Keizerin Maria Theresia
Nederlandse Lijfarts
De eenvoud
JviV.
•Av-H/
.Tkf x
en haar
van het ingewikkelde
GROTE SCHOONMAAK
V"s
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 9 JANUARI 1951
- PAGINA 2
Een ook voor buitenlanders
lezenswaardig boek
J G. v, Swieten, professor.
I li/farts en raadsman van
l een groie keizerin.
OOSTENRIJKSE SLORDIGHEID EN BEMINNELIJKHEID
(Van onze correspondent te Wenen)
In Oostenrijk is het succes van een operette of van een film al dadelijk verzekerd,
wanneer de geschiedenis zich afspeelt in ,,de goede oude tijd", wanneer een
rijke graaf met een eenvoudig meisje uit het volk trouwt en vooral wanneer dan op het
einde de keizerlijke wacht optreedt onder de klanken van het oude Oostenrijkse volks
lied.
Dan zijn de mensen tot tranen geroerd - het welslagen staat vast. Jammer genoeg
weten dat ook de producers, die volgens dit recept de ene film maken na de andere,
ook al missen die films vaak elk spoor van artistieke waarde Daarom verschijnen er
hier ook zoveel boeken en romans over bekende Oostenrijkse persoonlijkheden uit het
verleden, werken die litterair noch. wetenschappelijk van betekenis zijn.
Van onderwijzeres tot
bekend schrijfster
Een loffelijke uitzondering hierop
maakt echter het zo juist verschenen
boek van Ann Tizia Leitich, onder de
titel „Augustissima". Het is geen ro
man. maar een zeer goed geschreven
biographie van de grote keizerin Maria
Theresia, die veertig jaar lang heeft
geregeerd en die in 1780 stierf. De
schrijfster is een echte Weenre, die van
haar stad en haar land houdt Ze heeft
nog in de klas gezeten bij de latere
kanselier Seipel. toen ze voor onder
wijzeres studeerde, maar ze schijnt al
van het begin af niet veel voor het
schoolvak gevoeld te hebben Want
nauwelijks twintig jaar oud gin? ze als
„hulp in de huishouding" naar Amerika
en eenmaal daar aangekomen, sloeg
ze zich door het leven met het schrij
ven van artikelen en feuilletons, die
in Oostenrijkse en Amerikaanse bladen
verschenen Teen ze zich een naam als
schrijfster had verworven, ging ze naar
Oostenrijk terug en verdiepte zich in
de geschiedenis van Wenen Ze heeft
in de loop van de laatste vijftien jaar
drie boeken over Wenen geschreven,
waardoor ze over de hele wereld be
kend is geworden. Deze boeken zyn
haar eigenlijke levenswerk, een soort
vaarwel aan het glorierijke verleden
van deze prachtige stad met haar ryke
kunstschatten en het roemvolle ver
leden.
Een keizerin met zestien
kinderen
van de schrijfster opeiste, die haar
vervolgde en als het ware uitdaagde.
Dat was de figuur van de grote keizerin
Maria Theresia. die een begaafde
vrouw moest interesseren Als vrucht
van jarenlange voorbereidingen ls dan
nu deze levensbeschrijving verschenen,
een kloek boek van meer dan 500 blad
zijden. (keurig uitgegeven en voorzien
van een groot aantal illustraties. Wie
dit boek leest, begrijpt opeens dat de
Oostenrijkers hun geschiedenis en het
grote verleden zozeer liefhebben dat
ze er telkens op terugkomenal
was het alleen maar om het kleine en
armoedige heden te vergeten.
Maar ook voor buitenlanders ls het 'n
zeer lezenswaardig boek. omdat zii hier
een keizerin leren kennen, die tevens
moeder was van zestien kinderen en
die in de vervulling van beide plichten
een bewonderenswaardig voorbeeld
heeft gegeven.
Een ontroerend bewijs hiervoor vindt
men in een gewoon blaadje papier,
geschreven aan het begin van haar
receringsaanvaarding, toen ze zes en
twintig jaar oud was. Het is de eigen
handig geschreven dagindeling, waart
uit blijkt dat ze elke da? om half zes
opstond en minstens anderhalf uur
besteedde aan de zorg voor haar inner
lijk leven door geestelijke lezing en
overdenking. Juist de verbinding van
keizerin over een wereldrijk en van
moeder heeft de schriifster klaarblljke-
lt-k aangetrokken. Wc leren Maria
Theresia dan ook werkelijk kennen als
een liefdevolle moeder, die toch altijd
nog tijd voor haar kinderen vond. die
somtijds heel streng kon zijn en die
toch door haar kinderen werd ver
afgood. zelfs door de stugge en stijve
Josef II, die haar opvolgde.
