iVWrnW-.'^rY Hollanders naar het „GROTE ONBEKENDE" DOORZETTEN Een Zoeklicht iDoor storm en mist K GOEDE HERDRUKKEN Zaterdag 20 Februari 1954 ■HffipHBppQP mi SPl Wm Van gebraden duiven, geiten en civet-katten til I rel gunstig weer waren ze uitgevaren, l'l vol moed! Waarom ook niet? Zij lielden toch een stukje vaderlandse Ic-dem onder hun zeebenen' Hup schip' h :e hadden toch voor méér dan twee iar proviand aan boord? Dat was voor leer dan 700 dagen! Een eeuwigheid lek het wel. Aan land kan er ook zoveel in 700 seen gebeuren. Zouden ze dan bang jn? De zee is goed en het varen, met jlle zeilen een lieve lust )P de 4e Augustus, toen ze het Kanaal invoeren, aoei er een flinke bries uit het Zuiden. Het werd laveren. Bg het wenden knalden de zeilen en wel- a lagen de schepen weer in kiellinie om schuimend 1 stampend hun weg te zoeken naar het vreemde, verre co De kapitein van de Tienhoven, één keer een sein ïteerd begrijpend vanaf de Arend gegeven, ging op jc gegeven moment te vroeg over stag. waardoor de fcepen elkaar dreigden te verliezen, doch goede navigatie (achi hen weer bijeen en kapitein Bonman, een zeeman h het beste hout. bood zijn verontschuldigingen aan, ■arna over het incident niet meer gerept werd. ïn de buurt van de Canarische eilanden zagen ze een keepje naderen, onder Engelse vlag. en toen liet Rog- neen, om niet herkend te worden, dezelfde kleuren fcen Weldra doemden vijf zeilen op. die regelrecht op pn aan kwamen. u cr gestreden moeten worden? De matrozen waren if id De kanonnen werden geladen en in stelling ge- pcht. Boven de wind naderde men het eskader opdat ;n het gemakkelijk de volle laag kon geven, hetgeen iter niet nodig was. want de schepen bleken vreed- i» koopvaarders te zijn, die hun weg zochten naar de Idellandse Zee. ^ARL FRIEDRICH BEHRENS. die de tocht als ser- eeant meemaakte en er in 1737 een boek over liet Y verschijnen, heeft, met inspanning van al zijn «hien, dit rustige langs elkaar gigden der twee eska- s omgetoverd tot een geweldig zeegevecht, waarbij de fcnd een zwarte vlag liet wapperen, waarop, in helle Tiren, een doodskop met zandloper stond afgebeeld en ironder gekruiste doodsbeenderen. Vier dappere Hol ders liet Carl sneuvelen, negen verwonden, en na een s ceiecht van twee uur .nahmen die Rauber das Benpanier, und wir verfolgten sie nicht, weil der miral sagte: ..Last die Schelme laufen 'aar hoé zou ook uit het land van Münchhausen de krheid kunnen komen IJ voeren verder naar het Zuiden. Het werd voort- durend warmer. Toen zij de linie passeerden ging de T *tnd liggen en dagen lang dreven ze op een spiegel de ree. Zo nu en dan klakkerde er een sprinkhaan pet dek en een moede zwaluw liet zich vangen, pnoelijk. nadat ze mijlen waren teruggedreven, stak find op en zetten ze koers naar de Zuid-Amerikaanse jt. Hun etenswaren begonnen te bederven, de leveran- h hadden bovendien geknoeid met het gewicht, en verpakking was slecht, aangezien men niet bij de "onderneming. de Oost-Indische Compagnie, had ten Info-.neren naar de meest effectieve manier. De C *3s Immers een concurrent, die had met hun tocht huo doel niets te maken. Midden in zee brak de 'urbuik reeds uit en toen men eindelijk, dat was op 16e November, het anker uitwierp in de Portugese tn San Sebastiaan had men reeds de derde dode. n de matrozen en soldaten, na een avond aan de te hebben doorgebracht, op de schepen waren terug- T»<i. bleken zes soldaten gedrost te zijn. Keulse studenten voor wie de oude wereld toén pis te klein was en die zich hadden laten aanmon- p'fn voor de tocht, hadden genoeg van de zilte zee Pfkelspek gekregen, en waren, gewapend met hun puur. de wildernis der Nieuwe Wereld ingetrokken. 