Nederland behoudt vooraanstaande positie op gebied der kernphysica „I.K.O." BESTAAT THANS VIJF JAAR WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN IIET LEIDSCII DAGBLAD - ZATERDAG 11 DECEMBER - PAGINA 4 A Goede internationale naam en vruchtbare arbeid Onlangs was het vijf jaar geleden, dat in de gemeente Amsterdam, aan de Oosterringdijk, een oude niet meer in gebruik zijnde gasfabriek voor een ander doel opnieuw in gebruik werd geno men: als uiterst modern laboratorium van het Insti tuut voor Kemphysisch Onderzoek, in wetenschap pelijke kring bekend geworden onder de naam DCO. Het IKO heeft sindsdien de kinderziekten over wonnen, een sterke groeikracht getoond en op velerlei terrein zowel een uitstekende naam ver worven als rijke vruchten afgeworpen. Dit instituut is een typerend voorbeeld van de vruchtbaarheid van samenwerking tussen Rijk. gemeente, industrie en wetenschap. In de behe rende stichting participeren het Rijk, Amsterdam en Philips, terwijl de Koninklijke Akademie van Vetenschappen op wetenschappelijk terrein meer dan één vinger in de pap heeft. Van dit IKO uit worden steeds meer wetenschap pelijke onderzoekers, ingenieurs, medici en ande ren vertrouwd gemaakt met de mogelijkheden welke op breed maatschappelijk terrein geschapen zijn door het nieuwe bewijs van menselijk kunnen: hanteren van de krachten welke schuilen in de atoomkernen. Sprong naar nieuw terrein De ontwikkeling van de mensheid heeft door de honderden eeuwen heen telkens weer belangrijke ontdekkingen en technische prestaties te zien gege ven. die bepalend werden voor een nieuw tijdperk van maatschappelijke ontwikkeling. In de \roege praehlstorie, uit tijden waarvan wij zelfs niets weten door middel van cultuurover blijfsel _n, moet de ontdekking, hoe men vuur kon maken en gebruiken, zulk een revolutionnaire sprong naar hoger ontwikkelingsniveau zijn ge weest. Later ook de uitvinding van het schrift, waardoor de vruchten van de arbeid der generaties op volgende ge neraties zouden kunnen werden over gedragen Men kan er over discus sieren welke van dergelijke gebeurte nissen van het meeste belang zijn ge weest voor de ontwikkeling van de technische outillage van het mensdom. Zoals de weloverwogen vorming van gereedschappen, de uitvinding van het wiel. in de jongere tijd de ontdekking van Amerika en andere vruchten der ontdekkingsreizen, waardoor de mens- he.d zich plotseling wist te wonen op een zo veel groter wereld dan vermoed was. of de uitvinding van de stoomma chine met de industriële revolutie als consequentie, of de ontdekking en dienstbaarmaking der electnciteit. of het openen van het luchtruim voor de mens door de techniek van het vliegen. Hoewel het gevaarlijk is. als tijdge noot een oordeel te vellen over het belang van een gebeurtenis tegen de achtergrond van de gehele geschie denis van het menselijk geslacht, kan toch met vrij grote stelligheid worden aangenomen, dat onze tijd zulk een tot revolutionnaire wijzigin gen leidende greep naar een nieuw terrein van menselijk kunnen te zien geeft. Het jaar 1939 zal op den lange duur verflauwen in de herinnering als aanvangsjaar van de grootste we reldbrand die de aarde tot dusver teisterde. Van veel groter belang zal mettertijd blijken te zijn de ontdek king in dat jaar van de kunst, in te grijpen in de constructie van de atoomkern, waaruit zich in vijftien jaar een nieuw technisch en weten schappelijk terrein heeft ontwikkeld van ongeëvenaard belang op veler lei terrein en door welke ontdekking het wereldbeeld van de toekomst voor een groot deel zal worden be heerst. Misschien dat eens die ontdekking binnen een of enkele generaties de aanloop wordt voor een tweede re volutionnaire sprong in de ontwikke ling der mensheid: de sprong van die kleine speldeknop die aarde heet naar het onmetelijke heelal met zijn ongekende geheimen en ongetwijfeld onberoede nieuwe mogelijkheden, de ruimtevaart. Nog in kinderschoenen Uiteraard beheerst de nieuwe teoh- nische wetenschap der atoomphys:ca thans. 