Oostenrijkse slordigheid
Ofschoon de keizerin veel gelukkige
uren heeft beleefd, lag er toch over
haar gehele leven een donkere scha
duw. Want Maria Theresia, die ook
voor haar volk een moeder wilde zijn
en die tijdens haar leven en ook nu
nog door de volksmond „Treserl" dus
Treesje, wordt genoemd, die vooral als
keizerin de vrede liefhad en deze als
het grootste geschenk beschouwde, was
gedwongen haar land te verdedigen
tegen Frederlk II van Pruisen, de
zogenaamde „oude Frits", die haar
land telkens weer aanviel, vooral ln de
beruchte zevenjarige oorlog Het gevolg
is dan ook geweest dat het grote en
machtige Oostenrijk het rijke land
Silezië aan het kleine en blufferige
Pruisen moest afstaan Dit verlies is
voornamelijk toe te schrijven aan de
bekende Oostenrijkse „slordigheid",
waartegen ook de keizerin tevergeefs
heeftge vochten. Het is dezelfde slor
digheid. nonchalance, langzaamheid,
die een buitenlander ook nu niet van
de Oostenrijkers kan begrijpen en
waarvan Frederik van Pruisen e»bruik
maakte door onmiddellijk en bliksem
snel toe te slaan.
Dat Oostenrijk ondanks dit verlies
toch zyn positie als grote mogendheid
kon handhaven is van de andere kant
te danken aan een tweede echt Oosten
rijkse eigenschap, namelijk het char
mante karakter, de vriendelltkheid en
de diplomatie, waarvan ook Maria
Theresia en haar onmiddellijke mede
werkers zo duidelijke bewijzen hebben
geleverd.
De keizerin en haar lijfarts
In deze diplomatieke begaafdheid
vindt men ook de verklaring voor het
feit. dat Oostenrijk altijd in staat Is
geweest om zoveel buitenlandse geleer
den en kunstenaars tot zich te trekken
en aan zich te binden. Het beste bewijs
levert onze landgenoot G van Swieten.
lijfarts en raadsman van de keizerin,
een man die In Wenen meer bekend is
dan ln ons land. In meerdere Weense
volksliedjes komt zim naam voor en
toen f vee Jaar geleden een film over
het leven van Maria Theresia werd
gedraaid, mocht natuurlijk ook de lijf
arts niet ontbreken. Het was weer een
aardige diplomatieke geste van de
Oostenrijkers, dat ze deze rol door een
landgenoot Cees Laseur lieten spelen.
Zo'n lijfarts had vroeger meer te
doen dan nu. In het boek van Ann
Tizia Leitich is voortdurend sprake
van de pokken, waardoor jaarlijks dui
zenden mensen om het leven kwamen.
Zelfs het keizerlijke hof was daarvoor
niet gevrijwaard en twee kinderen van
de keizerin zyn dan ook aan deze ziekte
gestorven. Van Swieten had daartegen
wel een soort injectie uitgevonden,
maar het mocht niet veel baten Men
beschouwde de pokken als een ziekte,
die nu eenmaal iedereen ten minste
éCn keer moest hebben gehad, evenals
bij ons de mazelen. Ofschoon de oudste
zoon van de keizerin Josef II niet veel
op had met Van Swieten en vooral de
opperhofmeester hem niet kon uit
staan. omdat hU zo zelfbewust deed,
noemde Maria Theresia hem haar
„beste vriend, vertrouweling en wel
doener".
Hij was dan ook haar grote steun
bij het oprichten en besturen van de
culturele instellingen, die de keizerin
in het leven had geroepen.
Mozart op de school van
de keizerin
Daarom werden ook kunstenaars
door Maria Theresia ondersteund, o a.
de Zwitserse schilder Liotard. die de
keizerin en vooral haar kinderen meer
malen heeft geschilderd en wiens wer
ken wij nog altijd in het slot Schon-
brunn kunnen bewonderen.
