Nieuwkoop van „Turfdorp" tot "\A/"atersportcentrum
DE PLASSEN waren in vroeger jaren
uitgestrekte veenlanden
In afgelegen dorp
woonden veel messenstekers
- H
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD -
ZATERDAG 2 JANUARI 1954
- PAGINA A
Welkom vreemdeling!
Het dorpje, dat zijn opkomst voor een belangrijk deel aan zijn bodem
heeft te danken, heeft een toekomst door het water. Zij, die een vacantie
met natuurschoon willen doorbrengen, kunnen er naar hartelust genieten.
Talloze watersportliefhebbers hebben de laatste tientallen jaren de
Nieuwkoopse Plassen al naar waarde leren waarderen.
De inwoners van het vriendelijke dorpje zijn bereid hun zomergasten te
ontvangen en hun verblijf tot een waar genoegen te maken. Het gemeente
bestuur gaat hierin thans voor en stelt alles in het werk om Nieuwkoop
wijd en zijd bekendheid te geven.
Zo kunnen de vacantiegangers dan plezier hebben van de plassen, het
dorpje en de landerijen. En de inwoners van deze nijvere gemeente zullen
wel varen bij het toenemend toerisme.
De kerk linkt werd in 1821 afgebroken. Dit schilden/ werd gemaakt door J. Beerschoten. Zo zag Nieuwkoop
omstreeks 1650 uit.
per week naar hun rechtsgebied om er de
nodige zittingen te houden, waar het dan
meestal warmpjes toeging. Daarbij kwam
dan nog door de afwezigheid van hoge
ambtenaren de vrees van de mederechters
voor hun omgeving. De straffen vielen daar
om nogal mee!
Verandering
Welke zeiler, die zijn vacantie f
doorbrengt op de mooie Nieuw- 4
koopse Plassen zal zich verdiepen
in de geschiedenis van deze om-
geving? j
Zal hij weten, dat waar thans t
t zijn boot/e het water van de Noor- f
J. dense Plas doorklieft, zich eens
f een uitgestrekt veenland bevond? f
i Zullen de vele vissers, die in t
vele stille uren in de .gaten" of f
J langs de rietkragen doorbrengen, J
f zich realiseren, dat daar, wqar f
t thans vissen zijn te verschalken, t
vroeger koeien graasden of men- f
sen liepen?
t Wij veronderstellen van niet! i
f j
f Maar ook de bewoners van het J
4 lagere gedeelte van Nieuwkoop,
f zoals zij, die wonen langs de Ach- r
t terweg en de Nieuwveenseweg, J
a zullen zich nauwelijks kunnen voor- a
f stellen, dat waar thans hun woning f
staat, in vroeger tijden een groot f
moeras was. Hoogstens weten zij
a bij overlevering, dat ze in de a
f Nieuwkoopse Droogmakenwonen, f
Een voorbeeld.
Op 20 Maart 1711 behandelde de baljuw-
eiser de zaak tegen „Ary Janse Sloff. alias
Ary Sweeren. metselaar tot- Nieucoop" Ary
had zijn mede-burgers vele jaren last aan
gedaan. Zo had h(j op straat ..de kraam-
bewaarster Styna van Klaverveld bu de
rokken van achteren opgevat en haer
lichaem aldus ontbloot, haer kleeren en
hoet aan stucken getrocken. enz" zodat de
vrouw, bij wie zu hare diensten moest bewij
zen zonder hulp bevallen was.
Doch hij stond o.a terecht voor gepleegde
„seer snoode forfaiten" als:
le. Middags ingedrongen zijn bij de
postmeester Lietaert, bij afwezigheid van
de bewoners te stelen.
2e. Dat hij de dorpsdokter Jan Blaauw
tart, dat hij geen geld heeft totdat deze
ten laatste twee daalders laat zien. Ary
neemt ze hem af. verteert er een van en
weigert de andere terug te geven, waarop
hij zelfs de dokter mishandelt, waarop deze
tenslotte van zijn aanvaller bevrijd, wat
„rust moet nemen wegens vermoeydheyd
aan de haard", waar hij wederom door Ary
op de grond wordt gesmakt en hem als
anderen liem dit niet verhinderd hadden,
„in het vier gesmeten" zou hebben.
