■ar 1 31 [J 1 Vt M IV no n L r 5 1IJI 1 s tl M Graaf De Morny's afscheid v VLAG EN KANSEL w Een Zoeklicht Waarom luisterde men niet naar hem?... 2e Jaargang No. 25 Zaterdag 19 Juni 1954 Bewogen Leven LXXVII De stilte werd tastbaar, toen Graaf de Momy de woorden sprak: „Mijne Heren, ge begrijpt natuurlijk wel, dat we allen in deze nacht onze huid zullen wagen." De operatie Rubicon sloot op papier als een bus. Maar wat op papier staat is theorie- Lodewijk Napoleon voelde eensklaps een duizeling door zich gaan, hij had bij de Republiek gezworen, hij speelde met vuur. Bijna belachelijk stond hij daar temidden van de vastbeslotenen. Hij moest wat zeggen, hij moest de stilte verbreken: „Ik heb het volle vertrouwen in het gelukkig eindresultaatik draag altijd een ring aan mijn vinger, die mijn moeder mij eens gaf en waarin een steen zit die het inschrift draagt: „Hoop". 1 Waren dit woorden van een man? Waren dit de woorden die gesproken moesten worden in het uur waarop men een regering omver wilde werpen? Wat zou het? Deze Lodewijk Napoleon was toch maar een 6troman? Ieder die daar in zijn kabinet stond op dit uur had toch alleen maar het vaste voornemen om via deze Lodewijk Napoleon zijn éigen doel te bereiken? Hun namen stonden al groot en deftig op het drukwerk. De Momy zou minister van Binnenlandse Zaken worden. Zij gaven elkaar een stevige hand. Deze mensen wisten dat ze het alleen samen konden bereiken. Een ieder zou zich stipt moeten houden aan zijn taak in de operatie Rubicon. Men ging uiteen. De duisternis ontfermde zich over hen en in de duisternis werkten allen in een razend tempo. De belangrijkste figuur in de operatie Rubicon was De Momy. Vriendelijk en beminnelijk ging hij zijn weg. Liet gevaarlijke tegenstanders gevangen nemen, gaf orders aan de politie: ging in de vroege morgen naar de minister van Binnenlandse Zaken om hem te zeggen, dat het hem zo vreselijk speet hem mede te moeten delen dat hu ontslagen was. HU, De Momy, zou zijn functie overnemen. EEN grote troepenmacht werd naar Parijs gedirigeerd, de staat van beleg werd voor de hoofdstad afgekon digd. Toen de Parijzenaars 's morgens hun woningen verlieten, konden ze lezen, dat de president de Kamers ontbonden had, en het algemeen kiesrecht weer had Ingevoerd. De operatie Rubicon gelukte, dank zij het volk. Want toen dit begreep wat er gebeurd was. juchten velen. Nog altijd was de corruptie en het ijdel geklap van woorden onder de afgevaardigden der Kamers groot en daarom keurden zij het goed. dat de afgevaardigden verslagen werden. Frankrijk was overrompeld. Marianne was geschaakt. Ten koste an meer bloed en tranen dan menigeen weet. De afgevaardigden en hun aanhang gaven zich zo maar niet gewonnen. De aanhan gers der Bourbons en de verstokte Republikeinen be grepen best waar het heen zou gaan als men de nieuwe machthebbers niet bestreed. Hard en hardvochtig is in alle eeuwen de strijd om de tnacht geweest. Duizenden stierven tengevolge van deze staatsgreep doord° droge guillotineCayenne. DE volgende dag reed de president te paard van het Elysée naar de beroemde Place de la Concorde. Vlak achter hem was het geklik van honderden paarden hoeven. Generaals in schitterende uniformen reden achter hem en de ganse weg was afgezet door cavalerie uit Versailles. De paarden briesten, hun adem cirkelde in de heldere winterlucht. Duizenden stroomden toe. Er gebeurd» weer eens iels groots in Parijs. Wie reed daar vlak achter de president op een wit paard? Wie was dat? £en golf van ontroering ging door de menigte. Dat was Napoleon toch niet? Dat was hij toch niet, die hen eens naar grote overwinningen had gevoerd en nog groter aanzien? Het was een Napoleon liet was de bloedeigen broer van de Keizer, van hun Keizer zelf, het was Koning Jerome. Koning Jerome leefde nog en hjj zat net zo te paard als de kleine Korporaal: kaars recht zat hij. Hij was ouder geworden, hjj was rustig en hü glimlachte tegen allen. Het volk vergat zichzelf. Het schreeuwde: Leve de Kei zer! Leve de Keizer! De winterlucht