Behouden vaart en goede wacht! Een Zoeklicht „Niet zonder God!" N; SCHADUW VAN CHRISTUS WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN IIET LEIDSCII DAGBLAD - ZATERDAG 6 FEBRUARI 1954 - PAGINA 2 Bewogen Leven LVIII Ontdekkingsreizigers op onze eigen wereldzee t t andaag heb ik op de Kaag gereden met twee Amerikanen. Ontzettend lange streken maakten we voor de wind en toen we teruggingen, hijgden we, zij en ik. De wind was zo strak en de vlakte was open. Die vertelde me dat ik niet jong meer ben. Er was een ijszeiler die als een zwaluw over de vlakte scheerde. Groot en gewel dig was hij en nobel was zijn witte tuig in de winterdag. De ijszeiler heeft mijn Amerikaanse vrienden meegenomen om ze een schone her innering mee te geven naar dat grote, jonge land, door Hollanders gegrondvest. Vanmiddag ging de zon rood als bloed onder en honderden eenden wiege- wiegden op hun vleugels om ons. Naar huis gaande dacht ik: „Vanavond zal ik mijn lezers vertellen van kou en ijs, van moed en volharding, van Nederlanders die het waagden: „Niet zonder God". Dat was het devies van Willem Barendsz." IN de maand Mei van het jaar 1596 vertrokken er twee schepen naar de Noord, om te proberen de Noord oostelijke doorvaart te vinden De schepen waren uit gerust door de stad Amsterdam Dominee Plancius had hemel en aarde bewogen om het zo ver te krijgen Ziin moeite was dus niet teveigeefs geweest Een eigenaardig mens, deze Plancius, een vluchteling uit de Zuidelijke Nederlanden Daar in het Zuiden, was hij het slachtoffer geworden van de bloedige godsdienstvervolgingen Zonder have en goed. op zijn vlucht was hu zelfs zwemmende een der rivieren overgestoken. was hij in de Noordelijke Nederlanden aangekomen. Zwemmend: in mijn prille jeugd dacht lk, argeloze, dat dominees niet konden zwem men. Willem Barendsz Onmiddellijk na zijn vlucht begon hij hier te preken en te doceren. Te preken over „de ware Leer", te doceren over de aarde en al de dingen die men vanaf deze planeet waar kon nemen. Twee tochten om de Noord waren al mislukt. Plancius h aide de stad Amsterdam over tot deze derde tocht, onder Heemskerk. Barendsz en de Rijp Plancius had met klem betoogd dat men zo ver mogehjk naar het Noorden moest koersen. Bij de Noordpool zou geen drijfijs zijn. bij het einde van de aardas was het warm! De roem die van hem uitging was zó groot, dat niemand hem tegen durfde te spréken. DE wind blies in de zeilen. Vol goede moed ging men op weg. Men had zoveel mogelijk ongetrouwde ma trozen meegenomen Die waren niet aan huis en hof verbonden, hetgeen een groot voor deel was want niemand wist hoe lang de tocht zou' duren. En ieder wist dat de kans op behouden vaart wel héél gering zou zijn Dit spraken ze echter nooit uit. De dood woont immers overal? Na een maand varen ontdekten zij Spits bergen. en welora ontvouwden zich wonderen voor hun ogen die hen sprakeloos maakten Op een dag zagen ze drie zonnen aan de hemel staan met daartussen twee regenbogen De kleuren waren veel zuiverder, veel schoner 1 dan die van de regenboog boven het water rijke Holland De zon ging niet meer onder Het leven werd één lieve, lange dag! De schepelingen genoten van het nieuwe avon tuur dat hen zou brengen naar nog nooit bezeilde gebieden. In volle zee scheidden de twee schepen De Rijp wilde nog steeds Noordwaarts, de woorden van Plancius indachtig, maar Barendsz zwoer bij zijn eigen comptu. Op zee gelden nieuwe wetten Op zee moet de opperstuurman ..schipper zijn naast God". De zomer ging al zeilende voorbij Zij lieten het leven achter zich doch op een kwade dag meenden ze eensklaps een koppel witte zwanen te zien ver in zee Was daar land? Was dat de richting naar de Noord-Oostelijke doorvaart misschien? De zwanen groeiden en groeiden. Die rwanen bleken