J
öl
IJ
IV
c
n
CJ
LOI
LI
L
Gracchus
REBEL
Een Zoeklicht
J
mS
vond een verschrikkelijke dood
Zijn hart bloedde, zijn plicht wenkte
Terreur onder zijn aanhangers
Maar haat houdt zich nooit staande
Scherprechter, schijnheilige
en onnozele
■Jaargang No 14
Zaterdag 3 April 1954
BEWOGEN
LEVEN
LXVI
Het is in het jaar 121 voor Christus. De nacht heeft het Kapitool en al de openbare
gebouwen van Rome in duisternis gehuld. Een vreemde, dreigende duisternis is
het, waarin niemand slapen kan.
Morgen zal er opstand zijn in de Eeuwige stad. Ieder voelt dat het komen gaat. De
slaven rammelen aan hun ketens; de duizenden armoedzaaiers die leven van brood en
spelen wachten met ongeduld op het licht van de komende dag. Zal het licht dan
werkelijk eindelijk voor hen opgaan? Vanaf de tijd van Hannibal, die te vuur en te
zwaard de welvaart van het platteland had vernietigd, leefden de nazaten der boeren
al in Rome, als dagdieven, als nietsnutten.
Zullen ze eindelijk weer grond krijgen om op te werken? Eindelijk weer eigen bezit
dat hun kinderen zullen erven als zij sterven?
Forum Romanum met het Kapitool
ORGEN zal het beslist worden.
Als Gajus Gracohus het wint, zullen zij de zon
zien opgaan boven hun eigen velden,
ie", zeggen anderen, „niet Gajus Gracchus moet win-
htj wil ons slechts land geven in erfpacht, en de
il Drusus wil het ons in volle eigendom geven met
•mming van de Senaat!"
wat dwaas", zeggen de aanhangers van Gracchus
>p, „hoe kan iemand geloven aan de woorden van
us, in de woorden van de Senaat. De Senaat be-
immers uit patriciërs en deze patriciërs hebben
iewee alle landerijen van geheel Italië aan zich ge
en, in strijd met de wet. in strijd met de Licinische
■wet, en tóch deden zij het. Wie van hen geschenken
ngt wie op de goedheid van deze mensen bouwt,
toch zeker bedrogen uit? Zij zullen toch nooit hun
iarde rijkdom uit gaan delen aan hen die niets heb-
die niettemin dit land toekomt? O, wat dom om te
ouwen in de mensen die zoveel beloven. Deze veel-
ers doen het alleen maar om verwarring te stichten
r het volk. Zij doen het alleen maar óm de edele
s Gracchus het vertrouwen te ontnemen dat het
in hem stelt. Deze Gracchus heeft allang bewezen
iet hem ernst is met zijn beloften. Deze Gracchen
?n allang bewezen dat zij begaan zijn met het leed
nillioenen die in de steden samendrommen. Zij heb-
ïun bezit en hun leven gewaagd voor een zaak waar-
J zelf alleen maar wat konden verliezen.
op deze tekenen! Deze tekenen zijn waarborgen
de toekomst. Het gezwets van een Drusus is geen
borg. Kijk toch eens naar diens particuliere leven
zijn de Gracchen die de redding zullen brengen,
•e burger dient zijn leven in te willen zetten voor
strijd. Tien Jaar geleden is Tiberius Gracchus door
/oedende patriciërs doodgeslagen. Waarom? Zoge-
id omdat hij onwettige daden had gedaan, in wer-
cheid omdat hij een einde wilde maken aan de
ndelijke practijken der optimaten." (patriciërs).
ANDAAG is de stryd der Senatoren tegen Gajus
Gracchus begonnen.
Gajus is geen volkstribuun meer, hij is dus ook
meer onschendbaar.
n eigen volk heeft hem verraden. Zijn eigen volk
zich laten misleiden door die Drusus en nóg ande
toen Gajus in Afrika was. om op de bodem van het
Cartago een nieuwe kolonie te stichtenmet
emming van de Senaat.
ndaag is er een volksstemming geweest. Vandaag
diezelfde Senaat proberen het volk te bewegen die
ile te verwoesten Hij is Immers gesticht op een
m waarover eens de priesters de vloek hebben uit
roken
Ja. de priesters hebben dapper meegedaan aan dit
>ok tegen Gajus Ook zij stammen uit de geslachten
patriciërs, ook zij haten deze Gracchus die aan hel
?ne volk „hun rijkdommen" geven wil.
