Engelse lord leefde als Eskimo m sneeuw en ijs Eskimo's vrolijkste en beleefdste mensen ter wereld ONDERBREKEN WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCII DAGBLAD - DONDERDAG 24 DECEMBER 1933 - PAGINA 4 Eskimohond trekt gewicht van 250 kg. beren waren er weinig. Poolvossen daarentegen waren talrijk tzri zijn het hoofddoel der Eskimo-jagers!) en de even zeldzame als kostbare blauwvos kwam er eveneens voor. Hermelijn en sneeuwhaas vond men er in menigte. Walrussen en zeehonden bevolkten de zee. Visrijker rivieren dan op Baffin Land zag ik nergens! Natuurlijk alleen in de zomer, maar het ware onjuist om over zo mer en winter te spreken, zoals men dat in West-Europa doet. want „ne gen maanden per jaar is het winter en drie maanden per jaar is het land moeilijk begaanbaar", zoals Chesley placht te zeggen. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllll I I LORD TWEEDSMUIR vonden wij bereid voor ons blad een j). jj- beschrijving te geven van zijn leven en werken op Baffin ii- Land, het grote „IJs- en *1- Sneeuw-Eiland" aan de Noor- deliike oever van Straat Hud- 1 son. Daar was Lord Tweeds- muir in dienst von de Hudson Bay Maatschappij en leerde 1- hij het leven kennen van de blanke handelaren temiddeh t- van de Eskimo's in Canada's Hoge Noorden. ZO GAAT dat heden ten dage maar al te dikwijls! Nu zal lk de laatste zijn, om te gaan preken en U te vertel len. wat Kerstmis betekent. Daarvoor kunt U beter in een ander hoekje van deze courant terecht! Maar of we 't nu wéten of niet. Allen voelen we toch. dat Kerstmis niet alleen een aan eenschakeling van feestjes bete kent. maar dat het verband houdt met iets héél ernstigs, dat tegelijk zo héél blij is: Kerstmis spreekt van het heil, dat ons allen wacht, als we maar geloven ln dót, wat in de Kerstnacht gebeurde en waar van deze handen spreken: zij spelen het „Stille nacht, heilige nacht",, dat in deze dagen in duizenden huiskamers opklinkt, als een zich opnieuw bewust worden aan wat tweeduizend jaar geleden een smartelijke wereld vertroosting gaf. WIJ WETEN heel goed, hoe duizenden zich in deze, na tweeduizend jaren nog even smartelijke wereld, van dit Land der Stilte, Niet alleen was ieder geluid weg, ook alles, dat geluid zou kunnen maken, was verdwenen. Er waren geen golven meer en de rivieren waren tot op de grond bevroren. Slechts drie vogels hielden stand tegen de koude: de ptarmigan, de grote sneeuwuil en de raaf. De dagen wer den korter en korter, totdat de avond al om 14.30 begon. 3200 K.M. PER HONDENSLEE Onze honden kwamen in actie. Deze huskies (Eskimo- of Poolhonden) zijn even taai als hun meesters vrolijk zijn. Ze zijn betrekkelijk klein, maar trekken een gewicht van 250 kg. In die winter legde ik meer dan 3200 km per hondenslede af. Om de beurt plachten wij Chesley's vallenlijn langs te gaan. Die was bijna 400 km lang. We hadden voor de uit- en thuisreis in totaal een week nodig. Het werk, dat er op de post te doen was, deden we in de korte daguren. Om 15 uur brandde het licht. Dan praatten of kaarten we, tot een ge druis buiten de komst aankondigde van een Eskimo, die uit de witte on eindigheid opdook met zijn honden om handel te drijven. Zo'n man placht dan zijn ellebogen op de toonbank te leggen en (in die koude woestenij) te genieten van het gevoel, dat hij geld bezat om uit te geven. Gingen wij op pad. dan vertrokken we lang vóór zonsopgang. Zodra het roest-rosige licht boven de horizon verscheen, schitterde de .adem der honden als oranjewolkjes in die vreemde zonneglans. Warmte gaf de zon niet en zij verdween even oranje en koud als zij gekomen was onder de horizon. Dan moesten we snel een sneeuwhut bouwen. Als ik de honden gevoederd en de slede afgeladen had, was die hut bijna klaar. Kort nadien kroop Otoetsjie naar binnen, ontstak een kaars en nam de bagage in ont vangst, die ik hem door de opening aanreikte. Eerst een ijsbeerhuid en twee hertevachten als grondbedekking, dan de kist met de primus, de brand stof en al ons eten Vervolgens de slaapzakken en al het andere, dat we niet binnen het bereik der honden mochten laten. Brandde de primus eenmaal, dan hadden we het gevoel, in een andere wereld te zijn. De rijp verdween uit onze oogharen. We aten en dronken er koffie bij. Dan-begroe ven we ons ln de slaap. Sneeuwhuis of igloe der Eskimo's op Baffin-land ESKIMO S ZIJN GASTVRIJ. TAL van Eskimodorpen