Herfst OP HET WATER STANDBEELDEN VAN I SIEGES ALLEE 1 HEIMELIJK BEGRAVEN WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCI1 DAGBLAD - ZATERDAG 20 NOVEMBER - PAGINA 4 Kijkjes in de Natuur (Vervolg) EN het werd goed! Want met dat het fokkezeil rees. werd hel besprongen door de wind. die de bruinrode driehoek wyd open bolde en de touwen strak trok als het gespan nen koord van een boog. Boeg en achtersteven rezen en daal den om beurten, het scheepje was als een dartel paard, dat by wijze van af wisseling tijdens het draven nu eens de voor-, dan weer de achterbenen In de lucht gooit. Voor ons. die. op zoek naar waterwild, de rietkragen en bie- zeneilandjes afsnorden. wa het een speciale attractie, op de dansende schuit met onze verrekijkers te ma noeuvreren. Allereerst moesten we met beide benen muurvast op ons grondvlak proberen te staan, hertgeen het beste ging met een steuntie van een gespan nen lijn, of met behulp van mast of giek. waartegen we konden leunen, hoewel bij het richten toch altijd re kening moest worden gehouden met de capriolen van de trillende boot. richtingloos dwarrelen: neen. doel bewust en strak gericht trek de for matie haar baan over de golven, bcog om een met wilgen begroeid eiland heen en krees langzaam hoogte, waarna de lijn uiteenviel en de vogels, prachtig door de zon beschenen, uit zwermden om. al verder en verder en al kleiner wordend, gehoorzamend aan voor ons onbegrepen wetten, zich weer aaneen te voegen tot een nieuwe fi guur. de klassieke V-vorm. Het was of de zwanen het licht op hun vleugels van ons wegdroegen, want nadat zii als kleine dansende vlekken in het landschap waren ver dwenen. was de kortstondige triomf van de zon alweer overschaduwd door een nieuwe najaarsbui. die met gie rende vlagen kwam aandaveren. Daar was echter ook het jachtha- ventje al weer. dit met een enkel lichtje door de snel aandrijvende sohemer naar ons wenkte. Maar nog vóór de man aan het roer de veilige ligplaats had kunnen kiezen, kwam de razende wind al over de rietwallen En er was zoveel te zien! En zo on beschrijfelijk mooi was de wereld om ons heen! De rusteloze watervlakte, waarover een scherpe wind de golven kruifde en waarboven een titanen strijd werd gevoerd tussen Jagende wolkenmassa's en het oranjegele zon licht. dat zich uit de loodgrijze om klemming trachtte los te wringen. Tegen dat hemelhoge decor van grijs en blauw en brandend geel verschenen als ln een reusachtig schimmenspel de silhouetten van voorbijtrekkende vo gels. Zilvermeeuwen en kokmeeuwen, de oude vogels grys en blinkend wit. de jonge van dit laar ln bruingrijs jeugdkleed. De kieviten in prachtige formaties, die voortdurend van beeld veranderden, nu eens in gesloten front optrekkend, oproeiend tegen de wind. dan weer uiteenwervelend tot dunne bewegelijke lijnen, die soms van horizon tot horizon schenen te reiken. Zwenkend op hun weg keerden ze tel kens hun onderzijden naar het licht, honderden figuurtjes, die een ondeel baar ogenblik alle tegelijk opflitsten, alsof ze uit een centraal punt werden bestuurd. Op de ene groep volgde een andere, soms stonden ze ln alle vier windstreken in het hemelvlak gete kend. de kop in de wind. zwijgend, klapwiekend tegen de wind in en hiel den zo onze aandacht gevangen. Ook op de begane grond waren ze. de kie viten. Ze hielden familieréunie in het groot, bij honderden tegeiyk op de wei landen en daar vormden de gekuifde steltlopers koppels die bil elkaar zullen biyven tot de eerste winterkou ze op de vleugels zal drijven voor de lange trektocht langs de Atlantische kusten. Heel anders dan ..de kleften". die de tyd schenen te hebben, gedroegen zich de spreeuwen. Zii hadden haast, ze hadden geen tyd voor gezellig sa- menzyn op een