ijsschotsen te zijn en achter die schotsen kwamen weldra de witte ijsbergen opdoemen. Die sloten zich voortdurend nauwer om het schip Die wilden de wereld gesloten hou den en zoals eens de Scylla en de Charibdis. alles ver pletteren wat tussen hen kwam. Met grote ongerustheid zagen de mannen het aan Nacht en dag stonden ze op de uitkijk. Op een dag was er geen doorgang meer en de Ijsmassa's sloten zich achter hen met krakend geweld Boven hen was de blauwe lucht, onder hen het zwarte water, om hen een muur van blin kend ijs. ZIJ waren vlak bij het eiland Nova Zembla. Toen het ijs hun schip greep, klauterden zij over dr gladde massa en brachten tonnetjes pekelharing, pekelvlees, spek erwten en bonen, vaatjes wijn. scheepsbeschuit, kortom alles wat ze aan boord hadden en wal eetbaar was. naar de wal. Van drijfhout en hout uil het schip bouwden zij .Het Behouden Huis" en terwijl men daar mee bezig nas nam Je koude voortdurend toe. In de avond, als de zon was ondergegaan, stonden zij soms met groot ontzag naar het Noorderlicht te kijken Pe pinkelende Poolhemel was dan vol wapperende vlammen, vol zoekende stralenbundels. En soms leek het wel alsof reusachtige vingers de lucht aftastten op zoek naar hen? De 12e October betrokken ze „Het Behouden Huls" en ln de eerste nacht was het hun zo vreemd te moe. Zouden ze ooit Amsterdam weerzien? Het akelige gejank der poolvossen en het dreigend ge grom der beien klonk in hun oren Met de laatste zou het een strijd worden op leven en dood Een der beren zou pas geveld worden nadat hij een paar matrozen die te ver van Het Behouden Huis waren afgedwaald had ver scheurd Ziin makkers zouden het vel echter brengen „tot Amstelredam" OP een dag zonk de zon in de witte zee Geen vogel liet zich meer horen, de beer vond zün hol. de dood regeerde alom en de wind zong een lljkzang over dc woeste, verlaten vlakte De wind stak op, hij gierde in de poolnacht om „Het Behouden Huis" Het werd zo koud „dat als why teghen een groo' vier aensaten. ende bvnaest 'van voren dc scheenen vprbrandden so bevroren wij van achteren ende waren ruieh uitgeslagen ghelljck de boeren d.ier uyt sien alse hier te landen 's morgens ter poorten van de steden in comen en s nachts onderwegen gheweest sun". Dat schreef Gernt de Veer een der r het Journaal. DE LEGE, peinzende ogen van een vrouw dwalen over een troosteloze vlakte van puin en zand. Vóór haar en opzü staan complexen kazerne woningen: vier tot vijf verdie pingen. smalle eindeloze trap pen. grauwe muren, rommelige vertrekken. Daar wonen mensen, die na een barre oorlog alleen maar een beetje leven en een beetje geluk wensen Maar zelfs dat wordt hun niet gegund. De woonruimte ls tergend onvol doende. Kinderen leven mee in die naargeestige wanorde, lichame- Woord van Bezinning uitzondering. Na de vreselijke dood van haar enige zoontje, zoekt zu, met een zekere ver starring van haar wezen, geheel ongebruikelijke wegen om haar liefde als moeder anderen ten goede te laten komen. Verbijsterd heeft zij ontdekt hoe medemensen moeten leven. Steeds dichter wordt zij naar hen toegetrokken. ZU helpt niet alleen met geld. maar met alles ln heftige bewondering hun „heilige" groeten. Met gebalde vuisten staan zU voor de dokter, de geestelijke en de familie, die voorgoed afscheid heeft geno men. Als van een spreekkoor klinkt hun laatste, machteloze protest: „Zij ls niet krankzin nig!" DE VERSTANDIGE" maat schappij Isoleert elk mens. die „gek" wordt van naas tenliefde. die niet slechts een stukje geeft van zichzelf, maar eeenvoudigweg en als de meest vanzelfsprekende zaak zichzelf Welk een tijd voor deze Hollanders, die op een naeht, nadat zjj alle kieren en reten hadden gedicht, zelfs de schoorsteen, bijna allen de verstikkingsdood hadden ondergaan. Welk