bezochten we die winter. Menige nacht brachten we door in hun sneeuw- hutten, want Eskimo's zijn bijzonder gastvrij. Zfj zijn de opgewekste en levens dc beleefdste mensen ter wereld. Zü zün kort van stuk, fors en hebben veelal O-benen. Eén ding hebben zij allen gemeen: een stralende glim lach vol kinderlijke vrolijkheid. Zij kennen slechts hun eigen wereld. Zij hebben een zo moeilijke taal, dat daarbij vergeleken Engels een pri mitief dialect is. Zjj liegen nooit en zijn bijna nooit kwaad. Februari was de donkerste en koud ste maand, maar toen Maart plaats maakte voor April, gaf de zon reeds meer licht, zij het nog weinig warmte. Daarna kwam de tijd, dat de zware pelskleding te warm en te benauwd werd. als je met de slede meeliep. Het licht werd zo fel, dat je beslist don kere bnlleglazen nodig had. DE NATUUR ONTWAAKT. In April kwam er een einde aan de pelsdierenvangst, cn toen Mei aanbrak, kwam ook het leven terug. De sneeuw smolt op onze daken en als bjj toverslag verschenen er weer vogels. De rivieren verbraken hun kluisters cn stroomden weer. Dc ganzen trokken weer over, nu naar het Noorden, en heel hel land was weer levend geworden. (Nadruk verboden) geloofde aan een boodschap, die nog altijd betekenis heeft- mis schien in deze verwarde en chaotische tijd, doordrenkt van techniek, méér dan ooit! E1* GE GAAT terugdenken aan het zuivere gevoel, dat U toen doorstroomde, wan neer U dat lied, met innige overtuiging meezong. Opeens, dringt het tot U door, dat er toch iets anders aan Kerstmis te pas komt: iets hogers. ,ets heerlijkers, dan al dat lange uitslapen en die lekkere beet jes die U toegeworpen worden en die gezellige uitgangetjes. Misschien zetten deze handen ook bij U dat andere ln bewe ging en brengt de muziek U tot een moment van overpeinzing in de roes van het zonder op houden voortjakkerende leven. En dat is dan een góed mo ment in Uw volgepropt bestaan: het weten, dat er achter de schfjn van het .aardse" nog een „hemelse" werkelijkheid is, van méér betekenis dan alle Kerst genoegens, die U gepresenteerd worden. Als ge dk&raan een ogenblik denkt, dan bent ge misschien al op de goede weg. Want dat „hogere", dat is 't enige waar 't op aan komt, om dat het de kern van het men selijk bestaan uitmaakt. Wilt U dus Uw dagelijkse race even onderbreken en daar bij stilstaan? Alleen dén is het moderne Kerstfeest niet volkomen zin loos geworden. En met mooie woorden en formules heeft deze raad wer kelijk niets te maken! Ulf Cliristiernsson. chef-piloot van Transair", een Zweedse lucht vaartmaatschappij. is. vliegend van Malmoe naar Stockholm, een vreemd voorwerp tegengekomen, dat hij beschreef als een vliegende schotel. Fantasio Foto Will Eiselin i Lord Twèedsmuir, de schrijver van dit artikel, in Poolkleding heeft walrushuid nodig om hondetuig te maken en touw te vervangen. Hij jaagt zeehonden, omdat de vellen goede kleding opleveren en het vet (in de holte van een steen) het sneeuw huis ven-warmt en verlicht. Hij jaagt op de kariboe, omdat de vacht van het dier de warmste kleding oplevert. Met een onzer schoeners gingen we op de jaarlijkse walrusjacht in Staat Hudson. Aan het einde van een lange baai op Salisbury Eiland voegden Es kimo-jagers van beide oevers zich bij ons. Het geknal der geweren en de bonzen van harpoenen met ivoren stukken, die doel troffen, betekenden het einde van veel walrussen. Na een dag of veertien vingen we, zwaar be laden, onze 80 km. lange terugweg aan naar onze post. Over onze hoof den trokken vluchten wilde ganzen naar het Zuiden Alles wat leven had, trok In die richting. November kwam en ook de sneeuw en het ijs. Eerst een dun vliesje ijs. dat meetrilde met de golven en het licht weerkaatste We trokken onze schoeners op de wal. ontvetten onze geweren (ook olie bevriest!" en be reidden ons op de winter voor. Het vliesje ijs op de zee werd een stevig schild, tot 8 voet dik. Wij waren in het p\P de kaart maakt Baffin Land een koude indruk. Nu, het is er koud, zij het niet altijd. Wie echter aan een Engelse slaapkamer gewend is, vindt het overal elders v/arm, want de beroemde Zuidpoolreiziger Scott stelde (terecht) vast, dat het nergens zó koud is als in zo'n Engels De nederzetting der Hudson's Bay Company op Baffin-land. Teneinde stukvriezen te voorkomen worden de schepen des winters op de wal ge sleept. slaapvertrek. Ik vond het dus betrekkelijk