De kunstenaar die het meeste van do
keizerlijke steun heeft mogen profite
ren. was de componist W Gluck. De
opvoering van zijn opera's heeft de
basis geleed voor de grote muzikale
traditie, die nog altijd in Oostenrijk
leeft. Haydn was intussen de huis-
musicus van de adellijke familie
Exzterhazy geworden en werd ook
meerdere malen uitgenodigd om voor
het keizerlijke hof in Wenen op te
treden Maar dat men daarbij niet
wachtte totdat de kunstenaar een
wereldnaam had. bewijst de ontvangst
van de kleine Mozart, die nauwelijks
zes jaar was.
Het bewonderde niet alleen het
pianospel, maar ook het vrijmoedig en
onpedwoneen optreden van het won
derkind Hy liet zich rustig door de
keizerin op schoot nemen en kussen,
maar hij ging ook als een heel wijs
kind od de granjes ln die de keizer met
hem maakte. Toen hij bij het lopen op
de spiegelgladde pnrketvloeg uitgleed,
hielp hPt dochtertje van de keizerin
de kleine Maria Antoinette, hem weer
op de benen, waarop de kleine musicus
haar op slag beloofde dat hij met haar
zou trouwen. Maria Antoinette trouwde
inderdaad maar niet met Mozart, doch
met koning Lodewijk XVI van Frank-,
rijk. Het was weer een echt diplomatiek
huwelijk, waardoor Frankrijk en Oos
tenrijk dichter bij elkaar kwamen en
weer één sterk front vormden tegen
Pruisen Toen ec. ter kwam de vijand
van binnen, ln de vorm van de Franse
revolutie en Maria Antoinette vond
de dood op het schavot. Gelukkig heeft
haar moeder dat niet meer meege
maakt
té
elk
I Foto
Herman Klelbrink, Leiden
Hoewel we op 't ogenblik, dat
we dit schrijven, niet weten of ook
de Leidse Sterrewacht dezer dagen
nog onder een wit dek zal prijken,
willen we. gezien de actualiteit der
journalistiek, ln géén geval te laat
zijn.
Daarom dit plaatje van het in
drukwekkende gebouw, in het rond
getooid door een wit kleed, dat de
aanblik nog fantastischer maakt,
dan hij, met de mysterieuze koe
pels, gewoonlijk al is.
Kijkjes in de Natuur
De Leidse Sterrewacht in de sneeuw, gezien vanaf de Witte Singel
rAN HET EERSTE ogenblik af,
dat ik binnen Leidens veste
kwam. heeft deze Sterrewacht
een bijzondere bekoring op me uit
geoefend.
Niet alleen omdat er beroemde
Leidse sterrekundigen als Kapteyn.
De Sitter en thans een Dort de
hemel afspiedden en er hun op
enbarende ontdekkingen deden,
maar ook en vooral omdat er die
giote kijker staat, waardoor wc
allen naar het landschap van de
maand getuurd hebben.
Din eerst recht voelde ik de
eigen kleinheid tegenover de on
eindigheid van het steeds uit
dijende heelal, dan overviel me
de broosheid van het bestaan ln
alle felheid dar. werd ik me op-
nleuw dringend bewust van het
microscopische van onze aarde ten
opzichte van zonne- en m»lkw«>s-
«•■■■l«els waarvan men In deze Ster
rewacht slechts een heel klein stukje
kan waarnemen
C WÉÉT T: op Mount Palomar
komt ge een stuk verder!
Daarom Is het des te bewon
derenswaardiger. dat beroemde
Lcidenaars zich voor de astrono
mische ontwikkeling zo duchtig ge
weerd hebben. Op Mount Palomar
is niet alleen het „zicht" veel beter
slechts een betrekkelijk klein
aantal nachten is het weer In ons
land voor observaties geschikt
maar ook de kijkers zijn er veel
kostbaarder. Toch is ook In Lelden
voortdurend héél wat aan de hand,
dat zijn nut afwerpt en voor de
wetenschap van het hoogste belang
geldt.
Daarom kijk lk telkens met het
grootste ontzag naar dc hoge koe
pels en denk: „'.Vat zouden ze daar
nü weer ultknobelen?
Ik voel me akelig nietig en vooral
ln hoge mate dom. in het volle
besef van onwetendheid over vele
dingen, dip achter het wolkemgor-
diin liggen, hoewel ik er heus wel
enige boeken met aandacht over
gelezen heb.
Maar dit lezen wil nog niet zeg
gen. dat ge dc dingen van „hemel
en aarde" begrijpt.
Integendeel, ge begrijpt er hoe
langer hoe minder van. naarmate
ge dénkt er méér van te weten..