'I Is er van hen geworden? Niemand veet het. Mis- Bbitn zijn ze door de Portugezen of de inboorlingen ■dood. Misschien ook heeft pater Thomas, een Neder- ■adse geestelijke die te San Sebastiaai in het Francis- ■merklnoster woonde, zich over hen ontfermd. Indien dit «erkelijk gedaan heeft, en die kans is groot, zal hij J" "ok Portugese vrouwen gegeven hebben, zodat ze geiln konden stichten en het vaderland vergeten. I geschriften zwijgen verder over hen. De onbekende per van „De Tweejarige Reize" vermeldt ook slechts .naar het vasteland bij de Portugeezen wegvlugten p' weder te koeren". t\P de ie December liihtten de schepen het anker. ■J om het „Grote Onbekende" tegemoet te stevenen. "oordat men definitief de reis begon liet Jacob ■f'.een een matroos, die door de Brede Raad ver- was. op een onbewoond en eenzaam liggend aan wal zetten, omdat die een van zijn makkers «n mes had aangevallen. Het eiland lag drie mijl kust. I schepelingen zagen de wanhopig schreiende man w.fr en kleiner worden en begrepen waarom dit voor- T °P dat moment was gesteld. volle zee hielden de kapiteins „krijgsraad" onder Z i Roggeveen, en men besloot om gez&menlltfc Voor het eiland Juan Fernandez in één ruk rond Zuid-Am^rika te zeilen, en pas op het eiland Juan Fernandez verse groenten aan boord te nemen en vers vlees. Mocht de storm opsteken, en men elkaar uit het oog verliezen, dan zou dat eiland voor ieder der schepen de verzamelplaats zijn. De storm stak op. Op de 6e December gierde de wind door de raas en met knallend geweld scheurden er zeilen aan flarden. De matrozen hingen In de zwie pende touwladders toen de grote steng van de Tien hoven afknapte als een riet. Er was gécn zicht, en de schepen ploegden voort door de kokende zee. Men bereikte de monding van de Rio de la Plata. Daama ging de storm even plotseling liggen als ze gekomen was en een zachte wind schoof dc schepen in een dichte mist. Van glas tot glas werd jr een kanonschot gelost aan boord van de Arend, hetwelk door de beide andere schepen voortdurend beantwoord werd. Doch op de 17e December, des morgens in de vroegte, antwoordde de Tienhovcn niet meer. en daar dreven ze. op hoop van zegen, op een onbekende zee. ver van het vaderland. Toen de mist optrok was er vanaf de beide andere schepen geen spoor meer van de Tien hoven te bekennen. tACOB ROGGEVEEN, die zeer goed wist wat er aan boord van schepen op zo'n verre tocht gebeuren kon. J maakte zich zichtbaar ongerust, doch hij sprak zijn vermoedens niet uit. Toen er echter na dagen wachten geen Tienhovan In zicht kwam, gaf hij bevel alle zeilen te hijsen om zo spoedig mogelijk Juan Fernandez te be reiken. Op dat moment dobberde de voorzichtige Bouman hemelhoge wanden van I het Himalayagebergte tar ten Iedere beschrijving. Het oog van de camera kan de grimmige ijsmassa's van de top pen en de bruingroene steen woestijn van de lagere hellingen slechts met machteloze nauw keurigheid aftasten. In die onbereikbare, verre en vijandige wereld bewegen zich de taaie kerels van de Mounb- Bverest-expeditie 1953. Zij wor den minder dan zwarte stipjes op de brandend-witte sneeuw vlakten. Hijgend naar adem. in de ijle. zuurstofarme lucht, han gen zij als nietige insecten tegen Woord van Bezinning DE top. zeven en tachtig hon derd meter boven de „nor male" mensenwereld, werd bereikt. Hoe? Het allerlaatste stuk van de bestijging is niet verfilmd. Die route blijft het geheim van de twee