KIEVIT ROEPT!
Twee jonge HOLLANDERS in
stuk op het WEENSE toneel
een FRANS
Van ANNELIES
die een prinsesje werd
ALS HET ER OP AAN KOMT!
IIHl—1»
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 24 APRIL - PAGINA
Nicole Heesters (dochter van Johan) en
John van Dreelen (zoon van Louis Limburg)
1 trouwens ook te
(Van onze Weense correspondent
speelster ziek was geworden. Terwijl
Van Dreelen weer zijn koffers inpakte
en bijna klaar stond om naar Parus te
vliegen, kreeg hij een telefoontje van
hei ..Volkstheater" in Wenen Hij
werd uitgenodigd om de rol van „Ton
ton in het stuk „Gigi" te spelen.
Van Dreelen nam het aan. ging
naar de eerste repetitie en ontdekte
tot zijn grote verbazing dat de Ween
se „Gigi" eveneens perfect Hollands
sprak. Zij heet Nicole Heesters en ls
de jongste dochter van Johan Hees
ters.
NICOLE EN JOHN
Al kan „vader" Heesters nog altijd
op de sympathie van het Oostenrijkse
publiek rekenen, dat wil overigens niet
icggen dat de Oostenrijkers, en vooral
de" Weners e?n oogje toedoen als zun
dochter optreedt. Integendeel, zij zijn
op dit punt heel objectief en critisch.
OOSTENRIJKERS Zijn geen ge
makkelijke toneel-beoordeelaars.
Zu hebben zelf veel te veel to-
neelb'.oed en beschikken over zoveel
goede spelers, dat een buitenlander wel
iets heel bijzonders mo;t zijn als hy
hier de toets der critiek kan doorstaan.
Toch heeft een landgenoot dit kunst
stuk volbracht, ook al hebben wij de
naam dat wy geen toneelspelers zijn.
Al weken lang speelt namelijk een ze
kere John van Dreelen de mannelijke
hoofdrol in het Franse stuk „Gigi"
van de bekende schrijfster Colette.
„Gigi" is een successtuk in Wenen,
omdat er m Europa welhaast geen an
dere stad ls. die de Paryse atmosfeer
van een goede 50 jaar geleden zo goed
aanvoelt en ook weet wzer te geven.
Des te verwonderlijker is daarom
het feit dat juist een Hollander de rol
van jonge Paryse bonvivant zo uit
stekend vertolkt.
FAMEUS TAALGEVOEL
John van Dreelen is een echte Hol
lander. die zijn moedertaal perfect
spreekt. Eigenluk heet hy Gimberg,
naar zyn vader' Louis Gimberg, de
bekend? toneelspeler en conferencier.
En dat wetende, begrypen we ook
waaraan John zijn begaafdheid te
danken heeft. Hy is een natuurtalent,
een geboren acteur, die maar moeilijk
kon wennen aan het gareel van de to
neelschool.
Hij zweert nog altijd bij de praktijk -
en daar heeft hy dan ook van geno
ten onder Laseur. de la Mar en Johan
de Meester, voor de oorlog, in de be-
zettingstyd en ook nog even na ae be-
vrydtng. Maar toen begon de wyde
wereld hem toch te sterk aan te trek
ken. Zonder contract, met e?n mondje
Engels van het Gymnasium ging hy
over het Kanaal. Wat hij echter op
anderen vóór had. was een fenomenaal
muzikaal geheugen. Hij leerde geen
spraakkunst, maar luisterde naar de
mensen, naar hun tongval, hun accént
en bepaalde melodieen in hun stem.
Hij hoorde ho? een Engelsman werke
lijk zyn taal spreekt, met alle fines
ses van het Oxford-Engels. Hy prcef-
de de Italiaanse modulatie, hy voelde
het Franse accent aan en hy toonde
een apart gevoel voor de intonatie
van het Pools en van alle Slavische
talen. Al die tonalitelten borg hy op
in zyn onfeilbaar muzikaal geheugen
om ze, waar nodig, volmaakt aan te
wenden, wy hebben wel eens horen
beweren dat niet hij het beste vreemde
talen leert en spreekt, die de meeste
„woorden" kent. maar hy die d? toon
en de klank van een vreemie taal in
zich weet op te nemen en later vol
maakt weergeeft. En wat de conversa
tie betreft, is dat oordeel juist.
Daarom is John van Dreelen zo'n
groot talent. Daardoor werd hy in Annelies was ccn heus prinsesje
Engeland al spoedig door de BBC ge-
engageerd, later door niemand minder geworden, met ccn kroontje op tiaar
Dat schynt „Papa"
zyn.