Een oude tragiek!
HET IS NU het wonderbaarlijke
in de grote ecesten. die zich
met de sterrekundige weten
schap bezig houden, dat zij ons
Een wereld, getuigend van ge
weldigheid. dichtbij en ver af.
Een schepping, waarvan wij ver
standelijk met onze beperkte ver
mogens. nog geen fractie verstaan.
Zo leeft de één ln een mysterie,
dat voor de ander geen mysterie is
Die ander heeft geen instru
menten en kijkers van node. om te
wéten, geschraagd door geloof, dat
een Macht al dit ingewikkelde be
stiert met zekere hand.
Zó. dat er in feite van enige
Ingewikkeldheid geen sprake meer
is, maar van een eenvoud, alleen
te doorvoelen voor hen, die alle
verstand uitschakelen, omdat het
geloof dit verstand altijd ver te
boven gaat
Tot welke categorie behoren gij
en ik1
ik
de
STRAKS passeer
zoveelste maal de Sterrewacht.
En voor de zoveelste maal zal
ik gegrepen en geboeid zijn door de
imposante aanblik, waarin men
vereenzelvigd wordt met datgene,
wat verre uitreikt boven alle
aardse goed- het ondoorgrondelijk
„hemelse", waarmee wij allen, het
zij vroeg of laat, te maken krijgen
Er. waarover het voor ieder mens.
gelovig of ongelovig, goed zal zijn
eens na te denken
DIT opschrift is een beetje vreemd
en U zult niet dadelyk begnjpen.
welk verband het heeft met de
levende natuur.
Als dit artikel echter onder Uw ogen
komt. heeft onze Moeder Aarde al
weer een aantal nieuwe slagen rond
om haar as gemaakt cn ln die tijd
hebben alle mensen, dus ook U en ik
ruimschoots gelegenheid g;had, iets
ouds voorgoed af te sluiten en een
nieuwe deur te openen. Laat tk U ge
rust stellen, ik ga heus geen nabe
trachting schrijven, maar wel stel ik
er prijs cp, een oude schuld af te
doen. n;e. niet één schuld er staat
een heel boek met open posten!
Ik heb hier het oog op de correspon
dentie met lezers en lezeressen. Brie
ven. briefkaarten, krabbels op papier,
al of niet vergezeld van iets stoffelijks
dat als bewijs van medeleven aan het
geschrevene werd toegevoegd.
TJaaaa.... nu zit ik werkelijk in 't
nauw, want in gedachten zie ik vele
verwijtende blikken, hoor ik zelfs een
woord van afkeuring. Enfin, laat ik
het boetekleed maar aantrekken. Ze
hebben gelijk de mopperaars, ik heb
z? werkelijk niet netjes behandeld. Ik
heb hun brieven niet beantwoord!
Laat ik me nu even heel erg haas
ten en snel neerpennen, dat ik in het
afgelopen jaar ettelijke brieven heb
beantwoord kris kras door het hele
land. dat ik sommige schrijvers of
schrijfsters zeer uitvoerig heb geschre
ven als hun vragen daartoe aanleiding
gaven. Maar. het moet worden ge
zegd niet allen hebben antwoord ge
kregen.
In principe geef lk iemand, die mij
iels vraagt, antwoord. Wordt een post
zegel voor antwoord ingesloten (dit
mag ik toch wel vragen?) dan volgt
dit antwoerd meestal prompt. Gebeurt
dit niet, dan was er iets bijzonders
(ziekte, te drukke werkzaamheden),
waardoor ik geëxcuseerd was.
HETT medeleven in briefvorm, per
telefoon of op andere vvyze is mU
altijd zeer welkom. Meestal krijg
ik iets aardigs te horen, dat voor nu)
het bewijs is. dat de mensen hun ogen
en oren de kost geven: sems doet men
mij mededelingen die voor mij van
grote waarde zyn.