mannen, die samen maar ook ieder voor zich. voet na moest beschikken over koelbloe- Ieder lid van de expeditie digheid, zelfbeheersing, tegen woordigheid van geest en vele andere kwaliteiten, maar boven al over het vermogen om dóór te zetten, stap na stap, minuut na minuut, van begin tot einde. DAG en nacht strijden mil- lloenen om de „top" van hun leven te bereiken Voor tallozen betekent dat: by God komen. Dat is geen gemakkelijke wan deling, naar de ..hemel". Je komt onherroepelijk In een hel van kille twijfel en barre aan- O -J de glasharde, onbetrouwbare krakende en donderende spleten van de ijsbarrlère. Twee bereiken, zonder verbin ding met de pioniers van de hulpkampen waardoor het laat ste traject bereikbaar werd. de top. Het beklimmen van de Hima laya Is geen wandeling naar de hemel! Veeleer nadert steeds dichter en dreigender de alles vermoordende macht van de ijs- hel. De wind giert met een niet te temmen kracht. Sneeuw en koude doen het laatste restje le ven en warmte verstijven. In derdaad. om te besterven! Al leen reeds bij het zien van de uitzonderlijke filmbeelden, die, zoals elke phase van deze expe ditie. van een uitzonderlijke doorzettingskracht getuigen. voet. meter na meter, omhoog zijn gekropen. Een wazig beeld toont één van hen op de barbaarse top. in een nevel van brullende sneeuw, on herkenbaar door de poolkleding en het onmisbare zuurstofappa raat Het is alles onwezenlijk ver weg. Dat moet het ook voor die twee en voor hun makkers zijn geweest. Ongelofelijk! En toch wiar. STAP voor stap. Naar de top. Als hij nog hoger was. zouden zij het ook hebben gedaan. Het was Immers vooral een kwestie van dóórzetten. De plannen stonden vast. Alle denk bare voorbereidingen en voor zorgsmaatregelen waren getrof fen. vechting terecht. Bijbel, bidden, gebrek, sa menwerking zijn niet te ver smaden hulpmiddelen naar die onbereikbaar hoge top van Gods wereld, die niet onwezenlijk ver van ons ligt. maar vlakbij on der de mensen in de buurt, on der de volken van deze aarde. Maar hoe ga je die laatste be slissende afstand, tussen jezelf en God. tussen jezelf en de mensen? Door Christus, die Je vóórgaat en meeneemt. Stap voor stap. De onwaarschijnlijk hoge „top" wordt bereikt. Het is een kwes tie van doorzetten. P. J Schoonheim, predikant voor Bijzonder Kerkewerk van de Leidse Hervormde Gemeente (Hoge Rijndijk 14a). slechts enkele mijlen achter hem. Doch de zee is zo groot en de wereld zo rond! Niemand nam hem waar. Menig schipper, door zijn volk geprest, heeft, in vroeger eeuwen de vlag van zijn natie geborgen en een eigen vlag laten waaien, de vlag met de doodskop, de vlag van de vrijbuiter, die voortaan zijn eigen koers zal varen In het grote Onbekende, langs de kusten waar de wilden woonden, was het schip der blanken Immers Koning en het gedreun van het scheepskanon allesoverstemmend. Roggeveen koerste naar het Zuiden tot vèr voorbij Kaap Hoorn, tot aan de gebieden waar reeds ..'jzige win den" woeien en wendde daarna de steven naar het Westen. Met een grote boog voer hij om Zuid-Amenka en toen hij eindelijk de steven richtte naar Juan Fer nandez, was Bouman hem reeds voor. Langs de kusten van Patagoniè was deze naar het Noorden gestevend en op de 24ste Februari 1722 wierp hij het anker uit in de baai van het eiland, nadat hij enige dagen voor de kusten had gekruist omdat een al te sterke deining hem het ankeren had belet. Toen. een dag later(l) de twee andere schepen op doemden, zag Jacob Roggeveen zgn kapitein rustig in een sloep zitten vissen. Bouman, de schepen ziende, roeide