weiland, voort! voort, moesten ze over het vlakke land over rivieren en bergmassief, door Neder land door België en Frankriik en nog verder Dus kwamen ze in dichte for maties ln bliksemende vaart aanrui- sen. soms hoog in de lucht, soms vlak over het water scherend en Heter, zich niet afschrikken door het hoge zeil. dat ver boven de rietranden uit bolde Hun kleine spitsgevleugelde fi guurtjes glipten er over heen en er langs. en Jachten verder over weiden en dijken, om gevolgd te worden door nieuwe groepen, die gedreven door eenzelfde drift, met dezelfde razende vaart hun soortgenoten volgden. TOEN. terwyi het zonlicht, geholpen door een breed over het water vegende wind. zich voor korte tyd wist te bevrijden van de grijpende en tastende wolkenklauwen en zege vierend het vrygekomen terrein ir. bezit nam. toen verschenen ze. neen, ze waren er als by toverslag en plaats ten in het prachtige tafereel hun uitzonderiyk vUegbeeld. De zwanen! Daar hadden we in stilte allen op gewacht. Daarvoor hadden we de ge hele dag de horizon verlangend af gespeurd. En nu waren ze er plotse ling. grote witte vogels, die met lang zame ronde slagen van hun machtige vlerken vlak boven het water een on regelmatige lyn trokken Dertig traat tegen de wind oproeiende blanke lij ven. de hals lang gestrekt, de oranje rode bek. waarboven de donkere knob bel, als een wig naar voren gericht Hun zwygend gestadig voortgaan gaf aan hun onverwachte verschijning iets onwerkeiyks. Ze bewogen hun ge weldige vleugels ongelijk ten opzichte van elkaar, waardoor ze de herinne ring opriepen aan reusachtige sneeuwvlokken, waar de wind onder- speelt. Toch was hun vliegen geen STRAKS stuiven de expresse- treinen, volbeladen met enthousiaste bergliefheb- bers langs de boorden van de eeuwige Ryn, ieder naar zyn „eigen" standplaats, ieder naar zyn .eigen" berg. „Geluksvogels" zyn ze. deze lieden, die straks bruingebrand terugkomen en de armzalige aohterbiyvers nu een stuk vóór zyn: in levenslust, in gezond heid, in lenigheid enln vro lijkheid! Ze hebben ervaren, dat het leven iets Anders inhoudt dan de sleur van alle-dag. dat er nog avontuur en poëzie onder schui len kin: het avontuur van de sport en de poëzie van het berg land. die met volle kracht op hen is afgestormd. t ALOERS zyn we toch wél I een beetje op de gezegenden, J wier beurs het toestaat, er op uit te trekken. Want uit ervaring weten we, hoe de bergen een mens veran deren kunnen. Hoe hy de wereld Anders be ziet. wanneer hy op een paar duizend meter hoogte naar be neden roetsjt of een ry van bergketens rond zich ziet waar geen eind aan schynt te komen. Ge wordt er een moedige held, ge denkt er Alle moeilykheden te kunnen trotseren, ge meent zelfs de ganse aarde met al haar verwikkelingen te overwinnen en gevergeet totaal dat ge in het eigen land maar tot de duizenden miserabele mannetjes behoort, die zich moeizaam van de ene dag in de andere slepen en nau- weiyks de kracht opbrengen, om vóór dag en dauw op het kantoor te zyn Kortom: ge wordt er een mens. zoals ge U aUeen in de droom nog voelen kunt. DE spieren gestaald, het hart bonzend van kracht, het hoofd luchtig als veren van dons, zó komt de winter sportman uit de gebenedijde Oostenrykse of Zwitserse con treien terug. Hy ziet ze hier in Holland voortploeteren in hpn Krum- melig bestaantje. Van regenbui naar regenbui, van kille windvlaag naar kille windvlaag, van modderpoel naar modderpoel. Hij wèèt wat hy ontvangen heeft en wat de „gewone" man moest missen Is het teveel gezegd, dat we iedereen graag een vacantie in de bergen toewensen? Dat kAn nu eenmaal niet. Maar met een plaatje als dit, geven wy de thuisblijvers ten minste de illusie, dat ze héél even midden tussen de bergen en onder de zon zitten. De