey en omvat het hoofd als het genoemde zwemattribuut (kinband inbegrepen). Niemand ech ter vermoedt op het eerste gezicht dat de hoogopgewerkte bol van deze apar te schepping eendoosje herbergt, waarin bijoux, zakdoekje en make-up gerei een veilig onderkomen vin den Strass colliers, ter completering van cocktail- of avondgewaad, hebben in het bekende modehuis aan de Avenue Pierre Ier de Serbie de vorm aangeno men van (aan de voorkant gespleten) kraagjes. Temidden der meer exoti sche halssnoeren valt een enorme ke ten op. die uit louter gulden ringen van zeer grote afmeting bestaat (fi guur terwyl schelpen-, oester-, mosselschelpen en slakkenhuisjes, ver guld of niet - de grondstof voor weer andere colliers waren. Soortgelyke schelpen vonden overigens ook ander emplooi en zijn garnering van diverse moderne strandtassen, waarvan er één, uit grove stramien gemaakt, hier by is afgebeeld (figuur 2). Tassen nemen een zeer belangrijke plaats in Fath's collectie in en zo wel zeer fraaie en gedistingeerde als originele en ietwat sportieve model len vallen er te bewonderen. Temidden van vele opmerkelijkhe den valt een witte leren tas met cir kelvormige gouden handvaten op, die aan beide zyden met een vracht gou den en staalkleurige sleutels is gegar neerd en dank zy dewelke - de prac- tijk moet het uitwijzen - wellicht niet alleen vele deuren te openen zijn, maar bovendien bellen en wachten overbodig wordt indien een passende sleutel onverhoopt mankeert. Het is namelyk een tas die men nog eerder hoort dan ziet aankomen! (figuur 1). Van ietwat andere aard, maar niet minder apart is vervolgens de zand kleurige suède tas, die in een netwerk van grote gouden ringen is gevangen (figuur 5). alsook de platte ronde tas van felblauw suède. waarop een wit leren wyzerplaats en gouden wijzers een imaginaire tUd aangeven. Para solletjes. zomerse attributen by uit stek. ontbreken niet temidden van Fath's zomerse accessoires; een rood en wit gevlamde, katoenen parasol, passend bij dito handschoenen, draagt een bijkans immer deinende rand van rode zijden franje met zich mee. en, terwyl een zandkleurig zonnescherm geheel bezet is met allerhande gevleu gelde insecten die in de meest na tuurgetrouwe vorm over het zyden pa rasoloppervlak schijnen te kruipen, vormen wit leren handschoentjes, met een turquoise strikje gegarneerd, een set met een zonnescherm, waarvan de balein-uiteinden, om en om. een rood en een turquoise strikje dragen (fi guur 6). een amusant ideetje, vol ef fect, dat al heel gemakkelijkte „lenen" is! J. V. EERLIJK gezegd, ben ik er nóg niet achter, waar de oorzaak van de snelle wij ziging der damesmode ligt. Komt dat door de natuur van de vrouw zelve of zijn 't de mo deontwerpers, die er telkens voor zorgen, dat er een nieuwe „lijn" geboren wordt? Waarom dan niet iets nieuws uitgedacht, juist als iedere vrouw zich moeizaam hun laat ste creatie heeft aangeschaft? Zó blijft er leven in de brou- werU, zó blUft het geld rollen. En dan in hun zakken! Dit brengt afwisseling in 't leven. Afwisseling, waarnaar mannen zowel als vrouwen snak ken, afwisseling, die het leven vermooit, de vrouwen vermooit en de mannenbeurs leger maakt. VINDINGRIJKHEID, fanta sie en raffinement zijn de drie pylers. waarop de kracht en de macht van de mo de-ontwerper berust Het lykt me een ontzaglUke taak steeds weer nieuwe creaties te bedenken, niet in herhalingen te vervallen en altUd maar weer de vrouwen het gevoel te geven, dat ze er nóg charmanter uit zien, dan ze zélf denken dét ze er uit zien. Of zelfs een lelijke vrouw de Illusie te geven, dat ze er uitziet als de schoonste ster van Holly wood. Daarvoor is niet alleen een on uitblusbaar créatief denkvermo gen nodig, maar ook het uiter ste gevoel voor goede smaak en artistiek inzicht. Nu verbaast 't me wel eens, dat van die goede smaak niet altijd iets te merken is en de vrouw met alle liefde elke lUn slikt, die haar aangeboden, lie ver opgedrongen wordt, ook al is die lUn in volkomen tegen spraak tot de haar van nature gegevene. WU mannen zouden dat niet nemen, nietwaar? Zelfs een lUn, waarvan de man zegt dat ze afschuwelUk is, wordt door de vrouw geaccepteerd, om dat de „Mode" deze voorschrijft. Waaruit het dictator chap van Koning Mode onomstotelUk blUkt. WANNEER Monsieur Dior zegt: „Zó zal 't zUn en niet anders", dan accepteert iedere vrouw dit als vanzelfspre kend. ZU zal 't niet in haar lieve hoofdje halen om te zeggen; „Hemeltje, nee, dat gèèt toch eigenlijk niet", ook al voelt ze in tuïtief, dat 't haar belachelijk maakt. Als ze ons mannen niet waar mannen? zouden decre teren een colbertje zonder re vers te dragen of een broek met sierlyke strikjes aan het onder eind, wel. ik verzeker U: we zou den 't niet doen. Waarmee gezegd wil zUn, dat de modehuizen met de man een beetje voorzichtiger moeten om springen dan met de vrouw. Zelfs de vurigste „topman" laat zich niet Alles voorschry- ven HOEDJES vooral zyn een onmetelyke bron voor in spiratie. Al ziet de man niet altUd het verschil tussen al die vor men, kleursels en versieringen, de vrouw kent ze op een prikje. Het ene hoedje staat al char manter dan 't andere, denkt de man. Maar de vrouw denkt er an ders over. Zij heeft oog voor 't détail: een veertje hier, een deukje daar, een rondje boven of een bloemetje opzU. dat maakt een grandioos verschil. De dames weten precies waar de kneep zit en waarom het ène hoedje ineens tienmaal duur der kosten moet dan 't andere. dat ze zich op het eerste ge zicht de hoed zouden laten opdringen, waarmee deze Ja- maïcase schone zich tooide, toen Prinses Margaret voorby kwam. Een hoed met kippen, sierlUk en joyeus, een hoed vol leven en gekrakeel, een hoed, zwaar om te torsen en waaraan ook uit dien hoofde iedere vrouw niet zó maar haar hart verpanden zou. Doch als U me vraagt wat er gebeurt als modedictator X of Y deze hoed voorschryft als 't nieuwste snufje der welcevoeg- lykheid? Ach, dan weet ik nog niet, of de mannen in de Breestraat niet voor héél wat vrouwen met zó'n hoedje op, hun petje moesten afnemen. Zo zUn de vrouwen! En zo zyn wU FANTASIO.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 14