Aan de haven verdween Marseille's kasbah OOK DIT IS „SPORT' EEN SCHOUDERDOEK, WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCII DAGBLAD - ZATERDAG 21 AUGUSTUS - PAGINA 4 FLATGEBOUW MET EIGEN „PERSOONLIJKHEID" (Van een bijzondere medewerker) limmy Guieu praat driemaal in de week in de Marseillaanse studio van Radio Monte Carlo over vliegende schotels, die uit een ander zonnestelsel komen en waarvan de bemanningen de situatie op aarde nauwlettend in het oog houden om in te kunnen grijpen zodra het nodig is. Zodra wij aardse dwazen, met de door ons ontketende krachten het evenwicht in het heelal dreigen te verstoren. Jimmy schrijft romans en reportages over ruimteschepen, reizen door het heelal, tussenstations op de maan of mars en daarbij baseert hij zich soms op wat voor hem reeds realiteit is. Franse kranten hebben hem een „visionnaire" genoemd. Hij woont met vrouw en kind in een gemoedelijk land huis aan de noordrand van Marseille. Met deze enkele, vage schetslijnen van de 29-jarige sympathieke en intelligente Jimmy Guieu wil ik slechts aanduiden, dat hij tot de honderdduizenden Marseillanen behoort, die hard werken, een degelijk familie leven leiden en geen enkele behoefte of aanleiding hebben zich met het gangsterdom te bemoeien. Omdat ze in andere dingen zijn geïnteresseerd. Tussen hen en de onderwereld is geen enkel raakvlak en zo zei Jimmy tegen me, terwijl we een partijtje boule speelden op een open plek in zijn moestuin: „Krijg door je kennismaking met de dreiging van het milieu" geen verkeerde indruk van mijn stad. Voor mij is Marseille niet luguber. Ik hou van het vibrerende leven hier, van het altijd boeiende contact met de zee, van de Marseillaan, die de Parijse esprit mist, maar die er een smeuige vriendelijkheid voor in de plaats geeft. De onderwereld is slechts één facet van Marseille". Hij had gelijk deze Jlmmy Guieu. Het ware Amsterdam vind je tenslotte ook niet 's avonds om elf uur op de Nieuwendijk of bij de schemerlampjes van de O.Z. Achterburgwal. Dat zijn de inderdaad reële aspecten van de zelfkant van een grote stad. Meer niet. MOOI. ONDANKS DREIGING Daarom wil ik na mijn vorige im pressies de balans toch nog wat in evenwicht brengen door oprecht te vertellen, dat ik Marseille ondanks de dreiging der gangster-terreur een levendige en soms ook wel mooie stad vindt. Zonder twijfel: de oude haven, die reeds enige malen door mij genoemde „vieux port" met zijn honderden vis sersbootjes en jachten is de kern van alle charme. Dat machtige bassin, waarop alle grote wegen van de stad uitmonden. Er lopen op de kaden prachtige types uit de ganse wereld, zeelieden en toeristen; er zijn tientallen heerlijke eethuizen en kroegjes, visvrouwen die op de plecht van haar scheepje onver moeibaar en met zuidelijke bravour haar waar offreren en aan de Noord zijde is er op de achtergrond dat prachtige décor van de heuvel met de basiliek van Notre Dame de la Garde, dat het vooral in een vroege nevel zo bijzonder goed doet. Ge kunt aan drie kanten van die grote haven- kuip flaneren, ook 's avonds en ook aan de Zuidkant, nu er grandioze blanke flatkastelen verrijzen op de plaats waar eens het meest gore en meest gevaarlijke woonkwartier ter wereld stond. Maar tevens het schilderachtig ste en merkwaardigste stuk Marseille. De Duitsers maakten die doolhof van sloppen, sombere vervallen huizen en onderaardse gangen met de grond ge lijk. dat domein van misdadigers, prostitué's. en zielige armoedzaaiers. Tienduizenden mensen, opgepropt op hooguit drie hectaren, raakten er hun krotten door kwijt. MODERNE