Een bericht over een reiger, die in
een stadspark komt vissen, mussen in
een stadstuintje, die door regelmatige
voeding als 't ware „gedresseerd"
schijnen, een mededeling over graaf-
w espen in een tuin, over jonge zang
lijsters. die zich laten voeren door een
mirelman, over mussen op Java 'de
„boeroeng gredja"!) over aaskevers
.als jeugdherinnering van een lezeres)
och. ik kan nog een tijd doorgaan
met opnoemen, want er ligt een hele
stapel naast mij, allemaal brieven,
waarin de meest uiteenlopende onder-
w'erpen worden aangeroerd
Verscheidene lezers verlangen geen
antwoord. Zij dom eenvoud hun me
dedeling. Kan deze gebruikt worden
als stof voor een artikel, dan doe lk
dit zeker. Zo niet, dan wordt het ma
teriaal tijdelijk opgeborgen en vindt
de lezer het op zekere dag wel eens
vermeld, als hij 't al lang vergeten
was. Zo komen de vroege meikevers
vast wel eens aan de beurt en de moe-
ra?bevers evenzo En die jonge vrind
met z'n goudvinken, geduld hoor!
Het spijt me wel eens. als Iemand
me een aardig' brief schriift of een
met zeer waardevolle mededelingen en
vergeet, zijn adres of zelfs zijn naam
te vermelden! Dat wordt voor my dan
blind vliegen. dat spreekt.
Ook vind ik het jammer, als lk. na
het geven van raad, nooit meer iets
verneem van het resultaat. Voor wat
hoort wat. zou ik zo zegg?n. Met een
enkel woord ben ik tevreden en ik kan
er m n voordeel mee doen.
Verder is er een groep liefhebbers
en natuurvrienden, die my vragen
stellen (cn dit komt. Jammer genoeg,
maar al te vaak voer) waarop ik het
antwoord moet schuldig blijven, om
dat zij ln hun mededelingen veel te
onvolledig waren.
Jammer van de moeite, van het pa
pier, van de postzegel. Jammer ook
van de verkeerde uitleg van myn zwijg
zaamheid. Werkelijk, ik kan met de
beste wil van de wereld niet weten,
wat voor vogel in Uw tuin heeft geze
ten. als U alleen maar schrijft, „een
enigszins bruine en witzwarte vogel"
of zo iets. Of een nest met blauw grij
ze eitjes, zonder verdere aanduiding
over vorm van het nest en de plaats.
KOPPEN SM POTEN
(lijster) of een mus enz
Dan moeten we goed kijken naar de
snavel en naar do poten. Een roofvo-
gelsnavel ls nogal gauw te herkennen,
maar ook de dikke kegelsnavel vail i
een zaadeter als mus, vink, groenvink
enz. en de fijne insectensnavel van
een roodborst. een kwikstaart, een
roodstaart enzmoeten we leren on
derscheiden Zwempoten met diiideliike
zwefhvliezen zijn algemeen bekend, i
maai er zijn ook lange waadpoten rei-
ger. ooievaar, roerdomp).
Ik weet wel. dat deze ODmcrkingcn
zeer onvolledig zijn. Daarvoor is, de
ruimte te beknopt. Van groot belang
is b v. nog de kleur van het dier, zyn
geluid enzyn manier van doen!
Hebt U al deze bijzonderheden ver
meld dan is er een kans, dat ik U kan
helpen aan een naam.
Moeten we dat allemaal opgeven?
Kleur en snavel en poten enlieve
deugd, maar dat lukt ons nooit! Jawel,
dat lukt U wel. maar het kost moeite,
het vraagt ook wel tijd. maar deze is
altijd goed besteed Het wordt een ka-
pitaal met samengestelde intérest! Was
dat geen prachtige bezigheid voor 1951" I
Training in scherp waarnemen en de
waarnemingen goed geformuleerd op- j
schrijven?
HET geven van een signalement is
altijd een moeilijke zaak Wil
men echter van een ander we
ten. wat men zelf gezien heelt, dan
moet men toch wel zeer prec.es wez n
in zijn besch ij ving. Mag ik hier voor
eventuele nieuwe verzoeken enkele
aanwijzingen geven? Iedereen kent wel
een merel en een mus. velen kennen
een kievit of een gewone kapm-euw.
Ziezo, dit geeft al e°n houvast Ver
meldt U dus. of Uw vogel zo groot was
of groter of kleiner dan een merel
Eén ding wil ik dc natuurliefhebber
echter nog op 't hart drukken: wees
niet alleen critisch in Uw waarnemin
gen. d w.z. stel U niet tevreden met
een oppervlakkige, vluchtige b schou-
wing, maar sta zeer wantrouwend
tegenover de fantasieverhaaltjes over
de dieren en de zoete leugentjes, die
bi) het gros van de mensen nog altijd j
opgeld doen
Ik hoop. dat In 1954 menig dier UW j
en mijn pad mag kruisen. i
S. VAN DER ZEE.