een tijd. maar ook welk een moed bij de leiders, \ooral bij Willem Barendsz. die hier bewees waartoe een mens in staat is als hij de grote Innerlijke rust gevonden heeft. ZUn bezieling was het vooral, die hen zou redden van de waanzin. Zün woord was het vooral dat de hoop op redding levend hield. OP de 23e Januari hielden vier matrozen het niet langer uit. ZU dwaalden de kou in om eens naar het schip te gaan zien Diep snoven zü de kou in. Ver beeldden' zü het zich? Zat het voorjaar al in de lucht? De ganse hemel was rose. Toen de volgende dag allen buiten stonden ln de schemer van de poolnacht kwam plotseling dc zon boven de horizon. Een grote glanzende bol, die wel koud licht uit scheen te stralen. De poolnacht was gewe ken, „deur twelc wy allen seer verblüdt waren ende Godt heerluck danckten van zün ghenade. dat ons dat heerlijck schynende licht wederom opgheresen was." De zon bescheen de vermagerde, bleke. bUna gore ge zichten en zag in het gezicht van Willem Barendsz. zelfs de dood. Barendsz zelf voelde die ook. Wat zou het? HU was „niet zonder God Voordat ze vertrokken Het hU zich perkament pen en Inkt aanreiken. Kort schreef hij op wat hun wedervaren was. Hij maakte een lijst met de namen van hen die met hem „Het Behouden Huis" hadden betrokken. Die gestor ven waren merkte hU met een kruisje. Het stuk rolde hü op, deed het in een geweerloop en hing het geweer in de schoorsteen. Zo hun open boten, die ze gebouwd hadden en waarmee ze een poging zouden doen het verre vader land te bereiken, zouden vergaan. en die kans was groot zou het nageslacht hier het verhaal van hun leed en hun leven kunnen vinden luk. materieel, moreel en gees telijk. Geen wonder, dat één van die onverzorgde maar schattige boefjes de vriend jes van de vrouw met de trieste, zoekende ogen zegt: „Als ik groot ben, word ik gangster" AAN DE ANDERE zijde van deze overbevolkte stad wonen de mensen „nor maal" en zelfs „luxe". ZU heb ben geen flauw vermoeden van de omstandigheden, waarin an deren leven en werken. Dat kan niemand hen al te veel aanre kenen. Zij weten nu eenmaal niet beter en zij komen ook vHJ- wel niet in de gelegenheid om werkelük iets inee te maken van het leven van die anderen. De vrouw, uitgebeeld of liever voorgeleefd op het witte doek door Ingnd Bergman, in „Europa "51", ls een opvallende wat zU heeft te geven: tUd, energie, neen haar zelf. Dit kost haar het vertrouwen van haar man en familie. Haar bemoeie nis met ongure typen, ver dachte vrouwen en bandieten maakt haar tot een zonderling. HET SPREEKT vanzelf volgens ons en anderen „vanzelf" dat de familie verdere „schandalen" wil voor komen De man is weer „van zelfsprekend" verplicht zün vrouw tegen haar zelf te be schermen". De dokter erkent: „Deze uitzonderlüke vrouw heeft gelUk. WU moesten ook doen, wat zU doet. maardat zou het einde van ons ambt zUn". Eén van de laatste beelden van de film is een getralied raam. met een hand. die lang zaam wuift naar dc vertrouwde vrienden uit de achterbuurt, die geeft. Dat zegt „Europa '51' en 1 dat zegt ookde Bijbel. Bel- I de getuigschriften kunnen in i één adem worden genoemd. Ieder, die bewust bU Jezus Christus wil behoren en ook degeen, die onbewust of onge wild Zijn volgeling is geeft 1 zich geheel voor de ander. Zo beschouwd is Europa '51 een schaduw van Christus, dc barm hartigheid Gods in levenden lüve. voor allen. Heb ik de moed. met mUn mogelijkheden en in mun we reld te doen. wat Ingrld Berg man uitbeeldt en vóórleeft: be wust en moedwillig schaduw van Christus te zUn? P. L. SCHOONHEIM, Ned. Herv. predikant voor het bultenkerkelUke werk. Correspondentie-adres: Hoge RUndUk 14a. tADAT men tien maanden op het barre eiland had vertoefd, voer men af. Twee zieken, waaronder Wil- 1 lem Barendsz. waren aan