was er plotseling vol van. Over de place de la Concorde schalde het opnieuw, nu aangeheven door soldaten: „Leve de Keizer!" DE president voelde een kieteling door zijn kuiten gaan. Groot was de dag. Hij wendde zijn paard en toen ging de stoet naarde Tuilerieën. Hu liet de hekken openzetten en toentoen beging hij de vergis sing van zijn levenHij gaf zijn paard de sporen en dreef het aan tot een snelle galop. De mensen zagen het en dachten dat hij het paleis wilde bestormen. Sneller dan hij was de oude Koning op het witte paard. In een oogwenk was hij naast hem en zijn stem klonk streng: „Niet zo haastig, Louis". De president kreeg zün bezinning weer. HU begreep, dat zün overmoed slechts een vlucht was geweest. Levens- gevaarlijk had hü gehandeld. Slechts als het volk hem de Vaardigheid van Keizer schonk zou hü veilig zün. Indien I hij plompverloren, ten aanschouwe van zün eigen volk I de Tuilerieën had bestormd, zou hü vanaf deze dag een machtswellusteling zijn. iemand die het volk misbruikt ten bate van zichzelf. Hü wendde de teugel en reed stapvoets terug naar de Place de la Concorde. Een groep arbeiders verbrak het cordon. ZU voelden instinctief wat er gebeuren ging. zy hadden genoeg van Koningen en Keizers. In hun harten cn hoofden spookten de luchtkastelen van een nieuwe Haatschappü. Een maatschappü. die niets meer met de Oude gemeen zou hebben, waarin geen armoede meer was en ook geen honger. Zo'n maatschappü zou er volgens hen nooit kunnen komen als er Koningen en Keizers waren. „„Leve de Republiek", riepen zij. Even hing er een vreselijke spanning, toen schreeuwden de soldaten mee op bevel van hogerhand „Leve de Republiek Te laat. Er klonk een schot. Het schot dat altüd weer klinkt als de lucht zo geladen is en dat in feite geen hand afvuurt. De ondraaglijke spanning doel het. En het wordt gevolgd door honderden schoten Twee dagen duurde de strijd. Weer werden er barricades opgeworpen in Parijs. Weer vochten er duizenden voor een nieuwe wereld waarvan niemand een duidelijk beeld had, doch de wereld moest immers veranderen? De Morny is de opstand snel de baas geworden. HIJ ging zün politieke grootheid tegemoet. Doch over zün leven bleef een schaduw. Want ondanks de grote verdiensten, die hü zün halfbroer bewees, bleef die voor hem de Keizer. „Mon cher Empereur". zo begonnen zün brieven aan zijn naaste verwant. Is dat niet altüd het lot der bastaards? Na enige jaren werd hü gezant voor Frankrük aan het Russische Hof. Daar in Petersburg, spreidde hü een glans ten toon, zoals niemand voor hem. En weldra wist hü zich door zün handigheid en ervaring in staatszaken, in de gunst van de Keizer. Geen gemakkelijke verovering voorwaar, want in de Krimoorlog, die pas geëindigd was, was het tussen Frankrijk en Rusland hard om hard gegaan. Doch De Morny liet niet af en hü probeerde beide vorsten ervan te doordringen dat hun volkeren van nature bondgenoten waren. Van Sint Petersburg uit wees hü zün Keizer voort durend op het Duitse gevaar. „De Duitsers haten ons, pas op voor hen. Begin geen slecht voorbereide oorlog. Pruisen is sterk. Pruisen zal U in de Rijn werpen Sire, als U met de aanval begint." Nooit heeft een dienaar zün meester beter geraden. In Duitsland leefde nog werkelijk de haat tegen Frankrük. Napoleon had immers veel Duitse staten, met name Pruisen, zo diep vernederd. Pruisen, dat nog de leger- organisatie van de Oude Fritz had, had zün macht zien wegblazen uit Europadoor Napoleon, de Corsicaan. De Morny ontmoette aan het Russische Hof een zeer Jonge en charmante vrouw. Sophie Trobetskol heette ze. Toen zij, nadat ze eikaars hart hadden gepeild, besloten in het huwelük te treden, kwam plotseling van achter de horizon het gruwelüke monster, dat hun geluk verwoesten wilde. Graaf De Morny was een onecht kind. Met zo iemand kan toch geen dame trouwen, die aan het Rus sische Hof verkeert! De Csaar. hoezeer hü ook gesteld was op de Staatsman De Morny, die zoveel gedaan had voor een betere ver houding tussen de twee landen, kon zo'n huwelük