ENMAAL AAN DE SONT. I o SCHOOLSLAG Een Zoeklicht ndergang van de „Brederode" Zaterdag 6 November 1954 EERBETOON AAN WITTE DE WITH „De sleutels van de Sont liggen in het IJ", zo zei men vroeger, en met deze sleutels bedoelde men de oorlogsvloot. De Nederlandse kooplieden uit de 17e eeuw dreven een zeer drukke handel op de I Oostzeelanden en hadden dus direct belang bij een openblijven van de Sont. In omstreeks 1650 kwamen er echter donkere onweerswolken aan de Noordelijke hemel en het begon er op te lijken dat de Zweedse Koning Karei X Gustaaf „het poli tieke evenwicht zou gaan verstoren, ten bate van zichzelf." Onze voorouders sloegen het verloop van de Noorse Oorlog met ongerustheid gade. Als Zv/eden de Oorlog won, zou de Sont gesloten worden. Ondanks de zeer onvriendelijke gezichten der Engelsen en Fransen besloten ze dan ook mee te doen aan de kant van Denemarken. ten zag reikhalzend uit naar onze komst, want hadden de Denen reeds uit Schonen, d.l. n, verdreven, en verschillende Deense eilan- De kastelen Elseneur en Kronenburg, aan van de Sont liggend, werden genomen en zó 9t het een hachelijk avontuur moest worden riste vloot ter wereld, de Zweedse vloot aan )e onder de bescherming van de forten lag ln lelstromende water. vlj hadden de oorlog aan Zweden verklaard en vloot was dus voorbestemd een „onmogelijke te volbrengen. pel van Wassenaar van Obdam. een cavalerie- k huis uit. iemand die nog nooit „zout water pd. zeilde de vloot uit, bestaande uit 35 oor- 4 branders en 28 transportschepen, purde lang De wind was tegen. Admiraal van zijn pleizter wel op! Wat deed hij eigenlijk j Men leefde in die dagen in het Eerste Stad- rijdperk. en na Maarten Harpertszoon Tromp, eld was in de zeeslag bi] Ter Heide, op zijn ip.de Brederodewilde men per sé »zmd admiraal. tsen was Prinsgezind, bovendien een Zeeuw, ith was gehaat by de matrozenMen koos van Obdam. Hy was Staatsgezind. November 1658 kreeg hy de vyand in zicht, te vloot telde meer zeilen dan de onze en bevel van de zeer bekwame Admiraal Wrangel, raartkunde mede in Hollar.d had opgedaan, imste vice-admiraal was Hendrik Gerritsen leeuw van geboorte, had zich in Zweden's en en was wegens zyn grote verdiensten door ierldderd. liraal was die dag door jicht gekweld, doch tn de matrozen zien dat hy. ondanks het voor e element, over grote moed beschikte ti wind het toeliet koerste hy op de vUand Ir dat alleen de grootste koenheid hem de ij bezorgen kon. iraal Witte Cornells Zoon de With voerde aan. op zijn schip de Bredero. De Brcdero It een laffe Admiraal gezien en zou die ook t zien. De Brcdero had Tromp gedragen 1. Op deze dag zou Witte de With met de óse vloot zeilde de Sont in. ondanks ae n het gedonder der kanonnen op de kusten, de With zeilde voorop. Vele malen had hy hoezen als voorhoede-Commandeur. t de forten liet hy onbeantwoord. Met ging het de Sont in. Maar de stroom was t vaarwater nauw. By het overstag gaan van |1 raakten drie oorlogsbodems en een brander a in elkaar verward. Kilde door. wat moest hy ènders? Misschien 'eepsvolk de bodem nog los kunnen kappen. ~u lang duren. Ze zouden zich dan nog by de P kunnen voegen. l«n harde bries en de wind die eerst ongunstig f*as geweest, was een stevige halfwinder schoten de vol-getuigde bodems door de Daar naderde de vyandelijke voorhoede, k ">er hen snel voorbU, <>P groot mogelijke JJanmaat by de lonten had opdracht gekregen f ,e vnren. Het gesehut van de vyandelyke r e rt^htte weinig schade aan. Het smaldeel van With voer door. Toen wisten alle matrozen P wat de bedoeling was van „Dolle Kees". f5 sParen voor het Admiraalschip. Snel voer I op de