er vlug heen. „brengende voor hem i Roggeveen i een soo vis en creeften mede. die haar aangenaam was" en die hij alléén gevangen had met vijf hoekjes, zonder visvergun ning. IN het journaal van beide partijen vinden we slechts enkele sobere woorden die van de hereniging getuigen maar wie nog een droppel varensbloed heelt, begrijpt wélke vreugde allen heeft bezield. Juan Fernandez, bij menige lezer zal het herinneringen opwekken uit de prille Jeugd. ..Daar immers, op dit barre eiland, heeft Robinson geleefd Daar heeft hij. als een mens uit de oertijd, zijn primitieve wapens vervaardgd. om niet ten onder te gaan in de „struggle for life" In 1709 deed kapitein Woódes Rogers Juan Fernandez aan en nam Alexander Selkirk bij zich aan boord om hem mee terug te voeren naar de beschaafde wereld. Een jaar voordat het eskader van Roggeveen zee koos, schreef De foe zijn zo beroemd geworden boek over deze Selkirk: ..Robinson Crusoe". APITEIN ROGERS had hoog opgegeven over het dorado dat hij bezocht had. „waar de gebraden dui ven de schepelingen bijna in de mond vlogen", doch de Hollanders vonden zelfs geen voldoende groenten om hun zieke makkers, en dat waren er vele. te genezen van de scheurbuik. En de geiten en civet-katten waren zó wild, dat men ze niet onder schot kon krijgen. Een bootsman, die het tóch proberen wilde en op de steenrotsen was geklommen, „vond men 's morgens in de diepte den hals gebrooken, en zijn schietgeweer ver- morselt bij hem liggen." REIN BROUWER. P.S. Natuurlijk heeft vriend Behrens heel vlijtig op het eiland rondgeneusd. Hg vond dan ook twee hutten van Robinson. Zij waren overtrokken met bokkenvellen en zeehondenleer! S. Vestdijk. „Rumeiland". Nim- merdralcnd reeks. Nijgh en van Ditmar, 's-Gravcnhage 1953 De eerste herdruk, die hier aan bod komt. is Simon Vestdijks „Rumeiland". Dit boek geeft het verhaal van een zekere Richard Beckford en zgn lot gevallen op Jamaica van 1737 tot 1738. Het is voorzien van kaartjes van het eiland en een stamboom van de Beek- fords. zodat wg kunnen aannemen, dat de roman op historische gegevens gebaseerd is. Het is een zeer interes sante geschiedenis, boeiend en mee slepend, avontuurlijk en tropisch kleu rig Merkwaardig is de geheimzinnige dubbelfiguur van Lady Jane Hoven- don Walker en de vrouwelijke zeero ver Anne Bonney. welke laatste trou wens wel eerder pennen in beweging heeft gebracht. Of de beide gestalten inderdaad indentiek zijn laat de ver teller Beckford in zoverre in het mid den. dat hij niet verder gaat dan zgn eigen persoonlijke overtuiging. Jnsepha Mendels. „Alles even gezond bij jou." Arbo reeks. Arbeiderspers Amsterdam 1953 Wat Josepha Mendels de lezer biedt, is in de eerste plaats een beeld van een van de heerlijkste delen van Pargs. het lie Saint-Louis, het oude eiland in de Seine en daarnaast het interessante leven van een jonge man. die al schrij vende tot klaarheid komt over zijn binding aan zijn ouders. Victor Dupiiis stelt het voor alsof hij reeds prenatale herinneringen heeft en ontwart de band met zgn ouders van voor zgn ge boorte tot heden. Zodoende geeft hg een beschrijving van het leven van zgn ouders, de Hollandse dokteres Heieen Hubrechts en de Franse rentenier Georges Dupuis. Merkwaardig is de wijze waarop deze levens als het ware voortkomen uit de sfeer van het oude eiland. Vo:r wie te lui is om een dlctionnaire te gebruiken heeft de uitgever in dit boek een lijst gelegd met een letterlgke vertaling in het Nederlands van leder woord dat volgens hem moeilijkheden zou kunnen opleveren. Wel een gees- teigk