niet goedkeuren. Wat moesten ze nu, deze twee mensenkinderen, die het gevoel hadden voor elkaar geschapen te zün? De een met zuiver bloed en de ander met onzuiver? De jonge vorstin Trobetskol wist dat de Csaar een heilig respect had voor zün vader, Nicolaas I. Wel, en Nico- laas I had zeer van de jonge Sophie gehouden. Met vaderlijke gevoelens was hij ten opzichte van haar be zield geweest. Stroomde ook niet In haar aderen het bloed der Romanovs? TEGEN de fraai gebeeld houwde preekstoel van de Pieterskerk hebben solda ten en officieren van het Leger des Heils hun vaandel geplaatst. Hi»r wordt immers het af scheid gevierd van hun plaatse lijke commandant, die met zijn vrouw en kinderen naar Zuid- Afrika vertrekt. Zü zullen daar samen een niet gemakkelüke post in het zendingswerk be zetten. Meen echter niet. dat de druk van het afscheid en de span ning over het nieuwe werk. in een geheel nieuwe omgeving, deze samenkomst overheersen. Neen. dit afscheid wordt „ge vierd". Het is een boeiend en onvergetelijk feest. WOORD VAN BEZINNING letterlük en figuurlük. in een zaal van het Leger des Heils met passen Daar spreekt men vanaf een platvorm, waarop te vens muzikanten, zangers, alle mannen ên vrouwen, die een bijdrage leveren in het sobere, maar sterk persoonlilk getinte programma van de getuigenis samenkomst, een plaats vinder- Maar ook de kansel biyve staan. Zoek ongestoord naar de schatten van kerkdienst, predi king. liturgie, gebed, zingen. Maak evenmin bezwaar, dat in een „gewone" dienst, op Zon dagmorgen. in de kerk naast of vóór de kansel, of elders, een platform staat opgesteld Laat in een dergelijke „gewone- dienst de Hohe Messe of een ander werk uit de kerkmuziek worden gezongen Speel op dat platform een bijbels spel. Ook dat zijn legitieme vormen van prediking. Laat op regelmatige tijden uit alle kerken, uit Leger des Heils. met muziek en vaandels, ook andere groeperingen, georgani seerde en niet-georganiseerde WIJ ZINGEN strijdvaardige liederen. De innerlüke blijdschap, getuigen van Jezus Christus te mogen zijn- correspondeert geheel met de statige, vrolijke muziek van het Indrukwekkende orgel. De toespraken van Leger des Heils-functionarlssen. van col lega's en vrienden, staan in de zelfde blüde. bemoedigende toon. Dat is geen opgeschroefd op timisme, geen theatrale woor denstroom. De energieke een voud, de ongekunstelde over tuiging van een Heilsoldaat kan geen „spel" zijn. Een christen, die christen IS, met of zonder uniform, binnen of buiten een bepaalde kerk, staat onder de bevelen van Hem die de een voud en de overtuiging Zelf is: Jezus Christus! ONDERTUSSEN staat daar die vlag tegen de kansel. Dat lijkt een onmogelijke combinatie Een dergelüke mo numentale kansel zou immers, De kansel laat slechts ruimte voor eén man ja. een man, want de vrouw op de kansel blüft nog steeds een uitzonde ring! Hoe lang nog? De „gewone" kerkdienst heeft ongetwijfeld vele onverganke lijke schatten uit het verleden bewaard. Wie ze kent. wil ze voor niets ter wereld misser- Maar zij liggen voor tallozen te diep verborgen De stfjl van de kerkdienst is velen te steil. De liturgie ligt voor hen in een vreemde, onbereikbare wereld. De man op de kansel stéét hoog en spréékt hoog Wanneer hij „omlaag" probeert te komen, wordt hij in vele gevallen plat vloers. Uitzonderingen bevesti gen ook deze regel. Moet de VLAG voor de kansel wüken, of omge keerd' De vlag kan daar rustig blij ven. Dat heeft de samenkomst van enkele dagen geleden be wezen. Het moest veel meer ge beuren! jeugd, ouderen van alle beroe pen, partijen of „geloven", samenstromen in de kerk, zodat het „schip" en het koor, de zij gangen en de banken, met het platform, vol zün. Doe dat niet uit zucht naar sensatie, gedreven door de koorts van „grootscheeps" en „massaal die als een epidemie rondgaat. De Heer van de eenvoud, Jezus, die niet de abstracte massa maar de concrete enke ling U en mü en de ander zoekt, zet met groot geduld beide naast elkaar: Kerk en Leger des Heils. Leger des Heils en