Want er gaan geruchten in Wenen
dat hy zich met alle geweld heeft ver
zet tegen een toneel-carrière van zyn
dochter.
Hoe het echter ook zy: het resul
taat van alle critiek is geweest dat het
Weense publiek in Nicole Heesters een
opkomende ster ziet, een toneelspeel
ster van het zuiverste water, die het
publiek niet zozeer door haar knappe
verschijning dan wel door haar na
tuurlyk spel volkomen heeft overrom
peld.
Nicole Heesters ls nog maar zeven
tien Jaar en zij bezoekt nog steeds de
toneelschool, maar het succes van de
door haar gecreerde „Gigi" is zo groot
dat zy intussen al werd geengageerd
door de schouwburg in de „Josephs-
stadt", waar e?n van de beste Weense
ensembles voortdurende optieedt.
Ook Willy Forst heeft haar nu ont
dekt voor zijn nieuwste film „Caba
ret", waarin zy een van de hoofdrol
len zal spelen Maar daar tussendoor
blyft zij de toneelschool bezoeken. En
dat de roem haar niet naar het hoofd
stygtdaarvoor zorgt in de eerste
plaats haar vader en vervolgens het
critische Weense publiek
dan Sir Lawrence Olivier, onder wiens
regie hij Shakespeare-rollen speelde
- en dat wel in Engeland en m de
Verenigde Staten.
ER zijn op de wereld veel goede to
neelspelers, maar de meesten be
heersen maar één taal perfect.
Een uitzondering hierop vormt o.m.
Audrey Hepburn, de jongste winnares
van de „Oscar", die even goed En
gels spreekt als Frans en Hol
lands. John van Dreelen heeft om
iets over zyn eerste ontmoeting met
Audrey verteld. Die vond plaats twee
jaar geleden in Parys, toen zij nog
vry onbekend was. maar Parys reeds
veroverd had door haar spel in „Gigi".
Toen Van Dreelen haar als „collega"
na een voorstelling wilde feliciteren,
en zich als Hollander voorstelde, wist
hy niet wat hy hoorde: zij antwoord
de hem in perfect Hollands!
Intussen ging Van Dreelen naar
Amerika waar hij met succes optrad
voor radio en televisie. Telkens vond
men daar rollen voor hem, die een
ander maar moeiiyk kon spelen, bij
voorbeeld een Amerikaan met een Ita
liaans accent, een Pool, die Engels
probeert te spreken, een Fransman,
die lange tyd in Duitsland heeft ge
leefd. enz.
Hier lag de kracht van deze Hollan
der.
In het begin van dit jaar kreeg hij
toevallig een uitnodiging uit Wenen
om in de schouwburg van de zoge
naamde „Josephsstadt" op te treden.
De voorstellingen gingen echter niet
door, omdat de vrouweiyke hoofdrol-
truitje rondll?p, maar in een wyde
Jurk van rose zy, het leek wel een bal-
Jurk of een heel mooie nachtjapon,
lond Annelies. Ja ze was een heus
prinsesje geworden, met op haar blon
de haren een kroontje.
„Waar ls moeder?" vroeg ze.
„Uw moeder, de koningin, is met Uw
vader, de koning, naar een receptie",
zei de vreemde dame afgemeten. „Dat
had ik U al gezegd, prinses".
„O ja, natuurlyk', zei Annelies
gauw. stel Je voor: straks zou die def
tige dame nog merken, dat zy geen
echte prinses was!
„Het ls kwart voor negen, prinses,
we moeten met de les beginnen", zei
de mevrouw, die natuurlyk een hof
dame was.
„Moet ik in deze jurk naar school?"
vroeg Annelies. „Wat zullen de ande
ren dat gek vinden".
De dame fronste haar wenkbrauwen
eij sprak: „Volgt U my naar de stu-
deersalon".
Annelies liep achter de hofdame
aan. en door een lange gang kwamen
ze in een zaal. die byna net zo groot
was als de vorige In het midden stond
e?n heel mooie schoolbank met een
groen fluwelen kussen.
„Gaat U zitten, prinses", zei de hof
dame. „we zullen beginnen met de
taalles".
Annelies keek naar de lege zaal en
vroeg: „Komen de anderen niet?
Waar zyn Lientje en Ria en Toos, en
Bep en Kees en
De deftige hofdame tikte met een
zilveren potloodje op de schoolbank en
ze k:-ek een beetje ontevreden naar
Annelies, terwijl ze zei: „Nu moet U
toch heus stil zyn, prinses".