testimonium paupertatis van de V OP DE BOEKENMARKT Niet altijd is een herdruk een zekerheid dat men een goed boek in handen krijgt. Wanneer een roman binnen enkele maanden met de ene druk na de andere de markt overstroomt, dan is tien tegen één de reden van deze „hausse" er een, die met de werkelijke waarde die een boek behoort te hebben de waarde van het blijvende gewoonlijk weinig uit te staan heelt. Het is meestal een tijdsverschijnsel, een mode. En als er nu één ding is dat een goed boek niet moet zijn, dan is 't wel iets tijdelijks Een roman moet zo zijn, dat men hem na een poos nog eens uit de kast neemt, desnoods na een jaar oi langer en het boek gaat lezen, ditmaal niet om het verhaaltje, maar om de wijsheid, de geestigheid oi welke intrinsieke qualiteit dan ook. Wanneer een roman dus na verloop van tijd zijn tweede of derde herdruk krijgt, dan kan men wel ten naastebij zeker zijn niet met een modeartikel te doen te hebben, maar met een werk, dat zijn blijvende quahteiten bewezen heeft aan een lezerspu bliek, dat zich langzaam maar zeker uitbreidt Indien men een dergelijk boek koopt kan men enige zekerheid hebben iets in handen te krijgen dat iqen niet na eenmaal lezen nooit meer in zal kijken. Nederlandse lezer waar het de Franse taal betreft en dat in een tgd waarin de helft van de advertenties ln onze kranten in het Engels gesteld Is en letterlijk iedereen te pas en te onpas „sorry" zeggt. Arthur van Schrndel. „Sha kespeare en Verlalne". J. M. Meulenhoff. Amsterdam 1953 vensbeschrijvingen zijn. gezien door de Van Schendeliaanse bril. zg zijn even dichterlijk als gedocumenteerd. Knap is de wgze waarop de schrgver vele citaten uit het werk van zijn figuren heeft verweven in de beschrijvingen van milieu, aard en levensgang. Men treft in dit boek niet alleen een tgd- beeld van de periode, waarin deze grote schrgvers geleefd hebben, maar tevens een goede karakteristiek van hun voornaamste werk. Een boek ter kennismaking, maar ook ter verhelde ring. Siegfried E. van Praag. „La Judith". II. P. Leopolds uitge- versmij. Den Haag 1953 La Judith is een grote roman, even kleurrijk en levendig als het circusle ven zelf Een eerlijk en groot mens is deze Judith, die als koorddanseres en paardrgdster. haar Ideaal verwezen- lgkt en een van Parijs' grootste to neelsterren wordt. Door de uitstekende tekening van omgeving en bgfiguren, de kennis van zaken en de levensechte creatie van deze even hartelijke als koel berekenende vrouw, is dit boek een fascinerend beeld geworden van een traditioneel leven en een groot karakter. Anne de Vries. „De levensro man ran Johannes Post". J. H. Kok N.Y. Kampen 1953 Deze roman geeft inderdaad de ge schiedenis van een historische figuur uit de verzetstgd Het is een eenvou dig boek zonder pretenties en heeft ook als document zgn waarde. De rustige heldhaftigheid van de mens Post vond z^n wortel in een oprecht christeigk geloof en Anne de Vries heeft dit boek zo geschreven, dat niemand zal twij felen aan de kracht van dit geloof en aan de grote waarde en echtheid er van: iets wat lang niet van alle chris telijke boeken gezegd kan worden. Johan Fabricius. ,.De grote Geus". H. P. Leopolds Uitge versmij, Den Haag 1953 De grote Geus is graaf Hendrik van Brederode, een van de eerste opstan- digen aan het begin van de Tachtig- Jarige oorlog. Het boek heeft kleur en vaart en geeft een goed beeld van de zestiende eeuw en van een tijd waar Nederland nog altgd trots op ls, niet ten onrechte overigens. CLARA EGGINK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 5