15 jaar na haar eerste reële prestatie (theoretisch was men reeds eerder het gebied van de atoomkern binnengetreden) nog niet het wereld beeld. Wanneer wij althans even afzien van de onmetelijke dreiging van pluto nium-, waterstof-, kobalt- en soortge lijke kernenergetische verdelg:ngsmid- delen die wel eens de grootste gebeur tenis in de menseUjke historie zouden kunnen veroorzaken sinds haar eerste dag: haar definitieve einde. Nederland herwint traditionele faam Het is begrijpelijk, dat kwantitatief ons kleine Nederland in de verdere be treding en begaanbaarmakmg van deze nieuwe technische wegen voor het mensdom vooralsnog geen over heersende rol kan spelen. Nederland is van ouds her een land. dat intellect als een van haar grootste producten beschouwen kan, en de rol die Nederlanders gespeeld hebben in de uitbouw van de exacte wetenschap pen spreekt in dit opzicht een behar- tenswaardig woordje mee. De kernphysica heeft echter vooral een revolutionnaire vlucht genomen door de eisen, gesteld door de oorlog, toen de Nederlandse wetenschappe lijke wereld zo goed als tot inertie was gedoemd. Kwalitatief heeft ons land echter nog steeds een belangrijk aandeel In de ontwikkeling van deze nieuwe natuurkundige wetenschapstak. Ne derland en Noorwegen besloten kort na de oorlog tot samenwerking op kernphysisch terrein in de vorm van een gemeenschappelijk onderzoe kingscentrum te Kjeller in Noor wegen. Dank zij de Leidse hoogleraar in de natuurkunde De Haas beschikte ons land over een niet onbelangrijke hoeveelheid uranium (in de oorlogs jaren zorgvuldig voor de bezetter verborgen gehouden) terwijl Noor wegen dank zij kostbare en in de oorlog veel omstreden installaties in het hoge Noorden de beschikking had over aanzienlijke hoeveelheden „zwaar water". Deze twee soorten materiaal openden voor Nederland en Noorwegen de weg tot een vrucht baar samengaan op het gebied van kernphysisch onderzoek. Niet alleen in dat opziebt. ook op andere wijze wist ons land een voor aanstaande positie in het jongste terrein van de natuurkunde en phy- sische techniek te handhaven. Men denke daarbij slechts aan het baan brekend werk van de thans overleden Leidse natuurkundige Kramers, die een der eerste voorzitters was van de V.N commissie voor atoomener gie, en die reeds in 1947 waarschuw de voor de consequenties van een verschrikkelijker wapen dan de Hi- rosjima-bom, de toen reeds door hem voorziene waterstofbom. Een van de wijzen, waarop ons land zich bereid en in staat toonde om de jongste ontwikkelingen op het gebied van de natuurkunde en techniek te volgen, was de oprichting ln November 1949 van het Instituut voor Kernphy sisch Onderzoek te Amsterdam. Goede naam van IKO De moderne kernphysica heeft im mers een veel groter arbeidsterrein dan dat der vernietiging door middel van bommen. De vruchten van het menselijk kunnen op dit gebied zijn in staat, de mensheid in talloze opzichten tot heil te strekken. In de wereld van wetenschap en tech niek heeft het IKO zich reeds een zeer goede naam verworven, tot ver bui ten de landsgrenzen. Buitenlandse ge leerden komen er regelmatig htm ken nis en ervaring verrijken, door middel van eigen onderzoekingen en via we tenschappelijke