Een half uur waren ze aan liet werk
en daarna vroeg Annelies: „Mag ik
nou spelen?"
De deftige dame keek verbaasd en
antwoordde: „U heeft vandaag geen
tyd om t? spelen, en er is niemand
h:er die met U spelen kan. U moet
niet vergeten dat U een prinses bent.
Straks moet de hofkapper Uw haar
netjes schikken, er moet een foto van
U gemaakt worden".
„Ik wil niet op de foto", mokte An
nelies. en opzens bedacht ze: „Mag ik
vanavond de puddingvorm uitllkken?"
„Maar prinses dan toch!" riep de
hofdame, „U kunt niet in de keuken
verschijnen, U bent een prinses".
„Ik dacht dat prinsessen altyd de
hele dag taartjes aten en dat ze alles
mochten", zei Annelies. „maar ik kryg
hier helemaal geen taartjes en ik mag
niks. Ik wil naar moeder en naar de
vriendinnen en naar school. Ik wil
geen prinses meer zyn".
Meteen klonk er weer die schelle
fluittoon. Annelies-de-prinses deed
haar ogen dicht en weer open toen
was ze weer Annelies die in de keuken
stond, by moeder, en die zonder mor
ren een droogdoek pakte cm moeder
te helpen. Want ze begreep nu, dat
het toch veel prettiger is, om een heel
gewoon meisje te zyn, in plaats van
zo'n deftige prinses al hoeven prin
sessen dan ook nooit af te wassen!
M. F. B.
blonde haren
„Annelies!" riep moeder, „kom je
afwassen?"
Met een zucht legde Annelies het
boek neer waarin ze had zitten lezen.
Annelies hield niet van afwassen, ze
vond het eigenlijk nooit prettig om
iets voor moeder te doen.
„Ik moet ook altyd helpen", prulld?
ze. „ik moet elke dag afwassen, en ik
moet m'n eigen bed opmaken, en ik
moet boodschappen doen en ik moet.,
bah!" mopperde Annelies en ze
stampvoette op de grond, zodat de
theekopjes rinkelden.
„Bah, ik wou dat ik een prinses
Op dat moment hoorde Annelies een
schelle fluittoon, zó schel dat ze even
haar ogen sloot. Toen ze ze weer open
deed. stond ze in een grot? zaal, zoals
je die alleen maar in paleizen ziet.
Annelies gaf een kreetje van verbazing
en meteen snelde er vanuit een hoek
van de kamer een dame naar haar toe,
die vroeg: „Is er iets prinses?"
Annelies zei niets, ze keek om zich
heen- en zag aan de muur twee heel
grote schilderyen hangen met gouden
lysten vol krullen er om. Op het ene
stond haar vader afgebeeld, op het
andere haar moeder. Maar wat had
den ze vreemde kleren aan! Vader
droeg een prachtige Jas van rood her
melijn. en hij zag er heel anders uit
dan in zyn gewone grijze pak. Moeder
had een jurk aan. die wel van goud
leek. en ze had heel lange krullen en
om haar hals schitterende kralen.
Toen pas merkte Annelies. dat zy zelf
ook niet meer in haar wollen rokje en
OP EEN vroege Aprilmorgen kun
je je toch wel erg op hot weer
verkijken De eerste vergissing
maak je aJ binnenshuis, ais je. vroeg
opgestaan, even buiten kykt, allereerst
naar de lucht, waar een paar meeuwen
krijsend overkrulsen. dan naar de top
pen van de bomen in de tuin, omdat
daar altijd wel een of ander aangertje
zit te repeteren en ten slotte naar de
begane grond, waar al druk wordt
gewerkt door het grondpersoneel
spreeuwen en merels, en een vink.
Het hjkt erg gunstig, alles baadt In
hei koele ochtendlicht en er is een
prettige frisse sfeer om alle bekende
duigen aan de andere zyde van het
slaapkamerraam. Maar als Je Je hoofd
buiten dat raam steekt, om even een
seintje te geven naar de tamme ekster
beneden, dan valt de temperatuur toch
niet bepaald mee.
Gelukkig staat er een kastanje
boom in de volle glorie van zijn ontel
bare pas opengeschoven knoppen en
uit deze overdaad van teergroene
blaadjes en glanzende schubben kaatst
het licht duizendvoudig terug.