3c Zijn optreden tegenover zijn metse
laar Heimanus van Cleef. Teiwijl deze aan
het werk is snijdt Ary zijn kleren stuk,
gooit zijn eten in het water en heeft zich
niet ontzien diezelfde Hermanus met zijn
hoofd tussen zijn benen te houden en met
een verruwkwast het hoofd van zijn slacht
offer met verruw te bestrijken Als deze
man aanmachtig neerligt, dreigt hij diens
vrouw met een mes. "sNachts komt hij aan
hun huis, gooit hun ruiten in met stenen
en dreigt „onder baren en hoge vervlou-
kinge van sichzelfs" om Van Cleef en diens
vrouw tot riemen te snijden als zij hem
geen tabak geven. Na twee uur tobben eceft
de vrouw toe en ofschoon hij gewapend is
met de beruchte smeulende turf, dwingt hij
haar hem een kaars te brengen, waarop hij
haar nogmaals met het „geblodc" mes dus
danig dreigt, dat zij binnen acht dagen on
tijdig bevallen is.
4e Dat hij de secretaris van Nieucoop en
andere lieden hun gelag in de herbereen
„uytsuyt en hen in het geslgt spuwt met
hun eigensten dranck".
En de straf?
Hij werd aan de exccutiepaal met de roe
den geslagen en voor de tijd van 50 jaren
veroordeeld in 'n tuchthuis door te brengen
Niet overmatig streng en door een fout
ir. de procedure wist zijn procureur gedaan
te krijgen. dat hij binnen twee maanden
uit de hechtenis werd ontslagen. Maar Ary
bleef „nielen"
Na 1815 werden dergelijke misdrijven niet
meer beoordeeld door het eigen gerecht en
dit heeft veel tot betere levensomstandig
heden bijgedragen.
NIEUWKOOP is een oud dorp. Dat kan de bezoeker wel zien aan ,,het
oude Raadhuis", zoals men het gebouw, dat thans als voorlopig onder
komen voor het Hervormd Jeugdcentrum in gebruik is, nog steeds noemt.
Of aan de dorpstoren. Deze twee bouwwerken dateren resp. uit 1627 en
1628. Hoe dit dorp aan zijn naam kwam, is evenwel niet met zekerheid
te zeggen. Zelfs de oudste leengifte, die meer dan 500 jaar oud is, geeft
geen zekerheid. Daarin wordt gesproken over Oude- en Nieuwe-Nieuwen-
coop. Dat was in 1408.
DE stads- en dorpsbeschrijver van 1799
wil de naam afleiden uit het feit. dat
in deze streek later dan elders veen
derijen werden aangekocht en zo zou de
„nieuwe coop" aanleiding hebben gegeven
tot de naam Nieuwkoop. Inderdaad ont
lenen veel dorpen in deze omgeving hun
naam aan de veenderij. Men denke aan
Nieuwveen. Aarlanderveen. Roelofarends-
veen. Vinkeveen. enz.
Reeds in 1131 wordt de naam Nieuwkoop
genoemd en wel in een brief, waarin An
dreas Bisschop van Utrecht de Meije toe
kent aan Nieuwkoop. Wanneer het dorp
werd gesticht, vindt men nergens vermeld,
zodat men moet aannemen, dat Nieuwkoop
en ook Noorden geleidelijk zijn ontsiaan
Nieuwkoop lag op deg rens van Holland
en Utrecht. Gerechtelijk behoorde het on
der het baljuwschap van Kennemerland.
wat de belasting betreft onder Amstelland
en tenslotte voor de waterkeringen onder
Rijnland. Omstreeks 1394 was er een ge
schil ontstaan met Rijnland over de uit
watering van de onmiddellijke omgeving.
Dit had tot gevolg. dat de hertog Albracht
van Beyeren in 1396 Nieuwkoop geheel vrij
heeft verklaard van alle inmenging der
omringende waterschappen en autonoom
gebied heeft erkend.
In 1408 kreeg Gijsbrecht Sprong van de
Werve de heerlijkheid van Oude en Nieuwe
Nieuwkoop in leen. opgevolgd door Jan van
Vianen. Daarna kwam het leen terecht bij
de Brabantse Van Sevenbergens en vervol
gens bij de graven van Arenberg. In 1617
werd het „geheel der heerlijkheid van
Nieuwkoop, Noorden en Achttienhoven"
overgedragen aan Johan de Bruijn van
Buytenwech. Met hem begint voor Nieuw
koop een nieuw en belangrijk tijdperk. Tot
dusverre hadden de bewoners van deze
streek weinig van hun heren gemerkt, daar
zij vrijwel nooit in de heerlijkheid kwamen.