hoofdmacht aan. Alles moest ving zyn j bfn. De Bredero trilt en siddert als hy il I* T0"e Iaag ceeft- Onmiddellyk daarna. L °ïels d°or zyn want gieren, gaat hy 11 betwist hem de eer. Die nadert snel en _l malc WOfdt het vyandeiyke admiraalschip pan kogels. Het roer Is versplinterd. Sturend »ekt de Admiraal een wykplaats onder net Kronenburg, voor zyn reddeloos geschoten l i e 's de strijd niet afgelopen. Alle schepen f Vuur en roo'c- Het nauwe vaarwater en 1 reuzenelsen aan de bemanning, zy to een overmacht, die bovendien beschermd ncn wn de last. De Bredero wordt aangevallen door drie grote oorlogs bodems. doch haar Commandeur. Witte de With, weet niet van wyken. Te midden van het oorverdovende kanongebulder klinken zyn commando's. Plotseling een gekraak of de wereld vergaat. Eén der drie schepen vliegt in de lucht. Onmiddellyk daarna gaat de tweede aan de haal. De derde, het schip van vice-admiraal Bielkentjern. houdt de stryd vol. Scheepswanden worden versplinterd, zeilen wapperen ln flarden. Terwyi de kanonnen bulderen dryven de schepen, op de snelle stroom, tegen een zandbank. Niemand weet van ophouden. Bielkenstjern krygt ver sterking. Nu De With niet keren kan. wordt hy „op zyn spiegel genomen" en later voor de boeg. Twee uur aaneen veoht hy door. Onophoudelijk dreunen en blaffen de kanonnen op zyn toegetakeld schip, dat elndelyk weer vlot komt. Zal hy alsnog de overwinning behalen? Niemand komt de Bredero te hulp, maar ook de vijan den zyn zwaar gehavend. Opeens.wat is dat? Er gaat een schok door hem en er komt bloed door zyn kleren. Nu Is zyn uie gekomen, hy wéét het. Maar de overwinning moet óók komen. De Bredero kan toch niet overwonnen worden? Zyn benen beginnen te trillen. Hy gaat door de knieën, maar nog zwaait hy zyn slagzwaard en klinken zün bevelen. Direct daarop tuimelt hy In zee. ZUn handen slaan In het yskoude water. De muilen der hel gaan eensklaps open. Kanonskogels dringen de huid van de Brederode binnen onder de wateriyn. Snel zinkt het schip. Vreselyk was de slag in de Sont. Toen de avond kwam weien de Zweden naar Kronenburg. Het heetst had de Admiraal het te verduren gehad, doch hy had, soms tegen zeven vyanden. dapper stand gehouden. Toen hy zich met zyn van alle kanten doorschoten bodem weer by de vloot voegde, voelde de vurigste Oranjeklant een stil ontzag. WIJ verloren de Bredero en nog drie branders. De Zweden zagen vier van hun bodems in de golven verdwynen, drie andere werden prys gemaakt. De volgende dag ontving de ridderiyke Koning Karei X Gustaaf, het lyk van Witte Cornellsz de With. De Koning was in rouwgewaad en omringd door zUn ganse Hof. Met de meest plechtige eerbewyzen werd de dode ontvangen. Weldra zou hij zyn laatste reis ondernemen naar het vaderland. En nu. 300 jaar later, Is de „Brederode" teruggevonden. NS leven zou een vreemde leegte vertonen wanneer de lessen, cursussen en veelsoortige vormen van onder richt, die vrywel zonder uitzon dering onze aandacht en zorg vragen, direct of indirect, plot seling wegvielen. Daarom kan gezegd worden: de polsslag van het leven is voor een groot gedeelte de schoolslag. Rekenen, talenstudie, muziek, sport, ook bybels onderricht, WOORD VAN BEZINNING kan ik zwemmen!" Dat wil niet zeggen, dat je op kunt houden met oefenen, maar het begin is er en dat is nog steeds het halve werk. DE avonddienst in de Hoog landse kerk. vorige Zon dag, onder de titel „De kerk zingt", bewyst. dat de vreedzame maar dikwijls te leurstellende stryd voor het geesteiyk lied niet tevergeefs is. Een verrassend grote schare zong bereidwillig en enthousiast in de slag. door Adriaan Blan- kenstein op sobere