FLATS Nu zijn er in diezelfde havenhoek 1600 flats in aanbouw, waarin mensen uit de zeer gegoede middenstand zul len gaan wonen en genieten van de uitkijk op een van Europa's levendig ste binnenhavens. En nu ik dan over flats-die-de- aandacht-trekken spreek, springen mijn gedachten bijna automatisch enkele kilometers naar het Noorden, naar het meest geprezen en becriti- seerde woongebouw van Frankrijk, naar dat wonderlijke experiment van Le Corbusler, waarin 1400 mensen, volgens belofte van de ontwerper, zon, comfort en geluk kunnen vinden. Deze opzienbarende „Unité d'habita- tion", deze „wooneenheid", aan de luxueuze Boulevard Michelet, Mar seille's uitlaatklep op de Rivièra is nu bijna twee jaar in gebruik. Nog kort dus, en daarom verwonderde het me, dat de „achtertuin" nog steeds geken merkt wordt door met onkruid be groeide zandheuvels, dat het ijzerwerk in het gebouw veelal roestig en verve loos is en dat het beton en bijna alles is beton er met zijn gaten en goorgrijze kleur oud en slordig uitziet. In negatieve zin merk ik verder op. dat de gangen, waarin slechts de door minuscule lampjes beschenen groene, gele en rode deuren oplicnten in het droevige duister, me deden denken aan een lugubere kermisattractie. f40.000 PER FLAT Elke flat heeft een kleine veertig duizend gulden gekost, maar de be woners hebben dan ook een heerlijk balcon vóór en een verdieping hoger een dito geval achter; ze hebben een keukentje en een trap in de huis kamer; er is een slaapkamer voor de ouders, die een directe lucht- en geluid-gemeenschap met de huiska mer heeft en er zijn kinderkamers smal en lang als brandgangen. Elke dag komen honderden nieuws gierigen Le Corbusiers creatie bekij ken - voor dat doel is speciaal een flatje vrijgehouden. Een goed geklede, doch wel looien accepterende meneer leidt hen rond en deze lusteloze gids vertelt, dat de huur zesduizend francs per maand bedraagt. Ruim zestig gul den per flat dus en dat lijkt niet zo veel. Maar van enkele bewoners ver nam ik later, dat ze nóg eens zesdui zend francs per maand moeten betalen voor de lift (de snelste van Europa», DE EERLIJKHEID gebiedt me te zeggen dat ik géén sport- maniak ben. De tijd, dat ik me voor voetbal uitslagen interesseerde met de neus plat op de ruit van het siga renwinkeltje om de hoek of zelf ook de bal liet tollen, dateert uit de jaren, toen er nog maar vier eer ste kfascompetities waren: lang, is dat geleden Toen was het voetbalgedoe nog overzienbaar: sindsdien zijn er zó veel competities, met zóveel namen van verenigingen bijgekomen, dat ik t opgegeven heb er wijs uit te worden. En bovendien: wat zéggen me al die jongens uit het hoge Noorden, het verre Zuiden nog. Het zijn er zó veel en ze wisselen voortdurend. Vroeger had je tenminste hou vast: een naam als Kessler. Feith, Gobel. Thomee of De Korver duur de ..jaren1' en Je wist. wat Je aan ze hid. Nu is 't ieder ogenblik wat nieuws: heus, ik kan dat niet meer bij houden. DE ENIGE sporten, die me nog wat zeggen, zijn biljarten en bergklimmen. Niet dat lk zélf biljart, maar ik kijk er dikwijls naar. als enkele rienden van mij zich op het groene laken werpen. Dan krijg je er op den duur ook wel notie van: ik weet nu theoretisch althans precies hoe je een carambole of supercarambole over de losse band moet maken. Wat mij bij dit spel ook opvalt, is dat er altijd een soort „administrateur" bij te pas komt. die het minstens even in- spannand heeft als de biljarters zelf: hij moet namelijk met wis kunstige zekerheid de standen bij houden. met kruisjes en cijfers en hokjes en vakjes. Heus. dat