boord gedragen. Men was moe. voedsel was er lang niet voldoende voor de lange tocht. En de kou deed hen rillen Barendsz kon niet meer zitten HU lag op de bodem van een der boten zUn gelaat naar de hemel gekeerd. Hij had zijn taak volbracht. Wel dra zou hü van zUn makkers scheiden Men scheidt niet gemakkelijk van een vriend en leidsman, als men vaart, „op hoop van zegen", in een „van God verlaten oord" Op Donderdag 14 Februari bezochten H.M. Koningin Wilhelmina en Z.K.H. Prins Hendrik de plaats van Stadhuisbrand, waar zij werden rongeleid door burgemeester mr A. van de Sande Bakhuyzen. ..Het Behouden Huis" Toen ze bü de ijshoek kwamen zei Barendsz tegen Gerrlt de Veer: „Gerrit, beur me nog éénmaal op, Ik wil dc IJshock nog eens zien." Direct daarop stierf een Hollands zeeman, groot gewor den in zgn nederlaag. „Barend'. Beur me nog éénmaal op!" Ieder weet dat ze later, in de haven van Kola. het schip van Dc RUp gevonden hebben waarmee ze behouden in het vaderland terug mochten keren Weinigen weten dat de walrussenjager Elling Carlsen uit Hammerfest. in het jaar 1871 „Het Behouden Huls" ontdekte, nadat hU door mist en üsgang op Nova Zembla was gestrand. Bijna drie eeuwen had het daar gestaan in de eenzaamheid, door geen mensenoog aanschouwd. Elling Carlsen heeft alle bescheiden, boeken, tinnen kroezen, koperen ketels, kandelaars, degens en buien meegenomen naar zUn vader land. Nu zijn ze in ons bezit. SOMS komt de gedachte bij ons op. dat het heerlijk geweest moet zUn in die tijd te leven, toen alles nog zo onbekend was, toen de mens de wereld nog kon bevolken met vreemde griezelbeesten, levend in een rUk dat nog nooit een mens had betreden. En ln dat rUk zou den enorme schatten zün voor het oprapen als men de weg erheen kon vinden. Achter de sluier van het Onbeio de bloeien immers de heerlükste bloemen. Nu is alles zo bekend. Geen berg op aarde, of men W hem beklommen, geen zee of men heeft hem bene Nergens zUn de droomfiguren waarmee men r Onbekende heeft bevolkt. Ja tóch, zü blüven altüd. Zij zijn eens uit ons gebota en leven nóg in ons. En al zou men ook eens el' korrel van deze aarde kennen en elke grasspriel, blijft daar nog voor ons het onbekende land van ki eigen ziel. nóg schoner, nog grootser dan de aardeK eens geven kon. Want diep in ons zijn wij aan nie" bonden. In onze dromen komen wjj lot achter dc sl Laten wü dan ontdekkingsreizigers worden op eigen zielezee. Onze tocht zal gaan langs vuurspuurs vulkanen, dode kraters, warme springbronnen, ijsbergen. Maar ook langs de lachende groenende kuiü van „het land waarin het eeuwig lente is". „Behouden vaart en goede wacht." REIN BROUWER Jan Maas. „Onder zeven Zeeën". Uitgeverij v/h. C. de Boere Jr, Amsterdam 1953. Inderdaad, dit ls een boek over een een gedeelte van de Marine, waarover in het algemeen niet veel geschreven is. Een schrijver onder de bemanning van een onderzeeër schUnt een nog groter zeldzaamheid te zijn dan op bovenwaterse schepen Met des te meer genoegen kunnen wü dan ook melding maken van het verschijnen van dit boek, want niet alleen dat het een In teressant werk is over een vaartuig, waarvan de leek gewoonlijk niet an ders weet dan dat het zijn tochten ook onder de golven voortzetten kan zonder gevaar voor de opvarenden; het is ook behoorlUk geschreven en zeer goed verteld Hr Ms „Haai" de naam van het schip is natuurlijk fictief heeft even voor de oorlog de haven van Den Helder verlaten om zün dienst in dc West te vervullen Overvallen door de oorlog ls het schip niet in Nederland teruggekeerd voor de vrede gesloten was. Wat de „Haal" ln de vüf tussen liggende jaren aan werk vei richt heeft, zoals convooi-varen. patrouilleren, on derzoek doen naar het verbluf van vijandelijke bodems, maar ook een verbluf ir. een opleidingshaven in Schotland, wordt door de schrüvcrnlet alleen met kennis van zaken, maar ook meeslepend verteld Maas heeft de goede toon getroffen en zün humor en ernst uitstekend gedoseerd, zodat de bemanning die hij zün lezers voorstelt, ook werkelük mensen geworden zün, wiens leven, vijf laar van huls en haard, asnecten heeft die de thuis- blüver zich niet realiseert. 