Zij bepaalden zich tot het innen der baten,
hetgeen vooral het geval was. toen de heer
lijkheid in handen was van Zuid-Neder
landers.
Johan de Bruijn van Buytenwech liet
een huls bouwen op een schiereiland dicht
bij de kerk. Aan de dijk ven-ees het heren
huis. Hiervan is de toren nog steeds aan
wezig Het huis heeft gestaan op de plaats,
waar men thans de openbare school vindt.
In 1628 liet hü een patriciërswoning
bouwen, waarvan het bestek nog steeds
in het gemeente-archief aanwezig is. Dit
ls het thans nog bestaande ..Oude Raad
huis". De voorzijde van dit gebouw Is
sindsdien wel enigszins veranderd. F.r was
toen een hoge stoep in het midden, ter
wijl de deur in hel midden van de gevel
zat. Veel is evenwel nog in de originele
toestand.
Te Nieuwkoop waren, zoals in bijna alle
dorpen buiten de toenmalige grote ver
keerswegen. de meeste inwoners Rooms
Katholiek gebleven, doordat men niet of
weinig in aanraking kwam met andersden
kenden. Waar de R.K. Heren nog gevestigd
waren op hun bezittingen, hadden hun ge
loofsgenoten minder te verduren van de
strenge naleving der „placcaten" en van de
dagelijkse plageiijen der schouten.
Vermoedelijk heeft De Bruijn het ook
als zijn plicht beschouwd althans een ge-
aeelte van het jaar in Nieuwkoop te ver
toeven. Daarbij kwam nog. dat tal van
Remonstranten omstreeks 1625 de wijk
hadden genomen naar deze afgelegen heer-
ÏL
De toegangspoor; tot het Hofje van
Nieuwkoop aan de Prinsegracht in Den
Haag. Dit hofje werd in 1661 gesticht
door de Heer van Nieuwcoop, Jan de
Bruyn van Buytenwech.
leden van geestelijke orden werden ln het
bijzonder vervolgdi. maar dat sedert enige
jaren tal van Aminianen daar te samen
waren komen wonen, bijeenkomsten hiel
den en aldus het gevaar deden ontstaan
voor ..sediteuse" woelingen.
Men schreef, dat de baljuw wel zijn plicht
deed. doch men vreesde, dat de Heer van
Nieuwkoop niet alleen oogluikend deze din
gen, die niet tolerabel waren, toestond,
maar dezelve secretelljk bevorderde.
Heel nuchter antwoordde Johan de
Bruijn. dat hij niets wist, doch hü meende,
dat van elders verjaagde personen zich in
zijn gebied wel mochten ophouden, mits
zfj zich ordentelijk gedroegen en het ver
wonderde hem zeer hierover „geadmo-
neerd" te worden.
In 1644 is De Bruijn hoogheemraad
van Rijnland geworden en heeft deze post
tot zijn dood bekleed. Kort loor zijn over
lijden heeft hü bü te.-tament van de
Haagse notaris Van Alen maatrege
len getroffen tot de stichting van het be
kende Hofje van Nieuwkoop in Den Haag,
dat eerst in 1661 gereed kwam cn onge
veer een ton gouds heeft gekost.
Op 23 Juni 1657 is de Heer van Nieuw
koop overleden en ook zijn vrouw stierf in
dat zelfde Jaar. Beiden zijn te Nieuw
koop begraven onder een grote zerk. waar
op hun wapens zijn uitgehouwen Deze
zerk is nog steeds aanwezig op het huidige
kerkhof.
Het is merkwaardig, dat men op oude
kaarten evenw ijdig met de tegenwoordige
dijk door de polder een weg vindt aan
gegeven. genaamd ..De oude Weg", die over-
log hebben velen turf uit de grond bi) hun
woningen gestoken.
Hier en daar is wat grasland overgeble
ven, maar over een uitgestrektheid van
ongeveer 2000 ha vindt men niets dan
water en rietland. Wel brengen het riet.
de visserij en de jacht weer winsten, doch
dit schijnt niet in verhouding te staan
tol de opbrengst van het verdwenen land.