Is werk waar géén boek houder het tegen op nemen kan! Als de spanning ten top gestegen is ook door het „rondje" dat er wel eens aan vastgeknoopt zit is het voor de toeschouwer zaak z'n mond te houden. Ze zouden an ders met hun queues op je los kra nen stormen. Zó ver laat geen verstandig kij ker het ooit komen: hij heeft ai lang geleerd, dat het wils is met geen biljarter in d'_ u e te t e- den. over de politiek of wat anders te gaan praten, zol-r.g hij nog in volle actie is: nee. biljart is biljart en daarmee basta. Iets dat daar buiten valt, is er niet bij MAAR nü het bergklimmen. Daaraan doe ik zélf. als lk er de geringe kans toe krijg, nog wel een stapje mee. Ik herinner me heel wat acht urige werkdagen, waarin dat klim men de enige arbeid was. Acht uren lopen en klimmen is in de hoge lucht een peuleschil, zelfs voor degeen. die in de lage lucht na een halfuur wandelen amechtig is. MaarJe moet er op geprepa reerd zijn. Van te voren niet te veel eten. want met een zware maag is het kwaad kersen eten. en dan goed in de spullen zitten. Lichte. luchtige kledij, maar toch wat warms bil de hand voor als je in de koude luchtlaag komt, goede bergschoenen. voldoende touw. een pickel en een ruime rug zak, waarin je alles stoppen kunt wat voor de klimmerij noodzake lijk Is. En dan naar boven: met of zon der gids, tot je op het bovenste puntje staat, om dan weer af te zakken naar meer normale oorden. Ach: wat er nu precies achter zit. waarom een bergklimmer niet tevreden is. voordat hij ergens is aangeland, waar niets meer boven ligt en alleen maar de hemel en diep beneden een Lilliput-dorpje ziet. daarover breek lk 't hoofd niet. Psychiaters hebben er diepzinnige verklaringen voor opheffen van minderwaardigheidscomplex en zo maar ik geef U de verzekering: niets is heerlijker, meer ontspan nend. niets is opheffender.dan ein delijk naast 't allerhoogste kruis te zitten en er een hard broodje met een gekookt ei of een klontje sui ker op te peuzelen en de veldfles voor een slok thee met rhum te ontkurken. En dan maar genieten van al het wijde in 't rond en de mieze rige wereld daar diep omlaag laten voor wat zij is. VOOR het zover is. moet er heel wat gebeuren. Ge ziet 't aan deze Jongedame, die naar boven klautert op een manier, waarover ge de neus kunt optrekken. Maar dat komt dan. omdat ge geen notie hebt. hoe heerlijk hei is alle obstakels te overwinnen, die op de weg naar boven opgestapeld liggen. Dat nu is voor mij dè „sport der sporten Zi) speelt zich niet af op het .groene laken" maar op de een zame, witte gletcher of de winde rige. kale rots. en heeft voor de afwisseling zijn speciale charme. En gecompliceerde competitie- standen of netelige boekhoudkun dige staatjes komen er niet aan te pas. Wat óók een voordeel is! FANTASIO. De beroemde schepping van Le Corbusier aan de voorzijde ges verwarming, daktuin met zwembadje en andere lasten. Ge merkt lezers, dat deze enorme „wooneenheid" op de naargeestige be tonnen paal-voetstukken (waar het gemeen tussen door tocht» en met zijn deprimerende grauw? hal me bij eer ste kennismaking niet in alle opzich ten bekoorde. En toch was ik gans niet verbaasd te horen, dat alle appar tementen bezet zijn en dat gelijk een bescheiden enquête me aantoonde, da bewoners merendeels tevreden zijn. Want dit gebouw heeft ook veel dat de mens blij maakt. EIGEN STIJL De daktuin met het grandioze uit zicht op Marseille, het comfort bin nenskamers. de lift, het theater in huls, dat alles is wellicht prettig, maar de hoofdzaak zou voor mij toch z|jn, dat dit een bouwverk- met-karakter