•acchus Is geen volkstribuun meer. Zijn eigen volge-
;n hebben hem lekker verraden. Toen hü zich voor
lerde maal wilde laten kiezen, kreeg hij geen stern-
genoeg. De propaganda van Drusus had haar werk
gedaan. Velen hadden liever tien vogels in de lucht
één in de hand.
indaag is er felle strijd geweest in Rome Gajus
:chus. die zeer ened begreep dat al zijn werk ver
st zou worden, indien het de Senaat gelukte de volks-
iming zo te beïnvloeden dat deze zich uit zou spreken
ten nadele van de pas gestichte kolonie, is met veel ge
wapende volgelingen in de vergadering verschenen. Het
was er rumoerig. Een dienstknecht van een priester, die
het volk gruwelijk had beledigd, werd door een aan
hanger van Gracchus overhoop gestoken.
In dit tumult schreeuwde Gajus Gracchus om stilte.
Hij wilde allen duidelijk maken dat hü zelf tot deze
moord geen bevel had gegeven, dat hij zelf de moord
veroordeelde, hij wilde allen duidelijk maken dat men
zijn bezinning niet moest verliezen, het ging om de
toekomst van Rome. niet om moord en doodslag. Doch
DE WEG van iedereen is
veelal de weg van de min
ste weerstand.
Wie dwars tegen bestaande
toestanden of gangbare opvat
tingen ingaat, is een uitzonde
ring. Een dergelijke figuur on
dervindt niet alleen tegenwer
king van vijanden. Ook vrienden
stellen teleur. Wanneer het pio
nierswerk, de ommekeer of de
ongedachte verlossing achter de
rug is, treedt verslapping op.
Men heeft geen energie om de
vernieuwing geheel dóór te voe
ren. Het verlangen naar rust
doet zich gelden. Wie toch vast
beraden voort wil gaan, wordt
als rebel betiteld. Je kunt de
zaak immers ook overdrijven.
Wees tevreden over de bereikte
resultaten. Het ideaal van je
werk is nu eenmaal onbereik
baar. Bezieling, radicale eisen,
revolutionnair doortasten is
goed om de eerste stoot te geven.
Nadat de toestand weer stabiel
geworden is, moet je weer „ge
woon" denken en „gewoon" le
ven. Wie dat niet inziet valt
uit de toon, stelt zich apart. De
gevolgen zijn voor eigen reke
ning.
DIT TRAGISCHE conflict
tussen de traagheid van de
grote massa, die rust en
vrede wenst, en de enkeling, die
eenzaam en verbeten doorvecht,
heeft B. Shaw, m „St Joan" bij
zonder scherp uitgebeeld.
Aanvankelijk is het boeren
meisje uit Lotharingen de bezie
lende kracht van een lamgesla
gen volk. Zij wordt vereerd als
een heilige, verafgood als een
van God gezonden heldin.
Later, als de gevaren minder
dreigend worden, neemt bereke
ning de plaats in van spontane,
bijna blinde ijver. Jeanne moet
van haar meest vertrouwde
vrienden lange verhalen aanho
ren over „gezond verstand",
„overleg. voorzichtigheid en
koelbloedigheid".
Langzaam maar zeker komt dit
WOORD VAN
BEZINNING
uitzonderlijke meisje, dat onge
remd en zonder aan zichzelf te
denken vooruit wil. steeds ver
der in de linies van de vijand,
steeds dichter naar de volledige
bevrijding, alleen te staan. Ten
slotte heeft niemand, noch uit
het leger, noch uit de kerk. de
moed haar van de vuurdood te
redden.
Eindelijk, na de voltrekking
van het vonnis een gevolg
van haar onbedwingbare hun
kering naar radicale vrijheid
gaan de ogen open. Zelfs vijan
den erkennen: de rebel heeft
gelijk.
HET EVANGELIE is naar
oorsprong en wezen niet
minder radicaal en revolu
tionnair dan Jeanne d'Arc. zoals
zij door B. Shaw wordt getekend.