Hier komt evenwel bij. dat Nieuwkoop
juist de laatste jaren door dit water en
door het natuurschoon veel vreemdelin
gen gaat trekken. De gevolgen van dc
vervening zijn cïus niet zo catastrofaal
als men een 50 jaar geleden dacht. Nieuw
koop is een recreatie-oord van steeds
meer betekenis.
DE zeden en gewoonten in Nieuwkoop
zijn in de loop der ecuwen wel even
anders geworden. Vooral in de 17de
eeuw werd dikwijls ruw opgetreden en zat
het mes los in de schede. Ook vrouwen wa
ren gewend het mes te hanteren. Tegen het
einde der 17de eeuw doet zich een ander
veierijp voor. het „nielen". wat inhield het
schade-toebrengen aan anderen ln het ge
niep. vaak zonder reden.
Hierbij kwam nog de eigenaardigheid van
veel manspersonen om steeds een stuk
brandende turf bij zich te dragen om hun
slachtoffers meer vrees aan te jagen.
De tucht verminderde meer en meer en
de oorzaak hiervan viel te zoeken in het
ontbreken van een hoog en onpartijdig ge
zag. Na 1720 was het ln Nieuwkoop wel zo
gevaarlijk, dat de baljuwen met hun gezin
nen niet eens meer in het dorp durfden te
wonen en de wijk naar Lelden namen On
der gewapend geleide begaven zij zich eens
gaat ln de Ouden Dijk voorbij de Vliet op
het gebied van Achttienhoven. Zij. die ge
regeld de plassen bevaren, zeggen dat die
Oude weg nog waarneembaar is als on
diepte. terwijl overleveringen gewagen van
het feit, dat het oude dorp in de polder
lag.
Oudtijds waren landbouw en veeteelt in
Nieuwkoop de middelen van bestaan. Later
ls. vooral sedert het eind van de 17e eeuw.
in Nieuwkoop grote bedrijvigheid ontstaan
op het gebied der smederij. Tot op de hui
dige dag wordt d.t ambacht door veel
Nieuwkopers uitgeoefend.
Ook in de 17de eeuw kwam de veenderij
als bedrijf op en bracht grote welvaart,
maar had ook nadelige gevolgen.
Als we de oude kaart van 1647 bezien,
dan blijkt, dat ten N'oord-lVesten van
Nieuwkoop ope en enkele plas na alles lar.d
was cn nog niet eens zulk laag land. In
1647 is het land tussen Zevenhoven cn
Nieuwkoop ook verveend tot de grens van
Noorden. Het verwerken van lirt veen tol
turf was een winstgevend bedrijf en men
legde er zich met alle middelen op toe,
zodat in een halve eeuw tijd zich ccn
wijde watervlakte uitsterkte van Aarlan
derveen lot Noorden en van Nieuwkoop
tot voorbij Nieuwveen.
Reeds tientallen jaren tevoren waren
plannen gemaakt om het verveende land
droog te maken en dit Is inderdaad ge
schied in het begin der 19de eeuw. Tóen
kwam het vruchtbare land voor de dag.
dat thans ligt langs de Nieuwveenseweg
naar Nieuwveen en langs de provinciale
weg naar Aarlanderveen en naar Zeven
hoven. Zo hebben de bewoners voordeel
gehad van de turf en tevens verkreeg men
vruchtbare landerijen in het gebied, dat
nog steeds als de „droogmakerij" wordt be
titeld.
De geschiedenis leert ons verder, dat in
1741 in de Grote Mvpolder tussen Nieuw
koop en Massloot ook al met het knabbe
len aan de grond was begonnen. Later
werd de veenderij uitgestrekt en zelfs thans
wordt ze nog wel uitgeoefend, zij het in
beperkte mate. Ook tijdens de laatste oor-
ren kaart van
Nieuwkoop uit
647. Het gedeelte
ion de onderzijde
van de kaart ge-
irceerdwas in
lie tijd water, ter-
vijl het thans land
s. Het daarboven
^elegen deel
toen land is
nu water.
Hjkheid uit de steden, waar zü bitter wer
den vervolgd. Dat was in de eerste plaats
wel Leiden. In 1626 werd Johan de Bruijn
aangezegd vanwege de Staten van Holland,
dat men wel op de hoogte was van het feit.
dat zijn heerlijkheid niet alleen een broei
nest was van Paepsgezindenen dat zelfs
vele „geordende geestelijke personen sich
daer onthoudende waren" (monniken en