is. Geen stom geest loos bakbeest met kamertjes, zoals er helaas in Nederland ontelbare wor den neergezet. Geen fanüsldJ huis-in-de-rij. maar een .jndinftfl met heel eigen vorm en kleur. En bij dat laatste denk lk in J mistisehe zin aan die heerliike voïjT vel. die imponerende en toch v raat met zijn honderden in kleuren geschilderde balconvlak Wil zijn bezig ons land te ver;i gen met zielloze eenheidsbouw, de verwording tot massamens al hand werkt. En wanneer «ij r-> f weg vinden naar e?n modeme met eigen karakter zullen wij se ons huis slechts via straatnaam nummer terug kunnen vinden. Le Corbusiers schepping in Min le heeft zeker zwakke punten til was razend duur (de staat h«li f procent der aandelen), m: monieert in elk geval mei de gedachte, dat de mens goed (I te wonen in een huis met lijkheid". Spiegeltje, spiegeltje aan de mtnili DIE ANDERS IS DAN ANDERE.I Parijs, Augustus 1"-:1 Soms - zelfs in deze zomer - schijnt de zon. Ge zit in de - of op het terras, waar de wind toch af en toe aan zijn t herinnert. Het is niet onverdeeld warm Het is een van die vele dagen, dat de zon, zoals zo vaat dj seizoen, verstek laat gaan; het is buiten en binnen riller. n »::-! Ook al verjaagt een smeulend vuurtje de kilte uit één karei in de rest van het huis voelt ge U beslist onbehaaglijk. - Nauwelijks heeft de zon zich, na één van die warme, eci zomerse dagen, achter de horizon teruggetrokken, of e r c*.:J merse kilte trekt over het land. Buiten en binnen daal: temperatuur Wat kunt ge in al die gevallen beter gebruiken dar. s schoudersiaal, dat attribuut, dat niet alleen modieus en Hall? is, maar bovendien tot de waarlijk practische stukken van i uitzet behoort? Indi?n ge zo'n schouderblok niet en kel en alleen draagt omdat hij prac- tisch is, dan besteedt ge aan het ui terlijk van die accessoire natuurlijk de nodige zorg. Ge kunt met dergelijk modern toe behoren enorm veel effect bereiken, wanneer ge kleur, vorm en materiaal met overleg kiest. De stof kan precies dezelfde zijn als die van rok of tail leur. De kleur kan in fel contrast zijn met di? van de japon, waarbij de sjaal het complement 1: Effen materiaal te evengoed te gebruiken als gepatro neerd. En ge hebt de keus u.t de lang- te»Deze band draagt 3311 v ten een knoopsgat en kan me: J van een paar mooie» mancsf^l cm de arm als manchet .vor:s:« ten. Bovendien kunnen de be-* einden van d?ze sjaal, ter varml een of twee manchetknopen juB elkaar worden bevestigd en «f gesloten stola kan op verse manieren om de schouder: *3» drapeerd. Voor dit mode) meter jersey van 160 cenuW"! te nodig. P De tweede schouderdoek 1>JJ de punt lichtelijk afgeronde c werpige stola, de dri?hoeksjaal en de halfronde sjaal, alsook uit de vlerkan te. de ronde en de ovale schouderdoek, die langs de diagonaal, respectievelijk de middellijn worden dubbelgevouwen Op het thema schoudersjaals wor den talloze variaties gemaakt. Twee van de eenvoudigste leggen we U voor Als eerste e?n moderne versie van de klassieke stool. Het is een vrij Korte, langwerpige sjaal (135 a 14o cm lang en 60 cm breed', die aar, de uiteinden ineengenmpeld is op een 4 centimeter brede, dubbele band (van 33 cm. leng- sjaal, die voorzien is van t'l de sjaalkraag en ó;e J met franje van smyrna»;' - kleur Deze gezellig? dock -v mogelijkheden, die niet alKjl hij kan worden gemaakt lJ-l of donkerblauw) laken J badstof in de genoemde ten Dit model vergt, w 1 dige smyrnawol, een dubbelbrede s;of, du - meier 40 van 140 cm I iets mindere stofbreedte, ner metrage.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 10