Jezus zelf keer alle verhou
dingen. alle normen om. Hij is
de grote onrustbrenger.
Ook Hij wordt alleen gelaten.
Door zijn meest Intieme vrien
den. Niemand steekt een hand
uit om Hem te redden. Niemand
ken Hem meer redden. Zijn rech
ters moeten Hem opgrond van
Zijn ongewone aanspraken op
het totalitaire koningschap en
Zijn ongelimiteerde eisen om
trent gerechtigheid en vrijheid
voor iedereen, als een onbruik
bare zonderling en als een ge
vaarlijke rebel veroordelen.
Zijn sterven geeft echter de
stoot om Zijn strijd op aarde
tot overwinning te brengen.
Vijanden komen tot inkeer.
Vrienden komen tot een niet te
bedwingen heilige geestdrift. Ve
len van hen worden als rebel
gevangen gezet of gedood.
Maar het Evangelie sterft niet.
HEB ik, als christen, als kerk
mens. de moed een rebel
te zijn?
Wil ik, juist in onze wereld,
onvermoeid en onbevreesd, strij
den voor meer gerechtigheid,
meer vrijheid, voor iedereen?
Niet, omdat ik nu eenmaal
dwars en uitzonderlijk wil zijn.
maar omdat het Evangelie van
mij vraagt de eenzame, riskante
weg van Jezus te gaan. de weg
van een onbedwingbare rebel.
P L. SCHOONHEIM,
Predikant bijzonder kerke-
werk Hervormde Gemeente
te Leiden, Hoge Rijndijk 14a
het rumoer bleef van alle kanten weerklinken en zo
bemerkte hij niet dat in dezelfde tijd dat hü sprak ook
een volkstribuun het woord voerde: een erge overtre
ding. Als een volkstribuun spreekt houdt verder ieder
een zün mond en wie dat niet doet schendt de wet.
Gajus Gracchus heeft het niet gedaan!
De dag is al heen. Maar de nacht leeft. Overal broeit
de opstand die morgen beginnen zal. Wat baat het
Gajus dat hü nog één nacht mag slapen te midden van
zün getrouwen? Wat baat het Rome? Morgen zal men
hem zeker doden!
HET is morgen, de zoveelste zwarte dag in de geschie
denis van Rome. De Senaat heeft de consuls met
onbeperkte macht bekleed, zodat ze de schuldigen
aan de moord van gisteren met geweld kunnen doen vat
ten Wie zün allemaal schuldig? Gajus Gracchus ook na
tuurlek. de optimaat- die zijn eigen stand verraden heeft,
én zyn vriend Flaccus die deze verrader trouw is tot in
de dood.
De Senaat heeft het kapitool door gewapenden laten
bezetten, en toen hü hoorde dat Gracchus zich met zün
vrienden verschanst had op de Aventinus. liet zü de
troep oprukken naar deze heuvel. Doch voordat zü dit
deden liet de consul Opimius in de straten omroepen dat
aan een ieder die Gracchus en de zijnen voor het gevecht
verliet alle straf zou worden kwytgescholden. En verder
werd er met luide stem afgekondigd dat hü die het
hoofd van Gracchus brengen zou, of dat van Flaccus, het
gewicht daarvan in zuiver goud zou krügen uitge
keerd!
VELE volgelingen, op wier trouw hü tot het uiterste
had gerekend, heeft Gajus Graecus zien vluchten.
Hü weerhield ze niet. Staande op de Aventinus zag
hij het aan. Slechte een kleine schaar bleef bij hem die
hem verdedigen zou tot de laatste ademtocht. Van alle
kanten snelden de vyanden toe. Er was geen vechten
tegen. Gracchus, die zich weldra in de handen van zün
vüanden zag. wilde zichzelf het zwaard in de borst stoten,
doch twee vrienden verhinderden dit.
„Laat dit", zeiden zü, „vlucht, wü zullen uw aftocht
dekken. U mag niet sterven, het volk heeft U nodig!"