warm, toen ik op een Juli-avond met een schip Baffin Land bereikte. En dat ondanks het feit, dat wij zonder ijsbrekers nooit hadden kunnen binnenvaren. Een kleine, rotsige baai in de Zuidwestelijke hoek van Baffin Landdaar lag mijn handelspost. Tv/ee dagen later lichtte het schip het anker. Het was nog steeds zacht WIJ WAREN met zijn beiden. Chesley Russell, zo heette mijn metgezel, had een rood gezicht, stoere schouders en veel gevoel voor humor. Hij was een uitstekend kame raad. Wij betrokken de post en zo begon mijn eerste pelshandeljaar, Russells twintigste en het 269ste van de Hudsons Bay Company. De ge bouwtjes stonden een kleine honderd meter van de zee af. Zij waren zo gebouwd, dat een brand ze niet alle maal [egelijk kon vernielen. Brand stof, voorraden en munitie waren dus brandvrij weggeborgen. Rotsige heu vels omsloten de baai. De zon en de regen hadden de laatste sneeuwresten uitgewist. DUBBELE TAAK. TWEELEDIG was onze eerste taak: lo. De Eskimo's (die in tenten nabij de post kampeerden) uit te rusten voor hun herfst- en winter nachten, 2o. Voor onszelf een nieuw huis te bouwen ter vervanging van de vervallen woning, die Chesley al had afgebroken vóór aankomst van het schip. Voor de Eskimo's doken wij in de stapel kisten, balen en zakken, welke de boot op het strand had ge deponeerd. Voor de huizenbouw ge bruikten we de stapel planken en lat ten. die er naast lag, want honderden kilometers in het rond groeide lig. Daarlangs woonden de Eskimo's. Wat de dieren betreft, de kariboe had zich al naar het binnenland terug getrokken. Er waren ook troepen wol ven, die op de kariboe s jaagden IJs- ZO IS HET LEVEN. OCTOBER kwam met ruw weer. De ijzige wateren van Straat Hudson bombardeerden de rot sen. Vaak namen Chesley en ik (met onze Eskimo-bediende Otoetsjie) ons bootje - met - buitenboord - motor om robben of hazen te jagen. Verkleumd en doornat zochten we dan daarna de gloeiende kachel op in ons nieuwe huis. Eens per week bakte Chesley brood en maakte dan het gehele huls gloeiend warm. Een temperatuur van flink boven de 100 gr. was dan „nor maal". In het Noorden leef je van het land. De Eskimo's moeten walrussen jagen om vlees voor hun honden (de tam ste dieren ter wereld!) te hebben. Hij Kilometers in net rona groeiae er -™-i j- -ij-i -t» t geen stuk hout. In Augustus en Sep- Ij wl/ H tember deden we niet veel anders -a-J 7 JL/ dan geweren, munitie, etenswaar en dekens over de toonbank van de Es kimo's uitreiken, totdat ieder hunner op weg was naar zijn jachtvelden. Het beetje tijd, dat ons nog restte, benut ten we om te timmeren, te zagen en te bouwen, want vóór het invallen van de winter moest ons huls gereed zijn. De kustlijn van de streek was gril- yr ERSTTIJD is gekomendit jaar zelfs drie dagen iust, J-korte onderbreking van het razende levenstempo, dat nau welijks tijd laat voor rustige bezinning. Is het niet zó, dat velen bij de dag leven, zich nauwelijks de tijd gunnen tot vooruitzien en blij zijn als ze zonder al te veel lichamelijke en geestelijke scha de de eindspurt halen? En nu komt daar Kerstmis, met haar heilsboodschap en tal lozen beseffen niet meer in hun rennen en hun jagen, waar het eigenlijk om gaét. Kerstmis: nu ja. wat uitrus ten van het jagen, wat lekker eten als 't kan, een beetje uit gaan en meer is er voor hen niet bij. Dan beginnen ze opnieuw met de spurt naar het volgende Kerstfeest en als ze 't halen. loopt 't weer op hetzelfde uit: een mooie boom, laat opstaan, een goed etentje, dat intussen wat zwaar op de maag valt, om dat we nu eenmaal niet meer zóveel verdragen kunnen, als onze bet-bet-overgrootvaders... geloof hebben afgewend, omdat zo lieél veel leed. hen cynisch maakte. Zij hechten geen waar de meer aan mooie woorden of aan formules: integendeel, die maken hen stuurs en afgekeerd. Ze duiken véél liever onder in alle afleiding, waarvoor de mo derne maatschappij zo royaal zorgt. Maar wanneer ergens in een kerkje of een hoek van de huis kamer. het orgel, het harmonium of de piano in beweging komt door handen als deze, dan gaat er toch even een kiertje open van dat hermetisch gesloten hart. Dan wordt er voor een moment een snaar aangeinakt, waarvan men meende, dat zij, totaal verroest, nooit meer zou kunnen resonneren. Ge herin nert U dan, hoe U als kind dat lied gezongen hebt en hoe U

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 20