gedachtenwissellngen die ln dit centrum van onderzoek steeds mogelijk zijn op hoog niveau. Echter ook zij, die nog geen meester of gezel ln de moderne kernphysica zijn, vinden er een gastvrij tehuis. In de afgelopen zomer bijv. Is er twee maal een cursus georganiseerd van twee weken voor zestien deelnemers, waaronder zich zowel hoogleraren be vonden als assistenten, ingenieurs, doktoren en ongegradueerden uit labo- latoria, ziekenhuizen, fabrieken etc. Anders dan anders Voor een beginneling is het niet een voudig zich ln de kernphysica in te werken, want alles gebeurt er anders dan ln de gewone scheikunde en na tuurkunde Men werkt er met onweeg baar kle_ne hoeveelheden stof. die ech ter radioactief ls. d.wi. een straling uitzendt, welke zó doordringend is dat zij voor 's mensen gezondheid gevaar kan opleveren. Om nu toch. zonder zich aan gevaar bloot te stellen, met deze radioactieve stoffen te kunnen werken, worden alle bewerkingen, zoals zuiveren, f.ltreren en óverschenken van oplossingen, óf op afstand, met behulp van lange tangen, óf achter een muurtje van lo den blokken uitgevoerd. Daarbij zorgen een of meer listig opgestelde spiegels er voor dat men „om een hoekje kan kijken', zodat men kan zien wat men doet en wat er gebeurt. Bovendien dragen de mensen, die met radio actieve stoffen werken, in of op hun kleren meestal nog een eenvoudig in strumentje. dat hen waarschuwt, als zij zich te veel aan de gevaarlijke stra ling hebben blootgesteld. De straling, die van de radioactieve stoffen uitgaat, is op zich zelf niet direct zichtbaar. Men toont haar aan met behulp van speciale instrumenten, die voor dit doel zijn geconstrueerd: de Geiger-MüHerteUer is er een van. Met behulp hiervan kan men uiterst kleine hoeveelheden radioactieve stof nog aantonen en meten. Krasse middelen In de natuur komen slechte enkele radioactieve elementen voor; hiervan is radium wel het meest bekende. Daarnaast kan men tegenwoordig langs kunstmatige weg ook andere radioactieve elementen maken, bijvoor beeld radioactief ijzer, radioactief na trium enz. Hiervoor zijn eohter heel wat krassere middelen nodig dan voor het samensteillen of het ontleden van scheikundige verbindingen. Daar toch r ln het Isotopenlaboratorium van Philips Roxar.e. dat aan het IKO verbonden is. ge schieden de meeste bewerkingen met radio-actieve stof jen achter een muurtje van loden blokken, teneinde het personeel te beschermer: tegen radioactieve straling van het gebruikte materiaal. Door middel van een spiegel die niet met het beeld ook de stralen weerkaatst kar: men ..om een hoekje" achter dit muurtje zien of de bewerkingen goed worden verricht. Met behulp van een Geigerteller wordt inmiddels de intensiteit gemeten van de radio actieve straling. welke van de stof uitgaat. kan men met behulp van reageerbuis jes. kolven en retorten al heel wat be reiken. doch voor het maken van ra dioactieve isotopen moet men door dringen tot in de kernen der atomen en daarvoor zijn grote en gecompli ceerde apparaten nodig, zoals bijvoor beeld het synohro-cyclotron, waarvan ons land het krachtigste in Europa be zat toen het IKO zijn werkzaamheden begon. 