wyze aange geven. A vragen oefening, volgens een be paalde methode. Het schoolse element, de da- geiykse of wekeiykse regelmaat van zoveel uren les, het pro gramma van de leergang en de onvermijdelijke exameneisen, ge ven dikwyls het onbehaaglijke gevoel van dwang en onvryheid, maar je moet nu eenmaal de slag van Je beroep of hefhebbery te „pakken" krygen. Het duurt bij de een langer dan by de ander en sommigen moeten het gestelde doel prys- geven. maar telkens komen jon geren of ouderen zo ver. dat zy het werk. waarvoor zy worden opgeleid één kunnen. Zoals een jongen of meisje met een stra lend gezicht thuis komt: „Nu LANGZAAM maar zeker is het duideiyk geworden, dat de oude en nieuwe kerk- Zonder oefening en onderricht biyft deze rijkdom echter een verborgen bezit. Evenals zovele anderen op het gebied van vakkennis, sport en culturele ontwikkeling gestreden hebben en nog steeds stryden, dat het voordeel en de vreugde van deze mogelykheden niet tot enke'.en beperkt biyven, zo heeft ook het kerklied een schare stil le stryders. Zij willen de kracht van het zingen en van de daar in verweven woorden uitdelen en meedelen aan anderen. Het begin is er. Regelmatig zal deze oefening worden voort gezet. „De kerk zingt". Maar het is beslist niet te bedoeling, dat dit feestelijke bedryf tot kerkmen sen beperkt biyft. Deze zang is een eeuwenoude vorm van Evangelieverkondi ging. die opnieuw door leder kan worden ontdekt. Van dwang is geen sprake. Het klassieke, byna vergeten rhyth- me van de kerkzang is een voor velen nog te verborgen gave van God, Zijn ongedwongen en voor ieder bereikbare schooi-slag. P. L SCHOONHEIM Herv. predikant voor het BuitenkeTkeiyk Werk. H. Rijndyk 14a. REIN BROUWER. Wie zal nog beweren dal het leven in militaire dienst zwaar is? In St. Eval in Cornwall nemen de beman ningen van het 22Sste squa dron een taxi waalteer zij van hun hoofdkwartier naar hun vliegtuigen willen gaan. De taxi. een oude Austin uit 1938. is een afgedankt Londens karretje, dat ze voor nog geen 600 gulden konden overnemen. De officieren droegen ieder 30 gulden bemanningsleden betalen wekelijks één gulden voor liet onderhoud. Zo nu en dan wordt c zijn oorspronkelijke doel gebruikt, om namelijk aan het plaatselijk stationnetje een gast af t Foto: Enkele bemanningsleden op weg naar hun vliegtuigen in hun oude „Cab". Dymphna Cu sack en Florence James. .„Maar de goden lachen". Heinemaan/Nederland, 's-Gra- venhage z.j. „Maar de goden lachen", In het Engels of moeten wy In dit geval zeggen in het Australisch, zoals wy ook spreken van het Amerikaans? „Come in spinner" geheten, een boek dat de prys van duizend pond heeft gekregen, die de Sydney Dally Telegraph Jaarlyks uitlooft, Is ty pisch wat men ..een sterke roman" noemt. Het is de levensbeschryving van enige Jonge mannen en meisjes, die in de oorlogstijd in hun land vechten voor de waarden van hun bestaan waar den. die door de oorlogstoestand en door de gebeurtenissen na de vorige wereldoorlog op losse schroeven zyn komen tc staan enerajds en van de geruste, zelverzekerde. gefortuneerde arrivé's anderzyds. Dat de conflicten zich hoofdzakelyk afspelen tussen het vrouweiyk gedeelte van de eerste groep en het mannelijk gedeelte van de laat ste is. gezien het feit dat de Jonge Australiërs grotendeels buitenlands zyn, begTypeiyk. Deze conflicten groeperen zloh ln hoofdzaak om de directrice en de as sistenten van de schoonheidssalon. Marie-Antoinette, die weer een onder deel vormt van het grote South Pa. - fic Hotel. l OP DE BOEKENMARKT) deze samenwerking de mensen- chaos in factoren ontleed en een byna adembenemende reeks