Wat moest hü? Duizenden zagen hem nog als hun
redder. Duizend gedachten vlogen door zün hoofd in
dat ene bewogen moment. Hü zou het moeten proberen,
vluchten, toch. Terwül zün beide vrienden zijn aftocht
dekten met hun leven, snelde hü de heuvel af, op de
voet gevolgd door zijn trouwe slaaf. Zün hart bloedde,
doch zün plicht wenkte. Hij moest de Tiber over zien
te komen. In de provincie lag zün vrfjheid. De bond
genoten zouden met hem oprukken als hij hen bereiken
kon. Plotseling viel hü- 'Toen hij verder wilde rennen
merkte hü dat hü zijn voet had verstuikt. Zün slaaf
greep hem en ondersteunde hem. Samen kwamen ze
nog tot het bos van Fnrina.
Daar hebben ze beiden de dood gevonden. Hoe? Hun
lüken werden later vlak naast elkaar gevonden. Toen
het geschreeuw der achtervolgers door het bos weer
galmde, zal Gajus zün slaaf de opdracht hebben ge
geven eerst hem. daarna zichzelf te doden. Tot In de
dood bleef de heer immers gebieder? Men heeft ze ge
vonden en hun lüken geschonden.
HET hoofd van Flaccus werd door het gemene volk
naar de Senaat gebracht. Niemand van de tierende
groep ontving een muntstuk. Het hoofd van Grac
chus werd door een aanzienlüke, door een machtig man.
nadat hü de schedel van binnen met lood had opgevuld,
de deftige Senatoren aangeboden. Hü werd in klinkende
munt uitbetaald.
Vreselyk was de terreur die begon te woeden onder de
aanhangers van Gajus Gracchus. Honderden werden ge
dood, duizenden verloren hun bezittingen. En van deze
geroofde schatten bouwde de Consul Opimius, op bevel
van de Senaat, de Tempel der Eendracht. De haat re
geerde Rome. De haat verbood zelfs aan een moeder te
rouwen om haar zo teer beminde zoon Gajus.
Maar de haat kan zich nooit staande houden. Elke
dag stierf ze af door haar eigen strfjd. Toen het volk
van Rome zag wat er terecht kwam van al de schone
beloften van de Consul Drusus. begreep het welke gru-
welüke vergissing het had begaan door de Gracchen
niet méér te steunen. Uit de dood verrezen deze twee
broers, Tiberius en Gajus, met lichtende gestalten, zo
dat hun büna goddelijke eer bewezen werd. De vrouw
die de door hun eigenbelang verblinde en kortzichtige
Senatoren eens hadden willen beletten haar zonen te
bewezen, kreeg van Vrouwe Historia de eretitel: „Moeder
der Gracchen" en als zodanig hebben millioenen dank
baren haar gehuldigd! REIN BROUWER.
H. M. Mons. „Monsieur de
Paris" - Zuid-Hollandsche Uit-
geversmü Den Haag, z. j.
Monsieur de Paris - zo werd de
officiële scherprechter van Parüs ten
tüde van Lodewijk XVI en de Franse
Revolutie genoemd. Charles Henry
Sanson heeft dit merkwaardige beroep
eerst als plaatsvervanger van zijn
vader, later zelfstandig, vervuld en zün
familieleden oefenden dit baantje uit
in andere steden, daar de familie San
son het ambt van beul in zekere zin
erfelük had toebedeeld gekregen. Vele
romantische verhalen zijn om deze
raadselachtige figuur heengeweven en
er is geen bezwaar daar nog één aan
toe te voegen, daar er historisch wei
nig vaststaat over dit gezin, behalve
dan dat monsieur de Paris naast tien
tallen minder bekenden van alle rang
en stand, Louis XVI, Marie Antoin-
nette, de gravin Dubarry en Robes
pierre het hoofd van het lichaam heeft
gescheiden
De schrijver H M. Mons biedt de
lezer een diep tragisch en getourmen
teerd beeld van het leven en lüden
van deze Charles Henry Sanson, zijn
gezin en zün omgeving, in een roman,
die het beste te vergelijken is met een
behoorlijke historische film. Het werk
zit deugdelijk in elkaar, het ontbreekt
niet aan couleur locale, de gesprekken
zijn levendig, dc gestalten aannemelijk.
De gruwel wordt de lezer niet ge
spaard, evenwel ook niet overdreven.