De tweede vergissing komt als je,
.gelaarsd en gespoord" onderweg bent
en vindt, dat het tussen de huizen van
de stad nog wel meevalt. Want ben Je
eenmaal buiten gekomen, dan biykt er
een stugge Noordwester te staan, waar
je grimmig tegemn moet trappen.
Over de schoongeveegde Zondagse
boerenerven stuift die wind en maakt
er kleine cycloantjes, waar een paar
droge eikebladeren baldadig aan mee
doen In de tuinen staan de zware
vruchtbomen met hun veelbelovende
vracht van scherpgetekende bloesem
knoppen.
In de bomen rondom de boerderijen
en in de veilige warwinkel van strui
ken en plantenslingers is nu, op de
helft van April, van alles al te beleven.
Allerlei klem goedje, kersvers van de
voorjaarsreis teruggekomen, is daar
aanwezig en als je er een tijdje rustig
naar staat te kijken, komt er zich tel
kens een presenteren aan de stille toe
schouwer. die echt op z'n gemak kan
genieten van het gezellige vogelgedoe.
De tjiftjaf natuurlyk vooraan m de ry.
Die pik je er binnen een paar tellen
uit. om z'n typische liedje en omdat
hij geen 10 tellen op dezelfde plaats
blyft zitten. Dan allerlei mezen, ieder
met een eigen zangnummer, glanzend
gespikkelde spreeuwen, die ook geen
drie seconden hun snavel kunnen hou
den (gelukkig maar), een vlinder-
vlugge roodborst en die kleine muis.
ons klein Jantje oftewel de winterko
ning. die evenwel nog niet op slag is.
VOOR VOGELLIEFHEBBERS ls de
Aprilmaand wel een heerlijke tyd.
Alles is in afwachting, overal ls
een begin van nieuw leven, schuchter
nog, maar onmiskenbaar.
En alles kun Je zien. de bomen zy®
volkomen doorzichtig, de struiken heb
ben niets te verbergen, heel de natuur
ligt open.
De eerste zwaluwen zijn er ook al.
goede bekenden van vorig jaar: de
donkerblauwe met rode vlek onder de
snavel, en lange spitse vleugel- en
staartpunten: de boerenzwaluw. En de
lichtblauwe met veel wit aan de on-
derzyde en aan de basis van de korte
staart, die tydens de vlucht onophou
delijk wordt gespreid en weer aange
sloten: de huiszwaluw of het „melk-
staartje".
Kijkjes in de Natuur
HET WORDT op een Aprilmorgen
echter pas goed. als we buiten
komen waar d? weilanden zyn en
de moerassen en plassen ran het hoog
veen-land.
Daar komt al gauw een wulp over
zeilen, de ronde vleugels stil in glij-
vluobt, de snaiel lang en gebogen; de
heerlijke voorjaarsvogel met het veel
belovende, het onbeschrijflijk vernik
kel yke geluid.
Als de wulpen roepen, dan is het
voorjaar!
„Ik protesteer", zegt de kievit, die
daar aan de rand van een plasje tot
by zijn hielen in het water staat.
„Waait vorig jaar heb je 't net anders
om gezegd, want toen waren wy, de
kieviten, favoriet!"
Hij heeft nog geWjk ook en de drie
grutto's, d'.e heel hoog in de blauwe
lucht hun lentefeest vieren, en onder
baldadig geroep van .grutto-grutto-
grutto!" al verder en verder wegdry-
ven. zy geven zeker niet minder vreug
de aan de mens. die gretig de nieuwe
en tooh weer zo overbekende klanken
opvangt, die op de scherpe wind naar
hem toe worden gedreven.
Roestbruin is de heide en grijs het
rendiermos, dat er in grote plekken
doorschemert. De lichtgroen gesluierde
berken kunnen niet mooier worden dan
ze nu zyn.
DE KIEVIT, het markante moeras-
vogeltje, staat in deze prach
tige kleurenrijkdom en baadt zich
in het licht en weet niet hoe mooi hU
zelf wel is. Zyn k opveren wapperen ln
de wind, wit en zwart en groen zyn z'n
kleuren, maar wat voor wit! Blinkend
als het water dat zich rimpelt
zijn spiegelbeeld. En wat een
dat wisselt van donker naar bo
naar het dier zioh wendt en kei
zyn aandachtige bezigheid aa
oeverrand.
Pie-ie-ieoewiet! Hoor, dat is e
een en nóg een, een heel koppel
oversoheren, over de bloelende
geel van het stuifmeel, over de
bruine berken, over blinkende nu
sen en versgeploegde akJtertjes.