bergen, die mensen tot athleten maken. De zon, die hen de wereld mild doet zien. Zó mild, dat ze nauwelijks meer begrypen kunnen, hóe hard die wereld voor anderen kAn zyn fantasio gesprongen en smeet met bakken de regen over de boot. waar alles en iedereen in een ommezien glom en droop van het gutsende water. Maar alle hens was aan dek, nat en wel. dus kwam het bokkende paardje toch nog behooriyk in zün stal te recht. En terwijl de elementen boven onze hoofden over het dek raasden, zaten wy veilig en wel in het gezellige ka juitje. waar licht was en warmte, en waar onze „scheepskok" met een pracht van een soep voor de dag kwam. Een uitstekend besluit van een welbestede dag! SJOUKE VAN DER ZEE De 32 marmeren standbeelden van Pruisische leiders op de Berlijnse Siegesallee zlj-n in opdracht van het gemeentebestuur van West-Beriyn in het geheim begraven, ofschoon zy' op bevel van de Geallieerden vernietigd hadden moeten worden, omdat ze symbolen waren van het Duitse rnlltarisme En d^z? geheimt begrafenis is nog wel geschied op het terrein van d. officiële residentie in West-Beriyn vnn pre=ident Hen-:--., het slot Bellevue. Op een m!--tige dag z'Jn ze vier weken geleden onc'e; de grond gestrpt, nadat de politie, die z:ch dus in het complot heeft bevonden, de plek had afgezet Maa- de E r ijnse bladen hebben deze ietwat vreemde zaak onthuld en zelfs de moeite genomen enige van de beelden weer op te graven en te fotograferen.... De stanabrelden, die gedurende meer dan een halve eeuw een grote bol® waardigheid zyr. geweest in de „Tiergarten", werden opgericht op last van Kfic' Wiihe:m II als een soort verheerlyking van de Pruisische militaire macht Er zijn oeraemde persooniykheden onder, zoals de beelden van Fredfrit K Grote, Frederik Wilhelm IV en Pruisische edellieden, die van de Berlijners fcpi" hebben gekregen als ..Luie Otto" en ..Albert de beer" Hun door het weer aangevreten, marmeren koppen zagen ln twee wereldoorlog neer op twee overwinningsparades en de terugkeer van verslagen Duitse legers l' beoben daar gestaan onder ..Kaisers" en nazis en vele er van werden het slK3]' ffer van Geallieerde bombardementen By de Beriyners stonden ze bekend ab peppen" en de m?t bomen ryk beplante S.egesallee was Bcrlyns „laan der E33' Na de eerst"- wereldoorlog werd ook reeds opdracht gegeven voor de Tft.V3' ;ing iin de be-iden maa- pre ider.t Fredrlch Ebert durfde het bevel evenminw e voeren, omdat hij beducht was voor de reactie van de terugkerende D»13 roeper Het einde van de tweede wereldoorlog maakte ook een einde aan de pomp«j allure van de Biegesallee" in Beriyn, die duideiyk herinneringen oproept awj' -■rotr verkeerswegen door Parys Links en rechts onder het geboomte pronkten standbeelden var de Piu s.sche vorsten en edellieden en ln het midden stor.i Overwl.ining57U! Die ;l3al ei nog, maar het verschil „voor" en „na" is *'p' groot De parken terzyde van de Siegesallee" zyn, zoals men ziet, veranderd'3 volkstuintjes' Eenzaam staat er nog de Slegessaule, maar niet langer als troü"13' bool van overwinnende Duitse legers Langzamerhand komt voor hen die het zich ver oorloven kunnen en dat zUn er tegenwoordig weer hèèl watt de tyd van de winter sport. We misgunnen hen dat niet. Immers. wAt is heerlyker dan te bakken onder de stralen de zon. te verdrinken in de geu rende Ozon. de spieren los te gooien op de houten latten van de ski's, te suizen op de bobslee en schaats te ryden op de wals- tonen van een strykje? Dan hoeft ge bovendien maar even rond te kijken en aan alle kanten liggen er de besneeuwde bergtoppen, glanzend onder een blauwe hemel, terwyl er in ons lage land slechts een miezerig vertoon van misselyk makende motregen is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 14