van meer of minder dramatische gebeurtenissen onder de schynwerper van haar ta lent geplaatst. Het element van de Amerikaanse soldaten, die hun verlof in Sydney doorbrengen, heeft de oor- spronkeiyke samenleving van de stad in onrust en verwarring gebracht, zo wel sociaal als economisch. Ongure elementen trachten hun slag te slaan en leveren gevaar op voor onschuldige meisjes en andere niet sterk in hun schoenen staande lieden. De Austra liërs zelf voelen zich ten achter ge steld by de bar- en vrouwenverove- rende Amerikanen. Eenzame vrouwen komen tot de ontdekking dat de ja renlange trouw aan een echtgenoot, die nauweiyks meer lets van zich laat horen, teleurstellend ls. Kortom, het zyn de problemen van elk land in oor- logstyd, maar dan geplaatst in een land, dat weinigen kennen. Met smaak laten de schrUfsters echter vele zaken weer op hun poot jes terecht komen, evenwel niet. en dit ook weer met smaak, zonder ge wezen te hebben op de werkeiyke waarden van het leven. De vertaling getuigt van zeer vee! goede wil. echter ook van niet genoeg kennis van zaken. Felix Salten. „Wondere Kleine wereld". Zuid-Hollandse Uitge versmij - Den Haag. z.j. Indien my niet bekend was. dat de Bambi-verhalen van deze auteur een groot lezerspubliek veroverd hebben, zou ik dit boek onbesproken laten pas seren. In verband daarmee echter. wil ik een staaltje geven van hetgeen de lezer in dit boek te wachten staat. Wat hier volgt, is een samenspraak tussen de hengst. Duivel, de koe. Lieze en de merrie. Hex. naar aanleiding van een aanval op de ezel, Manni, door de hengst. „Een stenende?" De hengst verloor alle zelfbeheersing, „jy ellendige melk- geefster. ik zou je graag!" Hy sloeg uit. zodat de tussenwand er van kraakte. „Je zou my graag ook vermoorden, hè?" gromde de koe. „zoals je hem vermoord hebt! Alleen ben Ik niet zo weerloos als die arme grilze. Probeer het. dan zullen we zien, wie van ons beiden „Neen! Neen!" De hengst steunde „Neen, ik zal je niets doen. Vergeef me. Niemand zal ik meer kwaad doen! Niemand! En de gryze heb ik toch niet vermoordheb hem toch niet opzetteiyk geraakt, geloof me tochl Niet opzettelijk „Jouw dwaze lust oir. gelijk te heb ben was de schuld! Jouw domme woeste onstuimigheid," bromde de koe. „Maak nu toch geen ruzie," smeekte de merrie. „Zeker niet." mompelde de hengst. „Geen ruzie, hè moeder?" „Accoord." loeide de koe zacht." maar ik moet voor myn mening mo gen uitkomenEn even verder. Nog voor Duivel kon antwoorden, stortte Manni op de pond. Ontzet sprongen allen toe en gingen om hem heen staan Tot verbazing van iedereen klonk Mannl's heldere stem: „Ziek? O nee! Alles wordt zo licht, zo heeriyk licht. Een dergelyke ysbaarlyke kitsch ben ik maar zelden tegengekomen. Piet Worm. „De drie paardjes"- Van Holkema en Warendorf, Amsterdam, z.j. In verband met de feestdagen, die in aantocht zyn. ls het nuttig een al leraardigst boek voor de peuters te signaleren, van een hoogst ultzonder- lyk formaat. De tekenaar. Piet Worm. die al eer der en met groot succes, boeken voor kinderen heeft samengesteld „Een emmertje water" heeft zyn nieuw ste creatie een lengte gegeven van 45 cm bi) een breedte van 19 cm. wat een heel frappant effect teweeg brengt De drie paardjes zelf zyn van een aan- doenlyke koddigheid en de grote pla ten van de stad en de ontvangst op het stadhuis van een charmante kleu rige levendigheid. Een grappige vondst is het om de tekenaar zelf ln het ver haal te betrekken. „De drie paardjes" zullen vervolgen krygen en maken hun entrée tegeiyk in Nederland, Canada en Amerika. CLARA EGGINK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 11