Daar gaat hy nu ook, de b;
en laat het rimpelend water
Hoei! daar stormt ook hy de Iu<
en in een oogwenk heb ik hem u
oog verloren tussen zyn Jagende
telende en ln bliksemende vaart
telende soortgenoten. Zwart en
gewapper van veren, klapwieker
ronde vleugels.
Dan, als ik nog yverig het
spel der luchtacrobaten volg. kin
een schorre kreet van dichtbij er
daar staat onze parmamtaee
weer vlak by z'n plasje, rechtop
bruinirode hei.
Wat blinkert het licht op zijn
en kopveren. hoe wakker staa
grote donkere ogen in het vri
witte vogelmasker.
Nog even spreidt hy zyn vi
en loopt een paar pasjes. Nu i
zich weer omhoog gooien de luc
want hoor! zijn makkers roeper
wrilde stemmen. Zijn tuimelende
zame kornuiten.
Maar nee. 't gaat over. De vli
punten viyen zich over de staart
knikt het kopje met de sprlo
veren en dan stapt hU met h"
heven benen het water weer u
kievit heeft zijn oohtenibad herv
S VAN DER
(Foto P. Motbuvsen L»1d<C|
Een fraai watermolentje in de buurt van Rijpwetering
DE BUITENKANT der din
gen harmonieert zelden
met de binnenkant.
Gelukkig hy of zy, by wie dat
wél het geval ls.
Wat weten wy van de an
der af?
Hy mag, gelyk Paljas, een
lachend gezicht zetten, inneriyk
huilt hy misschien.
Wat weet ge, wandelaar of zei
ler, af, van hetgeen zich binnen
deze prachtige molen afspeelt:
aan triestheid, aan armoede, aan
bitterheid?
Wie de vorige week Zaterdag
het stuk in ons blad, gewyd aan
het bestaan der molenaars, ge
lezen heeft, kan daar nu over
mee praten.
De molenaar k&n niet buiten
zyn geliefd werk en dat is mis
schien zyn enige geluk en troo6t.
Verder beseft hy nauweiyks
wat het leven geven mag: aan
schoonheid, geluk, welvaart.
Om dèt te weten, had hy een
ènder beroep moeten kiezen 1
ZO IS HET dikwyls in dit
leven.
Hoevelen dragen niet een
masker: de schyn dient veelal,
het koste wat het kost. opge
houden. totdat het masker valt
of afgerukt wordt.
Wie kan zeggen wat het in
nerlijk van de medemens heeft
door te maken: aan verdriet,
aan verscheurdheid, aan lasten
en aan zorgen, terwyl hy er
niets van blyken laat, omdat
niemand er zich iets van aan zal
trekken en hy nog meer in de
put raakt, als hy het wél doet.
Ieder jaagt in dit leven voor
zichzelf: men kan nu eenmaal
niet verwachten, dat een ander
voor U de boontjes dopt.
TOT DE NOOD té schrijnend,
tè nypend wordt.
Dan komt de medemens op
eens in het geweer. Als het er
op aón komt. kan hy met dit
geweer zelfs héél goed schieten.
Dat hebben we al met zóveel
acties, voor watersnood of an
derszins. ervaren!
Zo moge nu ook de aandacht
eens vallen op de molenaars:
voor de overheid ligt hier een
grootse taak!
Welke wandelaar of zeiler zal
ooit aan gebrek en sociale wan
toestanden zelfs in deze ver
lichte 20ste eeuw! gedacht
hebben, toen hy een van de tal
rijke molens passeerde, die ons
waterland poëtisch sieren?
Hy heeft er niet of nooit aan
gedacht, eenvoudig omdat dit
schrille contrast tussen uiter-
lykheid en innerlijkheid niet in
hem op kón komen!
Het is tè zeer in tegenspraak
met ieder moreel gevoel.
En wie van nu af aan. nu
het wrange molenaarsbestaan
uit de doeken is gedaan, de mo
lens van het glorieuze Hollandse
landschap langs trekt, zal niet
rusten, voordat verbetering is
gekomen in de armoedige le
vensvoorwaarden van hen. die
by dag en bu nacht klaar staan
om Holland van de vraatzuch
tige waterwolf te vrijwaren.
Hy zal graag zijn steentje
willen bydragen. wanneer men
er hem om vraagt!
Opdat de uiteriyke lach ook
een innerlyke lach zij. opdat het
leven ook voor deze mensen
eens waard zal zyn, gelééfd te
worden!
FANTASIO.