Kerk, kansel en vlag, vlag en kansel. P. L. SCHOONHEIM, Predikant voor Büzonder Kerkewerk van de Her vormde Gemeente Leiden, Hoge Rijndük 14a. De Keizer gaf toe. Per slot was De Morny niet iedereen en Sophie uiteindelijk maar een hofdame. Zijn halfzus ter, naar men zei. Hü zou er niet langer bij stil blüvcn staan. WELDRA vertrok De Morny met zijn mooie vorstin naar Parüs. om haar daar >n de salons voor te stellen. Sophie was zelfs koel tegenover de Keizerin. Wie was per slot ook deze Eugenie de Montijo? Wat had zü meegebracht ten huwelük? Geen land. geen geld, geen sieraden en nog minder her sens. Nee, Sophie vond alleen maar belangrük wat aan het Russische Hof gebeurde. Daardoor kwam Auguste in grote mocllükheden. die hü gelaten droeg. Hü moest nog meer gelaten dragen, hü moest zélf het huishouden doen. want zun vrouw voelde er niet voor. Elke dag opnieuw overlegde hü trouw met zijn kok. Door al dit gedoe werd Auguste overspannen. HU werkte ook zo hard. Toch viel hem nog een groot geluk te beurt. Op een dag namelük moest hü de Keizer en de Keizerin ontvangen in zün district Clermont, waarin hü eens een suikerfabriek had gesticht en waarin men hem nog altüd op de handen droeg. De Keizer was vergezeld door een schitterende stoet en was die dag bovendien nog in een stralend humeur. Maar toch. toen de bevolking van de streek De Morny hoorde spreken, toen zü hem daar zo frank en vrü. zo nederig, maar ook zo voornaam, zoalsjaals een gelükemet de Keizer om zagen springen, zwol het hart van trots. En toen de Keizer daarna het woord nam, schone dingen zei over Clermont, maar nog schoner over de afgevaardigde, Graaf de Morny, die de ganse Staat zulke belangrüke diensten had bewezen, dat hü voor taanHertog zou zynkonden velen hun vreugde tranen niet bedwingen. EN De Morny? Hü w-as héél blu, hij had nu het gevoel büna „echt" te zün. HU had te zwaar gewerkt en b dag, toen hü ontwaakte, zag hü t kussen Een vriend zei hem ernstig: „Nu is het afgelopen Auguste." Eerst schrok hü. daarna schikte hü zich in zün lot. Hü nam de beschikkingen, die hü nodig achtte. Weldra naderde de dood. Bloeiende koortsen zond hü vooruit. In het hoofd van Auguste bonsde het en hamerde het. En duizend gebeurtenissen uit zün veelbewogen leven vloei den door elkaar Vaak was hü buiten kennis. Maar enkele uren voor zün dood was er een stem boven hem. Het was de stem van zijnvan de Graaf de Flahaut. Ook in het stervensuur moet men nog voorzichtig zijn. „Wil je nog afscheid nemen van de Keizer, Auguste? Hü zit in het vertrek hiernaast en wacht op Je" Auguste knikte. Er kwam heel even een glimlach om zijn lippen. De Keizer was bü hem. De Keizer had zün arbeid gewaardeerd. Anders komt een Keizer niet bü een stervende. Hij wilde gaan zitten, doch de Ke'zer belette het De Keizer heeft zich over hem gebogen en hem iets toege fluisterd. iets dat voor hem zo héél belangrük was om te horen. Hij heeft het duidelük verstaan. Daarna is de zrote Keizer schreiend weggegaan. Hü had een medeiydend hart, de Keizer. Enkele uren later stierf Auguste De Momy. :waar geleefd. Op een bloedstreep op zün EINIGEN kennen hem en er is te h wel veel over hem geschreven. Alphonse Daudet, eens particulier secretaris van De Morny, beschreef hem in zün roman DE NABOB als de Hertog de Mora. Hij zelf schreef ook. doch zijn politiek werk was beter dan zün lit.raire arbeid. Indien zün halfbroer naar hem geluisterd had, zou er in de geschiedenis van het Westen geen oorlog van '70'71 geweest zün en daardoor vermoedelük geen twee af- schuwelüke wereldoorlogen. Hü is begraven op Pcrè Lachaise. REIN BROUWER. E. Breton de Nüs. „Vergeelde portretten uit een Indisch familie-album. Em. Querido, Amsterdam 1954. Overmatig veel is er niet aan de let terkunde geschonken door de talloze Nederlanders, voor wie Indonesië het land van herkomst of althans het tweede vaderland geweest is. maar variatie Is er wel. Het geheugen raad plegend. schieten iemand te binnen, Daums „Ups en Downs", Couperus met de „De Stille Kracht", Augusta de Wit met „Orpheus in de Dessa". E. du Per ron met „Het Land van Herkomst", Maria Dermout met „Nog Pas Giste ren". Aan deze reeks kan met ere toe gevoegd worden E. Breton de Nüs met zijn „Vergeelde Portretten". Dat deze Kort ietten voor de schrüver van deze erlnncring lang niet „vergeeld" zün. blükt uit de merkwaardig heldere wuze waarop hü zün indrukken op de lezer weet over te brengen. Hoewel hü het milieu dat hü schildert het gemengd Indisch-Nederlandse ziet met de scherpe en heldere blik van de zeer intelligente beschouwing, weet hü in zyn toch nuchtere verteltrant veel warmte en genegenheid te leggen, naast een manneiyke weemoedigheid, omdat dit alles verleden is geworden. Ondanks zün kritische kyk, voelt de lezer zich als het ware omwikkeld door die wonderiyke sfeer van magische huiselükheid, die van een dergelijk milieu uitgaat. Dit eigenaardige, hech- l OP DE BOEKENMARKT te clan-leven, met zyn heftige erupties en knoestige genegenheden, met zijn traagheid en zün formidabele opwin dingen. zun veimakelük feodalisme en zün merkwaardige combinatie van platvloersheid en stül. oefent een aan trekking uit op een ieder die er mee in aanraking komt. Het is een wereld op zichzelf, die als zodanig interessant :s en die tevens de belangrijke onder- erond vormt voor de geschiedenis van Indië en Nederland. Zodoende is deze roman In memoire- lorm een boek. dat wü in de eerste plaats moeten waarderen als een zuivere en sierlijke literaire prestatie en vervolgens als document van historische waarde. Margaret Campbell Barnes. „De Roos van Tudor". Zuid-Holland- sche l'itgeversmij.. Den Haag z j. Margaret Campbell Barnes, over w ie wü reeds uitvoerig geschreven hebben naar aanleiding van haar roman over het leven van Anna Boleyn, in het Nederlands „Een enkel uur van Klater goud" genaamd, heelt in deze roman haar stof geput uit het leven van de ouders van Anna Boleyns echtgenoot, Hendrik XIII. De regeringsperiode van deze ouders vertoont de büzonderheid, dat daarin een einde is gekomen aan dc bekende „Rozonoorlogen". de bijna een eeuw gewoed hebbende binnen landse strnd tusren de huizen York, de Witte Roos. en Lancaster. 1e Rode Roos. om het koningschap Edward IV was een York en na zün dood is de strüd voor het laatst hevig opgevlamd toen de broer van de oterleden koning, de graaf van Gloucester, zün beide jonge neven. Edward en Richard, In de Tower heeft laten vermoorden en de troon bemachtigd heeft. Wü herinne ren er de lezer aan dat Shakespeare's koningsdrama. Richard III. deze stof eveneens behandelt. De macht van deze usurpator ls echter van korte duur geweest Binnen twee Jaar landde Hendrik Tudor. afstammeling van Hendrik IV van Lancaster en versloeg en doodde Richard de Derde in Wales. Hü trouwde Elisabeth van York. de oudste zuster van de vermoorde kna pen, dochter dus van Edward IV. Dit echtpaar besteeg de Engelse troon en vestigde de dynastie Tudor, waarmee er een einde kwam aan de uitputtende Rozenoorlogen. Het is deze Elisabeth die Margaret Campbell Barnes zich tot hoofdper soon van haar roman gekozen heeft. Zoals steeds heeft zü haar figuren weer zeer levend ten tonele gevoerd, met gratie optredend en zeer natuur- lijk in hun dialogen. Merkwaardig is vooral ook de roemruchte Hendrik VIII In deze roman als kind te ont moeten. Het boek is voorzien van een stam boom van het huis Plantagenet. Maria Penkala. „Karavaan naar Teheran". F. G. Kroonder. Bus- Karavaan naar Teheran kan een onderhoudend boekje genoemd worden, maar het bezit deze kwaliteit voorna melijk uit hoofde van de overmatige vrümoedigheid, waarmee de schrijfster thans levende lieden Mossadeq banaliteiten laat zeggen. Olieconsessies in Perzië vormen ongetwüfeld een in teressant onderwerp voor velen, doch wanneer deze geïnteresseerden lezen wat een Perzische gezantschapsattaené zegt tegen een Engels meisje op pag 201 en Mossadeq tegen zün zoon jp pag. 205. dan vrees ik dat zü het gevoel zullen krügen bü de neus genomen te worden. CLARA EGGINK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 5