'y OP DE BOEKENMARKT J ZEER VERSCHILLENDE ZEE-ASPECTEN „Onder Zeven Zeeën" is een buck, dat de aandacht werkelijk waard is en zeker van hen die belangstelling hebben voor schepen en hun leven. Het doet mi. werkelijk niet onder voor de Hornblowers en andere bla zers van buitenlandse herkomst, al is het dan minder volgeladen met ro mantische gebeurtenissen. Göran Schildt. „In Odysseus' Kielzog" N. Kluwer. Deventer, en uitgeverij Contact. Amster dam 1953. Met Göran Schildt belanden wf) ln één sprong uit de ernst en de barhrid van het oorlogsvaren in het plezier- zeilen en nog wel op de Middellandse Zee Deze Zweed en i n vrouw zün de gelukkige eigenaars van een kits met hulpmotor een kits ls een zeiljacht met een grote mast en een bezaan die bü het zien alleen al van de plan tekening ln het bock Iedere zeiler zal doen watertanden. Bovendien hebben zij een scooter aan boord geborgen, zodat zü zich ook te land vlug en han dig verplaatsen konden Zo uitgerust hebben zij Odvsseus' klassieke tocht opnieuw gezeild en Schildt is zo ver standig geweest zijn eigen vrouw van huis uit mee te nemen, zodat hü niet ten prooi ls gevallen aan nymphen en andere verleidelijke vrouwspersonen, als wijlen Odysseus. Gezamenlijk heeft het echtpaar dus Griekenland be zocht en speciaal de eilanden van de Griekse Aichlpel ZU hebben dit niet onvoorbereid gedaan, zodat hun boek een plezierig mengsel is van Griekse geschiedenis en folklore, van zonnig land en blauw water, met daarnaast een stoer en soms long niet ongevaar lijk zeilersleven Voor wie dit nog niet wist. althans niet gelooft, wordt hier wel duldelük aangetoond, dat het op de Middellandse Z?e even hard kan spo ken als op onze noordelüke wateren. Naast de zeer intressante tekst bevat het boek ook nog een groot aantal foto's, zowel van het land als van schepen en water. Rachel L. Carson. „De Levende Zee". UltgeverU Born N. V. As sen-Amsterdam 1953. Weer een geheel ander aspect biedt ars dit boek. dat een kroniek ls van t.et leven valt vogels en vissen. Rachel Carson ls een biologe en perschef van de Vis- en Wilddienst in de U.S.A. Voorwaar geen onbelar.g- rgke betrekking. Behalve een gelecid biologe toont zü in haar boeken ren goede schrijfster te zün, die over het leven van vogel of vis zo weet te schrijven, dat het werkelük een roman wordt Het valt ook niet te verwon deren, dat zowel dit boek als haar vorige „The Sea around Us", een bestseller is geworden, waaruit blijkt, dat niet alleen de bestudeerders van plant en dier naar haar werken ge grepen hebben. Naast het leven op de vaste grond, bestaat er nog ren ander geheimzinniger leven in de diepten en de ondiepten van de wateren, die ons omgeven. De strijd om het bestaan., waarbij het recht van de sterkste het hoogste recht Is. heeft daar zün hard ste vorm en wel die van eten of e - geten worden En dit geldt niet alleen voor de geheimzinnige vissen, maar ook voor de niet minder geheimzinnig? vogels, die op hun beurt leven van de vissen. Imposant Is ook de sfeer van na tuur en landschap, die de schrüfster weet op te roepen, waar het In stinctieve dierenleven zich afspeelt op een wüzc wü spraken reeds van een roman waarvoor dat van de mens In gevarieerdheid en dra- matieke niet onderdoet. Het uitzon derlüke schrijverstalent van Rachel Carson heeft ons dal eens te meer duidelijk gemaakt. CLARA EGGINK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 6