Behalve bü het verhaal van de üse-
lijke martelingen van de heer Dannens,
die een aanslag op het leven des ko-
nings heeft gepleegd.
Persoonlijk heb ik niet veel be
zwaar tegen deze griezeligheid, hoe
wel ik ze ook niet voor mün plezier
l OP DE BOEKENMARKT
lees. Er is echter één ding. dat mij
altijd verwondert en dat is ik
weet het, het is meer gezegd dat
de fatsoenridders, die altijd zo'n keel
opzetten wanneer er ook maar een
spoor „onzedelijkheid" te ontdekken
valt op het terrein van de sexuali-
teit, stevig hun mond houden als er
sprake is van martelingen, mishan
delingen. moorden, kortom van alles
dat onder het hoofdstuk „sadisme"
kan worden ondergebracht; een
mcnsclüke afwüking, die m.i. veel
meer onheil in de wereld brengt of
gebracht heeft dan dat tikje eroti-
tische losbandighe.d.
Ik ben er van overtuigd dat hon
derden dit boek ter hand zullen ne
men vanwege de sensatie iets over
het beulswerk te zullen lezen, maar
laten zü het doen met een bewust
en schuldig gevoel en in het vervolg
geen verontwaardiging tonen tegen
over hun buurman, die zo graag de
New Yorker bekükt.
Louise Rinser. „Daniela" - H.
P. Leopolds Uitgeversmü Den
Haag 1953.
Ik vraag mü altüd af hoe het toch
mogelük is dat lieden, die over een
goede pen beschikken en dat doet
Louise Rinser ongetwüfeld zulke
valse beelden van het menselük leven
oproepen.
Hoewel de schrüfster er uitstekend
in geslaagd is, de sfeer weer te geven
van het eenzame veenland en zün af
gezonderde, onbeschaafde bevolking,
zal toch geen rechtgeaard mens kans
zien te geloven in deze Daniela, die
plotseling, en ik meen letterlük plot
seling daar de schrüfster het waarom
totaal niet aanroert, de geest krügt
en zich gaat opofferen voor de in het
wild opgroeiende, vroegwüze kinderen
in die barre streek. Natuurlijk heeft
zü van haar kant gelük als zij eniger
mate verontwaardigd beschrijft hoe
oud en jong niet veel hebben znoetr n
van deze hoofdenwassende. Kleren-
makende en zedeprekende schooljuf
frouw. maar van hun kant hebben die
mensen gelük. want aan het eind van
het boek blijkt dat de jongedame in
kwestie ook lang niet zuiver op de
graat is Want hoe „verheven" en
charitatief ons de omgang van Da
niela met de ontmoedigende pastoor
ook wordt voorgesteld, aan het slot
moet zü toch maar een kind verwach
tende verdwünen. Op de stofomslag
krygt deze roman een aanbeveling mee
van Johan Winkler zelf. in Vrfj Ne
derland Wü vragen ons af wat de
heer Winkler wel gezegd zou hebben
indien hier sprake was geweest van
een dominee inplaats van een jaastoor.
Arjen Miedema. „Gekke
Klaas - Bosch en Keuning.
Baarn z. j.
Gekke Klaas is gelukkig helemaal
niet zo gek. alleen maar een beetje in
de war geraakt door het onbegrijpe-
lüke godsdienstonderricht dat hij. al-
tijds volgens Arjen Miedema, heeft
ontvangen. De voorstelling van zaken
alsof wü achter iedere kwajongens
streek van Klaas een uitdaging Gods
moeten zien. waar bekrompien vaders
en onderwüzers niets van begrüpen.
zou desnoods nog te aanvaarden zün.
als het niet allemaal zo in het on
nozele getrokken was. Als nuchter bui
tenstaander krügt men de indruk, dat
deze schrüver bezig is met het chris-
telük geloof de draak te steken, als
hij vertelt hoe Klaas, op het dak ge
klommen, met een dakpan de lantaarn
stukgooit, omdat de engelen niet van
licht schünen te houden.
Ik vermoed, dat het inderdaad zo
is als de auteur aan het eind van
zün proloog veronderstelt: hü ver
gist zich. CLARA EGG INK.