50.000 k m per seconde Binnen het cyclotron maakt men uit waterstof of helium gedeelten van de kernen der atomen vrij, daarna krijgen deze electrisch geladen deeltjes onder invloed van een electrisch spannings verschil en een sterk magnetisch krachtveld een steeds groter wordende snelheid. Wanneer dez edeeltjes ten slotte met een snelheid van 50.000 k m. per seconde of meer tegen een „tref- plaatje" botsen, dringen enkele er van tot ln de kernen der getroffen atomen door en veroorzaken daar veranderin gen, waardoor er een andere atoom soort ontstaat, welke meestal radio actief is. Op deze manier kan men bijvoor beeld radioactief ijzer maken: dit heeft dan dezelfde scheikundige eigenschap pen als het gewone ijzer. Het is ech ter bovendien radioactief, d.w.z. de kernen der atomen stoten na kor ter of langer tijd een deeltje uit, een .radioactieve straal". Zulk een varië teit van ijzer, natrium of welk ander element ook, noemt men een radioac tieve isotoop van dat element. Tegen woordig kan men van vrijwel elk ele ment een of meer radioactieve isotopen maken. Vooraanzicht van de magneet van het synchro-cyclotron in het Instituut voor Kernphysisch Onderzoek te Amsterdam. Tussen de poler: van de magneet bevindt zich een doosvormige ruimte, die luchtledig gepompt is. Men is juist bezig de ..ionen-bron" binnen die luchtledige doos te brengen. Dit geschiedt door middel van een sluissysteem teneinde zo min mogelijk lucht mee naar binnen te laten komen. Vele toepassings mogelijkheden Voor de wetenschap en de techniek zijn de radioactieve isotopen een bui tengewoon interessant en vooral be langrijk hulpmiddel geworden. Zy bie den vaak uitkomst waar andere mid delen falen of te kostbaar zijn. De ra dioactieve isotopen worden reeds ge bruikt in de geneeskunde, in de land bouw, OA. bij bemestingsproeven, in de industrie voor materiaalonderzoek, voor het controleren en regelen van fabricageprocessen enz. Bij de meeste van deze toepassin gen gebruikt men de radioactieve isotopen als „speurstof", die dan door haar radioactieve straling aangeeft, waar zU zich bevindt en In welke hoeveelheid zij zich verplaatst en met welke snelheid. Voor het controleren van de bloed- circulate maakt men gebruik van rad oactief natrium, dat men door middel van een injectie ln het bloed brengt. Met behulp van een Geiger- Müllerteller kan men dan zien hoe snel het radioactieve natnum zich door de bloedbanen naar alle delen van het lichaam verplaatst en waar eventueel de circulatie minder goed is. Daar gewoon natrium ln de vorm van keukenzout reeds ln het Woed voorkomt, is het radioactieve natrium geen „vreemde" stof en behoeft men dus niet bang te zijn dat het biologisch evenwicht er door verstoord zal wor den. Het is verder van belang dat men als speurstof de besohlkking heeft over een natriumisotcop met korte levens duur; na vier dagen Is van haar ra dioactiviteit niet meer dan een hon derdste deel overgebleven. I.K.O.-diensten Zo zijn er tal van voorbeelden van het gebruik van radioactieve isotopen te noemen. Om uit te maken welke van de hon- J derden radioactieve isotopen, die men kent, voor een oepaald geval het meest j geschikt is. moet men over een zeer j uitgebreide kennis en rijke ervaring op het gebied van kernphysica. scheikun de en biologie beschikken en tegelij kertijd de techniek beheersen, die no dig is om de verschillende soorten ra- j dioactieve straling te kunnen aanto- nen en meten. Zeer velen zijn echter j nimmer in de gelegenheid geweest zich zulk een uitgebreide kennis en erva- I ring eigen te maken, terwijl toch de radioactieve Isotopen een zeer waar devol hulpmiddel voor hei. kan zyn bü hun eigen werk in fabriek of labo ratorium. Te hunner behoeve verschaft het IKO en sinds twee Jaar ook het in hetzelfde gebouwencomplex onder- I gebraohte Isotopenlaboratorium van I Philips-Roxane advies en voorlichting. I On.angs ls ook aan de röntzenolo- j gische afdeling van het Academisch I Ziekenhuis te Lelden eer. Isotopen- J laboratorium verbonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 14